BE1014569A3 - Tilt window with closure and control mechanism and shear mechanism for tilt window. - Google Patents

Tilt window with closure and control mechanism and shear mechanism for tilt window. Download PDF

Info

Publication number
BE1014569A3
BE1014569A3 BE2002/0012A BE200200012A BE1014569A3 BE 1014569 A3 BE1014569 A3 BE 1014569A3 BE 2002/0012 A BE2002/0012 A BE 2002/0012A BE 200200012 A BE200200012 A BE 200200012A BE 1014569 A3 BE1014569 A3 BE 1014569A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
scissor mechanism
operating
arm
wing
piece
Prior art date
Application number
BE2002/0012A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Parys Remi E Van
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Parys Remi E Van filed Critical Parys Remi E Van
Priority to BE2002/0012A priority Critical patent/BE1014569A3/en
Priority to PT08017369T priority patent/PT2055879E/en
Priority to EP20030075058 priority patent/EP1327738B1/en
Priority to ES03075058T priority patent/ES2439568T3/en
Priority to ES08017369.3T priority patent/ES2523028T3/en
Priority to PT03075058T priority patent/PT1327738E/en
Priority to EP08017369.3A priority patent/EP2055879B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1014569A3 publication Critical patent/BE1014569A3/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05FDEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION; CHECKS FOR WINGS; WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05F11/00Man-operated mechanisms for operating wings, including those which also operate the fastening
    • E05F11/02Man-operated mechanisms for operating wings, including those which also operate the fastening for wings in general, e.g. fanlights
    • E05F11/08Man-operated mechanisms for operating wings, including those which also operate the fastening for wings in general, e.g. fanlights with longitudinally-moving bars guided, e.g. by pivoted links, in or on the frame
    • E05F11/12Mechanisms by which the bar shifts the wing
    • E05F11/14Mechanisms by which the bar shifts the wing directly, i.e. without links, shifting the wing, e.g. by rack and gear or pin and slot
    • E05F11/145Mechanisms by which the bar shifts the wing directly, i.e. without links, shifting the wing, e.g. by rack and gear or pin and slot by pin and slot
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05FDEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION; CHECKS FOR WINGS; WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05F11/00Man-operated mechanisms for operating wings, including those which also operate the fastening
    • E05F11/02Man-operated mechanisms for operating wings, including those which also operate the fastening for wings in general, e.g. fanlights
    • E05F11/08Man-operated mechanisms for operating wings, including those which also operate the fastening for wings in general, e.g. fanlights with longitudinally-moving bars guided, e.g. by pivoted links, in or on the frame

Landscapes

  • Specific Sealing Or Ventilating Devices For Doors And Windows (AREA)
  • Wing Frames And Configurations (AREA)
  • Window Of Vehicle (AREA)

Abstract

Deze uitvinding heeft betrekking op een kantelraam dat een vast kader (1) bevat, een vleugel (2) en een sluiting die minstens één ingebouwd schaarmechanisme (6) bevat dat de vleugel (2) met het kader (1) verbindt en een bedieningsmechanisme (7) dat een handgreep (9) bevat en een koppeling (10) tussen deze handgreep (9) en het schaarmechanisme (6). De koppeling (10) bevat een eerste gedeelte (11) dat op het vaste kader (1) is aangebracht en met de handgreep (9) is verbonden en een tweede gedeelte (12) dat op de randen van de vleugel (2) is gemonteerd en verbonden is met het schaarmechanisme (6) , en , in de nabijheid van de kantelas van de vleugel (2) een overbreningsmechanisme (13) tussen de twee gedeelten (11) en (12).This invention relates to a tilt window that contains a fixed frame (1), a sash (2) and a closure that contains at least one built-in scissor mechanism (6) that connects the sash (2) to the frame (1) and an operating mechanism ( 7) comprising a handle (9) and a coupling (10) between this handle (9) and the scissor mechanism (6). The coupling (10) comprises a first portion (11) mounted on the fixed frame (1) and connected to the handle (9) and a second portion (12) mounted on the edges of the wing (2) and is connected to the scissor mechanism (6), and, in the vicinity of the pivot axis of the wing (2), a transfer mechanism (13) between the two sections (11) and (12).

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Kantelraam met een sluiting en bedieningsmechanisme en schaarmechanisme voor kantelraam. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een kantelraam met een vast kader, een daarop aangebrachte rond een horizontale meetkundige kantelas kantelbare vleugel en met een sluiting die minstens één ingebouwd schaarmechanisme bevat dat de vleugel met het kader verbindt en een bedieningsmechanisme voor het bedienen van dit schaarmechanisme, welk bedieningsmechanisme een handgreep bevat en een koppeling tussen deze handgreep en het schaarmechanisme. 



  Kantelraam wordt hier in ruime zin bedoeld, zodat hieronder zowel een kipraam dat naar binnen kantelt, als een klapraam dat naar buiten kantelt, moet worden verstaan. 



  Kantelramen bevinden zich in sommige gevallen zo hoog dat de handgreep zich buiten het bereik van de gebruiker zou bevinden indien ze op de vleugel of het vaste kader zou aangebracht worden. Dit is onder meer het geval bij zogenaamde bovenlichten of bovenramen. 



  In dergelijke gevallen moet het openen en sluiten van op afstand kunnen bediend worden, en wordt de handgreep bijvoorbeeld op een muur in het bereik van de gebruiker geplaatst. 



  Bij bekende kantelramen van deze soort is de voornoemde koppeling tussen de handgreep en het schaarmechanisme een 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 stangenkoppeling die ter plaatse van het raam op de binnenzijde van het vaste kader is aangebracht. 



  Een nadeel van zulke bekende kantelramen'is dat de montage van het schaarmechanisme en van de koppeling relatief moeilijk en tijdrovend is. 



  Een ander nadeel van deze bekende kantelramen is dat alleen ter plaatse van het schaarmechanisme een sluitpunt aanwezig kan zijn zodat om een zeer goede water-en winddichtheid te verkrijgen, in het bijzonder bij grote ramen, meerdere scharen moeten worden voorzien. 



  De huidige uitvinding heeft tot doel een oplossing te bieden voor deze en andere nadelen. 



  Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de koppeling een eerste gedeelte bevat dat met een uiteinde op het vaste kader is aangebracht en verbonden is met de handgreep, een tweede gedeelte dat op de randen van de vleugel is gemonteerd en verbonden is met het schaarmechanisme en, in de nabijheid van de kantelas van de vleugel, een overbrengingsmechanisme tussen de twee gedeelten om de verplaatsing van het ene gedeelte over te brengen naar het andere gedeelte. 



  Het volstaat het overbrengingsmechanisme aan te brengen en dit dan met de gedeelten van de koppeling te verbinden met respectievelijk het schaarmechanisme en de handgreep, hetgeen zeer snel kan gebeuren. Het ingebouwde schaarmechanisme en het daaraan gekoppeld gedeelte van de 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 koppeling dat op de vleugel is aangebracht zijn bij gesloten vleugel niet zichtbaar, hetgeen ook het uitzicht van het raam gunstig beïnvloedt. 



  Doordat een gedeelte van de koppeling op de vleugel gemonteerd is, kunnen op dit gedeelte, indien gewenst, één of meer sluitelementen worden aangebracht die, bij het verplaatsen van de koppeling voor het sluiten van het schaarmechanisme haken achter aanslagen op het vaste kader en zo één of meer bijkomende sluitpunten vormen. 



  Het tweede gedeelte van de koppeling dat op de vleugel gemonteerd is, kan trouwens verlengd worden voorbij het schaarmechanisme en daar voorzien zijn van minstens één sluitelement dat samenwerkt met een aanslag op het vaste kader voor het vormen van een bijkomend sluitpunt. 



  Bij voorkeur is het schaarmechanisme bovenaan ingebouwd en bevat het gedeelte van de koppeling dat op de vleugel is gemonteerd, stangen of latten die verschuifbaar zijn in groeven die minstens op de bovenste rand en op een zijrand van de vleugel aanwezig zijn en een soepele hoekverbinding die deze stangen of latten op beide randen met elkaar verbindt. 



  Vooral in deze uitvoeringsvorm is de montage van de sluiting gemakkelijk en snel. Indien gebruik wordt gemaakt van standaard profielen voor de vleugel en voor het vaste kader, zijn de groeven reeds aanwezig zodat ze niet speciaal voor de stangen of latten van de koppeling moeten worden vervaardigd. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  Het overbrengingsmechanisme bevat bij voorkeur een aandrijfstuk dat vast zit op het eerste gedeelte van de koppeling dat met de handgreep verbonden is en een meeneemstuk dat vast zit op het tweede gedeelte van de koppeling, waarbij op het meeneemstuk of op het aandrijfstuk een tap staat die steekt in een groef die aangebracht is op een gedeelte van het aandrijfstuk, respectievelijk van het meeneemstuk, dat zich langs de zijrand van de gesloten vleugel uitstrekt. 



  De uitvinding heeft ook betrekking op het bedieningsmechanisme dat kennelijk bestemd is voor een kantelraam volgens één van de vorige uitvoeringsvormen. 



  Verder heeft de uitvinding ook betrekking op een schaarmechanisme dat bijzonder geschikt is om toegepast te worden op een kantelraam volgens één van de vorige uitvoeringsvormen van de uitvinding, maar ook op andere kantelramen toepasbaar is. 



  De uitvinding heeft aldus ook betrekking op een schaarmechanisme dat een schaarbasis bevat met een basisstuk en een ten opzichte van dit basisstuk verschuifbare bedieningslat, en minstens twee armen. 



  De uitvinding heeft een dergelijk schaarmechanisme als doel waarbij met een minimum aan kracht en ook bij relatief zware ramen, het opengaan van het schaarmechanisme en dus het kantelen van de vleugel wordt verzekerd, maar waarbij de montage op een raam toch eenvoudig blijft. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat het schaarmechanisme drie armen bevat, namelijk een verbindingsarm die zowel scharnierend als verschuifbaar aan het basisstuk is bevestigd, een hulparm die, enerzijds, scharnierend tussen de uiteinden van de verbindingsarm is bevestigd en, anderzijds, scharnierend verbonden is met het basisstuk en een bedieningsarm die, enerzijds, scharnierend vastgemaakt is op de bedieningslat door middel van een tap die schuifbaar is in een gleuf in het basisstuk en, anderzijds, aan de hulparm gekoppeld is door middel van minstens één meeneempen die door een opening in deze' hulparm steekt, waarbij het uiteinde van de bedieningsarm samenwerkt met een geleiding die op het basisstuk aangebracht is, een en ander zodanig dat, bij verschuiving van de bedieningslat in een richting ten opzichte van het basisstuk,

   de bedieningsarm met zijn uiteinde tegen de geleiding botst en verplicht wordt te wentelen, en zo via de meeneempen de hulparm doet wentelen die op zijn beurt de verbindingsarm wentelt. 



  Bij voorkeur is de geleiding schuin gericht op de lengterichting van het basisstuk en is ook het uiteinde van de bedieningsarm afgeschuind. 



  Het uiteinde van de bedieningsarm is in een bijzondere uitvoeringsvorm trapvormig afgeschuind en vertoont ten minste twee, en bij voorkeur drie, nokken die na elkaar in contact kunnen komen met de geleiding. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 Op de bedieningsarm kunnen twee meeneempennen staan die in de opening in de hulparm steken. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een kantelraam met sluiting en van een bedieningsmechanisme en een schaarmechanisme voor een kantelraam volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een vooraanzicht weergeeft van een kantelraam en daarbij gebruikte sluiting volgens de uitvinding ; figuur 2 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 door F2 is aangeduid ; figuur 3 en 4 doorsneden weergeven volgens de respectievelijke lijnen III-III en IV-IV, maar uitsluitend van het overbrengingsmechanisme uit de sluiting van de figuren 1 en 2 ; figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens de lijn V-V in figuur 2 ;

   figuur 6 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 door F6 is aangeduid, maar uitsluitend van het schaarmechanisme in gesloten stand ; figuur 7 een zicht weergeeft volgens pijl F7 in figuur
6, maar met een gedeelte van de vleugel ; figuur 8 een doorsnede weergeeft volgens de lijn VIII-
VIII in figuur 7, op grotere schaal getekend ; figuur 9 een zicht weergeeft gelijkaardig aan dit van figuur 7, doch voor open stand en met een gedeelte van het vaste kader in streeplijn ; 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 figuur 10 een zicht weergeeft volgens pijl F10 in figuur 6, op grotere schaal en met een gedeelte van het vaste kader ; figuur 11 een doorsnede weergeeft volgens de lijn XI-
XI in figuur 10 ;

   figuren 12 tot 17 zichten weergeven die analoog zijn aan dit van figuur 9, maar op grotere schaal en met van het schaarmechanisme slechts één arm, voor verschillende standen van deze arm ; figuur 18 een doorsnede weergeeft volgens lijn XVIII-
XVIII in figuur 1 ; figuur 19 een doorsnede weergeeft zoals deze van figuur 5, doch voor een uitvoeringsvariante. 



  Het kantelraam is in het weergegeven voorbeeld een kipraam dat hoofdzakelijk bestaat uit een vast kader 1 waarop een vleugel 2 door middel van scharnieren 3 onderaan rond een horizontale meetkundige kantelas kantelbaar is aangebracht. 



  Bij dit kipraam is de vleugel 2 naar binnen kantelend en de kant waarnaar de vleugel 2 kantelt wordt hierna dan ook de binnenzijde of voorzijde genoemd. 



  De vleugel 2 is over zijn volledige omtrek op zijn naar het kader 1 gekeerde zijde van een groef 4 voorzien die in hoofdzaak de vorm heeft van een omgekeerde T en gevormd wordt tussen twee ribben 5 met omgeplooide naar elkaar gerichte uiteinden zodat latten die al dan niet schuifbaar in de groef 4 aangebracht zijn door deze ribben 5 in de groef 4 gehouden worden. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 Het kantelraam is voorzien van een sluiting die bestaat uit een ingebouwd schaarmechanisme 6, dat is aangebracht tussen de bovenrand van de vleugel 2 en de bovenkant van het vaste kader   1,   en een bedieningsmechanisme 7. 



  Het bedieningsmechanisme 7 bestaat uit een handgreep 9 die onder het kantelraam, binnen het bereik van een gebruiker, bijvoorbeeld op de muur is bevestigd en een koppeling 10 tussen de handgreep 9 en het schaarmechanisme 6. 



  De koppeling 10 is samengesteld uit een eerste gedeelte 11 dat met zijn bovenste uiteinde op de voorzijde van het vaste kader is aangebracht en met zijn onderste uiteinde met de handgreep 9 verbonden is ; een tweede gedeelte 12 dat volgens de uitvinding op de randen van de vleugel 2 is gemonteerd en verbonden is met het schaarmechanisme 6 ; en, op maximum 10 cm, en bij voorkeur maximum 5 cm afstand van de kantelas van de vleugel 2, een overbrengingsmechanisme 13 dat is aangebracht tussen beide voornoemde gedeelten 11 en 12 om de verplaatsing van het eerste gedeelte 11 over te brengen naar het tweede gedeelte 12. 



  Het eerste gedeelte 11 bestaat uit een stang 14 die verschuifbaar is aangebracht in beugels 15 die op de muur en op het kader 1 zijn bevestigd. 



  Het overbrengingsmechanisme 13 bestaat uit een aandrijfstuk 16 en een meeneemstuk 17. 



  Het aandrijfstuk 16 is gevormd door een hoofdzakelijk Lvormig profiel waarvan het ene been 18 het bovenste 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 uiteinde van de stang 14 omringt, er door klemschroeven 18A op vast is gemaakt en tegen de voorzijde van het kader 1 gelegen is en het andere been 19 zich langs de binnenrand van het kader 1 uitstrekt. 



  Het been 19 is op de naar de vleugel 2 gerichte zijde voorzien van twee gebogen en evenwijdige ribben 20 die samen een groef 21 begrenzen, waarbij deze ribben 20 naar de voorzijde van het kader 1 omhoog hellend zijn. Deze ribben 20 strekken zich over de volledige breedte van het been 19 uit. 



  De onderste ribbe 20 sluit met haar hoogste uiteinde aan op een naar beneden gerichte ribbe 22. 



  Het meeneemstuk 17 is gevormd uit een hoofdzakelijk rechthoekig element dat tegenover het aandrijfstuk 16 in de groef 4 van de vleugel 2 verschuifbaar is aangebracht en dat met het op de vleugel 2 aangebrachte gedeelte 12 van de koppeling 10 is verbonden, bijvoorbeeld door middel van een koppeling 23. 



  Dit meeneemstuk 17 is op zijn naar het kader 1 gerichte zijde onderaan en nabij zijn rand aan de buitenkant van de vleugel gelegen rand voorzien van een tap 24 die gevat is in voornoemde groef 21. In het midden en bovenaan is het meeneemstuk 17 op voornoemde zijde voorzien van een. versterkingsribbe 25. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 In een rand van het meeneemstuk 17 is in een uitsparing een bladveer 26 geklemd die tegen de wanden van groef 4 van de vleugel 2 drukt. 



  Het tweede gedeelte 12 van de koppeling 10 dat op de vleugel 2 gemonteerd is, bestaat uit twee platte stangen of latten 27 en 28 uit kunststof die respectievelijk in de groeven 4 van een zijrand en van een bovenste rand van de vleugel 2 verschuifbaar zijn aangebracht en die ter plaatse van de hoek met elkaar verbonden zijn door middel van een op zich bekende en in figuur 1 schematisch door een streeplijn weergegeven soepele hoekverbinding 29, welke bijvoorbeeld een ketting bevat die tussen twee aansluiteinden verschuifbaar geleid wordt in een op de vleugel 2 bevestigd kokerprofiel. 



  De lat 27 is onderaan door middel van voornoemde koppeling 23 vastgemaakt aan het meeneemstuk 17. Hiertoe bezit deze lat 27 op een uiteinde een vertanding, bijvoorbeeld op haar zijranden, die past in een complementaire vertanding, bijvoorbeeld op de wanden van een uitholling op een verdikt einde van het meeneemstuk 17, zodat een stevige koppeling in de lengterichting van de lat 27 wordt verkregen. 



  De lat 28 is door middel van een gelijkaardige koppeling 30 verbonden met het schaarmechanisme 6. 



  Het schaarmechanisme 6 bestaat hoofdzakelijk uit drie onderling verbonden armen, namelijk de bedieningsarm 31, de hulparm 32 en de verbindingsarm 33, die aan één uiteinde scharnierbaar zijn aangebracht rond tappen, respectievelijk 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 34,35, 36, die aangebracht zijn op een scharnierbasis die bestaat uit een basisstuk 37 en een daarin schuifbare bedieningslat 38. 



  Het basisstuk 37 heeft de vorm van een omgekeerde goot waarvan omgeplooide randen in de groef 4 aan de bovenrand van de vleugel 2, onder de uiteinden van de ribben 5 zijn aangebracht. Dit basisstuk 37 is op de vleugel 2 bevestigd door middel van een borgschroef 39 die doorheen het basisstuk 37 en los doorheen een langse gleuf 40 in de bedieningslat 38, in de vleugel 2 is vastgeschroefd. 



  Deze bedieningslat 38 is onder de goot van het basisstuk 37 verschuifbaar in haar lengterichting en dus evenwijdig aan de lengterichting van het basisstuk 37 aangebracht en steekt met haar beide uiteinden buiten uit het basisstuk 37. Eén uiteinde is verbonden met de lat 28 van het bedieningsmechanisme 7 door middel van voornoemde koppeling 30 en bezit een eindstukje 38A dat van een vertanding is voorzien die samenwerkt met een vertanding op het uiteinde van de lat 28. 



  De tap 34 op een uiteinde van de bedieningsarm 31 is bevestigd op de bedieningslat 38, ter plaatse van een verbreding 38B daarvan. De tap 34 is verschuifbaar in een langse gleuf 41 in het basisstuk 37. Deze gleuf 41 is dichter bij de binnenzijde van de vleugel 2 gelegen dan de in het midden van de bedieningslat 38 gelegen gleuf 40. 



  Voornoemde verbreding 38B komt uit het basisstuk 37 naar buiten zodat de bedieningslat   38'ter   hoogte van de 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 verbreding 34A geleid wordt door de binnenzijde van de vleugel 2. Op deze manier worden de krachten die op de tap 34 worden uitgeoefend en die verantwoordelijk zijn voor het uitslijten van de gleuf 40 in het basisstuk 37, afgeleid naar de groef 4 in de vleugel 2 die beter tegen deze krachten bestand is. In feite dient de gleuf 40 alleen om de tap 34 door te laten zodat hij de arm 31 kan aandrijven, en niet zozeer om deze tap 34 te geleiden. 



  De bedieningsarm 31 is op zijn van de tap 34 verwijderde uiteinde 42 verbreed en aan de zijde die, in open stand van het schaarmechanisme 6, van de verbindingsarm 33 verwijderd is, dit is bij een naar binnen opengaande vleugel 2 zoals in het voorbeeld, aan de binnenzijde, in trapvorm afgeschuind zodat drie neuzen of nokken 43,44 en 45 worden gevormd die achtereenvolgens dichter bij de tap 34 gelegen zijn en die bij het opengaan van het schaarmechanisme 6 opeenvolgend samenwerken met een, naar het kader 1 gekeerde in dezelfde zin als het uiteinde 42 schuine geleiding die gevormd is door de schuine rand 46 van een aanslag 47 die aangebracht is aan een uiteinde van het basisstuk 37. 



  Meer naar de buitenzijde van de vleugel 2 is tegenover de gleuf 41 een tweede aanslag 48 op het basisstuk 37 aangebracht die, tijdens het sluiten, de bedieningsarm 31 verplicht de gewenste koers te kiezen door het contact met een rand 31A van deze bedieningsarm 31. 



  De hulparm 32 is met een uiteinde door de tap 35 scharnierbaar met het basisstuk 37 verbonden en met zijn ander uiteinde door een scharnierpen 49 gekoppeld aan een 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 tussen de uiteinden gelegen gedeelte van de verbindingsarm 33. De tap 35 staat bijvoorbeeld naast de borgschroef 39 boven op het gedeelte van het basisstuk 37 dat de aanslag 47 vormt. 



  In zijn middengedeelte bevat de hulparm 32 een opening 50 die min of meer L-vormig is met een gleuf 51 in de lengterichting van de hulparm 32 en aan de kant van de tap 35 een daarop aansluitend breder gedeelte 52. Door deze opening 50 steken twee meeneempennen 53 en 54 die op het verbrede uiteinde 42 van de bedieningsarm 31 zijn aangebracht. 



  De tap 36 van de verbindingsarm 33 steekt doorheen een langse gleuf 55 in het basisstuk 37. De verbindingsarm 33, die het kader 1 en de vleugel 2 verbindt, is met een uiteinde door middel van de tap 36 bevestigd op een voet 56 die boven de bedieningslat 38 in het basisstuk 37 verschuifbaar gevat is en niet doorheen de gleuf 55 kan. 



  Op het verst van de gleuf 40 verwijderde uiteinde, is het basisstuk 37 onderaan en aan weerszijden van de gleuf 55, van een afschuining 37A voorzien zoals in detail in figuur 8 is weergegeven. Door deze afschuiningen 37A is de onderkant van het basisstuk naar voornoemd uiteinde toe naar de bedieningslat 38 hellend. De gleuf 55 is aangebracht in een bredere groef en de tap 36 is tussen de bodem van deze groef en de verbindingsarm 33 omringd door een veer 36A die de verbindingsarm 33 van het basisstuk 37 wegduwt. 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 Wanneer de tap 36 zich op het uiteinde van de gleuf 55 bevindt zoals weergegeven in figuur 8, dit is bij gesloten stand van het schaarmechanisme 6, is de voet 56 tegen de afschuiningen 37A gelegen, waardoor de verbindingsarm 33 onder tussenkomst van de tap 36 tegen het basisstuk 37 getrokken. De veer 36A is dan samengedrukt.

   Door deze veer 36A gaat de verbindingsarm 33 zich van het basisstuk 37 verwijderen wanneer tap 36 zich in de gleuf 55 verplaatst en de afschuiningen 37A in hoogte afnemen of wegvallen, dit is tijdens het open gaan van het schaarmechanisme 6. 



  Hierdoor kan het schaarmechanisme 6 ook bij kleine ramen goed functioneren. 



  Het andere uiteinde van de verbindingsarm 33 is scharnierbaar verbonden met het kader 1 door middel van een tap 57 die op een voetstuk 58 staat. Dit voetstuk 58 wordt met een draaibeweging in de groef 4 aan de onderzijde van de bovenkant van het vaste raam 1 geplaatst zodat het met een rand onder een ribbe 5 van de groef 4 haakt en wordt door het aanspannen van een schuine persvijs 59   vastgeklemd   zoals in detail in figuur 11 wordt weergegeven. Door middel van een boorschroef 59A wordt het voetstuk 58 op zijn plaats gehouden. 



  De tap 57 bezit een verdikte kop waarrond het uiteinde van de arm 33 losneembaar is aangebracht. Deze arm 33 wordt op de kop van de tap 57 gehouden door een grendelwiel 60 dat naast de tap 57 rond een pen 61 draaibaar op de arm 33 is aangebracht en met een rand 62 in een groef steekt die aangebracht is aan een aan de onderzijde buiten de arm 33 uitstekend gedeelte van de tap 57. 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 Zoals vooral blijkt uit figuur 10, is de rand 62 van een onderbreking 63 voorzien die zodanig is dat, wanneer ze tegenover de tap 57 gelegen is, de rand 62 niet langer het verwijderen van de arm 33 van de tap 57 belet. Een rond de pen 61 aangebrachte, niet weergegeven, veer duwt het grendelwiel 60 in de stand waarin de onderbreking 63 op een afstand van de tap 57 gelegen is.

   Door met de hand het grendelwiel 60 te verdraaien tot de onderbreking 63 tegenover de tap 57 gelegen is, kan de arm 33 van de tap 57 verwijderd worden zodat het schaarmechanisme 6 los is van het vaste kader 1 en de vleugel 2 volledig kan worden gekanteld, bijvoorbeeld voor het reinigen. Zodra het grendelwiel 60 losgelaten wordt, draait het onder invloed van de veer naar zijn oorspronkelijke grendelstand terug. 



  Voornoemde versterkingsribbe 25 belet dat, wanneer de vleugel 2 na een volledige kanteling, opnieuw dicht gewenteld wordt, de tap 24 boven de groef 21 zou komen te liggen. 



  Op het gedeelte 12 van de koppeling 10 kunnen één of meer sluittappen 64 aangebracht zijn die samenwerken met aanslagen 65 die op het kader 1 zijn bevestigd. Een dergelijke sluittap 64 is bijvoorbeeld op het aan de lat 28 gekoppelde aansluituiteinde van de hoekverbinding 29 aangebracht. Ook aan de andere zijde van het schaarmechanisme 6 is een dergelijke sluittap 64 aangebracht die samenwerkt met een aanslag 65 op het kader 1 en hiertoe is de lat 28 voorbij het schaarmechanisme 6 verlengd met een stang 66 die door middel van een koppeling 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 analoog aan voornoemde koppeling 30 verbonden is met de bedieningslat 38 van het schaarmechanisme 6. De stang 66 kan zelf nog via een hoekverbinding aansluiten op een stang langs een opstaande rand van de vleugel. 



  Ook op het schaarmechanisme 6, en meer bepaald op de onderzijde van de verbindingsarm 33 staat een sluittap 67 die evenwel niet met een aanslag op het vaste kader 1 samenwerkt, maar met twee ribben 68 van een sluitblokje dat op het eindstukje 38A van de bedieningslat 38 aangebracht is. 



  De werking van het kantelraam en de daarbij horende sluiting is als volgt. 



  Wanneer het kantelraam gesloten is, zoals weergegeven in de figuren 1 en 7, is het schaarmechanisme 6 dicht en is de handgreep 9 in haar hoogste stand. De sluittappen 64 haken achter de erbij horende aanslagen 65 en de sluittap 67 bevindt zich tussen de ribben 68. 



  Om het kantelraam te openen wordt de handgreep 9 naar beneden getrokken. Door tussenkomst van de stang 14 wordt het aandrijfstuk 16 naar beneden verplaatst. Doordat het meeneemstuk 17 met zijn tap 24 in de groef 21 van het aandrijfstuk 16 steekt, wordt het mee naar beneden verplaatst waardoor ook de lat 27 naar beneden wordt getrokken.

   Via de hoekverbinding 29 worden de lat 28 en de bedieningslat 38 van het schaarmechanisme 6 dan langs de vleugel 2 verplaatst, naar rechts in de figuren 6,7, 9 en 12 tot 17 gezien. 

 <Desc/Clms Page number 17> 

 Door de beweging van de latten 27 en 28 worden de sluittappen 64 van de aanslagen 65 losgemaakt en wordt de sluittap 67 voorbij de ribben 68 gebracht zodat de verbindingsarm 33 niet langer geblokkeerd is, terwijl gelijktijdig, door de beweging van de bedieningslat 38, ook de bedieningsarm 31 van het schaarmechanisme 6 naar rechts wordt verplaatst. 



  Bij de aanvang van de beweging van de bedieningslat 38 zal de bedieningsarm zich eerst over een zekere afstand vrij kunnen verplaatsen tot wanneer hij, zoals weergegeven in figuur 12, in contact komt met de rand 46 van de aanslag 47. Gedurende deze eerste verplaatsing bevindt het gleufvormig gedeelte 51 van de hulparm 32 zich evenwijdig met de schuifrichting van de arm 31, waardoor de meeneempennen 53 en 54 van de bedieningsarm 31 zich vrij in dit gleufvormig gedeelte 51 kunnen bewegen. Tijdens deze eerste beweging zal de positie van de andere armen 32 en 33 van het schaarmechanisme 6 dus ongemoeid blijven en zal het kantelraam bijgevolg nog dicht blijven. 



  Tijdens de verdere verplaatsing van de bedieningslat 38, schuift de nok 43 over de rand 46 van de aanslag 47 en wordt de bedieningsarm 31 naar buiten gewenteld tot wanneer, zoals weergegeven in figuur 13, de eerste nok 34 ten einde komt van de rand 46 en de tweede nok 35 op dat ogenblik in contact komt met deze rand 46. 



  De vorm van de rand 47 zorgt ervoor dat de bedieningsarm 31 verplicht wordt te wentelen, hetgeen noodzakelijk kan zijn 

 <Desc/Clms Page number 18> 

 bij relatief zware ramen, waarbij de natuurlijke hefboom van het schaarmechanisme 6 niet voldoende is om het raam open te duwen. 



  Door het wentelen van de bedieningsarm 31 wordt ook de hulparm 32, door de geleiding van de meeneempennen 52 en 53 in de opening 50, rond zijn tap 35 naar buiten gewenteld, en wordt bovendien ook de verbindingsarm 33, door de scharnierverbinding 49, rond zijn verschuifbare tap 36 naar buiten gedraaid zodat de vleugel 2 naar binnen openklapt. 



  Doordat het voetstuk 58 een vast punt is van het kader 1, verplaatst de verschuifbare tap 36 zich hierbij in de gleuf 55 naar rechts. 



  De afstand D tussen de tap 34 van de bedieningsarm 31 en het contactpunt van de nok 43 met de aanslag 47, gemeten loodrecht op de schuifrichting van de bedieningslat 38, wordt, rekening houdend met de beperkte beschikbare ruimte tussen het kader 1 en de vleugel 2, zo groot mogelijk gekozen, zodat een maximale hefboomwerking bekomen wordt om de bedieningsarm 31 te verdraaien, waardoor ook zwaardere kantelramen zonder grote krachtinspanning van de gebruiker kunnen opengeduwd worden. 



  Wanneer de bedieningslat 38 nog verder naar rechts wordt getrokken, zullen, zoals weergegeven in de figuren 14 en 15, eerst de tweede nok 44 en daarna ook de derde nok 45 over de rand 46 schuiven en zullen de armen 31,32 en 33, op dezelfde manier als tijdens de vorige verschuiving, steeds verder opengespreid worden tot wanneer, zoals 

 <Desc/Clms Page number 19> 

 weergegeven in figuur 18, het zwaartepunt G van de vleugel 2 voorbij de verticale lijn door de scharnieren 3 komt en de vleugel 2, door zijn eigen gewicht, de neiging heeft automatisch verder open te kantelen, waardoor het verder openen van het kantelraam mogelijk wordt zonder bijkomende hefboomwerking van het schaarmechanisme 6. 



  Wanneer de tap 34, zoals weergegeven in figuur 9, het einde van de gleuf 41 bereikt, is het kantelraam maximaal geopend. 



  De vorm van de ribben 20 is zodanig gekozen dat de tap 24 tijdens het openkantelen van de vleugel 2, enerzijds, zich ongehinderd in de groef 21 kan verplaatsen, en, anderzijds, de krachten tussen het aandrijfstuk 16 en het meeneemstuk 17 in de verticale richting maximaal overbrengt. 



  Voor het sluiten van het kantelraam wordt omgekeerd te werk gegaan en wordt de bedieningslat 38 terug door het bedieningsmechanisme 7 naar links geschoven. Het is duidelijk dat in dit geval het schaarmechanisme 6 in omgekeerde zin werkt. 



  Wanneer op het einde van de sluitbeweging, zoals weergegeven in figuur 16, het kantelraam bijna volledig gesloten is en de hefboomwerking op de bedieningsarm 31 minimaal is, wordt het verder sluiten van het kantelraam bevorderd doordat de aanslag 48 tijdens het verder verschuiven van de bedieningsarm 31 tegen de rand 31A drukt en de arm 31 zodoende naar binnen duwt tot in de volledig gesloten stand, zoals weergegeven in figuur 17. Tijdens 

 <Desc/Clms Page number 20> 

 deze laatste beweging van de bedieningsarm 31 worden tevens de sluittappen 64 en 67 van het kantelraam vergrendeld. 



  De bovenzijde van het basisstuk 37 van het schaarmechanisme 6 is iets afgeschuind om toe te laten dat de naar buiten draaiende uiteinden van de armen 31,32 en 33 zich ook, zij het in beperkte mate, verticaal kunnen bewegen om de verticale verplaatsing H van de tap 57 tijdens het kantelen van de vleugel 2 toe te laten. Met hetzelfde doel wordt de arm 33 vervaardigd uit veerstaal teneinde bij lage kantelramen die gekenmerkt zijn door een grote verplaatsing H, voldoende te kunnen meebuigen. 



  Het is mogelijk om in geval van grote kantelramen voorbij het reeds beschreven schaarmechanisme 6 één of meer bijkomende gelijkaardige schaarmechanismen te voorzien die samen met het eerste schaarmechanisme 6 bediend worden om een betere krachtverdeling te bekomen. 



  De sluiting volgens de uitvinding kan aldus modulair opgebouwd worden en is bovendien zeer gemakkelijk en snel te monteren. 



  Het schaarmechanisme 6, de lat 28 en de hoekverbinding 29 worden met elkaar verbonden en in de groef 4 in de bovenste rand van de vleugel 2 geschoven. Het basisstuk 37 van het schaarmechanisme 6 wordt door één enkele borgschroef 40 vastgezet. De lat 27 met het meeneemstuk 17 worden vanaf de onderkant in de groef 4 op een opstaande rand van de vleugel 2 geschoven en de lat 27 wordt met de' hoekverbinding 29 verbonden. Bij het monteren wordt het 

 <Desc/Clms Page number 21> 

 meeneemstuk 17 op zijn plaats gehouden door de klemming van de bladveer 27. 



  Om toe te laten bij de montage de juiste positie van het meeneemstuk 17 te verzekeren kan dit laatste aan de onderkant van een afbreekbaar haakje zijn voorzien. Wanneer dit haakje tegen de onderkant van de vleugel aanslaat, is het meeneemstuk op de correcte afstand van de kantelas. Bij de eerste verplaatsing van het meeneemstuk 17 breekt dit haakje af. 



  De neerwaarts gerichte ribbe 22 van dit meeneemstuk 17 belet een verkeerde koppeling met het aandrijfstuk 16. 



  Het raam moet niet noodzakelijk een naar binnen kantelende vleugel 2 bezitten. Het kantelraam kan evengoed een naar buiten kantelende vleugel 2 bezitten. Het is duidelijk dat in dergelijk geval in de voorgaande beschrijving binnenzijde of voorzijde moeten vervangen worden door buitenzijde of achterzijde. 



  In het weergegeven voorbeeld zijn het kader 1 en de vleugel 2 uit aluminium profielen vervaardigd, maar het is duidelijk dat ze ook uit profielen uit ander materiaal zoals staal of kunststof of uit houten balken kunnen vervaardigd zijn. In figuur 19 is trouwens een doorsnede weergegeven van een gedeelte van een raam uit met metalen profielen versterkte kunststof profielen. De groeven 4 zijn dan opliggend in de randen van de vleugel 2, maar verzonken. 

 <Desc/Clms Page number 22> 

 



  Het hiervoor beschreven schaarmechanisme 6 is, gezien de geringe kracht die het vereist, bijzonder geschikt om in een sluiting met een bedieningsmechanisme 7 gebruikt te worden zoals hiervoor beschreven, maar het is duidelijk dat dit schaarmechanisme ook met andere bedieningsmechanismen kan worden gebruikt en bijvoorbeeld met bedieningsmechanismen die een handgreep bevatten die op de vleugel of het vaste kader aangebracht is. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een kantelraam en daarbij gebruikte sluiting volgens de uitvinding kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.



   <Desc / Clms Page number 1>
 



  Tilt window with a closure and operating mechanism and scissor mechanism for tilt window.



  This invention relates to a tilting frame with a fixed frame, a wing mounted thereon for tilting about a horizontal geometric tilting axis and having a closure comprising at least one built-in scissor mechanism connecting the wing to the frame and an operating mechanism for operating this scissor mechanism, which operating mechanism includes a handle and a coupling between this handle and the scissor mechanism.



  Tilt window is meant here in a broad sense, so that this includes both a tipping window that tilts inwards and a hinged window that tilts outwards.



  Tilt windows are in some cases so high that the handle would be out of reach for the user if they were mounted on the sash or fixed frame. This is among other things the case with so-called top lights or top windows.



  In such cases, it must be possible to control the opening and closing remotely, and the handle, for example, is placed on a wall in the user's reach.



  With known tilting windows of this type, the aforementioned coupling between the handle and the scissor mechanism is one

 <Desc / Clms Page number 2>

 rod coupling which is arranged on the inside of the fixed frame at the location of the window.



  A drawback of such known tilting windows is that the assembly of the scissor mechanism and of the coupling is relatively difficult and time-consuming.



  Another drawback of these known tilting windows is that a closing point can only be present at the location of the scissor mechanism, so that in order to obtain a very good water and wind resistance, in particular with large windows, several scissors must be provided.



  The present invention has for its object to provide a solution for these and other disadvantages.



  This object is achieved according to the invention in that the coupling comprises a first part which is mounted with one end on the fixed frame and is connected to the handle, a second part which is mounted on the edges of the wing and is connected to the scissor mechanism and , in the vicinity of the tilt axis of the wing, a transfer mechanism between the two sections to transfer the movement from one section to the other section.



  It is sufficient to fit the transmission mechanism and then connect it with the parts of the coupling to the scissor mechanism and the handle respectively, which can happen very quickly. The integrated scissor mechanism and the associated part of the

 <Desc / Clms Page number 3>

 The coupling fitted to the wing is not visible when the wing is closed, which also has a favorable effect on the appearance of the window.



  Because a part of the coupling is mounted on the wing, one or more closing elements can be provided on this part, if desired, which, when moving the coupling for closing the scissor mechanism, hook behind stops on the fixed frame and thus one or more additional closing points.



  The second part of the coupling which is mounted on the wing can, by the way, be extended beyond the scissor mechanism and there be provided with at least one closing element which cooperates with a stop on the fixed frame to form an additional closing point.



  Preferably, the scissor mechanism is built-in at the top and contains the portion of the coupling mounted on the wing, rods or slats that are slidable in grooves present at least on the upper edge and on a side edge of the wing and a flexible corner joint which joining bars or slats on both edges.



  Especially in this embodiment the mounting of the closure is easy and fast. If use is made of standard profiles for the sash and for the fixed frame, the grooves are already present so that they do not have to be produced especially for the rods or slats of the coupling.

 <Desc / Clms Page number 4>

 



  The transmission mechanism preferably includes a drive piece that is stuck on the first portion of the coupling that is connected to the handle and a drive piece that is stuck on the second portion of the coupling, with a pin projecting on the drive piece or on the drive piece in a groove arranged on a portion of the drive piece or of the carrier piece, which extends along the side edge of the closed wing.



  The invention also relates to the operating mechanism which is apparently intended for a tilting window according to one of the previous embodiments.



  Furthermore, the invention also relates to a scissor mechanism which is particularly suitable for being applied to a tilting window according to one of the previous embodiments of the invention, but which can also be applied to other tilting windows.



  The invention thus also relates to a scissor mechanism comprising a scissor base with a base piece and an operating slat that is slidable relative to this base piece, and at least two arms.



  The invention has for its object to provide such a scissor mechanism wherein with a minimum of force and also with relatively heavy windows, the opening of the scissor mechanism and thus the tilting of the wing is ensured, but wherein mounting on a window remains simple.

 <Desc / Clms Page number 5>

 



  This object is achieved according to the invention in that the scissor mechanism comprises three arms, namely a connecting arm which is hinged and slidably attached to the base piece, an auxiliary arm which is hingedly mounted on the one hand between the ends of the connecting arm and which is hinged on the other hand with the base piece and a control arm which, on the one hand, is hingedly attached to the control slat by means of a tap which is slidable in a slot in the base piece and, on the other hand, is coupled to the auxiliary arm by means of at least one entrainment pin passing through an opening in this auxiliary arm projects, the end of the operating arm cooperating with a guide arranged on the base piece, all such that, when the operating slat is displaced in a direction relative to the base piece,

   the operating arm with its end collides with the guide and is forced to pivot, and thus causes the auxiliary arm to pivot via the carrier pin, which in turn pivots the connecting arm.



  The guide is preferably directed obliquely to the longitudinal direction of the base piece and the end of the operating arm is also slanted.



  In a special embodiment, the end of the operating arm is chamfered in a step-shaped manner and has at least two, and preferably three, cams which can come into contact with the guide one after the other.

 <Desc / Clms Page number 6>

 There can be two carrier pins on the control arm which protrude into the opening in the auxiliary arm.



  With the insight to better demonstrate the features of the invention, a preferred embodiment of a tilting window with closure and of an operating mechanism and a scissor mechanism for a tilting window according to the invention is described below with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a front view of a tilting window and closure used according to the invention; figure 2 represents the part indicated by F2 in figure 1 on a larger scale; Figures 3 and 4 represent cross-sections along the lines III-III and IV-IV, respectively, but only of the transmission mechanism from the closure of Figures 1 and 2; figure 5 represents a section along the line V-V in figure 2;

   figure 6 shows on a larger scale the part indicated by F6 in figure 1, but only of the scissor mechanism in the closed position; figure 7 represents a view according to arrow F7 in figure
6, but with a portion of the wing; figure 8 represents a section along the line VIII-
VIII in figure 7, drawn to a larger scale; figure 9 represents a view similar to that of figure 7, but for open position and with a part of the fixed frame in dashed line;

 <Desc / Clms Page number 7>

 figure 10 represents a view according to arrow F10 in figure 6, on a larger scale and with a part of the fixed frame; figure 11 represents a section according to the line XI-
XI in Figure 10;

   figures 12 to 17 represent views analogous to those of figure 9, but on a larger scale and with only one arm of the scissor mechanism, for different positions of this arm; figure 18 represents a section according to line XVIII-
XVIII in Figure 1; figure 19 represents a cross-section like that of figure 5, but for an embodiment variant.



  In the example shown, the tilting window is a tilting window which mainly consists of a fixed frame 1 on which a wing 2 is arranged tiltably by means of hinges 3 at the bottom about a horizontal geometric tilting axis.



  With this tilting window the wing 2 is tilting inwards and the side to which the wing 2 is tilting is hereinafter also referred to as the inside or front side.



  The wing 2 is provided over its entire circumference on its side facing the frame 1 with a groove 4 which is substantially in the form of an inverted T and is formed between two ribs 5 with folded ends facing each other so that slats which may or may not are slidably arranged in the groove 4 by these ribs 5 being held in the groove 4.

 <Desc / Clms Page number 8>

 The tilting window is provided with a closure consisting of a built-in scissor mechanism 6, which is arranged between the upper edge of the wing 2 and the upper side of the fixed frame 1, and an operating mechanism 7.



  The operating mechanism 7 consists of a handle 9 which is mounted under the tilting window, within the reach of a user, for example on the wall, and a coupling 10 between the handle 9 and the scissor mechanism 6.



  The coupling 10 is composed of a first portion 11 which is mounted with its upper end on the front side of the fixed frame and is connected with its lower end to the handle 9; a second portion 12 according to the invention mounted on the edges of the wing 2 and connected to the scissor mechanism 6; and, at a maximum of 10 cm, and preferably a maximum of 5 cm distance from the tilt axis of the wing 2, a transfer mechanism 13 arranged between the two aforementioned parts 11 and 12 for transferring the displacement of the first part 11 to the second part 12.



  The first portion 11 consists of a rod 14 slidably mounted in brackets 15 which are mounted on the wall and on the frame 1.



  The transmission mechanism 13 consists of a drive piece 16 and a carrier piece 17.



  The drive piece 16 is formed by a substantially L-shaped profile, of which one leg 18 is the top one

 <Desc / Clms Page number 9>

 surrounds the end of the rod 14, is fastened to it by clamping screws 18A and lies against the front of the frame 1 and the other leg 19 extends along the inner edge of the frame 1.



  The leg 19 is provided on the side facing the wing 2 with two curved and parallel ribs 20 which together define a groove 21, said ribs 20 being inclined upwards to the front of the frame 1. These ribs 20 extend over the full width of the leg 19.



  The lower rib 20 connects with its highest end to a downward facing rib 22.



  The carrier piece 17 is formed from a substantially rectangular element which is slidably arranged opposite the drive piece 16 in the groove 4 of the wing 2 and which is connected to the part 12 of the coupling 10 arranged on the wing 2, for example by means of a coupling 23.



  This carrier piece 17 is provided on its side facing the frame 1 at the bottom and near its edge on the outside of the wing with a tap 24 which is arranged in the aforementioned groove 21. In the middle and at the top the carrier piece 17 is on the said side provided with a. reinforcement rib 25.

 <Desc / Clms Page number 10>

 A leaf spring 26 is clamped in a recess in a recess of the carrier piece 17 and presses against the walls of groove 4 of the wing 2.



  The second part 12 of the coupling 10 which is mounted on the wing 2 consists of two flat bars or slats 27 and 28 of plastic, which are slidably arranged in the grooves 4 of a side edge and of an upper edge of the wing 2 and which at the location of the corner are connected to each other by means of a flexible corner connection 29 known per se and shown diagrammatically by a dashed line, which comprises, for example, a chain which is slidably guided between two connecting ends in a tube profile mounted on the wing 2 .



  The slat 27 is fixed at the bottom by means of the aforementioned coupling 23 to the carrier piece 17. For this purpose this slat 27 has a toothing on one end, for example on its side edges, which fits into a complementary toothing, for example on the walls of a hollow on a thickened end of the carrier piece 17, so that a firm coupling in the longitudinal direction of the slat 27 is obtained.



  The slat 28 is connected by means of a similar coupling 30 to the scissor mechanism 6.



  The scissor mechanism 6 mainly consists of three mutually connected arms, namely the operating arm 31, the auxiliary arm 32 and the connecting arm 33, which are pivotally arranged at one end around taps and screws, respectively.

 <Desc / Clms Page number 11>

 34, 35, 36 which are mounted on a hinge base consisting of a base piece 37 and an operating slat 38 slidable therein.



  The base piece 37 is in the form of an inverted gutter whose folded edges are arranged in the groove 4 on the upper edge of the wing 2, below the ends of the ribs 5. This base piece 37 is fixed to the wing 2 by means of a locking screw 39 which is screwed through the base piece 37 and loosely through a longitudinal slot 40 in the operating slat 38 in the wing 2.



  This operating slat 38 is slidably arranged under the trough of the base piece 37 in its longitudinal direction and thus parallel to the longitudinal direction of the base piece 37 and projects with its both ends outside the base piece 37. One end is connected to the slat 28 of the operating mechanism 7 by means of said coupling 30 and has an end piece 38A which is provided with a toothing which cooperates with a toothing on the end of the slat 28.



  The stud 34 on one end of the operating arm 31 is mounted on the operating slat 38 at the location of a widening 38B thereof. The stud 34 is slidable in a longitudinal slot 41 in the base piece 37. This slot 41 is located closer to the inside of the wing 2 than the slot 40 located in the middle of the operating slat 38.



  Said widening 38B emerges from the base piece 37 so that the operating slat 38 'is at the height of the

 <Desc / Clms Page number 12>

 widening 34A is guided through the inside of the wing 2. In this way the forces exerted on the pin 34 and responsible for the wear of the slot 40 in the base piece 37 are diverted to the groove 4 in the wing 2. which is more resistant to these forces. In fact, the slot 40 serves only to allow the tap 34 to pass so that it can drive the arm 31, and not so much to guide this tap 34.



  The operating arm 31 is widened on its end 42 remote from the pin 34 and on the side which, in the open position of the scissor mechanism 6, is removed from the connecting arm 33, this is with an inward opening wing 2 as in the example. the inside, chamfered in step form so that three noses or cams 43, 44 and 45 are formed which are successively closer to the pin 34 and which, upon opening of the scissor mechanism 6, consecutively co-operate with a frame 1 facing in the same sense as the oblique end 42 is formed by the oblique edge 46 of a stop 47 which is arranged at one end of the base piece 37.



  More to the outside of the wing 2, a second stop 48 is provided on the base piece 37 opposite the slot 41 which, during closing, obliges the operating arm 31 to select the desired course by contacting an edge 31A of this operating arm 31.



  The auxiliary arm 32 is pivotally connected at one end through the pin 35 to the base piece 37 and is connected at its other end by a pivot pin 49 to a

 <Desc / Clms Page number 13>

 part of the connecting arm 33 located between the ends. The pin 35 is for instance next to the locking screw 39 on top of the part of the base piece 37 which forms the stop 47.



  In its central part the auxiliary arm 32 comprises an opening 50 which is more or less L-shaped with a slot 51 in the longitudinal direction of the auxiliary arm 32 and on the side of the pin 35 a wider portion 52 adjoining it. carrier pins 53 and 54 arranged on the widened end 42 of the operating arm 31.



  The stud 36 of the connecting arm 33 extends through a longitudinal slot 55 in the base piece 37. The connecting arm 33, which connects the frame 1 and the wing 2, is attached with one end by means of the stud 36 to a foot 56 which is above the control slat 38 is slidably mounted in the base piece 37 and cannot pass through the slot 55.



  At the end furthest from the slot 40, the base piece 37 is provided at the bottom and on either side of the slot 55 with a bevel 37A as shown in detail in Figure 8. As a result of these chamfers 37A, the underside of the base piece is inclined towards the said end towards the operating lath 38. The slot 55 is arranged in a wider groove and the pin 36 is surrounded between the bottom of this groove and the connecting arm 33 by a spring 36A which pushes the connecting arm 33 away from the base piece 37.

 <Desc / Clms Page number 14>

 When the pin 36 is located on the end of the slot 55 as shown in Fig. 8, this being when the scissor mechanism 6 is in the closed position, the foot 56 lies against the chamfers 37A, as a result of which the connecting arm 33 interposes with the pin 36 against the base piece 37. The spring 36A is then compressed.

   Due to this spring 36A, the connecting arm 33 will move away from the base piece 37 when the pin 36 moves into the slot 55 and the chamfers 37A decrease or fall away, this is during the opening of the scissor mechanism 6.



  This allows the scissor mechanism 6 to function well even with small windows.



  The other end of the connecting arm 33 is hingedly connected to the frame 1 by means of a tap 57 which stands on a base 58. This base 58 is placed with a rotational movement in the groove 4 on the underside of the top of the fixed window 1 so that it hooks with an edge under a rib 5 of the groove 4 and is clamped by tightening an oblique pressing screw 59 as in detail in Figure 11 is shown. The base 58 is held in place by means of a drill screw 59A.



  The pin 57 has a thickened head around which the end of the arm 33 is releasably arranged. This arm 33 is held at the head of the pin 57 by a locking wheel 60 which is rotatably mounted on the arm 33 next to the pin 57 and protrudes with an edge 62 into a groove provided on an underside outside. the arm 33 protruding part of the tap 57.

 <Desc / Clms Page number 15>

 As is especially apparent from Fig. 10, the edge 62 is provided with an interruption 63 which is such that when it is opposite the pin 57, the edge 62 no longer prevents the removal of the arm 33 from the pin 57. A spring, not shown, arranged around the pin 61 pushes the locking wheel 60 into the position in which the interruption 63 is situated at a distance from the pin 57.

   By manually turning the locking wheel 60 until the break 63 is opposite the pin 57, the arm 33 can be removed from the pin 57 so that the scissor mechanism 6 is detached from the fixed frame 1 and the wing 2 can be completely tilted, for example for cleaning. As soon as the locking wheel 60 is released, it returns to its original locking position under the influence of the spring.



  The aforementioned reinforcement rib 25 prevents that when the wing 2 after a complete tilting is again closed tightly, the stud 24 would come to lie above the groove 21.



  One or more closing taps 64 may be provided on the portion 12 of the coupling 10 which co-act with stops 65 which are mounted on the frame 1. Such a closing pin 64 is arranged, for example, on the connection end of the corner connection 29 coupled to the slat 28. Also on the other side of the scissor mechanism 6 such a closing pin 64 is arranged which cooperates with a stop 65 on the frame 1 and for this purpose the slat 28 is extended beyond the scissor mechanism 6 with a rod 66 which by means of a coupling

 <Desc / Clms Page number 16>

 analogously to the aforementioned coupling 30, it is connected to the operating slat 38 of the scissor mechanism 6. The rod 66 can itself still connect via a corner connection to a rod along an upright edge of the wing.



  Also on the scissor mechanism 6, and more particularly on the underside of the connecting arm 33, is a closing pin 67 which, however, does not cooperate with a stop on the fixed frame 1, but with two ribs 68 of a closing block which is on the end piece 38A of the operating slat 38 is applied.



  The operation of the tilting window and the associated closure is as follows.



  When the tilting window is closed, as shown in Figures 1 and 7, the scissor mechanism 6 is closed and the handle 9 is in its highest position. The closing taps 64 hook behind the associated stops 65 and the closing tapping 67 is located between the ribs 68.



  The handle 9 is pulled down to open the tilt window. The drive piece 16 is moved downwards through the intervention of the rod 14. Because the carrier piece 17 with its pin 24 protrudes into the groove 21 of the drive piece 16, it is also moved downwards, whereby the bar 27 is also pulled downwards.

   Via the corner connection 29 the slat 28 and the operating slat 38 of the scissor mechanism 6 are then moved along the wing 2, seen to the right in figures 6,7, 9 and 12 to 17.

 <Desc / Clms Page number 17>

 As a result of the movement of the slats 27 and 28, the closing taps 64 are released from the stops 65 and the closing tapping 67 is moved past the ribs 68 so that the connecting arm 33 is no longer blocked, while at the same time, due to the movement of the operating lath 38, also the control arm 31 of the scissor mechanism 6 is moved to the right.



  At the start of the movement of the control slat 38, the control arm will first be able to move freely over a certain distance until when, as shown in Fig. 12, it comes into contact with the edge 46 of the stop 47. During this first movement it The slot-shaped portion 51 of the auxiliary arm 32 is parallel to the sliding direction of the arm 31, so that the carrier pins 53 and 54 of the operating arm 31 can move freely in this slot-shaped portion 51. During this first movement, the position of the other arms 32 and 33 of the scissor mechanism 6 will therefore remain unaffected and the tilt window will therefore remain closed.



  During the further movement of the control slat 38, the cam 43 slides over the edge 46 of the stop 47 and the control arm 31 is rotated outwards until, as shown in Fig. 13, the first cam 34 comes to an end from the edge 46 and the second cam 35 at that moment comes into contact with this edge 46.



  The shape of the edge 47 ensures that the operating arm 31 is made to rotate, which may be necessary

 <Desc / Clms Page number 18>

 with relatively heavy windows, wherein the natural lever of the scissor mechanism 6 is not sufficient to push the window open.



  By rotating the operating arm 31, also the auxiliary arm 32, through the guide of the entrainment pins 52 and 53 in the opening 50, is rotated outwards about its stud 35, and moreover also the connecting arm 33 is rounded by the hinge connection 49. slidable tap 36 is rotated outwards so that the wing 2 folds open inwards.



  Because the base 58 is a fixed point of the frame 1, the slidable pin 36 moves in the slot 55 to the right.



  The distance D between the pin 34 of the control arm 31 and the contact point of the cam 43 with the stop 47, measured perpendicular to the sliding direction of the control slat 38, is taken into account the limited space available between the frame 1 and the wing 2. , chosen as large as possible, so that a maximum leverage effect is obtained to rotate the operating arm 31, whereby even heavier tilt windows can be pushed open without great effort from the user.



  When the operating slat 38 is pulled even further to the right, as shown in Figs. 14 and 15, first the second cam 44 and then also the third cam 45 will slide over the edge 46 and the arms 31, 32 and 33 will in the same way as during the previous shift, to be spread further and further until when, such as

 <Desc / Clms Page number 19>

 shown in figure 18, the center of gravity G of the wing 2 passes through the hinges 3 beyond the vertical line and the wing 2, due to its own weight, tends to automatically tilt further open, whereby the further opening of the tilting window becomes possible without additional leverage of the scissor mechanism 6.



  When the pin 34, as shown in Figure 9, reaches the end of the slot 41, the tilting window is opened to the maximum.



  The shape of the ribs 20 is chosen such that, during the tilting of the wing 2, the stud 24 can, on the one hand, move freely in the groove 21 and, on the other hand, the forces between the drive piece 16 and the carrier piece 17 in the vertical direction maximum transfer.



  To close the tilting window, the procedure is reversed and the operating slat 38 is pushed back by the operating mechanism 7 to the left. It is clear that in this case the scissor mechanism 6 works in the reverse sense.



  When at the end of the closing movement, as shown in Fig. 16, the tilting window is almost completely closed and the leverage on the operating arm 31 is minimal, the further closing of the tilting window is promoted in that the stop 48 during the further displacement of the operating arm 31 presses against the edge 31A and thus pushes the arm 31 into the fully closed position, as shown in figure 17. During

 <Desc / Clms Page number 20>

 this last movement of the operating arm 31 also closes the closing steps 64 and 67 of the tilting window.



  The upper side of the base piece 37 of the scissor mechanism 6 is slightly chamfered to allow the outwardly rotating ends of the arms 31, 32 and 33 to move vertically, albeit to a limited extent, about the vertical displacement H of the tap 57 while tilting the wing 2. For the same purpose, the arm 33 is made of spring steel in order to be able to bend sufficiently at low tilting windows characterized by a large displacement H.



  In the case of large tilt windows beyond the previously described shear mechanism 6, it is possible to provide one or more additional similar shear mechanisms which are operated together with the first shear mechanism 6 to obtain a better force distribution.



  The closure according to the invention can thus be constructed in a modular manner and moreover is very easy and quick to assemble.



  The scissor mechanism 6, the slat 28 and the corner joint 29 are connected to each other and pushed into the groove 4 in the upper edge of the wing 2. The base piece 37 of the scissor mechanism 6 is fixed by a single locking screw 40. The slat 27 with the entrainment piece 17 is slid from the bottom into the groove 4 on a raised edge of the wing 2 and the slat 27 is connected to the corner joint 29. When mounting it becomes

 <Desc / Clms Page number 21>

 retaining piece 17 held in place by the clamping of leaf spring 27.



  To allow the correct position of the carrier piece 17 to be assured during assembly, the latter can be provided with a degradable hook at the bottom. When this hook catches on the underside of the wing, the catch is at the correct distance from the tilt axis. This hook breaks off during the first displacement of the carrier piece 17.



  The downwardly directed rib 22 of this carrier piece 17 prevents incorrect coupling with the drive piece 16.



  The window must not necessarily have an inwardly tilting wing 2. The tilting window may just as well have an outwardly tilting wing 2. It is clear that in such a case in the foregoing description the inside or the front must be replaced by the outside or the rear.



  In the example shown, the frame 1 and the leaf 2 are made of aluminum profiles, but it is clear that they can also be made of profiles of other material such as steel or plastic or of wooden beams. Figure 19 also shows a section of a part of a window made of plastic profiles reinforced with metal profiles. The grooves 4 are then lying in the edges of the wing 2, but sunk.

 <Desc / Clms Page number 22>

 



  The scissor mechanism 6 described above is, in view of the low force required, particularly suitable to be used in a closure with an operating mechanism 7 as described above, but it is clear that this scissor mechanism can also be used with other operating mechanisms and, for example, with operating mechanisms. which contain a handle mounted on the wing or fixed frame.



  The present invention is by no means limited to the embodiment described by way of example and shown in the figures, but a tilting window and the closure used according to the invention can be realized in all shapes and sizes without departing from the scope of the invention.


    

Claims (18)

Conclusies.Conclusions. 1. - Kantelraam dat een vast kader (1) bevat, een daarop aangebrachte rond een horizontale meetkundige kantelas kantelbare vleugel (2) en een sluiting die minstens één ingebouwd schaarmechanisme (6) bevat dat de vleugel (2) met het kader (1) verbindt en een bedieningsmechanisme (7) voor het bedienen van dit schaarmechanisme (6), welk bedieningsmechanisme (7) een handgreep (9) bevat en een koppeling (10) tussen deze handgreep (9) en het schaarmechanisme (6), daardoor gekenmerkt dat de koppeling (10) een eerste gedeelte (11) bevat dat op het vaste kader (1) is aangebracht en met de handgreep (9) is verbonden en een tweede gedeelte (12) dat op de randen van de vleugel (2) is gemonteerd en verbonden is met het schaarmechanisme (6), en, in de nabijheid van de kantelas van de vleugel (2), een overbrengingsmechanisme (13)   1. - Tilt window that contains a fixed frame (1), a wing (2) that can be tilted around a horizontal geometric tilt axis and a closure that contains at least one built-in scissor mechanism (6) that the wing (2) with the frame (1) connects and an operating mechanism (7) for operating this scissor mechanism (6), which operating mechanism (7) comprises a handle (9) and a coupling (10) between this handle (9) and the scissor mechanism (6), characterized in that the coupling (10) includes a first portion (11) mounted on the fixed frame (1) and connected to the handle (9) and a second portion (12) mounted on the edges of the wing (2) and is connected to the scissor mechanism (6) and, in the vicinity of the pivot axis of the wing (2), a transmission mechanism (13) tussen de twee gedeelten (11) en (12) om de verplaatsing van het ene gedeelte (11) over te brengen naar het andere gedeelte (12).  between the two sections (11) and (12) to transfer the displacement from one section (11) to the other section (12). 2.-Kantelraam volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat op het tweede gedeelte (12) van de koppeling (10) dat op de vleugel (2) is gemonteerd één of meer sluittappen (64) zijn aangebracht die bij het verplaatsen van de koppeling (10) samenwerken met aanslagen (65) op het vaste kader (1) om één of meer sluitpunten te vormen. Tilt window according to claim 1, characterized in that one or more closing taps (64) are arranged on the second part (12) of the coupling (10) mounted on the leaf (2) which are displaced when the coupling is moved ( 10) cooperate with stops (65) on the fixed frame (1) to form one or more locking points. 3.-Kantelraam volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het tweede gedeelte (12) van de koppeling <Desc/Clms Page number 24> (10) dat op de vleugel (2) is gemonteerd, verlengd is voorbij het schaarmechanisme (6) en daar voorzien is van minstens één sluittap (64) die samenwerkt met een aanslag (65) op het vaste kader (1) voor het vormen van een bijkomend sluitpunt. Tilt window according to claim 1 or 2, characterized in that the second part (12) of the coupling  <Desc / Clms Page number 24>  (10) mounted on the wing (2), extended beyond the scissor mechanism (6) and provided with at least one closing pin (64) cooperating with a stop (65) on the fixed frame (1) for forming of an additional closing point. 4.-Kantelraam volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat het schaarmechanisme (6) bovenaan is ingebouwd en dat het tweede gedeelte (12) van de koppeling (10) dat op de vleugel (2) is gemonteerd, stangen of latten (27,28) bevat die verschuifbaar zijn in groeven (4) die minstens op de bovenste rand en op een zijrand van de vleugel (2) aanwezig zijn en een soepele hoekverbinding (29) die deze stangen of latten op beide randen met elkaar verbindt. Tilt window according to one of the preceding claims, characterized in that the scissor mechanism (6) is built in at the top and that the second part (12) of the coupling (10) mounted on the wing (2) has rods or slats ( 27,28) which are slidable in grooves (4) which are present at least on the upper edge and on a side edge of the wing (2) and a flexible corner connection (29) which connects these rods or slats on both edges. 5.-Kantelraam volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat het overbrengingsmechanisme (13) een aandrijfstuk (16) bevat dat vast zit op het eerste gedeelte (11) van de koppeling (10) en een meeneemstuk (17) dat vast zit op het tweede gedeelte (12) van de koppeling (10), waarbij op het meeneemstuk (17) of het aandrijfstuk (16) een tap (24) is aangebracht die steekt in een groef (21) die aangebracht is op een gedeelte van het aandrijfstuk (16), respectievelijk het meeneemstuk (17) dat zich langs de zijrand van de gesloten vleugel (2) uitstrekt. Tilt window according to one of the preceding claims, characterized in that the transmission mechanism (13) comprises a drive piece (16) that is fixed on the first part (11) of the coupling (10) and a catch piece (17) that is fixed on the second part (12) of the coupling (10), wherein a stud (24) is fitted to the carrier piece (17) or the drive piece (16) which projects into a groove (21) arranged on a part of the drive piece (16) or carrier piece (17), which extends along the side edge of the closed wing (2). 6.-Kantelraam volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het aandrijfstuk (16) een in hoofdzaak L-vormig profiel is, waarvan één been (18) vastgeklemd is op een stang (14) die <Desc/Clms Page number 25> deel uitmaakt van het eerste gedeelte (11) van de koppeling (10) en het andere been (19) van twee ribben (20) is voorzien die de groef (21) vormen, terwijl het meeneemstuk (17) de tap (24) bezit die in de groef (21) steekt. The tilt window according to claim 5, characterized in that the drive piece (16) is a substantially L-shaped profile, one leg (18) of which is clamped on a rod (14) which  <Desc / Clms Page number 25>  forms part of the first part (11) of the coupling (10) and the other leg (19) is provided with two ribs (20) forming the groove (21), while the catch (17) has the pin (24) which protrudes into the groove (21). 7.-Bedieningsmechanisme voor een kantelraam volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat het een overbrengingsmechanisme (13) bevat met een aandrijfstuk (16) en een meeneemstuk (17), waarbij één van beide stukken (16,17) van de groef (21) is voorzien en het ander van een tap (24) die in de groef (21) past.   Operating mechanism for a tilting window according to one of the preceding claims, characterized in that it comprises a transmission mechanism (13) with a drive piece (16) and a catch piece (17), one of the two pieces (16, 17) of the groove (21) is provided and the other with a tap (24) that fits into the groove (21). 8.-Schaarmechanisme dat een schaarbasis bevat met een basisstuk (37) en een ten opzichte van dit basisstuk (37) verschuifbare bedieningslat (38), en minstens twee armen (31,32, 33), daardoor gekenmerkt dat het drie armen (31,32, 33) bevat, namelijk een verbindingsarm (33) die zowel scharnierend als verschuifbaar aan het basisstuk (37) is bevestigd, een hulparm (32) die, enerzijds, scharnierend tussen de uiteinden van de verbindingsarm (33) is bevestigd en, anderzijds, scharnierend verbonden is met het basisstuk (37) en een bedieningsarm (31) die, enerzijds, scharnierend vastgemaakt is op de bedieningslat (38) door middel van een tap (34) die schuifbaar is in een gleuf (41) in het basisstuk (37) en, anderzijds, aan de hulparm (32) gekoppeld is door middel van minstens één meeneempen (53,54) die door een opening (50) in deze hulparm (32) steekt,   Scissor mechanism comprising a scissor base with a base piece (37) and an operating slat (38) slidable relative to this base piece (37), and at least two arms (31, 32, 33), characterized in that it comprises three arms (31 32, 33), namely a connecting arm (33) which is hinged and slidably attached to the base piece (37), an auxiliary arm (32) which, on the one hand, is hingedly mounted between the ends of the connecting arm (33) and, on the other hand, is hingedly connected to the base piece (37) and a control arm (31) which, on the one hand, is hingedly attached to the control slat (38) by means of a tap (34) slidable in a slot (41) in the base piece (37) and, on the other hand, is coupled to the auxiliary arm (32) by means of at least one entrainment pin (53, 54) which projects through an opening (50) in this auxiliary arm (32), waarbij het uiteinde van de bedieningsarm (31) samenwerkt met een geleiding (46) die op het basisstuk (37) aangebracht is, een en ander zodanig dat, bij verschuiving van de bedieningslat (38) in een richting ten opzichte van <Desc/Clms Page number 26> het basisstuk (37) de bedieningsarm (31) met zijn uiteinde tegen de geleiding (46) botst en verplicht wordt te wentelen, en zo via de meeneempen (53,54) de hulparm (32) doet wentelen die op zijn beurt de verbindingsarm (33) wentelt.  the end of the operating arm (31) cooperating with a guide (46) mounted on the base piece (37) such that when the operating slat (38) is displaced in a direction relative to  <Desc / Clms Page number 26>  the base piece (37) impacts the operating arm (31) with its end against the guide (46) and is forced to pivot, and thus pivots the auxiliary arm (32) via the entrainment pin (53, 54) which in turn rotates the connecting arm ( 33). 9.-Schaarmechanisme volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de geleiding (46) schuin gericht is op de lengterichting van het basisstuk (37) en dat ook het uiteinde van de bedieningsarm (31) afgeschuind is.   Scissor mechanism according to claim 8, characterized in that the guide (46) is inclined to the longitudinal direction of the base piece (37) and that the end of the operating arm (31) is also beveled. 10.-Schaarmechanisme volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat het uiteinde van de bedieningsarm (31). trapvormig afgeschuind is en ten minste twee, en bij voorkeur drie, nokken (43,44, 45) vertoont die na elkaar in contact kunnen komen met de geleiding (46).   A scissor mechanism according to claim 9, characterized in that the end of the operating arm (31). is beveled stepwise and has at least two, and preferably three, cams (43, 44, 45) which may come into contact with the guide (46) one after the other. 11.-Schaarmechanisme volgens een van de conclusies 8 tot 9, daardoor gekenmerkt dat op de bedieningsarm (31) twee meeneempennen (53,54) staan die in de opening (50) in de hulparm (32) steken.   Scissor mechanism according to one of claims 8 to 9, characterized in that two actuating pins (53, 54) are located on the operating arm (31) which project into the opening (50) in the auxiliary arm (32). 12.-Schaarmechanisme volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de opening (50) in de hulparm (32) die min of meer L-vormig is, bestaat uit een gleuf (51) en, aan de zijde van de scharnierbare bevestiging van de hulparm (32) aan het basisstuk (37) een breder gedeelte (52).   Scissor mechanism according to claim 11, characterized in that the opening (50) in the auxiliary arm (32) that is more or less L-shaped consists of a slot (51) and, on the side of the hinged attachment of the auxiliary arm (32) on the base piece (37) a wider portion (52). 13.-Schaarmechanisme volgens een van de conclusies 8 tot 12, daardoor gekenmerkt dat op het basisstuk (37) aan de andere zijde dan de gleuf (41) waardoor de tap (34) steekt <Desc/Clms Page number 27> een aanslag (48) is aangebracht die samenwerkt met een zijrand (31A) van de bedieningsarm (31) en over een afstand van het verschuiven van deze bedieningsarm (31) zijn kanteling kan beletten.   Scissor mechanism according to one of claims 8 to 12, characterized in that on the base piece (37) on the side other than the slot (41) through which the pin (34) protrudes  <Desc / Clms Page number 27>  a stop (48) is provided which cooperates with a side edge (31A) of the operating arm (31) and which can prevent its tilting over a distance of the displacement of this operating arm (31). 14.-Schaarmechanisme volgens een van de conclusies 8 tot 13, daardoor gekenmerkt dat het een voetstuk (59) bezit waarop een tap (57) is aangebracht waarrond een uiteinde van de verbindingsarm (33) draaibaar is, welke tap (57) rondom voorzien is van een groef, terwijl naast deze tap (57) een grendelwiel (60) wentelbaar op de verbindingsarm (33) vastgemaakt is en dat een rand (62) bezit die in de groef steekt, maar van een onderbreking (63) is voorzien zodat, wanneer de onderbreking (63) tegenover de tap (57) is gelegen, de verbindingsarm (33) los kan gemaakt worden van de tap (57).   Scissor mechanism according to any one of claims 8 to 13, characterized in that it has a base (59) on which a tap (57) is arranged around which an end of the connecting arm (33) can be rotated, which tap (57) is provided around is of a groove, while in addition to this pin (57) a locking wheel (60) is rotatably mounted on the connecting arm (33) and has an edge (62) which protrudes into the groove but is provided with an interruption (63) when the interruption (63) is opposite the pin (57), the connecting arm (33) can be detached from the pin (57). 15.-Schaarmechanisme volgens een van de conclusies 8 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de bedieningslat (38) op een uiteinde een eindstukje (38A) bezit dat van minstens één ribbe (68) is voorzien, terwijl op de verbindingsarm (33) een sluittap (67) aangebracht is die bij gesloten schaarmechanisme (6) en voor een stand van de bedieningslat (38) achter deze ribbe (68) haakt om het opengaan van het schaarmechanisme (6) te beletten.   Scissor mechanism according to one of claims 8 to 14, characterized in that the operating slat (38) has an end piece (38A) provided with at least one rib (68) on one end, while a closing tap is provided on the connecting arm (33) (67) is arranged which, with the scissor mechanism (6) closed, hooks behind this rib (68) for a position of the operating slat (38) to prevent the scissor mechanism (6) from opening. 16.-Schaarmechanisme volgens een van de conclusies 8 tot 15, daardoor gekenmerkt dat het gemonteerd is tussen een vast kader (1) en een vleugel (2), en het basisstuk (37) door een borgschroef (39) die zich doorheen dit basisstuk <Desc/Clms Page number 28> (37) en een gleuf (40) in de geleidingslat (38) in de vleugel (2) geschroefd is.   The scissor mechanism according to any of claims 8 to 15, characterized in that it is mounted between a fixed frame (1) and a wing (2), and the base piece (37) by a locking screw (39) extending through said base piece  <Desc / Clms Page number 28>  (37) and a slot (40) is screwed into the guide slat (38) in the wing (2). 17.-Schaarmechanisme volgens een van de conclusies 8 tot 16, daardoor gekenmerkt dat de verbindingsarm (33) zowel scharnierend als verschuifbaar verbonden is met het basisstuk (37) door middel van een tap (36) die doorheen een gleuf (55) in het basisstuk (37) steekt en verbonden is met een voet (56) die tussen de bedieningslat (38) en het basisstuk (37) verschuifbaar gevat is, waarbij op het uiteinde van de gleuf (55) waar de tap (36) bij gesloten stand van het schaarmechanisme (6) gelegen is, het basisstuk (37) op de naar de bedieningslat (38) gekeerde zijde minstens één afschuining (37A) bevat die naar het uiteinde schuin naar de bedieningslat (38) gericht is en met de afschuining (37A) samenwerkt terwijl de tap (36) omringd is door een veer (36A) die de verbindingsarm (33) van het basisstuk (37) weg duwt.   The scissor mechanism according to one of claims 8 to 16, characterized in that the connecting arm (33) is hinged and slidably connected to the base piece (37) by means of a tap (36) passing through a slot (55) in the base piece (37) and is connected to a base (56) slidably mounted between the operating slat (38) and the base piece (37), with the end (55) where the stud (36) when closed closed of the scissor mechanism (6), the base piece (37) on the side facing the operating slat (38) contains at least one chamfer (37A) which is directed obliquely towards the operating slat (38) and with the chamfer (37A) ) cooperates while the pin (36) is surrounded by a spring (36A) that pushes the connecting arm (33) away from the base piece (37). 18.-Schaarmechanisme volgens een van de conclusies 8 tot 17, daardoor gekenmerkt dat het gemonteerd is in een kantelraam volgens een van de conclusies 1 tot 7.   Scissor mechanism according to one of claims 8 to 17, characterized in that it is mounted in a tilting frame according to one of claims 1 to 7.
BE2002/0012A 2002-01-10 2002-01-10 Tilt window with closure and control mechanism and shear mechanism for tilt window. BE1014569A3 (en)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2002/0012A BE1014569A3 (en) 2002-01-10 2002-01-10 Tilt window with closure and control mechanism and shear mechanism for tilt window.
PT08017369T PT2055879E (en) 2002-01-10 2003-01-07 Scissor-type mechanism for a tilting window
EP20030075058 EP1327738B1 (en) 2002-01-10 2003-01-07 Closing system for tilting windows and comprising an actuating mechanism and a scissor-type mechanism
ES03075058T ES2439568T3 (en) 2002-01-10 2003-01-07 Closing system for tilting windows and comprising a drive mechanism and a scissor mechanism
ES08017369.3T ES2523028T3 (en) 2002-01-10 2003-01-07 Scissor mechanism for a tilting window
PT03075058T PT1327738E (en) 2002-01-10 2003-01-07 Closing system for tilting windows and comprising an actuating mechanism and a scissor-type mechanism
EP08017369.3A EP2055879B1 (en) 2002-01-10 2003-01-07 Scissor-type mechanism for a tilting window

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2002/0012A BE1014569A3 (en) 2002-01-10 2002-01-10 Tilt window with closure and control mechanism and shear mechanism for tilt window.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1014569A3 true BE1014569A3 (en) 2004-01-13

Family

ID=3897157

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2002/0012A BE1014569A3 (en) 2002-01-10 2002-01-10 Tilt window with closure and control mechanism and shear mechanism for tilt window.

Country Status (4)

Country Link
EP (2) EP1327738B1 (en)
BE (1) BE1014569A3 (en)
ES (2) ES2523028T3 (en)
PT (2) PT2055879E (en)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2015112104A1 (en) * 2014-01-24 2015-07-30 Kurtoğlu Bakir Kurşun San. Aş Closing insulation system in sliding windows and doors
CN117923006B (en) * 2024-03-22 2024-05-17 山东沾化珍味嘉食品有限公司 Storage container for fruit and vegetable crisp chips

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2330115A1 (en) * 1973-06-13 1975-01-09 Goetz Metallbau Gmbh Actuator for tiltable windows - has power transmission claw between slides on window frame and stock frame

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE255718C (en) *
DE1932858C3 (en) * 1969-06-28 1980-11-27 Gretsch-Unitas Gmbh Baubeschlagfabrik, 7000 Stuttgart A scissor stay pivoted by a linkage for window sashes or the like, in particular skylights
DE19515708A1 (en) * 1995-04-28 1996-10-31 Winkhaus Fa August Display device for windows, doors or the like

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2330115A1 (en) * 1973-06-13 1975-01-09 Goetz Metallbau Gmbh Actuator for tiltable windows - has power transmission claw between slides on window frame and stock frame

Also Published As

Publication number Publication date
ES2523028T3 (en) 2014-11-20
EP2055879A2 (en) 2009-05-06
PT2055879E (en) 2014-10-01
EP2055879B1 (en) 2014-09-03
EP1327738A2 (en) 2003-07-16
EP2055879A3 (en) 2014-02-12
ES2439568T3 (en) 2014-01-23
EP1327738A3 (en) 2003-10-15
PT1327738E (en) 2014-01-03
EP1327738B1 (en) 2013-10-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4420905A (en) Closure hardware
BE1017949A5 (en) HARDWARE OF A WINDOW AND ITEMS THEREFORE.
BE1016457A3 (en) LOCKING MECHANISM FOR A WINDOW OR LIKE.
NL8003639A (en) SLIDING ROOF.
NL8801359A (en) OPEN ROOF CONSTRUCTION FOR A VEHICLE.
US5429207A (en) Rung lock and latch assembly for an extension ladder
BE1014569A3 (en) Tilt window with closure and control mechanism and shear mechanism for tilt window.
GB2291678A (en) Stay with catch
US3461609A (en) Manual operator for awning sash windows
BE1015260A3 (en) Scissor mechanism for tilt and turn window, comprises connecting arm, auxiliary arm, actuator arm, follower pin, actuator bar and base piece with guide
CN110621194A (en) Foldable hinge structure, in particular for supporting a base or a support surface
US3214157A (en) Closure operator
BE1023748B1 (en) INDEPENDENT HINGE FOR A TURN-CHICKEN AND CHICKEN-TURN WINDOW AND WINDOW EQUIPPED FOR THAT
GB2259947A (en) Stay with catch
NL8802552A (en) OPEN ROOF CONSTRUCTION FOR A VEHICLE.
CA2089856A1 (en) File cabinet and latch mechanism
JP2007063824A (en) Window arrangement locking device
CA2406973A1 (en) Window system with locking device
EA012764B1 (en) Deploying mechanism of window wing
AU738704B2 (en) A louvre operating mechanism comprising link members, a rack member and a gear member
US3097402A (en) Shoe for window hinge
BE1016962A3 (en) Concealed hinge for e.g. window, comprises first part fixed to frame and second part slidably secured to wing
NO322975B1 (en) Device for opening and / or raising a mandrel, and a mandrel mounted hanging.
BE901658A (en) DOOR OR WINDOW CONSTRUCTION WITH A MULTI-POINT LOCKING AND AID CLOSURE USED THEREIN.
BE1030137B1 (en) Hardware for a tilt-turn window and window equipped with it.