BE1013655A3 - Onderstel voor een voertuig. - Google Patents

Onderstel voor een voertuig. Download PDF

Info

Publication number
BE1013655A3
BE1013655A3 BE2000/0532A BE200000532A BE1013655A3 BE 1013655 A3 BE1013655 A3 BE 1013655A3 BE 2000/0532 A BE2000/0532 A BE 2000/0532A BE 200000532 A BE200000532 A BE 200000532A BE 1013655 A3 BE1013655 A3 BE 1013655A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
box section
longitudinal
glued
connecting wall
chassis
Prior art date
Application number
BE2000/0532A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Groep Stevens Int Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Groep Stevens Int Nv filed Critical Groep Stevens Int Nv
Priority to BE2000/0532A priority Critical patent/BE1013655A3/nl
Priority to CA002420199A priority patent/CA2420199A1/en
Priority to EP01953065A priority patent/EP1313639B1/en
Priority to DE60120424T priority patent/DE60120424T2/de
Priority to US10/362,139 priority patent/US20030184074A1/en
Priority to PCT/BE2001/000123 priority patent/WO2002016189A1/en
Priority to ES01953065T priority patent/ES2266219T3/es
Priority to AT01953065T priority patent/ATE328778T1/de
Application granted granted Critical
Publication of BE1013655A3 publication Critical patent/BE1013655A3/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D21/00Understructures, i.e. chassis frame on which a vehicle body may be mounted
    • B62D21/11Understructures, i.e. chassis frame on which a vehicle body may be mounted with resilient means for suspension, e.g. of wheels or engine; sub-frames for mounting engine or suspensions
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D21/00Understructures, i.e. chassis frame on which a vehicle body may be mounted
    • B62D21/02Understructures, i.e. chassis frame on which a vehicle body may be mounted comprising longitudinally or transversely arranged frame members
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D29/00Superstructures, understructures, or sub-units thereof, characterised by the material thereof
    • B62D29/04Superstructures, understructures, or sub-units thereof, characterised by the material thereof predominantly of synthetic material
    • B62D29/041Understructures

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Body Structure For Vehicles (AREA)
  • Vehicle Body Suspensions (AREA)
  • Transition And Organic Metals Composition Catalysts For Addition Polymerization (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een onderstel voor een voertuig, welk onderstel (2) ten minste twee langsliggers (5) bevat uit composietmateriaal, namelijk kunststof met versterkingsvezels, en minstens één wielstel (4) dat onder tussenkomst van ophangingen (11) verend opgehangen is aan twee bokken (8) uit voornoemd composietmateriaal die respectievelijk met de twee langsliggers (5) verbonden zijn. Deze langsliggers (5) bestaan minstens ter plaatse van de bokken (8) uit minstens één kokerprofiel (7) . Elk van de bokken (8) bevat twee evenwijdige wangen (24) die met hun bovenste gedeelten aan weerszijden tegen vlakke zijwanden van een kokerprofiel (7) zijn gelijmd of gelast.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Onderstel voor een voertuig. 



  De uitvinding heeft betrekking op een onderstel voor een voertuig, welk onderstel ten minste twee langsliggers bevat uit composietmateriaal, namelijk kunststof met versterkingsvezels, en minstens   een   wielstel dat onder tussenkomst van ophangingen verend opgehangen is aan twee bokken uit voornoemd composietmateriaal die respectievelijk met de twee langsliggers verbonden zijn. 



  Door voertuig wordt hier zowel een getrokken voertuig, als een zelfrijdend voertuig bedoeld, zowel met op beide uiteinden ten minste   een   as als met enkel op het achterste 
 EMI1.1 
 uiteinde ten minste een as. 



  De uitvinding heeft in het bijzonder, maar niet uitsluitend, betrekking op een oplegger met   een   of meer assen op het achterste uiteinde. 



  Dergelijk onderstel voor een voertuig is beschreven in de internationale octrooiaanvrage nr. 97/48589. 



  De langsliggers, en bij voorkeur ook de dwarsliggers en de bokken waarmee eventueel de wielassen met de langsliggers verbonden zijn, zijn vervaardigd uit een thermohardbaar hars versterkt met glasvezels, koolstofvezels, aramidevezels en dergelijke. 



  Deze langsliggers bezitten een I-profiel met een holle ziel en de bokken, waarmee de langsliggers op de wielassen steunen, bezitten een bovenkant in de vorm van een 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 kokerprofiel van composietmateriaal die in de ziel van een langsligger steekt en aan de binnenkant van twee opstaande zijwanden van deze ziel is gelijmd. 



  Bij het inschuiven van de ingelijmde koker tussen de eventueel eveneens ingelijmde zijwanden van de ziel, wordt een groot gedeelte van de lijm weggeduwd. Er is weinig controle mogelijk over de overblijvende lijmlaag tussen de koker van een bok en de zijwanden van een ziel zodat er weinig controle is over de kwaliteit van de verlijming. 



  Indien in dit bekende onderstel de kunststof van het composietmateriaal een thermoplastische kunststof zou zijn, waarbij dus in plaats van lijmverbindingen lasverbindingen mogelijk zijn, kan een dergelijke lasverbinding moeilijk worden toegepast om een bok of asbevestiging aan een langsligger te verbinden. 



  De uitvinding heeft een onderstel voor een voertuig als doel dat dit nadeel vermijdt en waarbij de verbinding van de bokken aan de langliggers beter en veiliger is, en waarbij bij thermoplastische kunststof deze verbinding ook een lasverbinding kan zijn. 



  Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de langsliggers minstens ter plaatse van de bokken uit minstens   een   kokerprofiel bestaan en elk van de bokken twee evenwijdige wangen bevat die met hun bovenste gedeelten aan weerszijden tegen vlakke zijwanden van een kokerprofiel aansluiten en daartegen zijn gelijmd of, bij thermoplastische kunststof in het composietmateriaal, eventueel gelast. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 De wangen kunnen van aan de buitenkant tegen de langsliggers worden vastgemaakt, hetgeen een gemakkelijker controleerbare bevestiging en dus een betere bevestiging mogelijk maakt. 



  Indien verder naar lassen wordt verwezen dan is dit alleen voor de gevallen dat de kunststof van het composietmateriaal thermoplastisch is. Dergelijke kunststof kan zowel gelijmd als gelast worden. Thermohardbare kunststof kan alleen gelijmd worden. In beide gevallen kan bijkomstig of tijdelijk een mechanische bevestiging bijvoorbeeld door bouten of klinknagels toegepast zijn. 



  Bij voorkeur bevat elke langsligger ter plaatse van een bok minstens twee boven elkaar opgestelde en aan elkaar gelijmde of gelaste kokerprofielen. 



  Het onderstel kan een oplegger zijn en een zwanenhals bezitten, waarbij de zwanenhals gevormd is door minstens   een   onderliggend kokerprofiel dat onder minstens   een   bovenste en zich over nagenoeg de lengte van het onderstel uitstrekkend kokerprofiel is vastgelijmd of gelast, waarbij ter plaatse van een bok, de langsligger van meer dan   een   onderliggend kokerprofiel kan voorzien zijn. 



  Elk kokerprofiel is in hoofdzaak rechthoekig met twee zijwanden en twee verbindingswanden. 



  Daarbij kan minstens   een   van de verbindingswanden in zijn buitenzijde en in zijn lengterichting voorzien zijn van minstens   een   groef en daarnaast minstens   een   overeenkomstige ribbe, en bij voorkeur is elke verbindingswand in zijn buitenzijde en in zijn lengterichting voorzien zijn van 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 minstens   een   groef en daarnaast minstens   een   overeenkomstige ribbe, waarbij de ribbe en de groef in de buitenzijde van de ene verbindingswand omgewisseld zijn ten opzichte van de ribbe en de groef in de andere verbindingswand. 



  Van twee op elkaar geplaatste kokerprofielen dringt de ribbe van de ene in de groef van de andere, ongeacht of het ene kokerprofiel rechtop of ondersteboven op het andere wordt geplaatst. 



  Dit vermijdt het schuintrekken bij het opspannen van de kokers bij het drogen van de lijm bij het verlijmen. 



  Een van de zijwanden van het kokerprofiel ook verlengd zijn met een buiten een verbindingswand uitstekende rand die smaller is dan de zijwand zelf terwijl de andere zijwand tegen dezelfde verbindingswand van een overeenkomstige uitsparing is voorzien zodat de uitstekende rand van een gelijkaardig kokerprofiel in de uitsparing past terwijl in de uitsparing van dit laatste kokerprofiel dan de uitstekende rand past van het eerstgenoemde kokerprofiel. 



  Van twee op elkaar geplaatste kokerprofielen dringt aan weerszijden de uitstekende rand van de ene in de uitsparing van de andere, en kan hij in de uitsparing worden gelijmd. 



  Dit belet ook het kromtrekken bij het drogen van de lijm maar vergroot daarenboven het lijmoppervlak. Daarenboven wordt bij het aan elkaar lijmen van de kokers ook een verticaal lijmvlak verkregen. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een onderstel en van een werkwijze voor het vervaardigen van een langsligger daarvoor volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een voertuig weergeeft met een onderstel volgens de uitvinding ; figuur 2 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur   1   met F2 is   aangeduid;   figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens de lijn III-III in figuur   1,   op grotere schaal getekend ;

   figuur 4 op dezelfde schaal als figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens de lijn IV-IV in figuur   1 ;   figuur 5 een doorsnede weergeeft analoog aan deze van figuur 4, maar met betrekking tot een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding ; figuur 6 een doorsnede weergeeft volgens de lijn VI-VI in figuur 1 ; figuur 7 in perspectief de doorsnede weergeeft volgens lijn VII-VII in figuur 2, maar uitsluitend van de elementen in composiet materiaal ; figuur 8 een doorsnede weergeeft analoog aan deze van figuur 4, maar met betrekking tot een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding ; figuur 9 in perspectief een doorsnede weergeeft analoog aan deze van figuur 7, maar met betrekking tot een nog andere uitvoeringsvorm van de uitvinding. 



  In figuur 1 is een combinatie weergegeven van een trekker 1 en   een oplegger   2 die een voertuig volgens de uitvinding vormt. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 Op een gebruikelijke manier bestaat de oplegger 2 uit een chassis 3 dat achteraan rust op wielstellen 4, waarvan er voor de eenvoud slechts   een   in de figuren is weergegeven, en waarop een niet weergegeven vloer en/of bovenbouw is aangebracht. 



  Het chassis 3 is in hoofdzaak gevormd door twee langsliggers 5 en daartussen gemonteerde dwarsliggers 6. 



  Zowel de langsliggers 5 als de dwarsliggers 6 zijn uit composietmateriaal vervaardigd dat bestaat uit met vezels versterkte kunststof. 



  De kunststof kan zowel thermohardbaar zijn, bijvoorbeeld polyester, als thermoplastisch zijn zoals onder meer polypropyleen en polyamide, terwijl geschikte versterkingsvezels onder meer glasvezels, koolstofvezels, kevlarvezels of aramidevezels zijn. 



  Elk van de langsliggers 5 bezit een in de lengterichting veranderende hoogte doordat het naargelang de plaats in deze richting uit   een,   twee, drie of zelfs vier boven elkaar opgestelde kokerprofielen 7 bestaat. 



  Het bovenste kokerprofiel 7 strekt zieh over de volledige lengte van de langsligger 5 uit en vooraan, boven de achterkant van de trekker 1 bezit de langsligger 5 uitsluitend dit kokerprofiel 7. Vooraan is aan deze bovenste kokerprofielen 7 van de twee langsliggers 5 een dwarsplaat, bij voorkeur van hetzelfde composietmateriaal, bevestigd, die de king-pin draagt waarmee de oplegger 2 aan de trekker 1 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 wordt gekoppeld. 



  Achter de trekker 1 en tot het achterste uiteinde van de oplegger 2 bezitten de langsliggers 5 een tweede kokerprofiel 7 onder het voornoemde. 



  Ter plaatse van de bokken 8 waarmee de wielas 9 van het wielstel 4 opgehangen is aan het chassis 3, bezit in de uitvoeringsvorm zoals weergegeven in de figuren 1, 2 en 7 elke langsligger 5 nog twee bijkomende kokerprofielen 7 en dus vier kokerprofielen 7 boven elkaar. 



  Op de wielas 9, die draaibaar of vast is, zijn twee wielen 10 vast, respectievelijk draaibaar, vastgemaakt. 



  Deze kokerprofielen 7 kunnen door technieken zoals "pultrusie"of"continuous compressing molding" vervaardigd worden. Deze laatste techniek bestaat erin door in een verwarmde matrijs de kunststof en de versterkingsvezels of een mat van voor-geimpregneerde vezels te brengen en daarna met een grote druk van bijvoorbeeld ongeveer 100 ton per m2 het mengsel van polymeer en versterking in de gewenste vorm te persen. 



  Zoals in detail is weergegeven in figuur 3, bezit een kokerprofiel 7 een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede met twee zijwanden 12 en 13, en twee smallere verbindingswanden 14 en 15 waarvan de ene dikker en de andere dunner is dan de zijwanden 12 en 13. 



  In de in de figuur 3 bovenaan gelegen verbindingswand 14 is de buitenzijde in de lengterichting van een ribbe 16 en een 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 groef 17 voorzien. 



  De in deze figuur onderaan gelegen verbindingwand 15 is eveneens aan de buitenzijde van een gelijkaardige ribbe 16 en groef 17 voorzien, waarbij   evenwel'de   ribbe 16 en de groef 17 omgewisseld zijn, of met andere woorden tegenover een ribbe 16 in de verbindingswand 14 is in de verbindingswand 15 de groef 17 gelegen. 



  Zoals weergegeven in figuur 4 kunnen. twee dergelijke kokerprofielen 7 op elkaar gelijmd worden waarbij het onderste kokerprofiel 7 ondersteboven is ten opzichte van het bovenste en de ribbe 16 en de groef 17 van de verbindingswand 15 van het bovenste kokerprofiel 7 in, respectievelijk over, de groef 17 en de ribbe 16 past van de verbindingswand 15 van het onderste kokerprofiel 7. 



  Door de in elkaar passende ribben 16 en groeven 17 wordt tijdens het lijmen een zijdelingse verschuiving vermeden en wordt ook het kromtrekken tengevolge van het krimpen van de lijm tijdens het drogen van de lijm vermeden. Tijdens het drogen van de lijm kunnen de twee kokerprofielen 7 vastgeklemd worden tussen twee wanden die tegenover de verbindingswanden 15 de zijwanden 13 naar elkaar drukken. 



  Om het zijdelings afschuiven nog meer te beletten en een nog sterkere lijmverbinding tussen twee kokerprofielen 7 te verkrijgen, kan in een uitvoeringsvorm, zoals weergegeven in figuur 5, de zijwand 13 voorbij de verbindingswand 15 verlengd zijn door een rand 18 waarvan de dikte ongeveer de helft is van de dikte van de zijwand 13 en waarvan de buitenzijde in het vlak ligt van de buitenzijde van de 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 zijwand 13. 



  De dikte van de andere zijwand 12 is tegen de verbindingswand 15, over een hoogte overeenkomstig de breedte van de rand 18, gehalveerd, zodat aan de buitenzijde een uitsparing 19 wordt gevormd waarin een rand 18 van een ander kokerprofiel 7 past. 



  Het is duidelijk dat door de randen 18 die in uitsparingen 19 gelijmd worden ook verticaal gerichte lijmverbindingen worden verkregen. 



  Wanneer twee kokerprofielen 7 op elkaar worden gekleefd, wordt aan een zijde de rand 18 van het bovenste kokerprofiel 7 in een uitsparing 19 van het onderste kokerprofiel 7 gelijmd terwijl, aan de andere zijde, de rand 18 van het onderste kokerprofiel 7 in de uitsparing 19 van het bovenste kokerprofiel 7 wordt gelijmd. 



  Daar waar de langsligger 5 drie kokerprofielen 7 boven elkaar bezit, wordt het derde kokerprofiel 7 tegen de onderkant, dit is de verbindingswand 14, van het onderste kokerprofiel 7 van het bovenste paar gelijmd. 



  Voor de uitvoeringsvorm van het derde kokerprofiel 7 met een rand 18 moet deze rand 18 onderaan gelegen zijn en kan hij eventueel worden verwijderd. Voor de uitvoeringsvorm zonder rand 18 kan het derde kokerprofiel 7 rechtopstaand of ondersteboven gelijmd worden. 



  Daar waar een langsligger 5 plaatselijk vier boven elkaar gelegen kokerprofielen 7 bezit, is een paar kokerprofielen 7 zoals weegegeven in figuur 6 of in figuur 7 gelijmd op een 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 paar gelijkaardige kokerprofielen 7 zoals weergegeven in figuur 6, een paar kokerprofielen 7 gelijk aan dit zoals weergegeven in figuur 4 gelijmd op een paar kokerprofielen 7 gelijk aan dit zoals weergegeven in figuur 5. 



  Op het bovenste kokerprofiel 7 kan een afdekprofiel 20 gelijmd zijn dat, complementair aan de ribbe 16 en de groef 17 in de bovenzijde van dit kokerprofiel 7, een groef 17 en een ribbe 16 bezit. 



  Dit afdekprofiel 20 bezit aan weerszijden en iets lager dan zijn bovenzijde een zijwaarts uitstekende rand 21. Op de randen 21 van de afdekprofielen 20 van de twee langsliggers 5 kan bijvoorbeeld een vloer worden gelegd of bevestigd. 



  In een variante kan elk kokerprofiel 7 aan weerszijden op zijn zijwanden 13, op een kleine afstand van zijn verbindingswand 14, een naar buiten gerichte rand 22 bezitten zoals weergegeven in figuur 8. Een afdekprofiel 20 is dan overbodig. 



  Zoals in detail in figuur 2 is weergegeven, rusten de uiteinden van de wielas 9 elk in een kussen 23 dat via een ophanging 11 met een langsligger 5 van het chassis 3 verbonden is onder tussenkomst van een bok 8. 



  Deze bok 8 is eveneens uit composietmateriaal vervaardigd, bijvoorbeeld door de   zogenoemde "hand lay-up" methode   of door vorming onder hitte en druk, het zogenoemde "compressing   moulding"of   nog uit gepultrudeerde platen. 



  Deze bok 8 bestaat uit twee wangen 24 die in feite vlakke 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 platen zijn, die tegen de vlakke zijkanten van de langsligger 5 zijn gelijmd zoals in detail is weergegeven in figuur 7. 



  De wangen 24 sluiten dus met een groot oppervlak aan tegen de buitenzijden van de zijwanden 12 of 13 van de vier kokerprofielen 7 en strekken zich uit tot tegen een rand 21 of 22. 



  Het is duidelijk dat, indien de kokerprofielen 7 van het type zijn dat in figuur 8 is weergegeven, de randen 22 op de kokerprofielen 7 met uitzondering van de bovenste moeten worden verwijderd daar waar de wangen 24 gelegen zijn. 



  Onderaan steken de wangen 24 van de bok 8 onder de langligger 5 uit en onder deze langliggers is tussen de wangen 24 de bladveer 25 van de ophanging 11 scharnierbaar bevestigd. Op een afstand van de bok 8 is de wielas 9 onder tussenkomst van het kussen 23 door bevestigingsmiddelen 26 op de bladveer 25 vastgemaakt. 



  De ophanging 11 bevat verder een schokdemper 27 tussen het kussen 23 en de bok 8 en een, met een niet weergegeven persluchtbron verbonden, luchtbalg 28 tussen het vrije uiteinde van de bladveer 28 en de onderkant van de langsligger 5. 



  De dwarsliggers 6 zijn eveneens uit voornoemd composietmateriaal vervaardigd en kunnen buisvormig zijn met op hun uiteinden flenzen die aan de langsliggers 5 vastgelijmd worden. Een ervan kan, zoals weergegeven in figuur 2, aan de binnenste wangen 24 van twee bokken 8 worden gelijmd. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 



  De verkregen kokerprofielconstructie van de langsliggers 5 zorgt voor lichte liggers met een bijzondere weerstand tegen torsie. De dwarsliggers 6 houden niet alleen de twee langsliggers 5 op hun plaats, maar vangen ook de torsiekrachten van het chassis 3 in de langsrichting op. 



  Wanneer de kokerprofielen 7 en de dwarsliggers 6 van een composietmateriaal zijn vervaardigd met een thermoplastische kunststof dan kan het lijmen vervangen worden door lassen zodat bijzondere uitvoeringsvormen van de uitvinding overeenkomen met hiervoor beschreven uitvoeringsvormen maar   waarbij "gelijmd" door "gelast" werd   vervangen. 



  Het maximaal aantal kokerprofielen 7 moet niet noodzakelijk vier zijn. In sommige gevallen kan drie of zelfs twee reeds voldoende zijn. Belangrijk is dat de zwanenhals wordt gevormd door een toename naar achter toe van het aantal kokerprofielen 7. 



  De kokerprofielen 7 moeten niet noodzakelijk in hun verbindingswanden 14 en 15 juist   een   ribbe 16 en   een   groef 17 bezitten. Ze kunnen ook bijvoorbeeld twee ribben en twee groeven bezitten, maar het aantal groeven 17 en ribben 16 moet gelijk zijn opdat een kokerprofiel 7 met willekeurig de verbindingswand 14 of de verbindingswand 15 tegen de verbindingswand 15 van het andere kokerprofiel 7 zou kunnen gelijmd worden. 



  De kokerprofielen 7 kunnen eventueel ook geen ribben 16 en groeven 17 bezitten en in figuur 9 is trouwens een uitvoeringsvorm weergegeven die in hoofdzaak van de hiervoor 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 beschreven uitvoeringsvormen verschilt doordat, enerzijds, de kokerprofielen 7 geen ribben 16 en groeven 17 in hun verbindingswanden 14 en 15 bezitten, maar wel voorzien zijn een rand 18 in het verlengde van de zijwand 13 en een uitsparing 19 in de zijwand 12 en, anderzijds, ook ter plaatse van een bok 8 slechts twee dergelijke kokerprofielen 7 aanwezig zijn. 



  Deze kokerprofielen 7 zijn met hun verbindingswanden 15 aan elkaar gelijmd terwijl de rand 18 van elk van de kokerprofielen 7 in een uitsparing 19 van het andere kokerprofiel gelijmd is. 



  Daarenboven is er geen afdekprofiel 20 aanwezig maar zijn randen 22 aanwezig zoals in de uitvoeringsvorm van figuur 8, evenwel uitsluitend op het bovenste kokerprofiel 7. 



  De twee wangen 24 van de bok 8 zijn tot tegen deze randen 22 tegen de zijwanden 12 en 13 van het paar kokerprofielen 7 gelijmd. 



  De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijk onderstel kan in verschillende varianten worden uitgevoerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (1)

  1. Conclusies. 1.- Onderstel voor een voertuig, welk onderstel (2) ten minste twee langsliggers (5) bevat uit composietmateriaal, namelijk kunststof met versterkingsvezels, en minstens een wielstel (4) dat onder tussenkomst van ophangingen (11) verend opgehangen is aan twee bokken (8) uit voornoemd composietmateriaal die respectievelijk met de twee langsliggers (5) verbonden zijn, daardoor gekenmerkt dat de langsliggers (5) minstens ter plaatse van de bokken (8) uit minstens een kokerprofiel (7) bestaan en elk van de bokken (8) twee evenwijdige wangen (24) bevat die met hun bovenste gedeelten aan weerszijden tegen vlakke zijwanden van een kokerprofiel (7) aansluiten en daartegen zijn gelijmd of, bij thermoplastische kunststof in het composietmateriaal, eventueel gelast.
    2.-Onderstel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat elke langsligger (5) ter plaatse van een bok (8) minstens twee boven elkaar opgestelde en aan elkaar gelijmde of gelaste kokerprofielen (7) bevat.
    3.-Onderstel volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het een oplegger is en een zwanenhals bezit, waarbij de zwanenhals gevormd is door minstens een onderliggend kokerprofiel (7) dat onder minstens een bovenste en zieh over nagenoeg de lengte van het onderstel (2) uitstrekkend kokerprofiel (7) is vastgelijmd of gelast.
    4.-Onderstel volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat een langsligger (5) een bovenste kokerprofiel (7) bezit dat <Desc/Clms Page number 15> zieh over de lengte van de langsligger (5) uitstrekt en op een afstand van de voorkant een tweede, eronder gelegen, kokerprofiel (7), voor de vorming van de zwanenhals.
    5.-Onderstel volgens conclusies 2 en 4, daardoor gekenmerkt dat een langsligger (5) ter plaatse van een bok (8) een of meer bijkomende kokerprofielen (7) bezit.
    6.-Onderstel volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat elk kokerprofiel (7) in hoofdzaak rechthoekig is met twee zijwanden (12, 13) en twee verbindingswanden (14, 15).
    7.-Onderstel volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat minstens een verbindingswand (14, 15) van het kokerprofiel in zijn buitenzijde en in zijn lengterichting minstens een groef (17) en daarnaast minstens een overeenkomstige ribbe (16) bezit 8.-Onderstel volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat elke verbindingswand (14, 15) in zijn buitenzijde en in zijn lengterichting minstens een groef (17) en daarnaast minstens een overeenkomstige ribbe (16) bezit, waarbij de ribbe (16) en de groef (17) in de buitenzijde van de ene verbindingswand (14) omgewisseld zijn ten opzichte van de ribbe (16) en de groef (17) in de andere verbindingswand (15).
    9.-Onderstel volgens een van de conclusies 6 tot 8, daardoor gekenmerkt dat een van de zijwanden (13) van het kokerprofiel (7) verlengd is met een buiten een verbindingswand (15) uitstekende rand (18) die smaller is dan de zijwand (13) zelf terwijl de andere zijwand (12) tegen dezelfde verbindingswand <Desc/Clms Page number 16> (15) van een overeenkomstige uitsparing (19) is voorzien zodat de uitstekende rand (18) van een gelijkaardig kokerprofiel (7) in de uitsparing (19) past terwijl in de uitsparing (19) van dit laatste kokerprofiel (7) dan de uitstekende rand (18) past van het eerstgenoemde kokerprofiel (7).
    10.-Onderstel volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat elke langsligger (5) een afdekprofiel (20) bezit dat op de bovenzijde van het bovenste kokerprofiel (7) is gelijmd of gelast en aan weerszijden een buiten de zijwanden (12, 13) van het bovenste kokerprofiel (7) uitstekende rand (21) bezit.
    11. - Onderstel volgens een van de conclusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt dat elk kokerprofiel (7) op elk van zijn zijwanden (12, 13) een naar buiten uitstekende rand (22) bezit, waarbij ter plaatse van een bok (8) deze randen (22), met uitzondering van de bovenste, verwijderd zijn om het aansluiten van de wangen (24) van de bok (8) tegen de langsligger (5) toe te laten.
BE2000/0532A 2000-08-24 2000-08-24 Onderstel voor een voertuig. BE1013655A3 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2000/0532A BE1013655A3 (nl) 2000-08-24 2000-08-24 Onderstel voor een voertuig.
CA002420199A CA2420199A1 (en) 2000-08-24 2001-07-27 Undercarriage for a vehicle
EP01953065A EP1313639B1 (en) 2000-08-24 2001-07-27 Undercarriage for a vehicle
DE60120424T DE60120424T2 (de) 2000-08-24 2001-07-27 Fahrzeugunterbau
US10/362,139 US20030184074A1 (en) 2000-08-24 2001-07-27 Undercarriage for a vehicle
PCT/BE2001/000123 WO2002016189A1 (en) 2000-08-24 2001-07-27 Undercarriage for a vehicle
ES01953065T ES2266219T3 (es) 2000-08-24 2001-07-27 Tren de rodaje para vehiculos.
AT01953065T ATE328778T1 (de) 2000-08-24 2001-07-27 Fahrzeugunterbau

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2000/0532A BE1013655A3 (nl) 2000-08-24 2000-08-24 Onderstel voor een voertuig.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1013655A3 true BE1013655A3 (nl) 2002-05-07

Family

ID=3896639

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2000/0532A BE1013655A3 (nl) 2000-08-24 2000-08-24 Onderstel voor een voertuig.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US20030184074A1 (nl)
EP (1) EP1313639B1 (nl)
AT (1) ATE328778T1 (nl)
BE (1) BE1013655A3 (nl)
CA (1) CA2420199A1 (nl)
DE (1) DE60120424T2 (nl)
ES (1) ES2266219T3 (nl)
WO (1) WO2002016189A1 (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1013229A3 (nl) * 2000-01-13 2001-11-06 Groep Stevens Int Nv Onderstel voor een voertuig en werkwijze voor het vervaardigen van langsliggers daarvoor.
DE602004021407D1 (de) * 2003-10-17 2009-07-16 Hendrickson Int Corp Integriertes tragarm-aufhängssystem für achsen
EP1609704B1 (de) * 2004-06-22 2007-08-08 MTB Baustoffhandelsgesellschaft mbH & Co. KG Fahrgestell für LKW-Motorwagen oder Anhänger
MX2007012863A (es) * 2005-04-29 2007-12-12 Hendrickson Int Corp Sistema de eje/suspension para vehiculo de servicio pesado.
CA2650992A1 (en) * 2005-05-04 2006-11-09 Groep Stevens International Support panel structure
US8448989B2 (en) * 2006-09-15 2013-05-28 Groep Stevens International Composite trailer
US20100109309A1 (en) * 2008-10-30 2010-05-06 Dirk-Jan Kootstra Light weight beam and trailer
CN103010322A (zh) * 2011-09-26 2013-04-03 蓝星(北京)化工机械有限公司 一种组合式半挂车车体及其制备方法
DE102012215102A1 (de) * 2012-08-24 2014-05-28 Bayerische Motoren Werke Aktiengesellschaft Lageranordnung und Achsträger für ein Kraftfahrzeug
US9150072B2 (en) 2013-11-14 2015-10-06 Hendrickson Usa, L.L.C. Heavy-duty vehicle axle/suspension system with composite beam
DE102015101798B4 (de) * 2015-02-09 2022-12-22 Kögel Trailer GmbH Rahmen für einen Sattelauflieger und Verfahren zum Herstellen eines Rahmens
JP6299732B2 (ja) * 2015-11-16 2018-03-28 トヨタ自動車株式会社 車両骨格部材の接合構造
SE544402C2 (en) * 2020-09-28 2022-05-10 Scania Cv Ab Vehicle Chassis and Vehicle
CN113492915B (zh) * 2021-05-18 2024-09-06 华中科技大学 小巴车架全铝合金榫卯式硬点组件

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4275663A (en) * 1978-06-14 1981-06-30 E. W. Sivachenko Corrugated vehicle underframe
EP0631925A1 (en) * 1993-07-02 1995-01-04 Honda Giken Kogyo Kabushiki Kaisha Structure and method for joining extruded members
WO1997048589A1 (en) 1996-06-14 1997-12-24 Groep Stevens International, Naamloze Vennootschap Frame for a vehicle
DE19716847A1 (de) * 1997-04-22 1998-10-29 Henning Prof Dr I Wallentowitz Bauweise für Nutzfahrzeugrahmen aus Profilen bzw. Strangpreßprofilen
US6094881A (en) * 1998-04-30 2000-08-01 Con/Span Bridge Systems Inc. Box shaped structural member with pultruded flanges and connecting webs

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2347250A1 (fr) * 1976-04-09 1977-11-04 Services Marques Cie Fse Chassis pour vehicule tout terrain
US4573707A (en) * 1984-01-30 1986-03-04 Pabst Rudolf D Composite lightweight non-metallic vehicle frame
US4568094A (en) * 1984-04-20 1986-02-04 Lovell Patrick A Alignment system for vehicle load bed
GB2187148B (en) * 1986-02-10 1989-10-25 British Alcan Aluminium Ltd Frame construction
US5118131A (en) * 1991-02-26 1992-06-02 Dlma Transportation Inc. Suspension
US5335932A (en) * 1992-06-26 1994-08-09 Nai Neway, Inc. Apparatus for mounting a trailing arm air suspension to a sliding frame
BE1013229A3 (nl) * 2000-01-13 2001-11-06 Groep Stevens Int Nv Onderstel voor een voertuig en werkwijze voor het vervaardigen van langsliggers daarvoor.

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4275663A (en) * 1978-06-14 1981-06-30 E. W. Sivachenko Corrugated vehicle underframe
EP0631925A1 (en) * 1993-07-02 1995-01-04 Honda Giken Kogyo Kabushiki Kaisha Structure and method for joining extruded members
WO1997048589A1 (en) 1996-06-14 1997-12-24 Groep Stevens International, Naamloze Vennootschap Frame for a vehicle
DE19716847A1 (de) * 1997-04-22 1998-10-29 Henning Prof Dr I Wallentowitz Bauweise für Nutzfahrzeugrahmen aus Profilen bzw. Strangpreßprofilen
US6094881A (en) * 1998-04-30 2000-08-01 Con/Span Bridge Systems Inc. Box shaped structural member with pultruded flanges and connecting webs

Also Published As

Publication number Publication date
EP1313639A1 (en) 2003-05-28
EP1313639B1 (en) 2006-06-07
US20030184074A1 (en) 2003-10-02
ATE328778T1 (de) 2006-06-15
ES2266219T3 (es) 2007-03-01
DE60120424T2 (de) 2007-02-01
CA2420199A1 (en) 2002-02-28
WO2002016189A1 (en) 2002-02-28
DE60120424D1 (de) 2006-07-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1013655A3 (nl) Onderstel voor een voertuig.
BE1013229A3 (nl) Onderstel voor een voertuig en werkwijze voor het vervaardigen van langsliggers daarvoor.
BE1010366A6 (nl) Onderstel voor een voertuig.
US7549660B2 (en) Frame or subframe for tractor-trailers
US5215331A (en) Structural member for a trailer chassis frame
US4768806A (en) Collapsible trailer
US9469352B2 (en) Half-round trailer and trailer body with extruded panel side walls
CA2049891A1 (en) Apparatus for mounting a trailing arm air suspension to a sliding frame
MX2014008344A (es) Disposicion de dispositivos de suspension para sistemas de ejes/suspension de trabajo pesado.
US7658397B2 (en) Combined truck and trailer
US5085151A (en) Bogie frame for railway vehicle and method thereof
US4953891A (en) Connecting structure for connecting a spring axle suspension to a vehicle chassis
JP6802297B2 (ja) シャーシアセンブリ及び陸上車両
DE202007001455U1 (de) Fahrzeugrahmen mit Oberschale
US2239442A (en) Vehicle tank
GB2225986A (en) Vehicle suspension
US20220227421A1 (en) Vehicle chassis having twin walled beams with suspension mounting structure
SU1562208A1 (ru) Полуприцеп трехзвенного автопоезда
BE1018287A3 (nl) Chassis.
KR20150001824U (ko) 경량화가 이루어지면서도 내구성이 향상된 평판 트레일러
JPH077263Y2 (ja) トラックの車台フレーム
US460870A (en) Platform-wagon
MXPA06003994A (en) Movable subframe for semi-trailers
JPH0283168U (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20070831