<Desc/Clms Page number 1>
Hakenselectie-inrichting voor een gaapvormingsinrichting voor een weefmachine Deze uitvinding betreft een inrichting voor het selecteren van de haken van een gaapvormingsinrichting voor een weefmachine, omvattende een aantal op en neer beweegbare haken en, voor elke haak, een selectie-element waarmee de haak kan geselecteerd worden om door een houdelement op een selectiehoogte gehouden te worden en een terugstelmiddel om op een zich lager dan het bovenste haakuiteinde bevindend aangrijpingsdeel van de haak, enkel gedurende een deel van het bewegingstraject van de haak, een neerwaarts gerichte terugstelkracht uit te oefenen.
Deze uitvinding betreft tevens een gaapvormingsinrichting voorzien van een aantal van deze selectie-inrichtingen, meer bepaald een jacquardmachine, alsook een weefmachine voorzien van een dergelijke gaapvormingsinrichting.
Bij het weven op een weefmachine worden, in opeenvolgende werkingscycli van de weefmachine, een of meerdere inslagdraden ingebracht in een gaap tussen kettingdraden. De inbreng van inslagdraden gebeurt telkens op welbepaalde inslaginbrengniveaus. Gedurende het weven moeten de verschillende kettingdraden, in elke werkingscyclus, in een voorafbepaalde positie ten opzichte van elk inslaginbrengniveau gebracht worden om het gewenste weefsel te bekomen.
Inrichtingen waarmee kettingdraden gedurende het weven op een weefmachine automatisch correct kunnen gepositioneerd worden, zijn algemeen bekend. In de conclusies en de beschrijving van deze octrooiaanvraag wordt zo'n inrichting een gaapvonningsinrichting genoemd.
Jacquardmachines waarmee de kettingdraden gedurende het weven op een weefmachine individueel of in groepen kunnen gepositioneerd worden, zijn gekend. Een gekende jacquardmachine omvat een aantal gaapvormingsinrichtingen met twee in tegenfase op en neer bewegende messen die elk een reeks haken kunnen meenemen. Elke haak heeft daarvoor een steunneus die voorzien is om op een steunrand van een mes te steunen. Deze machine omvat voorts ook een aantal selectie-elementen met
<Desc/Clms Page number 2>
electromagnetische spoelen waarmee elke haak in een stand kan gebracht worden waarbij een op een vaste hoogte voorzien haakvormig uitsteeksel in een opening van de haak terechtkomt, zodat deze haak op een selectiehoogte blijft hangen tijdens de verdere bewegingen van de messen. Deze haak is dan geselecteerd.
De haak kan gedurende meerdere bewegingscycli van de messen geselecteerd blijven, maar kan ook reeds gedurende een volgende bewegingscyclus van de messen door een passende sturing van het betreffende selectie-element losgelaten worden, waarbij het haakvormig uitsteeksel niet langer in de opening van de haak zit, en waarbij de haak terug met zijn steunneus op een mes steunt en met het mes mee naar beneden beweegt.
De bewegingen van de haken kunnen, bijvoorbeeld via takel-inrichtingen, overgebracht worden op hamaskoorden, die op hun beurt verbonden zijn met jacquardhevels die elk één of meerdere kettingdraden kunnen meenemen gedurende hun bewegingen. Door het al dan niet selecteren van haken kunnen de jacquardhevels, en dus ook de kettingdraden, in twee of meer verschillende standen gebracht worden.
De selectie-elementen kunnen bijvoorbeeld elektronisch gestuurd worden om gedurende elke werkingscyclus van een weefmachine, door een gepaste hakenselectie, een correcte positionering van de kettingdraden te bekomen.
Een jacquardhevel wordt omhoog geheven door een jacquardhaak die steunt op een omhoog bewegend mes. Wanneer een jacquardhevel naar een lager gelegen positie moet gebracht worden zal een daarmee samenwerkende jacquardhaak de neerwaartse beweging van een mes volgen. Om elke haak bij deze op-en neerwaartse bewegingen op het mes te houden, wordt elke jacquardhevel verbonden met een terugstelveer die een neerwaarts gerichte kracht uitoefent op de jacquardhevel.
Bij selectie van een haak is het van groot belang dat de haak op het gepaste ogenblik op de juiste hoogte gebracht wordt om deze selectie probleemloos te kunnen uitvoeren, en dat de haak, na het uitvoeren van de selectie, goed inhaakt op het haakvormig uitsteeksel, of, bij het niet-selecteren ervan, terug neerwaarts beweegt op een mes. De op de jacquardhevels uitgeoefende veerkracht blijkt hiervoor dikwijls onvoldoende
<Desc/Clms Page number 3>
doeltreffend te zijn. Er zijn een aantal inrichtingen gekend waarmee geprobeerd wordt hieraan te verhelpen. Deze inrichtingen hebben de kenmerken die in de eerste paragraaf van deze beschrijving werden aangeduid.
Een eerste gekende inrichting is die volgens de octrooipublicatie DD 283 429. In deze inrichting wordt een tweede terugtrekveer voorzien om de haak veilig naar de selectiestand te brengen indien om een of andere reden de eerste terugstelveer (die op de jacquardhevel inwerkt) dit niet zou doen, bijv. door het haperen van knopen in de kettmgdraden. Deze inrichting heeft evenwel het grote nadeel dat een tweede veer moet samengedrukt worden over de totale heffingshoogte van de haken. De aandrijving van deze inrichting zal dus een hoger vermogen opslorpen.
Een tweede inrichting is gekend uit octrooipublicatie EP 0 408 076. Bij deze inrichting is een drukstaaf voorzien die alleen op de haken drukt als deze zich op het bovenste gedeelte (in de nabijheid van hun bovenste dode punt) van hun bewegingstraject bevinden. Het gewicht van de drukstaaf is voldoende om te vermijden dat de haak het mes verlaat bij het bereiken van het bovenste dode punt van de beweging, en om een magnetisch aangetrokken haak naar beneden te duwen tegen de wrijvingskracht in, tot hij op de uitsprong hangt, zelfs indien de op de jacquardhevels inwerkende terugtrekkracht volledig zou weggevallen zijn. Deze inrichting heeft de in de eerste paragraaf van deze beschrijving genoemde kenmerken maar heeft als nadeel dat het uitnemen van een haak vrij omslachtig is en dat de inrichting niet geschikt is voor hoge weefsnelheden.
Een andere oplossing is gekend uit octrooipublicatie EP 0 823 501. Deze inrichting kan alleen werken bij jacquardmachines met eerder dikwandige vormvast kunststofhaken.
Het doel van deze uitvinding is te voorzien in een hakenselectie-inrichting waarmee aan de hierboven aangeduide nadelen wordt verholpen, en waarmee dus een bedrijfszekere hakenselectie kan uitgevoerd worden bij relatief hoge weefsnelheden,
<Desc/Clms Page number 4>
waarbij de haken gemakkelijk uitneembaar zijn, en waarbij de hakenselectieinrichting een zeer beperkt bijkomend vermogen vereist.
In het bijzonder wordt met een bedrijfszekere hakenselectie een selectie bedoeld die probleemloos uitgevoerd wordt én behouden blijft, zelfs indien de terugstelkracht van de jacquardhevel tijdelijk zou verminderen of volledig zou wegvallen.
Deze doelstelling wordt bereikt door volgens deze uitvinding te voorzien in een hakenselectie-inrichting met de in de eerste paragraaf van deze beschrijving genoemde kenmerken, waarvan elke terugstelinrichting een drukmiddel omvat hetwelk, tegen een neerwaarts gerichte veerkracht in, naar boven toe kan verplaatst worden door een haak.
Als op het bovenste haakuiteinde een terugstelkracht wordt uitgeoefend, zal een niet- vormvast haak vervormen onder invloed van deze kracht en zal de haakselectie mislukken. Bij toepassing van een kleinere terugstelkracht wordt de kans op vervorming van de haak gereduceerd maar de kleinere terugstelkracht wordt daardoor ook minder doeltreffend.
Als echter de terugstelkracht aangrijpt op een lager gelegen aangrijpingsdeel van de haak, zal het aangrijpingspunt van de op de haak uitgeoefende terugstelkracht hetzij op een kleinere afstand boven de steunneus van de haak hetzij onder deze steunneus liggen. Het vermogen van de op een haak uitgeoefende krachten - namelijk de neerwaarts gerichte terugstelkracht en de op de steunneus aangrijpende opwaarts gerichte duwkracht van het mes waarop de haak steunt-om de haak te vervormen neemt hierdoor af, zodat ook op niet-vormvaste haken een doeltreffende terugstelkracht kan uitgeoefend worden zonder risico op een ongewenste vervorming van de haak. In tegenstelling tot een aantal gekende inrichtingen is deze selectieinrichting dus zeer goed geschikt voor gebruik met haken die niet vormvast zijn.
Dergelijke haken zijn meestal uit metaal vervaardigd en worden onder meer gebruikt bij selectie-inrichtingen die werken met elektromagnetische spoelen, waarbij de haken
<Desc/Clms Page number 5>
onder invloed van een door een spoel ontwikkelde magnetische aantrekkings- of afstotingskracht moeten kunnen gebogen worden om in een selectiestand of een nietselectiestand te komen.
Aangezien de terugstelkracht slechts gedurende een beperkt deel van het bewegingstraject van de haken moet uitgeoefend worden, kan de selectie-inrichting zo uitgevoerd worden dat de haken gemakkelijk uitneembaar zijn. De haken moeten ook maar gedurende een beperkt gedeelte van hun bewegingstraject tegen de terugstelkracht in bewogen worden zodat het bijkomend vermogen dat door deze innchting opgeslorpt wordt minimaal is.
Deze selectie-inrichting zorgt ook voor een zeer bedrijfszekere selectie. Door de terugstelkracht wordt voorkomen dat de haken het mes verlaten op het ogenblik dat ze kunnen geselecteerd worden en wordt ervoor gezorgd dat het aan de haak voorziene houdmiddel correct gepositioneerd is ten opzichte van het houdelement. Dit is vooral nodig waar de haken in de nabijheid van het bovenste dode punt van hun op en neergaande beweging kunnen geselecteerd worden.
Nadat de selectie is uitgevoerd en het houdelement in samenwerking gekomen is met het aan de haak voorzien houtmiddel (bv. als de haak in een gebogen stand gebracht is door het selectieelement, zodat een op een vaste hoogte voorzien haakvormig uitsteeksel in een vensteropening van de haak zit), zorgt de terugstelkracht ervoor dat de haak bij het neerwaarts bewegen van het mes over een kleine afstand neerwaarts geduwd wordt, zodat de samenwerking tussen houdelement en houdmiddel verbeterd wordt. Waar houdelement en houdmiddel respectievelijk als een uitsteeksel en een opening zijn uitgevoerd (of omgekeerd) resulteert dit in het correct ophaken van de haak.
De terugstelkracht blijft behouden zolang de haak opgehaakt blijft. Een tijdelijke onderbreking in de op de jacquardhevel uitgeoefende neerwaartse kracht zal dus niet leiden tot een afvallende haak. Wanneer een haak niet langer geselecteerd wordt, zal de terugstelkracht er ook voor zorgen dat het "stick-slip" effect beter overwonnen wordt en dat de haak althans begint met de neergaande beweging van het mes te volgen.
<Desc/Clms Page number 6>
EMI6.1
170111112111115018081118 10 10121041111111107011111800001110 13061701812132 hawk 80111101110 051720 8321110 0001011 elle 10111851011110011111170011 16101 8011108011 7180115 gerichte 111601111118 zeer betrouwbaar ex is ze 11111101 aan 51111380 011101110718 dal due gekende 1111111611110 11110001 kan due 112061121 080 1 011011 31160 0015131111128 van due 1011115101701011 2111115 610 11115 0110111 1210111 011011 os due 32104113111107015 6 1011 11 11 46111 1101131111011 van de zo 1111011501001101111101111118 volgend doze 1111110111 wordt bij 700110111 20 uitgevoerd ze het genoegde aangrijpingsdeel 1101101111001 waarmee een 601110101110111 kaon samenwerken 0111 due hawk os due 5010011060000 0111011 0111 0111108011 10 211110 11118000101110 1306102 wordt 11110001 nog mener greduceerd zodat de 1211061128 6061115201011311701011 011 1101001181010 1
elle 1011185101111601111118 kan 011001 0012111 zijn van een 01111001 zo enkel gedurende de opwaarts beweging van doze zo os een bovenste deer van zijn bewegingstraject, 101118510111210111 os due haken 1111800010116 115 1020 1010 hun os ex 1111111110 608081118 5071118011 11110001 700101111 men dat due hake 111 dat 607011510 dodu punit het meus 701131011 doom hun 1111110 ex niet 001101 801051110110011 01011 11 7811 01 10101110111011011101501001100101110111
<Desc/Clms Page number 7>
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de hakenselectie-inrichting volgens deze uitvinding omvat elke terugstelinrichting een geleiding voor het geleiden van het drukmiddel gedurende zijn op en neergaande bewegingen.
Een bijzonder eenvoudige en doeltreffende uitvoeringsvorm wordt bekomen als de genoemde geleiding een geleidingswand omvat die het drukmiddel grotendeels omsluit, terwijl het genoemde aangrijpingsdeel van de haak zich gedurende de op en neergaande bewegingen van de haak tot binnen de door de geleidingswand omsloten geleidingsruimte uitsstrekt, zodat het aangrijpingsdeel het drukmiddel naar boven toe kan meenemen.
Elke terugstelinrichting kan bijvoorbeeld een tussen de bovenkant van het drukmiddel en een onbeweegbaar steunvlak opgestelde veer omvatten die op het drukmiddel een neerwaarts gerichte veerkracht uitoefent. Deze veer wordt bij voorkeur in een bovenste gedeelte van de geleidingsruimte voorzien.
De haken kunnen zeer eenvoudig van uitvoering zijn als het aangrijpingsdeel een zijdelings uitsteeksel van de haak is hetwelk tevens voorzien is om op een hefmiddel te steunen. De haken moeten dan niet voorzien worden van een afzonderlijk aangrijpingsdeel.
Elke haak kan ook zo uitgevoerd zijn dat hij een steunneus omvat die voorzien is om op een hefmiddel te steunen, terwijl het aangrijpingsdeel van elke haak een (ander) zijdelings uitsteeksel van de haak is, waarbij deze steunneus en dit aangrijpingsmiddel tegenover elkaar aan weerszijden van de haak voorzien zijn.
Bij voorkeur, zijn de haken voorzien om gebogen te worden onder invloed van een door een selectie-element uitgeoefende kracht.
<Desc/Clms Page number 8>
In een bijzondere uitvoeringsvorm is elke terugstelinrichting in een onderste deel van een geleidingshuis voor de jacquardhaken voorzien. De inrichting is het meest doeltreffend als er voor elke haak een terugstelinrichting voorzien is.
Een gaapvormingsinrichting, in het bijzonder een elektronisch gestuurde jacquardmachine, die voorzien is van of samenwerkt met een hakenselectieinrichting volgens deze uitvinding, alsook een weefmachine voorzien van een dergelijke gaapvormingsinrichting, valt binnen de door de conclusies van deze octrooiaanvraag bepaalde beschermingsomvang.
In de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld van een hakenselectie-inrichting volgens deze uitvinding worden de voornoemde kenmerken en voordelen van de uitvinding verder verduidelijkt en worden bijkomende eigenschappen en voordelen ervan aangeduid. De bedoeling van deze beschrijving is enkel een verduidelijkend voorbeeld van een mogelijke uitvoeringsvorm van deze uitvinding te geven en kan dus geenszins geinterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hier bijgevoegde figuren, waarvan - figuur 1 een schematisch zijaanzicht voorstelt van een deel van een hakenselectie- inrichting volgens deze uitvinding, en - figuur 2 een schematische dwarsdoorsnede voorstelt van een deel van de terugstelinrichtingen van de op figuur 1 voorgestelde selectie-inrichting.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat de hakenselectie-inrichting volgens deze uitvinging uit meerdere rijen van naast elkaar opgestelde selectie- en geleidingslichamen (16), waarbij elk lichaam (16) aan twee tegenoverliggende zijden voorzien is voor de geleiding van een op en neer bewegende haak (3), (4) en voor de
<Desc/Clms Page number 9>
selectie van die haak (3), (4). Met elk selectie- en geleidingslichaam (16) werken er dus twee tegenoverliggende haken (3), (4) samen. De met eenzelfde rij selectie-en geleidingslichamen (16) samenwerkende haken (3), (4) zijn bijgevolg opgesteld in twee evenwijdige rijen. De haken van deze rijen kunnen door respectievelijke in tegenfase op en neer bewegende messen (1), (2) meegenomen worden.
Op figuur l zijn drie selectie-en geleidingslichamen (16) van drie opeenvolgende rijen en de zes daarmee samenwerkende haken (3), (4) voorgesteld.
De haken (3), (4) zijn dunne metalen buigzame haken die op gekende wijze deel uitmaken van gaapvormingssytemen die door middel van niet op de figuren voorgestelde takelkoorden, en daarmee samenwerkende takelelementen een jacquardhevel automatisch op een aantal verschillende niveaus kunnen brengen. Deze verschillende niveaus worden bereikt door het al dan niet selecteren van de haken (3), (4) die tot zo'n gaapvormingssysteem behoren. De haken (3), (4) zijn bovenaan voorzien van een vensteropening (9).
Gedurende hun op en neergaande beweging op de messen (1), (2) bewegen de haken op en neer tussen de selectie-en geleidingslichamen (16) van naburige rijen. In hun bovenste dode punt komen ze tegenover het bovenste deel van hun selectie-en geleidingslichaam (16) te staan. In dit bovenste deel zijn twee elektromagnetische spoelen (niet zichtbaar op de figuren) voorzien om aan de respectievelijke tegenoverliggende zijden van het selectie- en geleidingslichaam (16) een elektromagnetische aantrekkingskracht uit te oefenen op een respectievelijke haak.
Daarvoor zijn er aan elke zijde poolplaten voorzien. Aan deze tegenoverliggende zijden heeft het selectie- en geleidingslichaam voorts ook haakvormige uitsteeksels (5), (6) die in de vensteropeningen (9) van de haken passen. Een door een mes (1), (2) naar boven gebrachte haak (3), (4) kan door de elektromagnetische kracht aangetrokken worden en tot tegen de poolplaten gebogen worden, zodat het haakvormig uitsteeksel (5), (6) in de vensteropening (9) terechtkomt. Hierdoor wordt de haak (3), (4), bij het terug neerwaarts bewegen van het mes (1), (2), opgehangen aan het uitsteeksel (5), (6).
<Desc/Clms Page number 10>
Het met deze haak samenwerkende mes (1), (2) beweegt ondertussen verder op en neer.
Telkens als het mes (1), (2) in zijn bovenste dode punt komt, kan de selectie beëindigd worden door geen elektromagnetische aantrekkingskracht meer uit te oefenen op de haak (3), (4), zodat de haak terug van de poolplaten wegveert, van het uitsteeksel (5), (6) afhaakt, en door het mes (1), (2) wordt meegenomen naar beneden.
In een onderste gedeelte van elk selectie-en geleidingslichaam (16) is voor elke haak (3), (4) een terugstelinrichting (7) voorzien. Voor elke haak (3), (4) is er een holle ruimte (12) voorzien waarin een schuiver (10) en een daarop inwerkende drukveer (13) voorzien zijn.
De schuiver (10) is op en neer verschuifbaar in de holle ruimte (12), en is grotendeels omsloten door een geleidingswand (11). De drukveer (13) zit tussen de bovenste vaste wand (14) van de geleidingsruimte (12) en de bovenkant van de schuiver (10).
Elke haak (3), (4) is enerzijds voorzien van een zijdelings uitspringende steunneus (15) waarmee de haak op een bovenste meeneemrand van een mes (1), (2) kan steunen, terwijl aan de tegenoverliggende zijde van de haak en nagenoeg op dezelfde hoogte een gelijkaardige aangrijpneus (8) voorzien is met een naar boven toe hellende bovenste rand. De schuiver (10) is onderaan voorzien van een steel met een afgeschuind eindvlak dat complementair is aan de hellende bovenrand van de aangrijpneus (8).
Langs de kant van de haak (3), (4) is de holle ruimte (12) open zodat de aangrijpneus (8) zieh in deze ruimte (12) kan uitstrekken gedurende het bovenste gedeelte van het bewegingstraject van de haak (3), (4) en op het einde van deze opwaartse beweging (bijvoorbeeld vanaf 1 cm onder het bovenste dode punt) tegen het eindvlak van de steel van de schuiver (10) aanstoot en de schuiver (10) tegen de neerwaarts gerichte veerkracht in meeneemt naar boven. Zo een schuiver (10) met drukveer (13) wordt voorzien voor elke individuele haak (3), (4). Per selectie-en geleidingslichaam (16) worden er dus twee dergelijke terugstelinrichtingen (7) naast elkaar voorzien.
<Desc/Clms Page number 11>
De jacquardhaken die door de heffingsmessen naar omhoog gebracht worden, komen op ongeveer 1 cm van het bovenste dode punt in ingrijping met de steel van de schuivers (16).
De drukveren (13) worden samengedrukt en dit zal beletten dat de haken (3), (4) bij het bereiken van het bovenste dode punt het mes (1), (2) verlaten en doorvliegen. Wanneer bij selectie de elektromagneet bekrachtigd wordt, buigt de haak (3), (4) naar de poolplaten en blijft daar kleven zolang de bekrachtiging aangehouden wordt. Wanneer nu het mes (1), (2) naar beneden beweegt en de terugstelkracht in de hamaskoord onvoldoende zou werken, dan blijft de haak (3), (4) kleven maar is niet behoorlijk opgehaakt. De terugstelkracht van de drukveer (13) op de schuiver (10) zal de wrijvingskrachten van deze haak wel overwinnen waardoor de haak (3), (4) naar beneden geduwd wordt tot de vensteropening (9) in de haak (3), (4) op het uitsteeksel (5), (6) inhaakt.
Deze veerdruk op de haak (3), (4) blijft behouden zolang de haak boven opgehaakt blijft. Een tijdelijke onderbreking in de terugstelkracht van de jacquardhevel zal dus niet leiden tot een afvallende haak. Wanneer een haak in zijn bovenste stand niet geselecteerd wordt, zal de drukveer (13) ervoor zorgen dat het stick-slip effect beter overwonnen wordt en dat de haak althans voor de eerste centimeter correct de neergaande beweging van het mes volgt. Eenmaal in beweging moet de terugstelkracht van het hamas volstaan voor de rest van de neergaande beweging.
Bijkomende voordelen van deze inrichting zijn : in de bovenste dode stand kunnen de haken niet meer van het mes doorvliegen, de vensteropening in de haak wordt beter voor de uitsprong gepositioneerd, dit geeft een meer betrouwbare selectie met minder slijtage, de haak wordt bij selectie correct op de uitsprong geduwd en daar gehouden of de haak wordt uit zijn stick-slip positie geduwd bij niet selectie. Hierdoor kan de inrichting aan zeer hoge snelheid werken en de voorspanning van de terugstelveren in het hamas kan verminderd worden. Dit leidt tot besparing in het aandrijfvermogen van de jacquardmachine.