BE1022692A9 - Takel voor inbouw in een takelinrichting van een jacquardmachine - Google Patents

Takel voor inbouw in een takelinrichting van een jacquardmachine Download PDF

Info

Publication number
BE1022692A9
BE1022692A9 BE20155033A BE201505033A BE1022692A9 BE 1022692 A9 BE1022692 A9 BE 1022692A9 BE 20155033 A BE20155033 A BE 20155033A BE 201505033 A BE201505033 A BE 201505033A BE 1022692 A9 BE1022692 A9 BE 1022692A9
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
shaft
hoist
flank
flank bodies
bodies
Prior art date
Application number
BE20155033A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1022692B1 (nl
BE1022692A1 (nl
Inventor
Medts Frederik De
John Andrew Griffiths
Matthew Theobald
Original Assignee
Nv Michel Van De Wiele
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to BE20155033A priority Critical patent/BE1022692A9/nl
Application filed by Nv Michel Van De Wiele filed Critical Nv Michel Van De Wiele
Priority to CN201680004868.6A priority patent/CN107109718B/zh
Priority to KR1020177023211A priority patent/KR102582828B1/ko
Priority to EP16704476.7A priority patent/EP3247828B1/en
Priority to PCT/IB2016/050271 priority patent/WO2016116873A1/en
Priority to US15/545,542 priority patent/US10358747B2/en
Priority to JP2017539354A priority patent/JP7048316B2/ja
Application granted granted Critical
Publication of BE1022692B1 publication Critical patent/BE1022692B1/nl
Publication of BE1022692A1 publication Critical patent/BE1022692A1/nl
Publication of BE1022692A9 publication Critical patent/BE1022692A9/nl
Priority to JP2020165676A priority patent/JP7101222B2/ja

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03CSHEDDING MECHANISMS; PATTERN CARDS OR CHAINS; PUNCHING OF CARDS; DESIGNING PATTERNS
    • D03C3/00Jacquards
    • D03C3/24Features common to jacquards of different types
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03CSHEDDING MECHANISMS; PATTERN CARDS OR CHAINS; PUNCHING OF CARDS; DESIGNING PATTERNS
    • D03C3/00Jacquards

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Pulleys (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een takel (1) voor inbouw in een takelinrichting van een Jacquardmachine, omvattende - een as (3); - een behuizing (4), omvattende twee flanklichamen (5), die voorzien zijn om de as (3) te bevestigen, zodat deze as (3) zich hoofdzakelijk tussen de flanklichamen (5) uitstrekt; - en een takelwiel (6), dat voorzien is om tussen de twee flanklichamen (5) roteerbaar omheen de as (3) opgesteld te zijn; waarbij de as (3) voorzien is van holtes (7, 10,11) en/of uitstekende gedeeltes voor het axiaal borgen van de flanklichamen (5).
Fig.4

Description

TAKEL VOOR INBOUW IN EEN TAKELINRICHTING VAN EEN
JACQUARDMACHINE
Deze uitvinding betreft een takel voor inbouw in een takelinrichting van een Jacquardmachine, omvattende - een as; - een behuizing, omvattende twee flanklichamen, die voorzien zijn om de as te bevestigen, zodat deze as zich hoofdzakelijk tussen de flanklichamen uitstrekt en zodat de flanklichamen axiaal geborgd zijn met behulp van de as in beide axiale richtingen; - en een takelwiel, dat voorzien is om tussen de twee flanklichamen rechtstreeks roteerbaar omheen de as opgesteld te zijn.
Daarnaast betreft deze uitvinding een takelinrichting voor een Jacquardmachine die een takel volgens deze uitvinding omvat.
Verder betreft deze uitvinding ook een Jacquardmachine, die een takelinrichting volgens deze uitvinding omvat.
Zoals bijvoorbeeld beschreven in WO 2014/076558 A2, worden Jacquardmachines ingezet om de kettingdraden in een weefmachine per weefcyclus in de juiste positie te brengen om in combinatie met de inslagdraden een gewenste binding met een gewenst patroon te realiseren.
Het in de juiste positie brengen van de kettingdraden gebeurt met behulp van takelinrichtingen. In een dergelijke takelinrichting is een takel voorzien van een bovenste en een onderste takelwiel. Voorbeelden van dergelijke takels zijn bijvoorbeeld gekend uit CH 380 046 A, CN 203 229 633 U, EP 0 526 820 A1 en CH 367 452 A.
Dergelijke takelinrichtingen worden bijvoorbeeld ingezet in Jacquardmachines voor het bewegen van de kettingdraden van enkelstuk vlakke weefmachines. Omheen het bovenste takelwiel is dan een bovenste takelkoord geslagen, die voorzien is van twee corresponderende haken (complementair hakenstel), die selectief kunnen meebewegen, bijvoorbeeld in tegenfase, met twee corresponderende messen waarbij de beweging van de corresponderende haken via de bovenste takelkoord wordt overgezet in een rotatie van het bovenste takelwiel. Door beïnvloeding van de haken met behulp van één of meer bijhorende selectoren, bijvoorbeeld elektromagnetische selectoren, worden de haken in hun bovenste of in hun onderste stand (afhankelijk van de uitvoering) vastgehouden voor de duur van één of meerdere weefcycli. Omheen het onderste takelwiel is een onderste takelkoord geslagen, die aan een uiteinde is verbonden met één of meerdere hevels, die voorzien zijn van een opening (heveloog) waardoorheen een kettingdraad loopt, ter instelling van de positie van deze kettingdraad. Een dergelijke hevel wordt afgeveerd, terwijl het andere uiteinde van de onderste takelkoord op een welbepaalde positie in de Jacquardmachine wordt gehouden.
Een gelijkaardige takelinrichting wordt toegepast in meergrijperweefmachines, die voorzien zijn om per weefcyclus meer dan één inslag op verschillende inslaginbrengniveaus te kunnen inbrengen. De bijhorende takelinrichting kan dan meerdere takels omvatten en/of extra omkeerwielen.
Gezien de stijgende trend om weefsels van hogere dichtheden te weven en/of om meer kleuren in een weefsel te voorzien, worden aan Jacquardmachines steeds hogere eisen gesteld betreffende het aantal takelinrichtingen dat voor een zelfde volume kan opgenomen worden in een Jacquardmachine. Alle oplossingen om een Jacquardmachine compacter te maken zijn bijgevolg van bijzonder groot belang. Om dit te kunnen bereiken, worden de takels bij voorkeur zo licht en zo goedkoop mogelijk uitgevoerd, waarbij ze toch per volume-eenheid zoveel mogelijk belasting moeten kunnen opnemen.
Er werden reeds verschillende takels ontwikkeld met dit doel voor ogen.
In een eerste gekende compacte takel zijn de takelwielen gevormd door een kunststof wielschijf te gieten rond een centrale opstaande flens van een metalen as. Deze opstaande flens die centraal is voorzien aan de metalen as, vormt op deze manier de kern voor het takelwiel. Twee flanklichamen die een behuizing voor deze takel vormen, zijn voorzien van uitsparingen waarin de uiteinden van de as roteerbaar aangebracht zijn, zodat de as met het centraal hieraan bevestigde takelwiel roteerbaar is opgesteld ten opzichte van deze flanklichamen. De flanklichamen dienen hiertoe echter voldoende stijf uitgevoerd te worden.
In een tweede nog compactere gekende takel - met alle kenmerken volgens het inleidende deel van de eerste conclusie - zijn de metalen assen daarom in uitsparingen van de flanklichamen geklemd, waarbij kunststof takelwielen roteerbaar omheen deze assen aangebracht zijn. Dankzij de klemming worden de flanklichamen op deze manier ook axiaal geborgd door de assen. De flanklichamen kunnen aan de uiteinden van deze assen in de takel niet naar buiten of naar binnen toe verplaatst worden, doordat de klemming met de assen dit verhindert. Door deze axiale borging kunnen deze flanklichamen zelf minder stijf en dus compacter en/of lichter en/of goedkoper uitgevoerd worden of kan deze takel voor een zelfde compactheid een langere levensduur hebben.
Het doel van deze uitvinding is de compactheid van een dergelijke takel verder te verhogen of bij een zelfde compactheid de levensduur van een dergelijke takel verder te verhogen.
Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een takel voor inbouw in een takelinrichting van een Jacquardmachine, omvattende - een as; - een behuizing, omvattende twee flanklichamen, die voorzien zijn om de as te bevestigen, zodat deze as zich hoofdzakelijk tussen de flanklichamen uitstrekt en zodat de flanklichamen axiaal geborgd zijn met behulp van de as in beide axiale richtingen; - en een takelwiel, dat voorzien is om tussen de twee flanklichamen rechtstreeks roteerbaar omheen de as opgesteld te zijn; waarbij de as voorzien is van holtes en/of uitstekende gedeeltes voor het axiaal borgen van de flanklichamen.
Om bij de hierboven beschreven takel volgens de stand van de techniek de axiale borging van de flanklichamen door de as te realiseren, dient de klemming van de as in de flanklichamen over een voldoende grote afstand gerealiseerd te worden. De as wordt volgens deze stand van de techniek aan zijn buitenzijde opgedeeld in een zone (werkingsgedeelte) waarrond het corresponderende takelwiel roteerbaar is opgesteld en een zone (houdgedeelte), die vastgeklemd wordt door de flanklichamen.
Door nu de as te voorzien van holtes en/of uitstekende gedeeltes voor het axiaal borgen van de flanklichamen, kan dit houdgedeelte aan de buitenomtrek van de as aanzienlijk ingekort worden of zelfs geëlimineerd worden, dit wanneer de verbinding tussen de flanklichamen en de as niet langer langs de buitenomtrek van de as gerealiseerd wordt, maar enkel nog via holtes met toegangsopeningen aan de uiteinden van de as. In dat laatste geval is enkel nog een inwendig houdgedeelte aan de binnenzijde van de as voorzien en niet langer een houdgedeelte aan de buitenomtrek van de as. Er zijn echter ook heel wat uitvoeringsvormen volgens de uitvinding waarbij het houdgedeelte nog steeds enkel aan de buitenomtrek van de as gesitueerd is of gedeeltelijk aan de buitenomtrek en gedeeltelijk aan de binnenzijde van de as.
Door beperken of elimineren van het houdgedeelte aan de buitenzijde van de as, kunnen de assen voor zelfde takelwielen korter uitgevoerd worden en kunnen de flanklichamen minder stijf uitgevoerd worden. Beide onderdelen (assen en flanklichamen) kunnen lichter uitgevoerd worden. Het geheel wordt compacter voor zelfde takelwielen. Wanneer een zelfde compactheid als bij de stand van de techniek vooropgesteld wordt, kan men zo een takel met een langere levensduur bekomen doordat het werkingsgedeelte van de as ten opzichte van het houdgedeelte kan vergroot worden in vergelijking met de takel van de stand van techniek.
De holtes en/of uitstekende gedeeltes van een dergelijke takel volgens de uitvinding kunnen allerlei vormen aannemen, zoals bijvoorbeeld inkepingen of insnoeringen in de buitenomtrek van de as, uitstulpingen of verdikkingen aan de buitenomtrek van de as, holtes centraal in de as met toegangsopeningen aan de uiteinden van de as, die op hun beurt verder voorzien kunnen worden van inkepingen, insnoeringen, uitstulpingen en/of verdikkingen, enz.
Een dergelijke as kan ééndelig of meerdelig uitgevoerd worden om zo de nodige holtes en/of uitstekende gedeeltes te voorzien.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een takel volgens deze uitvinding omvat de as aan zijn beide uiteinden een toegangsopening tot een genoemde holte in de as, en zijn de flanklichamen voorzien om via deze toegangsopening in de respectievelijke holte aan te grijpen. Op deze manier kan minstens een deel van het houdgedeelte van de as inwendig in de as voorzien worden in plaats van uitwendig. Bij voorkeur is een dergelijke as dan voorzien van een zich doorheen de as uitstrekkende holte als genoemde holte. Nog meer voorkeurdragend omvat een dergelijke as daarbij een uniforme dwarsdoorsnede om de productie ervan aanzienlijk te vereenvoudigen. Een dergelijke as kan dan bijvoorbeeld via trekken of via extrusie vervaardigd worden. Deze kan hierbij voordelig uit metaal vervaardigd worden. In tal van sectoren worden dergelijke holle assen met een kleine diameter (minder dan 3 mm, tot ca. 2 mm ) gebruikt, o.a. bij hydraulische toepassingen, bij precisie instrumenten, bij controle apparatuur, ... De grote beschikbaarheid hiervan garandeert bovendien de mogelijkheid om een hoog kwalitatief product te realiseren qua materiaalsoort, afwerking, ruwheid (Ra-waardes tot maximaal 0,4 μΜ), dimensies, enz., en dit voor een aanvaardbare prijs.
Een dergelijke as met een uniforme doorsnede is verder bij voorkeur uitgevoerd als een cirkelcilinder met een concentrische cilindrische holte.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van een takel volgens deze uitvinding zijn de flanklichamen voorzien voor het krachtgesloten klemmen van de as.
Wanneer een krachtgesloten klemming tussen de flanklichamen en de as voorzien wordt, dan is de as bij voorkeur aan zijn beide uiteinden voorzien van een toegangsopening tot een genoemde holte in de as en omvat hiertoe elk flanklichaam een uitsteeksel, dat voorzien is om via de respectievelijke toegangsopening in de respectievelijke holte aan te grijpen om de as krachtgesloten te klemmen.
Met een krachtgesloten klemming aan de binnenzijde van de as in plaats van aan de buitenzijde van de as - zoals bij de stand van de techniek - kan een groter deel van de buitenzijde van de as gebruikt worden als werkingsgedeelte voor het hierrond laten roteren van een takelwiel. De as zelf kan lichter uitgevoerd worden doordat deze hol is uitgevoerd. Ook de binnenzijde van de as wordt nu gebruikt, dit als houdgedeelte. De nuttige lengte van de as (inwendig en uitwendig) wordt hierdoor heel wat groter. Bijzonder voorkeurdragend klemmen de genoemde uitsteeksels van de flanklichamen samen deze as over nagenoeg het volledige binnenoppervlak van de as, zodat de nuttige lengte van de as gemaximaliseerd wordt.
De genoemde uitsteeksels van de flanklichamen kunnen voordelig hol uitgevoerd worden. De holte van deze uitsteeksels kan voor koeling zorgen, of er kan een extra klemmend element in deze holte aangebracht worden om een borging te realiseren.
In een specifieke uitvoeringsvorm van een takel volgens deze uitvinding is de as voorzien van een radiale insnoering als genoemde holte en/of van een radiale verdikking als genoemd uitstekend gedeelte.
Het is ook mogelijk om een as van een takel volgens deze uitvinding te voorzien van één of meerdere lokale holtes en/of uitstekende gedeeltes als genoemde holtes en/of uitstekende gedeeltes. Doordat dergelijke lokale holtes en/of uitstekende gedeeltes lokaal voorzien zijn, kunnen deze ook eenvoudig zonder klemming voor radiale borging van de as zorgen. De flanklichamen dienen dan voorzien te worden van uitsteeksels en/of holtes met een vorm corresponderend met de vorm van deze lokale holtes en/of uitstekende gedeeltes in de as.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een takel volgens deze uitvinding zijn de flanklichamen voorzien om de as radiaal te borgen. Dit radiaal borgen kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden met een klemming of bijvoorbeeld zoals hierboven beschreven met behulp van lokale holtes en/of uitstekende gedeeltes in de as en corresponderende uitsteeksels en/of holtes in het flanklichaam.
De as van een takel volgens deze uitvinding kan voordelig via perspassing verbonden worden met de flanklichamen.
Om wrijving tussen de as en het takelwiel te reduceren, wordt de as bij voorkeur voorzien van een coating. Deze coating is bij voorkeur een poreuze coating, zodat de as dankzij deze coating smeermiddel nog beter kan vasthouden.
Het takelwiel en de flanklichamen zijn bij voorkeur voorzien van respectievelijke groeven en ribben die samen een labyrintdichting vormen om smeermiddel beter vast te kunnen houden.
De as heeft verder bij voorkeur een hogere slijtvastheid dan het takelwiel.
Het takelwiel is bij voorkeur uit kunststof vervaardigd.
De behuizing van een takel volgens deze uitvinding is eveneens bij voorkeur uit kunststof vervaardigd. De lichtere en minder stijve flanklichamen kunnen uit een goedkopere kunststof vervaardigd worden.
Voorkeurdragend is de behuizing via spuitgieten vervaardigd. Dit laat ook een goedkopere keuze van materiaal toe, gezien spuitgieten van minder performante kunststoffen makkelijker en sneller verloopt.
Minstens één flanklichaam van een takel volgens deze uitvinding omvat bij voorkeur een groef, voor het borgen van een omheen het takelwiel geslagen takelkoord. Deze groef strekt zich bij voorkeur dwars op de lengterichting van de as over het ganse flanklichaam uit en loopt daarbij bij voorkeur startend vanaf ene zijde van het flanklichaam tot aan de tegenovergestelde zijde ervan door. Deze groef neemt bij voorkeur dezelfde gebogen vorm aan waarin het takelkoord rond het takelwiel wordt geslagen.
De behuizing van een takel volgens deze uitvinding is verder bij voorkeur tweedelig uitgevoerd, waarbij elk flanklichaam deel uitmaakt van een respectievelijk deel van de tweedelige behuizing. Dit laat een vlotte montage van de takel toe.
De twee delen van de tweedelige behuizing zijn bij voorkeur nagenoeg identiek, zodat omwisselen van beide delen de montage niet beïnvloedt.
Deze twee delen van de tweedelige behuizing zijn verder bij voorkeur met behulp van een perspassing en/of een klikverbinding onderling verbonden, zodat een montage mogelijk is zonder verlijming, verwarming of extra bevestigingsmiddelen, enz.
Het doel van deze uitvinding wordt daarnaast ook bereikt door te voorzien in een takelinrichting die een hierboven beschreven takel volgens deze uitvinding omvat.
Verder wordt het doel van deze uitvinding ook bereikt door te voorzien in een Jacquardmachine die een dergelijke takelinrichting volgens deze uitvinding omvat.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een uitvoeringsvorm van een takel volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze takel aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in - figuur 1 schetsmatig een takelinrichting is weergegeven met een takel; - figuur 2 een bijzondere uitvoeringsvorm van een takel volgens deze uitvinding schetsmatig in perspectief is weergegeven; - figuur 3 een as van een eerste specifieke uitvoeringsvorm van een takel volgens deze uitvinding schetsmatig in langsdoorsnede is weergegeven; - figuur 4 een deel van de eerste specifieke uitvoeringsvorm van een takel volgens deze uitvinding schetsmatig in doorsnede is weergegeven, ter hoogte van een as, waarbij de as in langsrichting is doorgesneden; - figuur 5 een deel van een variant van de eerste specifieke uitvoeringsvorm van een takel volgens deze uitvinding schetsmatig in doorsnede is weergegeven, ter hoogte van een takelwiel en de verbinding tussen twee flanklichamen; - figuur 6 een as van een tweede specifieke uitvoeringsvorm van een takel volgens deze uitvinding schetsmatig in langsdoorsnede is weergegeven; - figuur 7 een deel van de tweede specifieke uitvoeringsvorm van een takel volgens deze uitvinding schetsmatig in aanzicht is weergegeven, ter hoogte van een as; - figuur 8 het deel van de tweede specifieke uitvoeringsvorm uit figuur 7 schetsmatig in doorsnede is weergegeven, ter hoogte van de as, waarbij de as in langsrichting is doorgesneden; - figuur 9 een deel van een derde specifieke uitvoeringsvorm van een takel volgens deze uitvinding schetsmatig in doorsnede is weergegeven, ter hoogte van een as, waarbij de as in langsrichting is doorgesneden, vooraleer de flanklichamen via persen verbonden zijn met de as; - figuur 10 het deel van de derde specifieke uitvoeringsvorm uit figuur 9 schetsmatig in doorsnede is weergegeven nadat de flanklichamen via persen verbonden zijn met de as, - figuur 11 een deel van een vierde specifieke uitvoeringsvorm van een takel volgens deze uitvinding schetsmatig in doorsnede is weergegeven, ter hoogte van een as, waarbij de as in langsrichting is doorgesneden.
Een Jacquardmachine volgens de uitvinding omvat minstens twee rijen haken (24) en minstens twee messen die elk tegenover een rij haken (24) in tegenfase op en neer bewegen en de corresponderende haken (24) meenemen of niet meenemen.
In figuur 1 zijn twee haken (24) afgebeeld, die elk deel uitmaken van een respectievelijke rij haken (24). Deze twee haken (24) vormen een zogenaamd hakenstel.
Zoals in figuur 1 afgebeeld, zijn deze twee haken (24) verbonden met een bovenste takelkoord (2), die omheen een bovenste takelwiel (6) van een takel (1) is geslagen. Omheen het onderste takelwiel (6’) van deze takel (1) is een onderste takelkoord (2’) geslagen. Dit onderste takelkoord (2’) is aan een eerste uiteinde verbonden met één of meerdere hevels (23), die voorzien zijn van een opening (heveloog), waardoorheen een kettingdraad (22) loopt, ter instelling van de positie van deze kettingdraad (22). Een dergelijke hevel (23) wordt afgeveerd (25). Aan een tweede uiteinde is het onderste takelkoord (2’) op een welbepaalde positie (26) in de Jacquardmachine gehouden. Deze positie (26) kan een vaste positie zijn, of kan instelbaar zijn, dit bijvoorbeeld met behulp van een regelprofiel. Via het regelprofiel kan de hoogte van de hevelogen van de jacquardhevels (23) ingesteld worden zonder de gehele Jacquardmachine in hoogte te moeten instellen.
Door verplaatsen van de haken (24) wordt via het bovenste takelkoord (2) ook de positie van de takel (1) veranderd en wordt hierdoor via het onderste takelkoord (2’) ook de positie van de hevel (23) veranderd. Op deze manier kan de hierin aangebrachte kettingdraad (22) in een gewenste positie gebracht worden om met de inslagdraden (21) een gewenste binding met een gewenst patroon te realiseren.
Een takelinrichting kan naast de in figuur 1 afgebeelde onderdelen verder ook nog andere onderdelen omvatten, zoals bijvoorbeeld omkeerrollen, waaromheen een takelkoord (2, 2’) is geslagen, harnaskoorden, enz.
De takel (1) uit deze takelinrichting omvat de genoemde takelwielen (6, 6’), die elk roteerbaar omheen een as (3) zijn aangebracht.
Verder omvat de takel (1) flanklichamen (5), die aan weerszijden van de takelwielen (6, 6’) zijn opgesteld en die deel uitmaken van een behuizing (4) voor de takel (1). Deze flanklichamen (5) kunnen, zoals te zien is in figuur 2, voorzien zijn van vleugels (12) die zich tussen de takelwielen (6, 6’) uitstrekken om een omheen een takelwiel (6, 6’) geslagen koord (2) beter te geleiden. Deze vleugels (12) kunnen eventueel ook als afzonderlijke delen van de behuizing (4) voorzien worden.
De assen (3) en de flanklichamen (5) zijn onderling verbonden, op een zodanige manier dat de assen (3) de flanklichamen (5) axiaal borgen. Hiertoe zijn de assen (3) voorzien van holtes (7, 10, 11) en/of uitstekende gedeeltes, waarvoor hierna met enkele specifieke uitvoeringsvormen voorbeelden worden gegeven.
De assen (3) van een takel (1) volgens de uitvinding hebben bij voorkeur een hogere slijtvastheid dan de takelwielen (6, 6’).
De assen (3) kunnen hiertoe voorkeurdragend uit metaal vervaardigd worden. Dit kan voordelig een materiaal zijn dat bijvoorbeeld ook gebruikt wordt bij hydraulische toepassingen, bij precisie instrumenten, bij controle apparatuur ..., zodat de beschikbaarheid ervan groot is en hierdoor een hoog kwalitatief product gerealiseerd kan worden voor een beperkte kost. Meer specifiek zijn bijvoorbeeld roestvaste staalsoorten uit de AISI 300 reeks zoals AISI type 302, 304, 310, 316, ... bij voorkeur in een toestand aangeduid met “full hard” geschikte materialen voor een dergelijke as (3). Bij voorkeur wordt een dergelijke as (3) vervaardigd via een trekproces.
Om smeermiddelen beter vast te kunnen houden, wordt een dergelijke as (3) bij voorkeur voorzien van een poreuze coating. Een dergelijke coating kan bijvoorbeeld Tungsten disulfide zijn.
De takelwielen (6, 6’) worden bij voorkeur uit kunststof vervaardigd. Hier kan gedacht worden aan polyoxymethyleen (POM) of een nylon (PA6 of PA6.6), maar voor een meer duurzame oplossing kan ook aan polyether ether ketone (PEEK) gedacht worden. Aan deze kunststof worden bij voorkeur smeringsadditieven, zoals grafiet of teflon (polytetrafluorethyleen - PTFE) toegevoegd.
Om beter smeermiddelen vast te kunnen houden, kan een dergelijk takelwiel (6, 6’) ook voorzien worden van een labyrintdichting (14a, 14b), waarvan verder bij de specifieke uitvoeringsvormen voorbeelden worden gegeven.
Aan zijn omtrek is een dergelijk takelwiel (6, 6’) bij voorkeur voorzien van een sleuf (13) zoals in de figuren 2 en 5 is afgebeeld, om het hier omheen geslagen takelkoord (2) te geleiden.
De behuizing (4) van een takel (1) volgens de uitvinding wordt bij voorkeur uit kunststof vervaardigd. Polyamide 6.6 al of niet in combinatie met glasvezel, bijvoorbeeld 30% glasvezel, is bijvoorbeeld een geschikt materiaal voor een dergelijke behuizing (4), maar ook andere materialen zoals polyamide 6 en polyoxymethyleen (POM) komen in aanmerking als basiskunststof.
Voorkeurdragend is de behuizing (4) via spuitgieten vervaardigd. Dit laat een goedkopere keuze van materiaal toe.
Minstens één flanklichaam (5) van een takel (1) volgens deze uitvinding omvat bij voorkeur een groef (15), zoals in de bijzondere uitvoeringsvorm in figuur 2 is afgebeeld, voor het borgen van een omheen een takelwiel (6, 6’) geslagen takelkoord (2, 2’). Deze groef strekt zich bij voorkeur dwars op de lengterichting van de corresponderende as (3) over het ganse flanklichaam (5) uit en loopt daarbij bij voorkeur startend vanaf de ene zijde van het flanklichaam (5) tot aan de tegenovergestelde zijde ervan door. Deze groef neemt bij voorkeur dezelfde gebogen vorm aan waarin het takelkoord (2, 2’) rond het takelwiel (6, 6’) wordt geslagen.
De behuizing (4) is verder bij voorkeur tweedelig uitgevoerd, waarbij elk flanklichaam (5) deel uitmaakt van een respectievelijk deel van de tweedelige behuizing (4). De twee delen van de tweedelige behuizing (4) zijn bij voorkeur nagenoeg identiek, zodat omwisselen van beide delen de montage niet beïnvloedt. Deze twee delen zijn verder bij voorkeur met behulp van een perspassing (27a, 27b) en/of een klikverbinding onderling verbonden, zodat een montage mogelijk is zonder verlijming, verwarming of extra bevestigingsmiddelen, enz. In de in figuur 5 afgebeelde uitvoeringsvorm is een dergelijke perspassing (27a, 27b) afgebeeld. Hiertoe zijn de flanklichamen (5) voorzien van corresponderende holtes (27a) en groeven (27b).
Hierna worden bijzondere kenmerken van de in de figuren 3 tot 11 afgebeelde specifieke uitvoeringsvormen beschreven. In de figuren 4, 5 en 7-11 is telkens slechts een deel van de afgebeelde takel (6, 6’) ter hoogte van de bovenste as (3) afgebeeld. Hierbij is in de figuren 4 en 8-11 het bovenste takelwiel (6) telkens doorgesneden weergegeven en zijn in de figuren 4, 5 en 8-11 de flanklichamen (5) telkens doorgesneden weergegeven. Het takelwiel (6) kan op een gekende manier verder uitgewerkt zijn. De flanklichamen (5) kunnen onderaan op een gelijkaardige manier uitgewerkt zijn als het afgebeelde bovenste deel van de flanklichamen (5). Voor de duidelijkheid worden in figuren 4, 8 - 11 de doorsnedes van de flanklichamen (5) en de bijhorende behuizing (4) niet gearceerd voorgesteld. In figuur 5 werd de doorsnede van het takelwiel (6) voor de duidelijkheid niet gearceerd voorgesteld.
In de in figuren 3 en 4 afgebeelde eerste uitvoeringsvorm van een takel (1) volgens de uitvinding en in de in figuur 5 afgebeelde variant hiervan, is de afgebeelde as (3) een cirkelcilinder met centraal een concentrische cilindrische holte (7). De flanklichamen (5), zijn elk voorzien van een uitsteeksel (8), die via de corresponderende toegangsopening (9) in de holte (7) van de as (3) aangrijpt, zoals te zien is in de figuren 4 en 5.
Gezien de holte (7) van de as (3) zich doorheen de as (3) uitstrekt, en gezien de as (3) een uniforme dwarsdoorsnede heeft, kan deze op een bijzonder nauwkeurige manier via trekken of extrusie vervaardigd worden.
De uitsteeksels (8) van de flanklichamen (5) die in de holte (7) van de as (3) aangrijpen, klemmen de as (3) op een krachtgesloten manier. Hiertoe zijn deze uitsteeksels (8) via een perspassing in de as (3) aangebracht. In de figuren 4 en 5 zijn deze uitsteeksels (8) vol afgebeeld. Deze kunnen echter ook hol uitgevoerd worden, om voor koeling te zorgen, of om hierin een extra klemmend element aan te kunnen brengen om een borging te realiseren.
In de uitvoeringsvorm in figuur 4 strekken de uitsteeksels (8) van de flanklichamen (5) zich tot op een afstand van elkaar in de holte (7) van de as (3) uit. In de uitvoeringsvorm in figuur 5 strekken de uitsteeksels (8) van de flanklichamen (5) zich samen over de volledige lengte van de holte (7) van de as (3) uit, waarbij de uitsteeksels (8) elkaar centraal in deze holte (7) raken.
Dankzij de krachtgesloten klemming worden niet enkel de flanklichamen (5) axiaal geborgd door de as (3), maar is ook de as (3) radiaal geborgd door de flanklichamen (5), zodat deze as (3) niet kan roteren ten opzichte van de flanklichamen (5).
In de in de figuren 6 tot 8 afgebeelde tweede uitvoeringsvorm van een takel (1) volgens de uitvinding is de as (3) aan de onderzijde voorzien van twee inkepingen (10), nl. één per flanklichaam (5). In elk flanklichaam (5) is een elastisch deel (16) voorzien, dat elastisch ten opzichte van de rest van het flanklichaam (5) kan uitwijken. Dit elastische deel is bovenaan voorzien van een tand (17) dat in de corresponderende inkeping (10) in de as (3) aanbrengbaar is. Zo kunnen de as (3) en de flanklichamen (5) met behulp van een klikverbinding onderling verbonden worden.
Door vastklikken van de tand (17) van het elastische deel (16) in de corresponderende inkeping (10) wordt het betreffende flanklichaam axiaal geborgd door de as (3). Doordat de inkeping (10) enkel aan de onderzijde van de as (3) is voorzien, wordt zo ook de as (3) radiaal geborgd door de flanklichamen (5).
In deze afgebeelde tweede uitvoeringsvorm is per flanklichaam één enkele inkeping (10) voorzien. Er zouden alternatief echter ook meerdere holtes (10) voorzien kunnen worden per flanklichaam (5), waarbij de flanklichamen (5) van corresponderende tanden (17) voorzien worden.
In de in de figuren 9 en 10 afgebeelde derde uitvoeringsvorm van een takel (1) volgens de uitvinding is de as (3) per flanklichaam (5) voorzien van een radiale insnoering (11). De flanklichamen (5) worden, zoals te zien is in figuur 9 vóór bevestiging ervan voorzien van materiaal (19), dat, zoals te zien is in figuur 10, na persen vervormd tot een radiale ribbe (18) die in de corresponderende radiale insnoering (11) aangrijpt. De op deze manier gevormde radiale ribben (18) grijpen vormsluitend in de corresponderende insnoeringen (11) aan, zodat de flanklichamen (5) axiaal geborgd zijn door de as (3).
Dankzij de persing wordt ook een krachtgesloten klemming gerealiseerd, waardoor de as (3) ook radiaal geborgd wordt door de flanklichamen (5).
In een alternatieve uitvoeringsvorm kan de as (3) ook voorzien worden van een lokale holte in plaats van de afgebeelde radiale insnoering (11). Er kunnen zo ook meerdere lokale holtes verspreid over de omtrek van de as (3) voorzien worden, waarin analoog via persen materiaal van de flanklichamen (5) geperst wordt.
In de in de figuur 11 afgebeelde vierde uitvoeringsvorm van een takel (1) volgens de uitvinding is de as (3) een eerste uiteinde op een analoge manier als bij de derde afgebeelde uitvoeringsvorm voorzien van een radiale insnoering (11), waarin door persing een radiale ribbe (18) van het corresponderende flanklichaam (5) aangrijpt, dit met de hierboven beschreven voordelen. Aan zijn andere uiteinde is de as (3) voorzien van een vertanding (20), waarin via persing materiaal van het corresponderende flanklichaam (5) ook vormsluitend aangrijpt. Naast de radiale borging door de persing zorgt de vertanding hierbij voor een extra radiale borging van de as.
In de figuren 4 en 8-11 is het takelwiel (6) telkens zijdelings voorzien van groeven (14a) waarin een ribbe (14b) van de flanklichamen (5) aangrijpt. Deze vormen samen een labyrintdichting (14a, 14b) die voorzien is om smeermiddelen in de ruimte tussen de as (3), flanklichamen(5) en takelwiel (6) te houden. Een dergelijke labyrintdichting kan ook uit meerdere en/of complexere groef-ribbe combinaties bestaan.
De afgebeelde assen (3) zijn telkens ééndelig uitgevoerd. Deze zouden alternatief ook meerdelig uitgevoerd kunnen worden, bijvoorbeeld wanneer dit de productie ervan vereenvoudigt of wanneer aan deze delen met afwijkende materialen afwijkende eigenschappen worden meegegeven.
Het is duidelijk dat in alle uitvoeringsvormen waarin sprake is van holtes en/of insnoeringen in de as gecombineerd met uitsteeksels van de flanklichamen ook corresponderende uitvoeringsvormen mogelijk zijn waarin uitstekende delen zijn voorzien op de as en holtes en/of insnoeringen in de flanklichamen.

Claims (15)

  1. C O N C L U S I E S
    1. Takel (1) voor inbouw in een takelinrichting van een Jacquardmachine, omvattende - een as (3); - een behuizing (4) omvattende twee flanklichamen (5), die voorzien zijn om de as (3) te bevestigen, zodat deze as (3) zich hoofdzakelijk tussen de flanklichamen (5) uitstrekt en zodat de flanklichamen (5) axiaal geborgd zijn met behulp van de as (3) in beide axiale richtingen; - en een takelwiel (6, 6’), dat voorzien is om tussen de twee flanklichamen (5) rechtstreeks roteerbaar omheen de as (3) opgesteld te zijn; met het kenmerk dat de as (3) voorzien is van holtes (7, 10, 11) en/of uitstekende gedeeltes voor het axiaal borgen van de flanklichamen (5).
  2. 2. Takel (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de as (3) aan zijn beide uiteinden een toegangsopening (9) tot een genoemde holte (7) in de as (3) omvat, en dat de flanklichamen (5) voorzien zijn om via deze toegangsopening (9) in de respectievelijke holte (7) aan te grijpen.
  3. 3. Takel (1) volgens één van de conclusies 2, met het kenmerk dat de as (3) voorzien is van een zich doorheen de as (3) uitstrekkende holte (7) als genoemde holte (7).
  4. 4. Takel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de flanklichamen (5) voorzien zijn voor het krachtgesloten klemmen van de as (3).
  5. 5. Takel (1) volgens één van de conclusies 2 of 3 en conclusie 4, met het kenmerk dat elk flanklichaam (5) een uitsteeksel (8) omvat, dat voorzien is om via de respectievelijke toegangsopening (9) in de respectievelijke holte (7) aan te grijpen om de as (3) krachtgesloten te klemmen.
  6. 6. Takel (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de genoemde uitsteeksels (8) van de flanklichamen (5) samen over nagenoeg het volledige binnenoppervlak van de as (3) deze as (3) klemmen.
  7. 7. Takel (1) volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat de genoemde uitsteeksels (8) van de flanklichamen (5) hol zijn uitgevoerd.
  8. 8. Takel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de as (3) voorzien is van een radiale insnoering (11) als genoemde holte (7, 10, 11) en/of voorzien is van een radiale verdikking als genoemd uitstekend gedeelte.
  9. 9. Takel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de flanklichamen (5) voorzien zijn om de as (3) radiaal te borgen.
  10. 10. Takel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de as (3) via perspassing is verbonden met de flanklichamen (5).
  11. 11. Takel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de as (3) gecoat is met behulp van een poreuze coating.
  12. 12. Takel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de as (3) een hogere slijtvastheid heeft dan het takelwiel (6, 6’).
  13. 13. Takel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het takelwiel (6, 6’) en de flanklichamen (5) voorzien zijn van respectievelijke groeven (14a) en ribben (14b) die samen een labyrintdichting (14a, 14b) vormen.
  14. 14. Takelinrichting voor een Jacquardmachine, met het kenmerk dat deze takelinrichting een takel (1) volgens één van de voorgaande conclusies omvat.
  15. 15. Jacquardmachine, met het kenmerk dat deze Jacquardmachine een takelinrichting volgens conclusie 14 omvat.
BE20155033A 2015-01-22 2015-01-22 Takel voor inbouw in een takelinrichting van een jacquardmachine BE1022692A9 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20155033A BE1022692A9 (nl) 2015-01-22 2015-01-22 Takel voor inbouw in een takelinrichting van een jacquardmachine
KR1020177023211A KR102582828B1 (ko) 2015-01-22 2016-01-20 자카드 머신의 풀리 기구에의 설치하기 위한 풀리
EP16704476.7A EP3247828B1 (en) 2015-01-22 2016-01-20 Pulley for installation in a pulley mechanism of a jacquard machine
PCT/IB2016/050271 WO2016116873A1 (en) 2015-01-22 2016-01-20 Pulley for installation in a pulley mechanism of a jacquard machine
CN201680004868.6A CN107109718B (zh) 2015-01-22 2016-01-20 安装在提花织机的滑轮机构中的滑轮
US15/545,542 US10358747B2 (en) 2015-01-22 2016-01-20 Pulley for installation in a pulley mechanism of a jacquard machine
JP2017539354A JP7048316B2 (ja) 2015-01-22 2016-01-20 ジャカード機の滑車機構に取り付ける滑車
JP2020165676A JP7101222B2 (ja) 2015-01-22 2020-09-30 ジャカード機の滑車機構に取り付ける滑車

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20155033A BE1022692A9 (nl) 2015-01-22 2015-01-22 Takel voor inbouw in een takelinrichting van een jacquardmachine

Publications (3)

Publication Number Publication Date
BE1022692B1 BE1022692B1 (nl) 2016-07-26
BE1022692A1 BE1022692A1 (nl) 2016-07-26
BE1022692A9 true BE1022692A9 (nl) 2016-10-07

Family

ID=53058956

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20155033A BE1022692A9 (nl) 2015-01-22 2015-01-22 Takel voor inbouw in een takelinrichting van een jacquardmachine

Country Status (7)

Country Link
US (1) US10358747B2 (nl)
EP (1) EP3247828B1 (nl)
JP (2) JP7048316B2 (nl)
KR (1) KR102582828B1 (nl)
CN (1) CN107109718B (nl)
BE (1) BE1022692A9 (nl)
WO (1) WO2016116873A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3112509A1 (en) * 2015-07-02 2017-01-04 NV Michel van de Wiele Connecting member for connecting elements of a shed forming mechanism for a weaving machine with each other
EP3739092B1 (en) * 2019-05-13 2023-07-19 Stäubli Italia S.p.A. Shedding device for labelling on selvedges or on fabrics on a weaving loom and method for adjusting such a shedding device

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH367452A (de) * 1958-04-19 1963-02-15 Rueti Ag Maschf Jacquardmaschine mit Doppelrollenelementen
AT217387B (de) * 1959-05-15 1961-09-25 Rueti Ag Maschf Doppelrollenelement für Jacquard-Maschinen
IT1250280B (it) * 1991-08-06 1995-04-07 Skf Ind Spa Dispositivo tendifilo con cuscinetti volventi
JPH0527066U (ja) * 1991-09-20 1993-04-06 村田機械株式会社 ジヤカードの通糸吊下装置
EP0699787B1 (en) * 1994-06-22 2000-05-24 N.V. Michel Van de Wiele Apparatus for the selection of shedding devices by means of bending elements
EP0807702A1 (de) * 1996-05-15 1997-11-19 Sulzer RàœTi Ag Einrichtung zum Befestigen eines Körpers und Schafttrieb mit einer derartigen Einrichtung
TR199902503T2 (xx) * 1997-04-09 2000-05-22 Textilma Ag Pn�matik atk� ipli�i beslemeli dokuma makinas�.
BE1011711A5 (nl) * 1998-01-19 1999-12-07 Wiele Michel Nv Van De Gaapvormingsinrichting voor het individueel sturen van de kettingdraden van een weefmachine.
BE1013353A5 (nl) * 2000-03-17 2001-12-04 Wiele Michel Van De Nv Hakenselectie-inrichting voor een gaapvormingsinrichting voor een weefmachine.
BE1016559A4 (nl) * 2005-03-21 2007-01-09 Wiele Michel Van De Nv Jacquardinrichting.
CN201149043Y (zh) * 2008-01-24 2008-11-12 曹光斗 联轴器中间节新型结构
CN201686798U (zh) * 2010-05-13 2010-12-29 浙江奇汇电子提花机有限公司 一种电子提花机电磁阀组件的滑轮支架结构
BE1021506B1 (nl) 2012-11-19 2015-12-03 Nv Michel Van De Wiele Module geschikt voor inbouw in een jaquardmachine
CN203229633U (zh) * 2013-03-05 2013-10-09 上虞市华能纺器厂 带围板防护装置的织布提花机滑轮
CN203624711U (zh) * 2013-12-23 2014-06-04 武汉力为汽车电气有限公司 收线机多型线轴夹具

Also Published As

Publication number Publication date
US10358747B2 (en) 2019-07-23
JP7048316B2 (ja) 2022-04-05
JP2018506655A (ja) 2018-03-08
BE1022692B1 (nl) 2016-07-26
JP7101222B2 (ja) 2022-07-14
EP3247828B1 (en) 2021-03-03
KR102582828B1 (ko) 2023-09-25
CN107109718B (zh) 2020-06-09
CN107109718A (zh) 2017-08-29
KR20170104610A (ko) 2017-09-15
BE1022692A1 (nl) 2016-07-26
US20180044821A1 (en) 2018-02-15
EP3247828A1 (en) 2017-11-29
WO2016116873A1 (en) 2016-07-28
JP2021004439A (ja) 2021-01-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1022692A9 (nl) Takel voor inbouw in een takelinrichting van een jacquardmachine
CN102041658B (zh) 洗衣机及其平衡器
JP5946825B2 (ja) 引出しガイド用の移動キャリッジケージの回転体
CN101548111B (zh) 用于滚子轴承的金属保持架
AU2014200730B2 (en) Roller wheel carriage and bearing assembly
CN102121337B (zh) 传动杆金属配件的传动装置、传动杆金属配件及具有传动杆金属配件的窗、门或类似物
CN104512523B (zh) 自行车操作装置
CN110030311B (zh) 弹簧套筒、缸体、活塞缸单元及制造活塞缸单元的方法
CN101529103A (zh) 套筒轴承组件及构成方法
ITTO970243A1 (it) Cuscinetto
WO2019054197A1 (ja) 滑り軸受
DE102017103936A1 (de) Rotor mit einem Lager
NL2014092B1 (nl) Overbrengorgaan en transmissie voorzien van een dergelijke overbrengorgaan.
US20230228025A1 (en) Stabilizer for a rotatable drum
EP1767684A1 (en) Support for a rolling contact bearing holder for a washing machine
US5513503A (en) Strand guiding device for circular knitting machines
CN109457383B (zh) 经编机中线卷辊的减震装置
JP7105697B2 (ja) 滑り軸受
US11118624B2 (en) Cageless full-complement anti-friction bearing and planetary gearbox having such an anti-friction bearing
CN101565867B (zh) 带有铰链的压紧辊
CN201068504Y (zh) 织袜机的针筒装置
DE602006011023D1 (de) Konstruktionsverfahren für eine Trommel-/Laugenbehälteranordnung einer Waschmaschine
CN105366441A (zh) 筒管紧涨轴及化纤长丝卷绕装置
CN111005172A (zh) 一种布料印染染缸用辊刷
CN109923324A (zh) 三球销滚子和三球销式万向节

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220131