BE1012693A3 - Heftruck. - Google Patents

Heftruck. Download PDF

Info

Publication number
BE1012693A3
BE1012693A3 BE9900377A BE9900377A BE1012693A3 BE 1012693 A3 BE1012693 A3 BE 1012693A3 BE 9900377 A BE9900377 A BE 9900377A BE 9900377 A BE9900377 A BE 9900377A BE 1012693 A3 BE1012693 A3 BE 1012693A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
boom
support
frame
follower
forklift truck
Prior art date
Application number
BE9900377A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Callens Ludo Genoemd Ludwig Wi
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Callens Ludo Genoemd Ludwig Wi filed Critical Callens Ludo Genoemd Ludwig Wi
Priority to BE9900377A priority Critical patent/BE1012693A3/nl
Priority to JP2000621274A priority patent/JP2003500317A/ja
Priority to PCT/BE2000/000057 priority patent/WO2000073198A2/en
Priority to AT00930890T priority patent/ATE288399T1/de
Priority to DE60017893T priority patent/DE60017893T2/de
Priority to EP00930890A priority patent/EP1181234B1/en
Priority to US09/926,668 priority patent/US6705826B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1012693A3 publication Critical patent/BE1012693A3/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66FHOISTING, LIFTING, HAULING OR PUSHING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. DEVICES WHICH APPLY A LIFTING OR PUSHING FORCE DIRECTLY TO THE SURFACE OF A LOAD
    • B66F9/00Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes
    • B66F9/06Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes movable, with their loads, on wheels or the like, e.g. fork-lift trucks
    • B66F9/065Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes movable, with their loads, on wheels or the like, e.g. fork-lift trucks non-masted

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Forklifts And Lifting Vehicles (AREA)
  • Vending Machines For Individual Products (AREA)
  • Auxiliary Devices For And Details Of Packaging Control (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een heftruck die een verrijdbaar gestel (1) bevat, een daarop kantelbaar aangebrachte giek (3) en kantelmiddelen (7) om deze giek (3) te kantelen, waarbij de giek (3) aan het gestel (1) kantelbaar vastegemaakt is onder tussenkomst van een steun (5) die ten opzichte van het gestel (1) verplaatsbaar is in de langsrichting van dit gestel (1) en de heftruck verplaatsingsmiddelen (8) bevat om deze steun (5) te verplaatsen die gekoppeld zijn aan de kantelmiddelen (7) voor de giek (3), zodat deze kantel-middelen (7) en de verplaatsingsmiddelen (8) samen tegelijk de giek (3) kantelen en de steun (5) van de giek (3) verplaatsen op zulkdanige manier dat het voorste uiteinde van de giek (3) een baan beschrijft die nagenoeg loodrecht is ten opzichte van voornoemde langsrichting van het gestel (1).

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Heftruck. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een heftruck die een verrijdbaar gestel bevat, een daarop kantelbaar aangebrachte giek en kantelmiddelen om deze giek te kantelen. 



  Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een heftruck voor het verplaatsen en stapelen van containers, paletten, spoelen, andere goederen en zware voorwerpen. 



  De meeste heftrucks zijn uitgerust met een twee-of meervoudige uitschuifbare mast die vooraan opgesteld is en waarover een vorkendrager verticaal beweegbaar is. 



  Deze heftrucks bieden het voordeel dat de vorkendrager zieh loodrecht verplaatst en tijdens deze beweging op zichzelf geen beweging uitvoert, maar wanneer ze een grote hefhoogte hebben, bezitten ze noodzakelijkerwijze een grote bouwhoogte, vooral te wijten aan de hoge mast. De totale hoogte wordt nog groter bij het transport van deze heftrucks op een vrachtwagen. 



  Deze grote bouwhoogte en dus doorrijhoogte kan in een aantal omstandigheden nadelig zijn, bijvoorbeeld bij het doorrijden in relatief lage doorgangen op fabrieksterreinen of in magazijnen, onder bruggen of in tunnels op de rijweg of aan boord van schepen. 



  Voor een bepaalde hefhoogte kan de bouwhoogte wel worden verkleind door het aantal delen van de mast te vergroten, maar dit maakt de bouw veel complexer terwijl de heftruck kwetsbaarder wordt en meer onderhoud vergt. Het grotere 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 aantal mastdelen beperkt ook in grote mate het zieht van de bestuurder. 



  Het feit dat de mast vooraan en met name voor de voorwielen is gelegen, heeft niet enkel een nadelig effect op de zichtbaarheid maar heeft ook als gevolg dat het gewicht van de opgenomen lasten aangrijpt voor deze voorwielen en dus zware tegengewichten achteraan nodig zijn om het kantelen van de heftruck te vermijden. 



  Heftrucks met een kantelbare giek vermijden een groot aantal van voornoemde nadelen. 



  Een normale giek die rond een op een vaste plaats gelegen as kantelt, biedt het nadeel dat het uiteinde van de giek en bijgevolg de vorkendrager een cirkelvormige beweging uitvoert rond deze   as.   



  Doordat de kantelas op een afstand boven de grond gelegen is terwijl de giek met haar uiteinde tot op de grond kan komen, zal tijdens een gedeelte van deze cirkelvormige beweging het uiteinde van de giek zieh naar voor verplaatsen. In sommige gevallen kan, indien de heftruck niet tijdig achteruit gereden wordt, de opgenomen last tegen andere voorwerpen botsen wat dus beschadigingen voor gevolg kan hebben. 



  Ook bij het op grote hoogte nemen of plaatsen van een last kan, doordat deze meer naar achter gelegen is, de heftruck te ver naar voor worden gereden en botsen tegen lager gelegen lasten of dergelijke. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 Daarenboven verandert bij het heffen of dalen het zwaartepunt van het geheel, hetgeen de stabiliteit van de heftruck nadeling kan beïnvloeden. 



  De last kan zelfs boven de stuurcabine komen te liggen, hetgeen vrij gevaarlijk is. 



  Het uiteinde van de giek kan wel min of meer een rechte baan volgen door het in-of uitschuiven van deze giek wanneer deze laatste telescopisch is. 



  Een telescopische giek met een inrichting om in- en uit te schuiven, is evenwel merkelijk duurder dan een niet-uitschuifbare. 



  Daarenboven moet voor grote lasten, waarbij de telescopische giek vrij zwaar moet uitgevoerd worden, het onderste buisvormige deel van de giek dat dus door de scharnieras met het gestel verbonden is, grote afmetingen onder meer in de hoogterichting bezitten. Doordat dit gedeelte naast de stuurcabine gelegen is, wordt hierdoor de zijdelingse zichtbaarheid van de bestuurder tot nul herleid en moeten speciale dure en kwetsbare elektronische middelen zoals camera's gebruikt worden om deze zichtbaarheid te herstellen. 



  De uitvinding heeft een heftruck met wentelbare giek als doel die voornoemde nadelen verhelpt en zonder dat de giek telescopisch moet zijn toch toelaat dat het uiteinde ervan bij het kantelen een nagenoeg verticale baan beschrijft. 



  Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de giek niet rechtstreeks aan het gestel vastgemaakt is maar onder tussenkomst van een steun die ten opzichte van het 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 gestel verplaatsbaar is in de langsrichtig van dit gestel en de heftruck verplaatsingsmiddelen bevat om deze steun te verplaatsen die gekoppeld zijn aan de kantelmiddelen, zodat deze kantelmiddelen en de verplaatsingsmiddelen samen tegelijk de giek kantelen en de steun van de giek verplaatsen op zulkdanige manier dat het voorste uiteinde van de giek een baan beschrijft die nagenoeg loodrecht is ten opzichte van voornoemde langsrichting van het gestel. 



  Doordat de giek niet uitschuifbaar moet zijn, kan ze uit een vakwerk bestaan waardoor de zichtbaarheid voor de bestuurder sterk toeneemt en de constructie lichter kan worden gemaakt. 



  De steun kan bestaan uit een slede die verschuifbaar is over een geleiding die op het gestel vastgemaakt is. 



  De kantelmiddelen voor de giek kunnen zowel   één   of meer hydraulische of pneumatische vijzels bevatten als een of meer elektrische vijzels bevatten. 



  De verplaatsingsmiddelen om de steun van de giek ten opzichte van het gestel te verplaatsen, kunnen eveneens   één   of meer hydraulische, pneumatische of elektrische vijzels bevatten. 



  De verplaatsingsmiddelen voor de steun en de kantelmiddelen voor de giek kunnen zuiver mechanisch gekoppeld zijn, in welk geval de koppeling door een van voornoemde middelen, bij voorkeur de verplaatsingsmiddelen voor de steun, kunnen gevormd zijn. 



  De verplaatsingsmiddelen en de kantelmiddelen kunnen aan elkaar gekoppeld zijn door een koppeling die middelen bevat 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 om de hellingshoek van de giek te meten of de stand van de steun te meten en stuurmiddelen om de verplaatsingsmiddelen, respectievelijk de kantelmiddelen, te besturen in functie van de meting. 



  Hierbij kan de koppeling zowel een sensor bevatten om de hellingshoek van de giek te meten als een lineaire sensor om de stand van de steun ten opzichte van het gestel te meten, en een elektronische besturing die volgens een vooraf ingebracht verband dat tussen de hellingshoek en de stand van de steun vereist is om voornoemde nagenoeg loodrechte beweging van het voorste uiteinde van de giek te verkrijgen, in functie van de gemeten hoek van de giek of de gemeten stand van de steun de verplaatsingsmiddelen om voor de steun, respectievelijk de kantelmiddelen voor de giek, besturen. 



  De hellingshoek kan zowel rechtstreeks worden gemeten als onrechtstreeks door bijvoorbeeld de verandering van lengte te meten van de vijzel om de giek te kantelen aangezien er een vast verband tussen beide bestaat. Ook de plaats van de steun ten opzichte van het gestel kan onrechtstreeks gemeten worden door de verandering van lengte van de vijzel om de steun te verplaatsen te meten. 



  Een andere mogelijkheid bestaat erin dat de verplaatsingsmiddelen en de kantelmiddelen aan elkaar gekoppeld zijn door een koppeling die een sjabloon en een volger bevat, waarbij de sjabloon vast is ten opzichte van het gestel en een bepaalde baan oplegt aan de volger, en de koppeling middelen bevat om een verandering te detecteren in verticale afstand tussen de volger en een punt dat op een afstand van de meetkundige kantelas vast is aan de giek en om in functie daarvan de verplaatsingsmiddelen voor de 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 steun te besturen zodat voornoemde verandering in verticale afstand gecompenseerd wordt. 



  Met het inzicht de kenmerken van een heftruck volgens de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch een zijaanzicht weergeeft van een heftruck volgens de uitvinding, waarbij de giek in haar laagste stand staat ; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn   11-11   in figuur   1 ;   figuur 3 een zijaanzicht weergeeft gelijkaardig aan dit van figuur   1,   waarbij de giek in een hogere stand staat ; figuur 4 een zijaanzicht weergeeft gelijkaardig aan dit van figuur 3, waarbij de giek in zijn hoogste stand staat ;

   figuur 5 een zijaanzicht weergeeft analoog aan dit van figuur 4, maar met betrekking tot een andere uitvoeringsvorm van de heftruck volgens de uitvinding ; figuur 6 op schematische wijze de besturing weergeeft van de middelen om de giek te kantelen en te verschuiven ; figuur 7 analoog aan figuur 6 schematisch de besturing voor de giek weergeeft, maar met betrekking tot een andere uitvoeringsvorm van deze besturing ; figuur 8 analoog aan figuren 6 en 7 schematisch de besturing voor de giek weergeeft, maar met betrekking tot een nog andere uitvoeringsvorm van deze besturing ; figuur 9 analoog aan de figuren 6 tot 8 de besturing van de middelen om de giek te kantelen en te 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 verschuiven weergeeft, maar met betrekking tot een andere uitvoeringsvorm zowel van deze besturing als van de middelen om de giek te kantelen en te verplaatsen zelf. 



  De heftruck weergegeven in de figuren 1 tot 4 bevat in hoofdzaak een verrijdbaar gestel l dat door wielen 2 gedragen wordt en een niet-uitschuifbare giek 3 die rond een horizontale kantelas 4 kantelbaar op een steun 5 vastgemaakt is die over een op het gestel 1 vastgemaakte en in de langsrichting, dit is van achter naar voor, gerichte geleiding 6 verplaatsbaar zijn terwijl kantelmiddelen 7 aanwezig zijn om de giek 3 te kantelen en verplaatsingsmiddelen 8 om de steun 5 over de geleiding te verschuiven. 



  Het gestel l kan zelf-verrijdend zijn en hiertoe een niet in de figuren 1 tot 4 weergegeven motor bezitten die op het gestel 1 is opgesteld. 



  De giek 3 is gevormd door een vakwerk. 



  Deze giek 3 vertoont een knik zodat wanneer het achterste deel ervan nagenoeg horizontaal op het gestel 1 neerligt, het voorste gedeelte schuin naar beneden is gericht en met haar voorste uiteinde praktisch op de bodem 9 komt te liggen zoals weergegeven in figuur 1. 



  Op het voorste uiteinde of het hefpunt van deze giek 3 is een vorkendrager 10 met zijn onderkant scharnierend bevestigd. Aan deze vorkendrager 10 kunnen vorken 11 worden opgehangen. 



  Het is duidelijk dat ook andere onderdelen aan de vorkendrager 10 kunnen worden vastgemaakt zoals een doorn 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 voor het dragen van rollen. Ook de vorkendrager 10 is losneembaar en kan door andere werktuigen worden vervangen. 



  Om de vorkendrager 10 bij het kantelen van de giek 3 verticaal te houden, is de bovenkant ervan scharnierend vastgemaakt aan een stang 12 die scharnierend vast is aan een uiteinde van een langwerpige omkeerplaat 13. 



  Deze omkeerplaat 13 is in haar midden scharnierend met het vakwerk van de giek 3 verbonden en met haar ander uiteinde scharnierend vastgemaakt aan een tweede stang 14 die ook scharnierend vast is aan de steun 5, op een afstand van de kantelas 4. 



  Andere mechanismen kunnen aanwezig zijn om de vorkendrager 10 verticaal te houden zoals bijvoorbeeld een hydraulisch mechanisme. 



  Dit laat toe om, indien gewenst toch de vorkdenrager 10 te kantelen rond zijn scharnierende bevestiging op de giek 3. 



  Dit kan in een variante ook op een eenvoudige manier verwezenlijkt worden door in de uitvoeringsvorm volgens de figuren 1 tot 4 de stang 12 te vervangen door een hydraulische cilinder 15 zoals weergegeven in figuur 5. 



  De kantelmiddelen 7 om de giek 3 te kantelen, zijn in weergegeven voorbeelden volgens de figuren 1 tot 4 en volgens figuur 5 gevormd door een hydraulische vijzel. Deze vijzel bevat een cilinder 16 die vooraan scharnierend met 
 EMI8.1 
 het gestel is verbonden, en een zuigerstang 17 die ter plaatse van een knik scharnierend aan de giek 3 vastgemaakt is. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 In plaats van   één   hydraulische vijzel kunnen de kantelmiddelen 7 er ook twee bevatten. 



  De steun 5 vormt een slede die verschuifbaar is over twee horizontale stangen 18 die zieh in de langsrichting van het gestel 1 en dus van achter naar voor uitstrekken en die met hun beide uiteinden aan delen van het gestel 1 vastgemaakt zijn. 



  In een variante kan deze steun 5 een wagen zijn die door middel van rollen verrijdbaar is in twee zijdelings opgestelde horizontale profielbalken. 



  De verplaatsingsmiddelen 8 voor deze steun 5 zijn evenals de kantelmiddelen 7 gevormd door een hydraulische vijzel waarvan de cilinder 19 achter de achterste wielen 2 scharnierend met het gestel 1 is verbonden en de zuigerstang 20 scharnierend vastgemaakt is aan de voorkant van de steun 5, nagenoeg ter hoogte van de, achteraan de steun gelegen, kantelas 4. 



  Beide hydraulische vijzels zijn in een hydraulisch circuit aangebracht met een besturing. Dit circuit dat voor de voeding van de hydraulische vijzels zorgt en de erbij horende besturing zijn duidelijkheidshalve niet in de figuren 1 tot 5 weergegeven. 



  In figuur 6 zijn de besturing en het ciruit gedeeltelijk weergegeven in zoverre nodig om de uitvinding duidelijk te maken. 



  De hydraulische vijzel die de kantelmiddelen 7 vormt om de giek 3 te kantelen, wordt gevoed via elektrisch bestuurde 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 kleppen die bestuurd worden vanuit de stuurcabine 21 die naast de giek 3 op het gestel l is opgesteld. 



  De hydraulische vijzel die de verplaatsingsmiddelen 8 vormt om de steun 5 te verplaatsen, wordt eveneens gevoed via hydraulische leidingen 22 en kleppen die ingebouwd zijn in een kleppenblok 23 maar die automatisch elektrisch worden bediend door een besturingsinrichting 24 in functie van de stand van de giek 3 zodanig dat bij kanteling van de giek 3 het voorste uiteinde ervan zieh nagenoeg verticaal en dus 
 EMI10.1 
 loodrecht op de langsrichting van het gestel verplaatst, volgens een baan die in de figuren 1, 3, 4 en 5 in punt-streeplijn weergegeven is. Zonder verplaatsing van de steun 5 zou het voorste uiteinde van de giek 3 een cirkelvormige baan beshrijven zoals in streeplijn in figuur 1 is weergegeven. 



  Dit betekent dat er een koppeling is tussen de kantelmiddelen 7 en de verplaatsingsmiddelen 8, welke koppeling zoals in detail is weergegeven in figuur 6 een volger 25 bevat die verplicht wordt een sjabloon 26 te volgen. 



  Deze volger 25 is een vinger die vast is op een schuifmof 27 die verplaatsbaar is over een verticale stang 28 die vastgemaakt is op de steun 5, terwijl de sjabloon 26 een groef met een bepaald patroon is waarin voornoemde vinger steekt en die in een op het gestel l bevestigde horizontale plaat is aangebracht. 



  Aan de schuifmof 27 is een horizontale in de langsrichting van het gestel l gerichte stang 29 vastgemaakt waarover een tweede schuifmof 30 verschuifbaar is en waarop een pen 31 staat. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 



  Deze pen 31 steekt in een gleuf 32 die aangebracht is in de wand van een langwerpige doos 33 die vast is ten opzichte van de giek 3 en in het gegeven voorbeeld gedragen wordt door het uiteinde van een arm 34 die vast is aan de kantelas 4. Deze arm 34 zou geheel of gedeeltelijk deel kunnen uitmaken van het vakwerk zelf van de giek 3. 



  Zowel de gleuf 32 als de doos 33 zijn in de langsrichting van de arm 34 en dus radiaal ten opzichte van de kantelas 4 gericht. 



  De pen 31 zit in de doos 33 tussen twee veren 35 die deze pen 31 naar het midden van de gleuf 32 toe duwen en met de pen 31 is de taster verbonden van een lineaire potentiometer die in de doos 33 opgesteld is en deel uitmaakt van een elektrisch circuit 36 waarin de besturingsinrichting 24 geschakeld is. 



  De werking van de hiervoor beschreven heftruck is als volgt : In figuur 1 is de heftruck weergegeven met de giek 3 maximaal omlaag gekanteld en de vorken 11 op de bodem 9. 



  In deze stand bevindt de steun 5 zieh ver naar achter, niet in zijn achterste positie maar op een afstand daarvan. 



  Wanneer de bestuurder van de heftruck door het bedienen van de kleppen in het circuit van de hydraulische vijzel van de kantelmiddelen 7 deze vijzel doet uitschuiven en dus de giek 3 omhoog doet wentelen, zullen door de koppeling met de verplaatsingsmiddelen 8 op de hierna beschreven manier deze laatste middelen de steun 5 eerst naar achter over de geleiding 6 schuiven tot de giek 3 de stand inneemt zoals weergegeven in figuur 3 en zodanig dat het voorste uiteinde 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 van de giek 3 en dus de vorkendrager 10 zieh verticaal bewegen. 



  Bij het verder omhoog kantelen van de giek 3 tot in haar hoogste stand waarin ze in figuur 4 is weergegeven, zal verder door voornoemde koppeling de steun 5 vanuit zijn achterste stand nu naar voor worden verschoven door de verplaatsingsmiddelen 8, eveneens zodanig dat het voorste uiteinde van de giek 3 zieh steeds verticaal beweegt. 



  Bij het neerkantelen van de giek 3 geschiedt het omgekeerde. 



  Bij de kanteling van de giek 3 wentelt de arm 34 mee. De doos 33 beschrijft dus een cirkelboog rond de meetkundige kantelas, waardoor dus de pen 31, enerzijds samen met de schuifmof 30 lineair wordt verschoven over de stang 29 door de horizontale componente van de verplaatsing van de doos 33 en, anderzijds, in de gleuf 32 wordt verschoven door de verticale componente van de verplaatsing van de doos 33, tenzij de pen 31 ook overeenstemmend wordt verplaatst. 



  Zodra de pen 31 afwijkt van het midden van de gleuf 32 wordt de taster van de potentiometer in de doos 33 verplaatst en wordt een veranderende stroom naar de besturingsinrichting 24 gestuurd. Tengevolge van dit elektrisch signaal beveelt de besturingsinrichting 24 de kleppen van het kleppenblok 23 zodat de vijzel van de verplaatsingsmiddelen 8 naargelang voornoemde afwijking wordt ingeschoven of uitgeschoven. 



  Door dit laatste wordt dus de steun 5 horizontaal verplaatst en wordt bijgevolg ook het geheel gevormd door de stangen 28 en 29, met inbegrip van de volger 25, horziontaal verplaatst. 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 Tijdens deze verplaatsing is de volger 25 verplicht de stilstaande sjabloon 26 te volgen, hetgeen betekent dat de schuifmof 27 en de stang 29 met inbegrip van de pen 31 in verticale richting verplaatst worden en de pen 31 zo terug in het midden van de gleuf 32 kan worden gebracht. 



  Telkens, in de verticale richting gezien, de afstand tussen de volger 25 en het midden van de gleuf 32 verandert, wordt deze afwijking gecompenseerd door een verschuiving van de steun 5 die via de sjabloon 26 een verticale verplaatsing van de volger 25 veroorzaakt. 



  Wanneer de rotatie van de giek 3 stopt, zorgen de veren 35 ervoor dat de pen 31 naar het midden van de gleuf 32 geduwd wordt, waardoor de verplaatsingsmiddelen 8 en dus de steun 5 stoppen op de juiste plaats opdat de giektop zieh op voornoemde verticale baan zou bevinden. 



  Deze sjabloon 26 wordt zo gekozen dat dit verband tussen de horizontale verschuiving van de steun 5 en de positie van het midden van de gleuf 32 die overeenkomt met de hellingshoek van de giek 3 voornoemde verticale verplaatsing van het giekuiteinde als gevolg heeft. 



  Aangezien er een vast verband is tussen de verplaatsing van de steun 5 en de kanteling van de giek 3 kan in een variante de besturing omgekeerd geschieden wat wil zeggen dat de koppeling de kantelmiddelen 7 voor de giek 3 bestuurt terwijl de bestuurder van de heftruck de verplaatsingsmiddelen 8 voor de steun 5 rechtstreeks bestuurt. 



  In een andere uitvoeringsvorm vormt de pen 31 de volger 25 en is het dus de pen 31 die de sjabloon 26 volgt. 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 



  Deze pen 31 steekt in de groef die de sjabloon 26 vormt en is verder nergens aan vast verbonden. De stangen 28 en 29 evenals de schuifmoffen 27 en 30 zijn weggelaten. 



  De verticale afstand tussen de volger 25, in dit geval dus tegelijker tijd de pen 31, en het midden vn de gleuf 32 moet dus nul zijn. 



  De werking is zoals hoger beschreven. Telkens de giek 3 wentelt zal de doos 33 de pen 31 in de horizontale richting meetrekken. Doordat deze pen 31 de sjabloon 26 volgt zal deze pen 31 zieh ook min of meer in verticale richting   verplaatsen. zodra de pen 31 afwijkt van het midden van   de gleuf 32, zal de taster van de potentiometer verplaatst worden en dus de verplaatsingsmiddelen 8 geactiveerd worden waardoor de steun 5 zieh verplaatst tot de pen 31 weer in het midden van de gleuf 32 gelgen is. 



  Opdat de pen 31 zowel de sjabloon 26 zou volgen als in het midden van de gleuf 32 zou liggen moet de steun 5 zieh immers verplaatsen. De keuze van de sjabloon 26 is zo dat door deze opgelegde verplaatsing van de steun 5 het voorste uiteinde van de giek 3 zieh verticaal op of neer verplaatst. 



  In voornoemde uitvoeringsvormen kan de potentiometer binnenin de doos 33 vervangen worden door twee microschakelaartjes of zelfs door een hydraulisch of pneumatisch relaisventieltje of door stuurventieltjes in een hydraulisch circuit op lage druk die dan via de besturingsinrichting 24 voornoemd hydraulisch circuit bestuurt. 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 



  In een nog andere uitvoeringsvorm is de besturing van de hydraulische vijzels volledig elektrisch, zoals weergegeven in figuur 8. 



  In dit geval wordt de sjabloon vervangen door een wiskundige vergelijking die de verandering van plaats van de steun 5 in functie van de hoek van de giek 3 bepaalt om voornoemde verticale beweging van de giektop te verkrijgen. 



  Deze vergelijking wordt geprogrammeerd in een rekeneenheid, bijvoorbeeld een PLC-sturing die deel uitmaakt van de besturingsinrichting 24 en die gegevens ontvangt van een op de giek 3 aangebrachte hoeksensor 37 en van een langs de geleiding 6 op het gestel l opgestelde lineaire sensor 38 die de stand van de steun 5 detecteert. Uitgaande van de meting van de hoeksensor 37 zorgt de besturingsinrichting 24 ervoor dat de verplaatsingsmiddelen 8 bijgestuurd worden zodat de meting van de lineaire sensor 38 voornoemde vergelijking doet uitkomen. 



  In plaats van de hellingshoek rechtstreeks te meten, kan de verandering van lengte van de vijzel om de giek 3 te kantelen, worden gemeten aangezien er een vast verband tussen beide bestaat zoals in plaats van de positie van de steun 5 rechtstreeks te meten ook de verandering van lengte van de vijzel om de steun 5 te verplaatsen, kan worden gemeten. 



  Het is duidelijk dat de vijzel die de kantelmiddelen 7 om de giek 3 te kantelen, vormt en/of de vijzel die de verplaatsingsmiddelen 8 om de steun 5 te verplaatsen, vormt in plaats van hydraulisch pneumatisch kan zijn of kan vervangen worden door een elektrische vijzel. 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 



  In een uitvoeringsvorm is het zelfs mogelijk dat de koppeling tussen de kanteling van de giek 3 en de verplaatsing van de steun 5 volledig mechanisch is en dus de koppeling en de verplaatsingsmiddelen 8 om de steun 5 te verplaatsen, samenvallen. 



  Een dergelijke uitvoeringsvorm is schematisch in figuur 9 weergegeven. 



  Op een afstand van de kantelas 4 is op een of beide zijkanten van de giek 3, bijvoorbeeld in een hoekpunt van het vakwerk, een volger 39, bijvoorbeeld in de vorm van een horizontale rol, bevestigd die een sjabloon 40 volgt die op het gestel l is vastgemaakt. Deze sjabloon 40 is gelijkaardig aan maar op een grotere schaal dan voornoemde sjabloon 26 en is bijvoorbeeld eveneens gevormd door een groef in een plaat. 



  Deze sjabloon 40 is zodanig dat wanneer de giek 3 kantelt en dus de volger 39 verplicht wordt de sjabloon 40 te volgen, deze volger 39 de giek 3 en dus de steun 5 ten opzichte van het gestel l wegduwt in zulkdanige mate dat de top van de giek 3 zieh verticaal verplaatst. 



  Gezien de kracht door de volger 39 of volgers 39 wordt overgebracht, is deze uitvoeringsvorm slechts bij een heftruck voor relatief kleine lasten mogelijk. 



  In al de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen wordt dus op een automatische manier verkregen dat bij het kantelen van de niet-uitschuifbare giek 3 het voorste uiteinde ervan zich verticaal verplaatst. Doordat de giek 3 uit een vakwerk vervaardigd is wordt de zichtbaarheid van de bestuurder weinig door de giek gehinderd. 

 <Desc/Clms Page number 17> 

 De huidige uitvinding is niet beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de tekeningen weergegeven   uitvoering-   vormen, doch een dergelijke heftruck kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (17)

Conclusies.
1. - Heftruck die een verrijdbaar gestel (1) bevat, een daarop kantelbaar aangebrachte giek (3) en kantelmiddelen (7) om deze giek (3) te kantelen, daardoor gekenmerkt dat de giek (3) aan het gestel (1) kantelbaar vastgemaakt is onder tussenkomst van een steun (5) die ten opzichte van het gestel (1) verplaatsbaar is in de langsrichtig van dit gestel (1) en de heftruck verplaatsingsmiddelen (8) bevat om deze steun (5) te verplaatsen die gekoppeld zijn aan de kantelmiddelen (7) voor de giek (3), zodat deze kantelmiddelen (7) en de verplaatsingmiddelen (8) samen tegelijk de giek (3) kantelen en de steun (5) van de giek (3) verplaatsen op zulkdanige manier dat het voorste uiteinde van de giek (3)
een baan beschrijft die nagenoeg loodrecht is ten opzichte van voornoemde langsrichting van het gestel (1).
2.-Heftruck volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de giek (3) uit een vakwerk bestaat.
3.-Heftruck volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de steun (5) een slede is die verschuifbaar is over een geleiding (6) die op het gestel (1) vastgemaakt is of een wagen is die verrijdbaar is over een geleiding die op het gestel (1) vastgemaakt is.
4.-Heftruck volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat de kantelmiddelen (7) voor de giek (3) minstens een hydraulische, pneumatische of elektrische vijzel bevatten. <Desc/Clms Page number 19>
5.-Heftruck volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat de verplaatsingsmiddelen (8) voor de steun (5) minstens een hydraulische, pneumatische of elektrische vijzel bevatten.
6.-Heftruck volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat de verplaatsingsmiddelen (8) voor de steun (5) en de kantelmiddelen (7) voor de giek (3) zuiver mechanisch gekoppeld zijn, in welk geval de koppeling door een van voornoemde middelen (7 of 8) gevormd wordt.
7.-Heftruck volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de verplaatsingsmiddelen (8) voor de steun (5) bestaan uit een mechanische koppeling tussen de giek (3) en het gestel (1) die de kanteling van de giek (3) omzet in een dwangmatige mechanische beweging van de steun (5) van de EMI19.1 giek (3) ten opzichte van het gestel (1).
8.-Heftruck volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de mechanische koppeling minstens één volger (39) bevat die vast is aan de giek (3) en die een sjabloon (40) volgt die op het gestel (1) aangebracht is.
9.-Hefruck volgens een van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de verplaatsingsmiddelen (8) en de kantelmiddelen (7) aan elkaar zijn gekoppeld door een koppeling die middelen bevat om de hellingshoek van de giek (3) te meten of de stand van de steun (5) te meten en middelen om de verplaatsingsmiddelen (8) voor de steun (5), respectievelijk de kantelmiddelen (7) voor de giek (3), te besturen in functie van de meting.
10.-Heftruck volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de koppeling een sensor (37) bevat om de hellingshoek van <Desc/Clms Page number 20> de giek (3) te meten en een lineaire sensor (38) om de stand van de steun (5) ten opzichte van het gestel (1) te meten en een elektronische besturing die volgens een vooraf ingebracht verband dat tussen de hellingshoek en de stand van de steun (5) vereist is om voornoemde nagenoeg loodrechte beweging van het voorste uiteinde van de giek (3) te verkrijgen, in functie van de gemeten hoek van de giek (3) of, de gemeten stand van de steun (5) de middelen om de steun (5) te verplaatsen, respectievelijk de middelen om de giek te kantelen, besturen.
11.-Heftruck volgens een van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de verplaatsingsmiddelen (8) en de kantelmiddelen (7) aan elkaar gekoppeld zijn door middel van een koppeling die een sjabloon (26) en een volger (25) bevat, waarbij de sjabloon (26) vast is ten opzichte van het gestel (1) en een bepaalde baan oplegt aan de volger (25) en de koppeling middelen bevat om een verandering te detecteren in verticale afstand tussen de volger (25) en een punt dat op een afstand van de meetkundige kantelas vast is aan de giek (3), welke afstand eventueel nul kan zijn, en om in functie daarvan de verplaatsingsmiddelen (8) te besturen zodat voornoemde verandering in verticale afstand gecompenseerd wordt.
12.-Heftruck volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat voornoemde middelen om de verandering in verticale afstand te detecteren een element bevatten dat op een afstand van de meetkundige kantelas is gelegen en voorzien is van een gleuf (32) waarin de volger (25) steekt of een pen (31) steekt die in de verticale richting vast is ten opzichte van de volger (25) maar in de horizontale richting verschuifbaar is, waarbij het punt dat op een vaste afstand van de kantelas gelegen is een punt van voornoemd element <Desc/Clms Page number 21> is overeenkomend met de stand van de volger (25) respectievelijk de pen (31) die met een neutrale positie van de potentiometer overeenkomt. EMI21.1
13.-Heftruck volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat voornoemd element een doos (33) bevat waarin minstens één stuurelement is gelegen dat gekoppeld is aan de besturingsinrichting (24), waarbij het punt dat op een vaste afstand van de kantelas gelegen is een punt van de doos (33) is overeenkomend met de stand van de het stuurelement die met een neutrale positie ervan overeenkomt.
14.-Heftruck volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat voornoemd stuurelement een potentiometer is waarvan de taster met de volger (25) of de pen (31) is verbonden, welke potentiometer in een elektrisch circuit (36) met de besturingsinrichting (24) is geschakeld die elektrisch bediende kleppen van de hydraulische of pneumatische verplaatsingsmiddelen (8) of een elektrische motor bestuurt, waarbij het punt dat op een vaste afstand van de kantelas gelegen is een punt van de doos (33) is overeenkomend met de stand van de pen (31) die met een neutrale positie van de potentiometer overeenkomt.
15.-Heftruck volgens een van de conclusies 11 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de volger (25) vrij beweegbaar is ten opzichte van de steun (5) en het gestel (1), rechtstreeks met de sjabloon (26) samenwerkt die bijvoorbeeld een groef in een plaat kan bevatten, terwijl de middelen om een verandering in verticale afstand te detecteren de verticale afstand in vertciale richting van deze volger (25) ten opzichte van een punt dat vast is ten opzichte van de giek (3) detecteren. <Desc/Clms Page number 22>
16.-Heftruck volgens een van de conclusies 11 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de volger (25) in verticale richting beweegbaar aangebracht is op de steun (5) voor de giek (3) en in verticale richting vast is ten opzichte van de pen (31) die in horizontale richting ten opzichte van de volger (25) verschuifbaar is.
17.-Heftruck volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat de volger (25) op een schuifmof (27) aangebracht is die verschuifbaar is op een verticale stang (28) die aan de steun (5) vastgemaakt is en de pen (31) op een tweede schuifmof (30) vastgemaakt is die schuifbaar is over een horizontale stang (29) die vast is aan de eerste schuifmof (27).
BE9900377A 1999-06-01 1999-06-01 Heftruck. BE1012693A3 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9900377A BE1012693A3 (nl) 1999-06-01 1999-06-01 Heftruck.
JP2000621274A JP2003500317A (ja) 1999-06-01 2000-05-29 リフトトラック
PCT/BE2000/000057 WO2000073198A2 (en) 1999-06-01 2000-05-29 Lift truck
AT00930890T ATE288399T1 (de) 1999-06-01 2000-05-29 Hubwagen
DE60017893T DE60017893T2 (de) 1999-06-01 2000-05-29 Hubwagen
EP00930890A EP1181234B1 (en) 1999-06-01 2000-05-29 Lift truck
US09/926,668 US6705826B1 (en) 1999-06-01 2000-05-29 Lift truck

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9900377A BE1012693A3 (nl) 1999-06-01 1999-06-01 Heftruck.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1012693A3 true BE1012693A3 (nl) 2001-02-06

Family

ID=3891937

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9900377A BE1012693A3 (nl) 1999-06-01 1999-06-01 Heftruck.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US6705826B1 (nl)
EP (1) EP1181234B1 (nl)
JP (1) JP2003500317A (nl)
AT (1) ATE288399T1 (nl)
BE (1) BE1012693A3 (nl)
DE (1) DE60017893T2 (nl)
WO (1) WO2000073198A2 (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP4687152B2 (ja) * 2005-03-09 2011-05-25 株式会社豊田自動織機 作業車両におけるリフトアーム装置、及びそれを備える作業車両
DE202009005058U1 (de) * 2009-07-24 2010-12-30 Hubtex Maschinenbau Gmbh & Co. Kg Konverter-Transportfahrzeug
IT1396035B1 (it) * 2009-10-19 2012-11-09 Boat Eagle S R L Veicolo sollevatore, in particolare per il rimessaggio di imbarcazioni
EP3020874B1 (en) * 2014-11-12 2022-07-06 John Deere Forestry Oy A hydraulic control system for controlling a moveable device
US10479661B2 (en) * 2016-02-16 2019-11-19 Rehrig Pacific Company Lift and pallet
GB2575825B (en) * 2018-07-24 2022-04-20 Cargotec Res & Development Ireland Limited A truck mounted forklift
IT201900000607A1 (it) * 2019-01-15 2020-07-15 Manitou Italia Srl Attrezzatura perfezionata.
CA3225012A1 (en) * 2019-07-29 2021-02-04 Great Plains Manufacturing, Inc. Compact utility loader
DE102020110186A1 (de) * 2020-04-14 2021-10-14 Danfoss Power Solutions Gmbh & Co. Ohg Verbesserte Hydraulikvorrichtung
CN112723251A (zh) * 2021-04-02 2021-04-30 山东工力机械有限公司 车载货物装卸叉车

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2980271A (en) * 1957-02-11 1961-04-18 Yale & Towne Mfg Co Lifting mechanism for industrial truck
DE2504185A1 (de) * 1974-02-04 1975-08-07 Joh Schoeberl & Soehne Fahrbares ladegeraet
EP0000295A1 (fr) * 1977-06-29 1979-01-10 Georges Itey-Bernard Chariot élévateur perfectionné
EP0630779A2 (de) * 1993-06-24 1994-12-28 Josef Paul Nutzfahrzeug zum Aufnehmen und Absetzen von Containern sowie zugehöriges Umsetzsystem

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3198359A (en) * 1963-01-29 1965-08-03 Le Grand H Lull Reaching type loader
US4722044A (en) * 1985-03-19 1988-01-26 Sundstrand Corporation Boom control system

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2980271A (en) * 1957-02-11 1961-04-18 Yale & Towne Mfg Co Lifting mechanism for industrial truck
DE2504185A1 (de) * 1974-02-04 1975-08-07 Joh Schoeberl & Soehne Fahrbares ladegeraet
EP0000295A1 (fr) * 1977-06-29 1979-01-10 Georges Itey-Bernard Chariot élévateur perfectionné
EP0630779A2 (de) * 1993-06-24 1994-12-28 Josef Paul Nutzfahrzeug zum Aufnehmen und Absetzen von Containern sowie zugehöriges Umsetzsystem

Also Published As

Publication number Publication date
EP1181234B1 (en) 2005-02-02
JP2003500317A (ja) 2003-01-07
WO2000073198A3 (en) 2001-03-22
WO2000073198A2 (en) 2000-12-07
DE60017893D1 (de) 2005-03-10
ATE288399T1 (de) 2005-02-15
EP1181234A2 (en) 2002-02-27
US6705826B1 (en) 2004-03-16
DE60017893T2 (de) 2006-05-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5052877A (en) Carriage for the transportation of a cylindrical object
CA1302354C (en) Means for handling containers, load pallets or equivalent, and construction of a container, load pallet or equivalent handled with the means
US4162873A (en) Extensible boom lift
BE1012693A3 (nl) Heftruck.
JP5123781B2 (ja) フォークリフトのチルト装置及び該装置を備えたフォークリフト
JP5618477B2 (ja) リフト装置および連結装置を備える構内運搬車両
RU2547024C2 (ru) Рычажный механизм вилочного погрузчика
US3529736A (en) Devices for raising loads to permit the handling thereof
US4217074A (en) Slip sheet lift truck
US3640414A (en) Push-pull attachment for lift trucks
KR20040101225A (ko) 운송 트롤리
US20180179039A1 (en) An improved linkage system for a forklift truck
WO1990009335A1 (en) Load lift truck
US4067245A (en) Lever transmission particularly for lifting means
AU2006319069B2 (en) Tool for handling of loads
GB2033871A (en) Improvements in or relating to lifting trucks
US4431083A (en) Apparatus for lifting a member using parallelogram mounted links
NL1030868C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het heffen van lasten.
WO1988006567A1 (en) Device in a fork truck
JPH05138554A (ja) 移動シエルタの昇降装置
WO2018231134A1 (en) A clamping device for a forklift and a forklift having such a clamping device
KR102579016B1 (ko) 구조 개선된 겐트리 장치
US3529739A (en) Lift truck with a mast mounted on a wheeled horizontal and vertically pivoted support
GB2135974A (en) Vehicle having load handling apparatus
US3372823A (en) Lift truck mast tilting arrangement

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20090630