BE1012457A3 - Werkwijze voor het ter beschikking stellen van navigatiegegevens bij een voertuig en navigatiesysteem dat deze werkwijze toepast. - Google Patents

Abstract

Werkwijze voor het ter beschikking stellen van navigatie-gegevens bij een voertuig, meer speciaal een baanvoertuig, waarbij, enerzijds, gebruik wordt gemaakt van middelen (7) voor het bepalen van de positie van het voertuig (3) en, anderzijds , navigatiegegevens (5) via een draadloze verbinding naar een telematica-inrichting (2) in het voertuig (3) worden gezonden, daardoor gekenmerkt dat minstens een aantal navigatieberekeningen wordt uitgevoerd in de telematica-inrichting (2) van het voertuig (3) zelf, met behulp van de via de draadloze verbinding ingewonnen navigatiegegevens (5).

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze voor het ter beschikking stellen van navigatiegegevens bij een voertuig en navigatiesysteem dat deze werkwijze toepast. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het ter beschikking stellen van navigatiegegevens bij een voertuig, meer speciaal een baanvoertuig, alsmede op een inrichting, meer speciaal een navigatie- en/of telematicasysteem, die de voornoemde werkwijze toepast. 



  Tot op heden zijn hoofdzakelijk twee types van navigatiesystemen voor baanvoertuigen bekend. 



  Het eerste type maakt gebruik van een   zogenaamd"on-board"   berekeningssysteem, waarbij alle data aan boord van het voertuig aanwezig zijn en dus ook alle berekeningen aan boord van het voertuig geschieden. Hierbij bevinden alle data, met andere woorden alle wegenkaarten, zich op een drager, doorgaans een cd-rom, in de wagen. De berekeningen voor het bepalen van de te volgen route en voor het weergeven hiervan op een display of dergelijke gebeuren alle intern in het voertuig. 



  Het navigatiesysteem van dit eerste type heeft als nadeel dat de data op de cd-rom statisch zijn en bijgevolg na verloop van tijd verouderen. Dit betekent dat geen rekening wordt gehouden met tijdelijke verkeersveranderingen zoals wegonderbrekingen en omleggingen. Evenmin wordt rekening gehouden met permanente veranderingen, zoals naamsveranderingen van straten, hotels, restaurants en dergelijke, alsmede nieuwe aangelegde straten. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Nog een nadeel van zulk navigatiesysteem bestaat erin dat het helemaal geen rekening houdt met actuele verkeersinformatie. Er is dus geen interactie tussen, enerzijds, de routebeschrijving en, anderzijds, de actuele situatie die deze route in de praktijk beïnvloedt. 



  Een tweede type van navigatiesysteem maakt gebruik van een   zogenaamd"off-board"berekeningssysteem.   Dit systeem maakt gebruik van een centrale "server" die de actuele data, waarmee zowel de actuele wegenkaarten als de actuele verkeersinformatie worden bedoeld, bijhoudt. Op aanvraag wordt door de "server" een voorgecalculeerde route draadloos, bijvoorbeeld via GSM/SMS, naar het voertuig doorgestuurd, rekening houdende met de locatie van het voertuig. 



  Dit tweede type van navigatiesysteem heeft als nadeel dat bij iedere herberekening, bijvoorbeeld wanneer afgeweken wordt van de opgegeven route, opnieuw een verbinding dient te worden gemaakt met   de "server",   en dat de beschikbare bandbreedte te klein is om continu met het voertuig in verbinding te staan en de noodzakelijke informatie in een minimum van tijd te kunnen bezorgen en verder is er ook nog het probleem van de latentheid van SMS-berichten. 



  De uitvinding beoogt een werkwijze voor het ter beschikking stellen van navigatiegegevens bij een voertuig, alsmede een nieuwsoortig type van navigatiesysteem, waarbij de voornoemde nadelen worden uitgesloten. 



  Hiertoe betreft de uitvinding in de eerste plaats een werkwijze voor het ter beschikking stellen van navigatiegegevens bij een voertuig, meer speciaal een baanvoertuig, waarbij, enerzijds, gebruik wordt gemaakt van middelen voor 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 het bepalen van de positie van het voertuig en, anderzijds, navigatiegegevens via een draadloze verbinding naar een telematica-inrichting in het voertuig worden gezonden, daardoor gekenmerkt dat minstens een aantal navigatieberekeningen wordt uitgevoerd in de telematica-inrichting van het voertuig zelf, met behulp van de via de draadloze verbinding ingewonnen navigatiegegevens. 



  Door het feit dat draadloos navigatiegegevens worden ingewonnen, kunnen steeds actuele data worden verkregen en zijn de nadelen van statische data uitgesloten. Door het feit dat de doorgezonden navigatiegegevens ook informatie bezitten die een berekening in het voertuig toelaten, hoeft voor elke berekening niet opnieuw beroep te worden gedaan 
 EMI3.1 
 op de waardoor ook de nadelen van een klassieke "off-board" worden uitgesloten. 



  In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de werkwijze zal bij het bepalen van een route minstens in volgende stappen worden voorzien : - het richten van een aanvraag voor een route naar een gewenste plaats, via een draadloze verbinding tussen de telematica-inrichting van het voertuig en een inrichting van een informatie-toeleverancier of   "server" ;    - het door de informatie-toeleverancier bepalen van 
 EMI3.2 
 een voorgecalculeerde route - het door de informatie-toeleverancier verzenden van de gegevens van de voorgecalculeerde route naar de telematica-inrichting in het voertuig en het opslaan daarvan in een geheugen in de telematica-inrichting ;

     - het   eveneens door de informatie-toeleverancier verzenden van context-informatie met betrekking tot de 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 omgeving van de voorgecalculeerde route en het opslaan daarvan in een geheugen in de telematica-inrichting ;   - het   aan de telematica-inrichting weergeven van signalen die toelaten dat de bestuurder van het voertuig de voorgecalculeerde route kan volgen ; - en, indien gewenst of noodzakelijk, het aan de hand van de opgeslagen context-informatie uitvoeren van bijkomende navigatieberekeningen met behulp van een algoritme. 



  Deze werkwijze heeft als voordeel dat door een krachtige rekeneenheid de voorgecalculeerde route en de context-informatie kunnen worden berekend in een korte tijd, terwijl een minder krachtige rekeneenheid in de telematica-inrichting van het voertuig kan volstaan om de meeste van de noodzakelijke herberekeningen in het voertuig zelf uit te voeren, zodanig dat daarvoor niet opnieuw beroep dient te worden gedaan op   de "server".   



  De context-informatie zal bijvoorbeeld worden aangewend voor het herberekenen van de route, op het ogenblik dat het voertuig de voorgecalculeerde route verlaat. 



  Praktisch geniet het de voorkeur dat een bepaalde hoeveelheid context-informatie wordt doorgezonden, en dat wanneer deze context-informatie niet toereikend is voor de betreffende berekening in de telematica-inrichting van het voertuig, automatisch bijkomende of nieuwe context-informatie draadloos wordt ingewonnen bij de informatie-toeleverancier. Hierdoor kan een voordelig compromis worden gemaakt tussen, enerzijds, de hoeveelheid doorgezonden context-informatie en, anderzijds, de kans dat bijkomende context-informatie noodzakelijk zal zijn. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 Volgens nog een praktisch aspect zal volgens de uitvinding geselecteerde context-informatie wordt doorgezonden, waarbij deze meer details bevat voor de zones waar een grotere kans bestaat dat de route dient te worden herberekend, dan voor de andere zones.

   Meer speciaal nog geniet het de voorkeur dat de context-informatie minstens meer details bevat aan het beginpunt en het eindpunt van de voorgecalculeerde route, alsmede meer details bevat over drukke verkeerspunten, terwijl zij minder details bevat met betrekking tot de tussenliggende stukken van de route. Op deze wijze kan het door te zenden informatiepakket relatief klein worden gehouden. 



  Volgens een variante van de uitvinding kan de berekening van de te volgen route ook volledig in de telematicainrichting van het voertuig worden gerealiseerd, waarbij van buitenaf dan uitsluitend navigatiegegevens, hierna ook   "context-informatie" genoemd,   worden ontvangen die een berekening van de route toelaten, terwijl geen voorgecalculeerde route meer wordt doorgestuurd. In dit geval is de werkwijze aldus daardoor gekenmerkt dat navigatie-gegevens worden gegenereerd die een berekening van routes toelaten in functie van de plaats van het voertuig en/of de gevraagde eindbestemming en/of het aangewende zendbaken, dat deze navigatie-gegevens naar het voertuig worden verzonden en dat de te volgen route in de telematica-inrichting van het voertuig wordt berekend. 



  Hierbij kan het verzenden van de navigatiegegevens, die dan wel alle context-informatie bezitten opdat in het voertuig een volledig zelfstandige berekening van de route zou kunnen worden uitgevoerd, zowel geschieden als een gevolg van een aanvraag vanuit een voertuig, als automatisch, hetzij continu of met bepaalde intervallen. Ook kan de 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 verzending op regelmatige tijdstippen plaatsvinden, gecombineerd met het verzenden als gevolg van een aanvraag, om te bekomen dat indien nodig ook tussentijds tussen twee tijdstippen informatie kan worden verkregen. 



  In een bijzondere uitvoeringsvorm is de werkwijze daardoor gekenmerkt dat meerdere zendbakens, ieder met een beperkte reikwijdte, doch tezamen een volledig grondgebied bedekkend, worden aangewend en dat met betrekking tot de directe omgeving rond ieder betreffend zendbaken navigatiegegevens worden doorgezonden die veel details van de directe omgeving rond het betreffende zendbaken bevatten, terwijl met betrekking tot de wijdere omgeving minder details worden doorgezonden. Op deze wijze kan in het voertuig steeds de meest relevante informatie worden ingewonnen. De informatie met betrekking tot de wijdere omgeving laat toe dat de telematica-inrichting in het voertuig kan bepalen over welke hoofdwegen dient te worden gereden. De informatie met betrekking tot de directe nabijheid laat toe om de route in de omgeving van het voertuig nauwkeurig te berekenen en weer te geven.

   Naarmate het voertuig zieh verplaatst en in het bereik komt van een ander zendbaken, ontvangt dit nieuwe informatie die dan weer relevant is voor de betreffende zone waarin het voertuig zieh bevindt, zodanig dat op elk ogenblik een gedetailleerde route voor de directe omgeving van het voertuig kan worden berekend. 



  Zowel in het geval dat via de draadloze verbinding een voorgecalculeerde route samen met context-informatie wordt doorgezonden, als in het geval dat uitsluitend contextinformatie wordt doorgezonden zonder een voorgecalculeerde route, zullen de verzonden navigatiegegevens bij voorkeur in de vorm van een algoritme zijn uitgevoerd. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 Alhoewel de werkwijze ook voordelen biedt wanneer alleen rekening wordt gehouden met het actuele wegennet, zal bij voorkeur ook rekening worden gehouden met actuele informatie, zoals verkeersinfo, weerinfo, enzovoort.. 



  Om praktische redenen geniet het de voorkeur dat de draadloos te verzenden navigatiegegevens, en meer speciaal het voornoemde algoritme, worden gecomprimeerd. Hetzelfde geldt voor de aangewende vectordata. 



  Bij voorkeur worden de voornoemde navigatiegegevens verzonden als een code die uitgevoerd wordt in JAVA. 



  Opgemerkt wordt dat ook in het geval dat navigatiegegevens worden aangemaakt in functie van een aanvraag en vervolgens in de vorm van een voorgecalculeerde route, vergezeld van de nodige context-informatie, worden doorgezonden naar de aanvrager, deze werkwijze kan gecombineerd worden met een automatisch updaten in functie van de locatie van het voertuig. 



  Tevens heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor het ter beschikking stellen van navigatiegegevens bij een voertuig, meer speciaal een baanvoertuig, die de voornoemde werkwijze toepast, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een inrichting voor het onder andere draadloos ter beschikking stellen van navigatiegegevens, waarbij deze inrichting is uitgerust met middelen die context-informatie kunnen genereren en doorzenden, die toelaat dat in het voertuig zelf navigatieberekeningen kunnen worden uitgevoerd ;

   een in het voertuig aanwezige telematica-inrichting die minstens middelen bezit voor het draadloos ontvangen van de voornoemde navigatiegegevens, middelen voor het ingeven van gegevens teneinde een route 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 aan te vragen, middelen voor het verwerken van navigatiegegevens die een berekeningseenheid bezitten om uit de voornoemde context-informatie een gevraagde route te berekenen en middelen voor het weergeven van de voor de bestuurder van belang zijnde navigatiegegevens ; en middelen voor het bepalen van de positie van het voertuig die met de telematica-inrichting samenwerken. 



  In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm, waarbij niet alle berekeningen met betrekking tot de route in het voertuig worden uitgevoerd, is de inrichting voor het draadloos ter beschikking stellen voor de navigatiegegevens ook uitgerust met middelen die een route vooraf kunnen berekenen, waarbij dan niet alleen context-informatie, doch een voorgecalculeerde route samen met context-informatie wordt doorgezonden naar het voertuig. De in de telematica-inrichting van het voertuig aanwezige berekeningseenheid die berekeningen op basis van de context-informatie uitvoert, wordt dan alleen aangesproken wanneer bijkomende berekeningen, aanvullend aan de "off-board" voorgecalculeerde route, dienen te worden uitgevoerd. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een inrichting volgens de uitvinding in blokschema weergeeft ; figuur 2 schematisch nog een werkwijze volgens de uitvinding verduidelijkt. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 In figuur 1 is schematisch een inrichting 1 volgens de uitvinding weergegeven, die, enerzijds, bestaat uit een telematica-inrichting 2 die in een voertuig 3 is aangebracht en, anderzijds, een inrichting 4 voor het draadloos ter beschikking stellen van navigatiegegevens 5, die vast is opgesteld, bijvoorbeeld is ondergebracht in een centrale 6 en voorzien is van niet weergegeven randapparatuur, meer speciaal zend- en ontvangstapparatuur. 



  Daarnaast bevat de inrichting 1 ook nog middelen 7 voor het bepalen van de positie van het voertuig 3, welke middelen samenwerken met de telematica-inrichting 2. 



  De telematica-inrichting 2 bezit middelen 8 voor het draadloos ontvangen van de voornoemde navigatiegegevens 5, middelen 9 voor het ingeven van gegevens teneinde een route aan te vragen, middelen 10 voor het verwerken van de navigatiegegevens 5 en middelen 11 voor het weergeven van de voor de bestuurder van belang zijnde navigatiegegevens, bijvoorbeeld in de vorm van een op een display weergegeven stratenplan met de aanduiding waar het voertuig 3 zich bevindt en welke weg dient gevolgd te worden, al dan niet gecombineerd met audio-signalen. 



  Het bijzondere van deze inrichting bestaat erin dat de inrichting 4 is uitgerust met middelen 12, meer speciaal berekeningsmiddelen, die context-informatie kunnen genereren die toelaat dat minstens een aantal navigatieberekeningen op basis van deze context-informatie in het voertuig 3, meer speciaal in de middelen 10, kunnen worden uitgevoerd. 



  De middelen 10 omvatten naast de gebruikelijke module 13 dan ook een berekeningseenheid 14 om uit de voornoemde context-informatie, die in de doorgezonden navigatie- 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 gegevens 5 vervat zit, navigatieberekeningen met betrekking tot de te volgen route zelfstandig uit te voeren. 



  Alhoewel het volgens de uitvinding niet uitgesloten is dat uitsluitend informatie naar de berekeningseenheid 14 wordt gezonden, en alle routeberekeningen in deze berekeningseenheid 14 worden uitgevoerd, geniet het de voorkeur dat in de inrichting 4 een voorgecalculeerde route wordt bepaald en deze samen met de context-informatie naar de telematicainrichting 2 wordt doorgezonden. Hiertoe bevat de inrichting 4 bijgevolg eveneens middelen 15 die zulke route vooraf kunnen berekenen in functie van een via zendmiddelen 16 draadloos verzonden aanvraagsignaal 17. 



  De telematica-inrichting 2 bevat tevens een eenheid 18 voor het verwerken van verkeersinformatie, die met de berekeningseenheid 14 samenwerken, zodanig dat op elk ogenblik een herberekening van de route kan worden uitgevoerd in functie van de verkeerstoestand. In deze eenheid 18 is bij voorkeur een filtereenheid ingebouwd die uitsluitend de relevante informatie naar de voornoemde berekeningseenheid 14 doorlaat. 



  De eenheid 18 is uitgerust met ontvangstmiddelen 19 die toelaat draadloos informatie 20 te ontvangen van een informatie-toeleverancier 21 van verkeersinformatie. Deze laatste levert ook zoals aangeduid met lijn 22, informatie aan de inrichting 4, zodanig dat bij het genereren van de voorgecalculeerde route en de bijhorende context-informatie reeds vanaf dat ogenblik rekening gehouden wordt met de meest recente verkeersinformatie. 



  Samengevat kan gesteld worden dat de inrichting 4 fungeert als   een "navigatie-server",   de berekeningseenheid 14 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 
 EMI11.1 
 fungeert als een de middelen 18 fungeren als een de middelen 21 als een "navigatie-agent","traffic-server". 



  Opgemerkt wordt dat de verschillende berekeningsmiddelen, eenheden, enzovoort, niet noodzakelijk als afzonderlijke gedeelten dienen te zijn vervaardigd. Zij kunnen ook   geintegreerd   zijn tot   n geheel in   een   of meer elektronische schakelingen. 



  Tevens wordt opgemerkt dat de draadloze verbindingen niet allen via afzonderlijke kanalen dienen te verlopen, doch dat hiertoe ook eenzelfde zendkanaal kan worden aangewend, bijvoorbeeld via GSM. 



  De voornoemde middelen 7 kunnen van willekeurige aard zijn. 



  Bij voorkeur worden zij gevormd door GPS (Global Positioning System). Uiteraard kunnen ook andere systemen voor het bepalen van de locatie van het voertuig 3 worden toegepast, waarbij bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van vaste zendbakens, zoals GSM-zendmasten, en trigonometrische berekeningen of gebruik wordt gemaakt van gyroscopen, richtingsdetectors, snelheidsdetectors, enzovoort of een combinatie van verschillende van deze mogelijkheden. 



  De werking van de inrichting 1 is als volgt. 



  Wanneer het navigatiesysteem wordt aangewend, formuleert de bestuurder van het voertuig 3 via de middelen 9 een aanvraag voor een bepaalde route, bijvoorbeeld door het ingeven van het eindpunt. Het beginpunt is automatisch bekend via de localisatie van het voertuig 3 met behulp van de middelen 7. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 De voornoemde aanvraag wordt draadloos verzonden naar de inrichting 4. In deze inrichting 4 wordt door de middelen 15 een route berekend. De middelen 12 genereren hierbij relevante context-informatie die bij voorkeur veel details bevat over het beginpunt en eindpunt van de voorgecalculeerde route, alsmede van drukke verkeerspunten, doch relatief weinig details bevat met betrekking tot de tussenliggende stukken van de route. 



  Bij het bepalen van de voorgecalculeerde route en de context-informatie wordt gelijktijdig rekening gehouden met de meest actuele verkeersinformatie afkomstig van de informatie-toeleverancier 21. 



  Deze informatie wordt in de vorm van navigatiegegevens 5 naar de telematica-inrichting 2 gezonden en in een geheugen gestockeerd. De voorgecalculeerde route wordt via de module 13 passend omgevormd in een signaal dat kan worden weergegeven aan de middelen 11, bij voorkeur op een display. 



  Via de middelen 7 wordt de locatie van het voertuig 3 permanent berekend. De module 13 zorgt er voor dat op bekende wijze een vergelijking wordt uitgevoerd tussen de actuele positie en de voorgecalculeerde route. Op het ogenblik dat van deze route wordt afgeweken, en een herberekening dient te worden uitgevoerd, wordt volgens de huidige uitvinding hiertoe gebruik gemaakt van de berekeningseenheid 14 die aan de hand van de vooraf ingewonnen context-informatie toelaat een herberekening uit te voeren zonder dat daartoe opnieuw beroep dient te worden gedaan op de inrichting 4.

   Alleen in het geval dat de context-informatie niet toereikend is, kan een aanvraag aan de inrichting 4 worden gericht om bijkomende context-informatie toe te zenden. 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 Het is duidelijk dat door het feit dat niet voor elke berekening moet worden teruggevallen op de inrichting 4, de in de inleiding genoemde nadelen worden uitgesloten. 



  Via de eenheid 18 kan de context-informatie in de berekeningseenheid 14 worden bijgestuurd in functie van de meest recente verkeersinformatie. Deze verkeersinformatie kan hetzij regelmatig worden opgevraagd, hetzij automatisch worden ontvangen en geÜpdatet telkens wanneer nieuwe informatie draadloos wordt rondgestuurd. De filtereenheid die zoals voornoemd in de eenheid 18 is ge ntegreerd, weerhoudt uitsluitend de relevante informatie. 



  Zoals reeds vermeld in de inleiding zal de context-informatie volgens een variante niet als een gevolg van een aanvrage worden geformuleerd, doch permanent worden rondgezonden, waarbij automatisch nieuwe informatie door de telematica-inrichting 2 wordt ontvangen in functie van het zendbereik waarin het voertuig 3 zich bevindt. Dit is schematisch weergegeven in figuur 2. 



  Wanneer het voertuig 3 zich in het zendbereik 23 bevindt, ontvangt het context-informatie van de zendmast 24, met veel details over de zone 25 en weinig details over de grotere zone 26. Wanneer nu een routeberekening van A naar B wordt gevraagd, laat de geringe informatie over zone 26 toe de hoofdwegen te bepalen, terwijl de gedetailleerde informatie over de zone 25 toelaat om informatie te verkrijgen en een berekening uit te voeren met betrekking tot de directe omgeving van het voertuig 3. 



  Naarmate het voertuig 3 zich verplaatst en in een ander zendbereik 27 terechtkomt, wordt nieuwe gedetailleerde informatie met betrekking tot de zone 28 verkregen. Op deze 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 wijze is steeds informatie beschikbaar om op een degelijke wijze een route te bepalen. 



  De zendbereiken 23 en 27 kunnen bijvoorbeeld zendbereiken zijn van GSM-masten, terwijl de zones 25 en 28 hier nagenoeg mee overeenstemmen. De grotere zone 26 kan bijvoorbeeld bestaan uit een grotere radius rond   n van de zendmasten 24 of kan bijvoorbeeld ook de oppervlakte van een land of meerdere landen zijn. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijze en inrichting kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (1)

1. Conclusies.

   1.-Werkwijze voor het ter beschikking stellen van navigatiegegevens bij een voertuig, meer speciaal een baanvoertuig, waarbij, enerzijds, gebruik wordt gemaakt van middelen (7) voor het bepalen van de positie van het voertuig (3) en, anderzijds, navigatiegegevens (5) via een draadloze verbinding naar een telematica-inrichting (2) in het voertuig (3) worden gezonden, daardoor gekenmerkt dat minstens een aantal navigatieberekeningen wordt uitgevoerd in de telematica-inrichting (2) van het voertuig (3) zelf, met behulp van de via de draadloze verbinding ingewonnen navigatiegegevens (5).

   2.-Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat bij het bepalen van een route minstens in volgende stappen wordt voorzien : - het richten van een aanvraag voor een route naar een gewenste plaats, via een draadloze verbinding tussen de telematica-inrichting (2) van het voertuig (3) en een inrichting (4) van een informatie-toeleverancier (21) ; - het door de informatie-toeleverancier (21) bepalen van een voorgecalculeerde route ;

   - het door de informatie-toeleverancier (21) verzenden van de gegevens van de voorgecalculeerde route naar de telematica-inrichting (2) in het voertuig (3) en het opslaan daarvan in een geheugen in de telematica- inrichting (2) ; - het eveneens door de informatie-toeleverancier (21) verzenden van context-informatie met betrekking tot de omgeving van de voorgecalculeerde route en het opslaan <Desc/Clms Page number 16> daarvan in een geheugen in de telematica-inrichting (2) ; - het aan de telematica-inrichting (2) weergeven van signalen die toelaten dat de bestuurder van het voertuig (3) de voorgecalculeerde route kan volgen ; - en, indien gewenst of noodzakelijk, het aan de hand van de opgeslagen context-informatie uitvoeren van bijkomende navigatie-berekeningen in de telematica- inrichting (2) zelf.

   3.-Werkwijze volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de context-informatie wordt aangewend voor het herberekenen van de route, op het ogenblik dat het voertuig (3) de voorgecalculeerde route verlaat.

   4.-Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat een bepaalde hoeveelheid context-informatie wordt doorgezonden, en dat wanneer deze context-informatie niet toereikend is voor de betreffende berekening in de telematica-inrichting (2) van het voertuig (3), automatisch bijkomende of nieuwe context-informatie draadloos wordt ingewonnen.

   5.-Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat navigatiegegevens (5), meer speciaal context-informatie, worden gegenereerd die een berekening van routes toelaten in functie van de plaats van het voertuig (3) en/of de eindbestemming van de gewenste route en/of het aangewende zendbaken, dat deze navigatiegegevens (5) naar het voertuig (3) worden verzonden en dat de te volgen route in de telematica-inrichting (2) van het voertuig (3) wordt berekend. <Desc/Clms Page number 17> 6.-Werkwijze volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de verzending op regelmatige tijdstippen plaatsvindt, al dan niet gecombineerd met het verzenden als gevolg van een aanvraag afkomstig van de telematica-inrichting (2) van het voertuig (3).

   7.-Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat meerdere zendbakens, ieder met een beperkte reikwijdte, doch tezamen een volledig grondgebied bedekkend, worden aangewend en dat met betrekking tot de directe omgeving rond ieder betreffend zendbaken navigatiegegevens (5) worden doorgezonden die veel details van de directe omgeving rond het betreffende zendbaken bevatten, terwijl met betrekking tot de wijdere omgeving minder details worden doorgezonden.

   8.-Werkwijze volgens een van de conclusies 2 tot 7, daardoor gekenmerkt dat geselecteerde context-informatie wordt doorgezonden, waarbij deze meer details bevat voor de zones waar een grotere kans bestaat dat de route dient te worden herberekend, dan voor de andere zones.

   9.-Werkwijze volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de context-informatie minstens meer details bevat aan het beginpunt en het eindpunt van de voorgecalculeerde route, alsmede meer details bevat over drukke verkeerspunten, terwijl zij minder details bevat met betrekking tot de tussenliggende stukken van de route.

   10.-Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de navigatiegegevens (5) die worden ingewonnen via de draadloze verbinding en die toelaten de voornoemde navigatieberekeningen in de telematicainrichting (2) in het voertuig (3) uit te voeren, en meer <Desc/Clms Page number 18> speciaal de voornoemde context-informatie, wordt doorgezonden in de vorm van een algoritme.

   11.-Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat rekening wordt gehouden met actuele informatie.

   12.-Werkwijze volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de actuele verkeersinformatie minstens wordt betrokken bij het berekenen van de navigatiegegevens (5) die moeten toelaten om navigatieberekeningen in het voertuig (3) zelf uit te voeren, en meer speciaal betrokken wordt bij het bepalen van de voornoemde context-informatie.

   13.-Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat de actuele verkeersinformatie rechtstreeks aan de telematica-inrichting (2) in het voertuig (3) wordt gezonden, waarbij in functie hiervan in deze telematicainrichting (2) een herberekening wordt uitgevoerd van de te volgen route.

   14.-Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde navigatiegegevens (5), en meer speciaal het voornoemde algoritme, wordt gecomprimeerd.

   15.-Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vectordata van de voornoemde navigatiegegevens (5) worden gecomprimeerd.

   16.-Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde navigatiegegevens (5) worden verzonden als een code die uitgevoerd is in JAVA. <Desc/Clms Page number 19>

   17.-Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de navigatiegegevens (5) die toelaten een berekening aan boord van het voertuig (3) uit te voeren, automatisch regelmatig geüpdated worden in functie van de locatie van het voertuig (3).

   18.-Inrichting voor het ter beschikking stellen van navigatiegegevens bij een voertuig, meer speciaal een baanvoertuig, die de werkwijze volgens een van de voornoemde conclusies toepast, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een inrichting (4) voor het draadloos ter beschikking stellen van navigatiegegevens (5), waarbij deze inrichting (4) is uitgerust met middelen (12) die context-informatie kunnen genereren en doorzenden, die toelaat dat in het voertuig (3) zelf navigatieberekeningen kunnen worden uitgevoerd ;

   een in het voertuig (3) aanwezige telematica-inrichting (2) die minstens middelen (8) bezit voor het draadloos ontvangen van de voornoemde navigatiegegevens (5), middelen (9) voor het ingeven van gegevens teneinde een route aan te vragen, middelen (10) voor het verwerken van navigatiegegevens (5) die een berekeningseenheid (14) bezitten om uit de voornoemde context-informatie een gevraagde route te berekenen of te herberekenen en middelen (11) voor het weergeven van de voor de bestuurder van belang zijnde navigatiegegevens ; en middelen (7) voor het bepalen van de positie van het voertuig (3) die met de telematicainrichting (2) samenwerken of daar deel van uitmaken.

   19.-Inrichting volgens conclusie 18, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (4) voor het draadloos ter beschikking stellen van navigatiegegevens (5) middelen (15) bevat die een route vooraf kunnen berekenen, teneinde de bekomen <Desc/Clms Page number 20> voorgecalculeerde route samen met context-informatie naar het voertuig (3) door te zenden.

   20.-Inrichting volgens conclusie 18 of 19, daardoor gekenmerkt dat de middelen (10) voor het verwerken van navigatiegegevens (5) tevens een eenheid (18) bezit voor het verwerken van verkeersinformatie, waarbij deze eenheid (18) met de voornoemde berekeningseenheid (14) samenwerkt.

   21.-Inrichting volgens conclusie 20, daardoor gekenmerkt dat zij middelen (21) bezit voor het verzenden van verkeersinformatie en dat de voornoemde eenheid (18) voor het verwerken van de verkeersinformatie minstens een filtereenheid bezit die uitsluitend de relevante informatie EMI20.1 naar de voornoemde berekeningseenheid (14) doorlaat.

   22.-Inrichting volgens één van de conclusies 18 tot 21, daardoor gekenmerkt dat de middelen (7) voor het bepalen van de positie van het voertuig (3) bestaan uit een GPS.