BE1012216A5 - Aandrijfinrichting voor kantelpoorten. - Google Patents

Aandrijfinrichting voor kantelpoorten. Download PDF

Info

Publication number
BE1012216A5
BE1012216A5 BE9800712A BE9800712A BE1012216A5 BE 1012216 A5 BE1012216 A5 BE 1012216A5 BE 9800712 A BE9800712 A BE 9800712A BE 9800712 A BE9800712 A BE 9800712A BE 1012216 A5 BE1012216 A5 BE 1012216A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
tilting
gate
tilting gate
arm
drive device
Prior art date
Application number
BE9800712A
Other languages
English (en)
Inventor
Rafael Steen
Original Assignee
Louage En Wisselinck N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Louage En Wisselinck N V filed Critical Louage En Wisselinck N V
Priority to BE9800712A priority Critical patent/BE1012216A5/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1012216A5 publication Critical patent/BE1012216A5/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05FDEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION; CHECKS FOR WINGS; WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05F15/00Power-operated mechanisms for wings
    • E05F15/60Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators
    • E05F15/603Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators using rotary electromotors
    • E05F15/665Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators using rotary electromotors for vertically-sliding wings
    • E05F15/668Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators using rotary electromotors for vertically-sliding wings for overhead wings
    • E05F15/681Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators using rotary electromotors for vertically-sliding wings for overhead wings operated by flexible elongated pulling elements, e.g. belts
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05FDEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION; CHECKS FOR WINGS; WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05F15/00Power-operated mechanisms for wings
    • E05F15/60Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators
    • E05F15/603Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators using rotary electromotors
    • E05F15/665Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators using rotary electromotors for vertically-sliding wings
    • E05F15/668Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators using rotary electromotors for vertically-sliding wings for overhead wings
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D15/00Suspension arrangements for wings
    • E05D15/40Suspension arrangements for wings supported on arms movable in vertical planes
    • E05D15/44Suspension arrangements for wings supported on arms movable in vertical planes with pivoted arms and vertically-sliding guides
    • E05D15/445Suspension arrangements for wings supported on arms movable in vertical planes with pivoted arms and vertically-sliding guides specially adapted for overhead wings
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05YINDEXING SCHEME RELATING TO HINGES OR OTHER SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS AND DEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION, CHECKS FOR WINGS AND WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05Y2201/00Constructional elements; Accessories therefore
    • E05Y2201/60Suspension or transmission members; Accessories therefore
    • E05Y2201/622Suspension or transmission members elements
    • E05Y2201/624Arms
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05YINDEXING SCHEME RELATING TO HINGES OR OTHER SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS AND DEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION, CHECKS FOR WINGS AND WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05Y2201/00Constructional elements; Accessories therefore
    • E05Y2201/60Suspension or transmission members; Accessories therefore
    • E05Y2201/622Suspension or transmission members elements
    • E05Y2201/624Arms
    • E05Y2201/626Levers
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05YINDEXING SCHEME RELATING TO HINGES OR OTHER SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS AND DEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION, CHECKS FOR WINGS AND WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05Y2201/00Constructional elements; Accessories therefore
    • E05Y2201/60Suspension or transmission members; Accessories therefore
    • E05Y2201/622Suspension or transmission members elements
    • E05Y2201/638Cams; Ramps
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05YINDEXING SCHEME RELATING TO HINGES OR OTHER SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS AND DEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION, CHECKS FOR WINGS AND WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05Y2600/00Mounting or coupling arrangements for elements provided for in this subclass
    • E05Y2600/10Adjustable or movable
    • E05Y2600/30Adjustable or movable characterised by the type of motion
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05YINDEXING SCHEME RELATING TO HINGES OR OTHER SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS AND DEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION, CHECKS FOR WINGS AND WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05Y2800/00Details, accessories and auxiliary operations not otherwise provided for
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05YINDEXING SCHEME RELATING TO HINGES OR OTHER SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS AND DEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION, CHECKS FOR WINGS AND WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05Y2900/00Application of doors, windows, wings or fittings thereof
    • E05Y2900/10Application of doors, windows, wings or fittings thereof for buildings or parts thereof
    • E05Y2900/106Application of doors, windows, wings or fittings thereof for buildings or parts thereof for garages

Abstract

De aandrijfinrichting voor kantelpoorten bevat een verbindingssysteem (16), dat een in een geleiding (10) geleid aandrijfelement (9) voor de kantelpoort (1) met de kantelpoort (1) verbindt en dat onderling scharnierbaar opgestelde armen (17,18) bevat. Aan de kantelpoort (1) is een aanslag (25) voorzien die bij de aanvang van de sluitbeweging vanuit geopende stand van de kantelpoort (1) samenwerkt met een aan de kantelpoort (1) voorziene arm (17) van het verbindingsysteem (16), teneinde de kantelpoort (1) te kantelen.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Aandrijfinrichting voor kantelpoorten. 



  Deze uitvinding heeft betrekking tot een aandrijfinrichting voor kantelpoorten, die een verbindingssysteem bevat, hetwelk een in een geleiding geleid aandrijfelement voor de kantelpoort met de kanteelpoort verbindt, en onderling scharnierbaar opgestelde armen omvat. 



  Bij kantelpoorten is het gekend, aan beide zijkanten nabij de onderzijde van de kantelpoort al dan niet draaibaar opgestelde geleidingspennen aan te brengen, die geleid worden door een nagenoeg verticaal opgestelde zijgeleiding. Afhankelijk van de afstand van deze geleidingspennen tot de onderzijde van de kantelpoort, spreekt men van geheel of gedeeltelijk binnen de gevel draaiende kantelpoorten. Aan beide zijkanten nabij de bovenzijde van de kantelpoort kunnen tevens al dan niet draaibaar opgestelde geleidingspennen aangebracht worden, die geleid of gesteund worden door een nagenoeg horizontaal opgestelde zijgeleiding.

   Bij dergelijke binnen de gevel draaiende kantelpoorten, is het gekend de bovenzijde van de kantelpoort door een verbindingssysteem met een aandrijfelement te verbinden, dat geleid wordt in een nagenoeg horizontaal opgestelde geleiding en dat via een overbrenging door een aandrijfmotor wordt bevolen. 



  Volgens een eerste gekende mogelijkheid, zoals weergegeven in figuur   1,   bevat het verbindingssysteem een rechte of een gebogen staaf 40, waarvan het ene einde scharnierend verbonden is met het aandrijfelement 9 en het andere einde via een steun 41 scharnierend verbonden is met de kantelpoort. Bij de aanvang van de sluitbeweging vanuit geopende stand van de kantelpoort, wordt het aandrijfelement 9 dat geleid wordt in de horizontaal opgestelde geleiding 10 verplaatst, zodat de voornoemde 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 staaf 40 een aandrijfkracht R op de bovenzijde van de kantelpoort uitoefent, die in een relatief grote horizontale krachtcomponent HR en een relatief kleine verticale krachtcomponent VR kan ontbonden worden.

   Deze horizontale krachtcomponent van de aandrijfkracht R wordt tegengewerkt door een horizontale krachtcomponent ter hoogte van de met de verticale zijgeleiding 5 samenwerkende geleidingspennen 2 van de kantelpoort, waardoor ter hoogte van deze geleidingspennen een wrijvingskracht gegenereerd wordt, die teneinde de kantelpoort te kunnen sluiten, dient overwonnen te worden door een sluitkracht, die ondermeer bepaald wordt door de voornoemde verticale krachtcomponent van de aandrijfkracht R. Dit heeft voor gevolg dat een kantelpoort door een dergelijke aandrijfinrichting alleen kan gesloten worden, indien de kantelpoort niet volledig geopend wordt. Dit betekent dat de kantelpoort een zekere hoek met de horizontale moet vormen, waardoor de vrije hoogte onder de kantelpoort beperkt is. 



  Bovendien dient de aandrijfkracht R die door het aandrijfelement op de kantelpoort wordt uitgeoefend relatief groot te zijn om de nodige sluitkracht te kunnen genereren. Dit geeft niet alleen aanleiding tot grote wrijvingskrachten en sleet ter hoogte van de zijgeleidingen en tot grote aandrijfkrachten in de aandrijfinrichting, maar vereist tevens een aandrijfmotor die een hoog aanloopkoppel kan genereren. Bij een dergelijk verbindingssysteem is daarenboven, bij de aanvang van het sluiten vanuit geopende stand, de verticale verplaatsing van de kantelpoort relatief groot ten opzichte van de horizontale verplaatsing van het aandrijfelement van de aandrijfinrichting, zodat bij de aanvang van het sluiten de kantelpoort relatief bruusk en met een relatief grote sluitsnelheid gesloten wordt. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  Volgens een tweede gekende mogelijkheid, zoals weergegeven in figuur 2, wordt ter hoogte van de bovenhelft van de kantelpoort een gekromd C-vormig geleidingsprofiel 50 aan de kantelpoort bevestigd. Het verbindingssysteem bevat hierbij een staaf 51 die met het ene einde scharnierbaar aan een aandrijfelement 9 is bevestigd, en met het andere einde twee op een afstand van elkaar gelegen geleidingspennen 52 en 53 bevat, die verschuifbaar geleid worden in het voornoemd geleidingsprofiel 50. Bij de aanvang van de sluitbeweging vanuit geopende stand, is bij deze uitvoeringsvorm de krachtverdeling iets verbetert en gebeurt de sluitbeweging minder bruusk dan bij de eerste mogelijkheid. Toch vertoont een dergelijk aandrijfsysteem nog steeds het nadeel dat de kantelpoort niet wezenlijk meer mag geopend worden dan bij de eerste mogelijkheid. 



  Bovendien vergt deze uitvoeringsvorm een grotere inbouwdiepte van het aandrijfelement 9 ten opzichte van de kantelpoort, en vereist een geleidingsprofiel 50 dat zich uitstrekt over nagenoeg de volledige bovenhelft van de kantelpoort. 



  Het doel van de uitvinding is een dergelijke aandrijfinrichting zodanig te verbeteren dat die toelaat een kantelpoort vanuit een nagenoeg volledig geopende stand probleemloos te sluiten. 



  Om het gestelde doel te bereiken, vertoont de aandrijfinrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat de kantelpoort een aanslag omvat die voorzien is om bij de aanvang van de sluitbeweging, vanuit geopende stand van de kantelpoort, te fungeren als hefboomsteun voor een aan de kantelpoort voorziene arm van het verbindingssysteem, teneinde de kantelpoort te kantelen. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  Bij de aandrijfinrichting volgens deze uitvinding wordt bekomen dat bij de aanvang van de sluitbeweging vanuit geopende stand, een relatief kleine op de kantelpoort uitgeoefende aandrijfkracht aanleiding geeft tot een relatief grote sluitkracht om de kantelpoort te sluiten, waardoor de kantelpoort vanuit een nagenoeg volledig geopende stand kan gesloten worden. Daar de hierbij veroorzaakte horizontale krachtcomponent beperkt blijft, ontstaat nagenoeg geen wrijving ter hoogte van de verticale zijgeleidingen van de kantelpoort. Bovendien laat de uitvinding, zelfs bij een nagenoeg volledig geopende kantelpoort, toe bij de aanvang van de sluitbeweging een zachte, regelmatige en langzame sluitbeweging van de kantelpoort te bekomen. De uitvinding laat ook toe het verbindingssysteem compact uit te voeren, waarbij het verbindingssysteem slechts een geringe inbouwdiepte vereist. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat het verbindingssysteem twee armen die scharnierbaar aan elkaar zijn voorzien, waarvan de ene arm scharnierbaar aan het aandrijfelement en de andere arm scharnierbaar aan de kantelpoort is voorzien. Hierdoor wordt een eenvoudige en stevige constructie van het verbindingssysteem bekomen. 



  Bij voorkeur bevat het verbindingssysteem tevens eindaanslagen die de onderlinge hoekverdraaiing van de aan het aandrijfelement voorziene arm en de aan de kantelpoort voorziene arm beperken. Dit is voordelig voor het aanwenden van het verbindingssysteem bij een meer gesloten stand van de kantelpoort. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 Volgens een uitvoeringsvorm is tussen beide armen een veer aangebracht. Dit is voordelig bij het loskomen van de aan de kantelpoort voorziene arm van de aanslag. 



  Volgens een uitvoeringsvorm is de aanslag, tussen de bevestigingspositie van de aan de kantelpoort voorziene arm en de bevestigingspositie van de aan het aandrijfelement voorziene arm, nabij de bovenzijde van de kantelpoort aangebracht. Deze uitvoeringsvorm bevordert de compactheid. 



  Volgens een uitvoeringsvorm wordt ter hoogte van de bovenzijde van de kantelpoort een bevestigingsstuk aan de kantelpoort bevestigd, waaraan aan het nabij de bovenzijde van de kantelpoort gelegen einde de aanslag is aangebracht, en waaraan aan het tegenoverliggende einde de scharnierbaar aan de kantelpoort voorziene arm van het verbindingssysteem is aangebracht. Dit laat toe de aanslag en het verbindingssysteem op een eenvoudige manier aan de kantelpoort te bevestigen. 



  Volgens een uitvoeringsvorm bestaat de aanslag uit een cilindervormig element. Dit laat toe een goed contact tussen de aanslag en de aan de kantelpoort voorziene arm te bekomen. 



  Volgens een uitvoeringsvorm raakt de aan de kantelpoort voorziene arm van het verbindingssysteem, de aan de kantelpoort voorziene aanslag bij een geopende stand van de kantelpoort. Dit verzekert dat bij de aanvang van de sluitbeweging vanuit geopende stand, de aanslag steeds contact maakt met de voornoemde arm. 



  Volgens een uitvoeringsvorm wordt het aandrijfelement geleid in een lineaire geleiding en via een overbrenging 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 aangedreven door een stuurbare aandrijfmotor, die bij voorkeur door middel van stuurmiddelen bij de aanvang van de sluitbeweging met een lage snelheid wordt gestuurd. Dit gecontroleerd sturen verbetert de zachte en langzame sluitbeweging van de kantelpoort vanuit een geopende stand. 



  De kenmerken en verdere voordelen van deze uitvinding worden aan de hand van in tekeningen weergegeven niet beperkende uitvoeringsvoorbeelden in de hierna volgende gedetailleerde beschrijving verder toegelicht. In deze beschrijving wordt verwezen naar de volgende tekeningen, waarin :
Figuur 1 een zijzicht van een kantelpoort met een aandrijfinrichting volgens de eerste mogelijkheid van de stand van de techniek in geopende stand weergeeft ;
Figuur 2 een zijzicht van een kantelpoort met een aandrijfinrichting volgens de tweede mogelijkheid van de stand van de techniek in geopende stand weergeeft ;
Figuur 3 een zijzicht van een kantelpoort met een aandrijfinrichting volgens de uitvinding in een geopende stand weergeeft ;
Figuur 4 vergroot een gedeelte van figuur 3 weergeeft ;
Figuur 5 het zijzicht van figuur 3 bij de aanvang van de sluitbeweging vanuit geopende stand weergeeft ;

  
Figuur 6 het zijzicht van figuur 3 bij het loskomen van de aanslag en de bijhorende arm weergeeft ;
Figuur 7 het zijzicht van figuur 3 bij een meer gesloten stand weergeeft ; De weergegeven kantelpoorten 1 bevatten aan beide zijkanten schematisch weergegeven, al dan niet draaibaar opgestelde geleidingspennen 2 en 3. De nabij de onderzijde 4 van de kantelpoort 1 zijdelings aangebrachte geleidingspennen 2 worden elk geleid door een nagenoeg verticaal 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 opgestelde zijgeleiding 5, die in een gesloten stand van de kantelpoort 1 nagenoeg evenwijdig met de kantelpoort 1 is opgesteld. De nabij de bovenzijde 6 van de kantelpoort 1 zijdelings aangebrachte geleidingspennen 3 worden elk geleid of ondersteund door een nagenoeg horizontaal opgestelde zijgeleiding 7. 



  Verder is een aandrijfinrichting 8 voor de kantelpoort 1 weergegeven die een aandrijfelement 9 bevat dat in een lineaire geleiding 10 wordt geleid. Het aandrijfelement 9 kan niet weergegeven rollen bevatten, teneinde het verplaatsen van dit aandrijfelement 9 langsheen de lineaire geleiding 10 te vergemakkelijken. De aandrijfinrichting 8 bevat tevens een aandrijfmotor 11, die aan een uiteinde van de geleiding 10 is aangebracht en die via een overbrenging, bijvoorbeeld een reductiekast en/of een riemoverbrenging 12 (figuur 4), het aandrijfelement 9 langsheen de geleiding 10 kan verplaatsen. Ter hoogte van het voornoemde uiteinde kan tevens een niet weergegeven aandrijfrad voorzien worden om de riemoverbrenging 12 aan te drijven. Aan het tegenoverliggende uiteinde van de lineaire geleiding 10 is bijvoorbeeld een niet weergegeven ombuigrol voor de riemoverbrenging 12 aangebracht.

   De aandrijfmotor 11 bestaat bijvoorbeeld uit een stuurbare elektrische servomotor, waarvan de snelheid door niet weergegeven stuurmiddelen kan gestuurd worden. De lineaire geleiding 10 is nagenoeg horizontaal en nagenoeg evenwijdig met de voornoemde zijgeleiding 7 opgesteld. 



  Bij de in figuren 3 tot 7 weergegeven uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, wordt ter hoogte van de bovenzijde 6 van de kantelpoort   l,   en volgens de breedte in het midden van de kantelpoort   1,   een bevestigingsstuk 15 aan de kantelpoort 1 bevestigd. Een verbindingssysteem 16 dat het aandrijfelement 9 en het bevestigingsstuk 15 van de 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 kantelpoort 1 onderling verbindt, fungeert als kracht en snelheidsoverbrenging en bevat twee armen 17 en 18 die door een as 19 scharnierbaar aan elkaar zijn bevestigd. De arm 17 is door een as 20 scharnierbaar aan het bevestigingsstuk 15 van de kantelpoort 1 bevestigd. De arm 18 is door een as 21 scharnierbaar aan het aandrijfelement 9 van de aandrijfinrichting 8 bevestigd. Tussen beide armen 17 en 18 is een schroefvormige trekveer 14 aangebracht.

   Verder zijn aan de arm 17 twee eindaanslagen 22 en 23 aangebracht, die de onderlinge hoekverdraaiing van de armen 17 en 18 beperken, en op die manier de onderlinge eindposities van de armen 17 en 18 bepalen. 



  Het verbindingssysteem 16 van de aandrijfinrichting 8 volgens de uitvinding, bevat verder een aanslag 25 die nabij de bovenzijde 6 van de kantelpoort 1 is aangebracht, en meer speciaal tussen de door de as 20 bepaalde bevestigingspositie voor de arm 17 en de door de as 21 bepaalde bevestigingspositie voor de arm 18. De aanslag 25 is bij deze uitvoeringsvorm aan het bevestigingsstuk 15 van de kantelpoort 1 voorzien, in het bijzonder ter hoogte van het nabij de bovenzijde 6 van de kantelpoort 1 gelegen einde van het bevestigingsstuk 15. Aan het tegenoverliggende einde van dit bevestigingsstuk 15 is de as 20 voor de arm 17 aangebracht. 



  Bij de weergegeven uitvoeringsvorm bestaat de aanslag 25 uit een cilindervormig element dat door een boutverbinding 13, die samenwerkt met een gleuf 24 van het bevestigingsstuk 15, al dan niet draaibaar om de boutverbinding 13, in een bepaalde positie volgens de gleuf 24 aan het bevestigingsstuk 15 is voorzien. De aanslag 25 bestaat bijvoorbeeld uit staal of een sleetvaste kunststof en wordt bijvoorbeeld nagenoeg in het 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 verlengde van de nabij de bovenzijde 6 van de kantelpoort 1 zijdelings voorziene geleidingspennen 3 aangebracht. 



  Bij de geopende stand van de kantelpoort   1,   zoals aangeduid in figuren 3 en 4, rust de arm 18 tegen de eindaanslag 22 en bevindt de arm 17 zieh in de onmiddellijke nabijheid van de aanslag 25. Het is hierbij voordelig dat de arm 17 reeds de aanslag 25 raakt. 



  Teneinde de kantelpoort 1 te sluiten, wordt het aandrijfelement 9 door de aandrijfmotor 11 volgens pijl P bewogen, zodat in eerste instantie de arm 18 los komt van de eindaanslag 22 en in de richting van de eindaanslag 23 beweegt. Door die beweging wordt het nabij de as 19 gelegen einde van de arm 17 iets naar boven bewogen, zodat de arm 17, zelfs indien die niet in aanraking was met de aanslag 25, tegen de aanslag 25 wordt gedrukt. 



  Bij het bij de aanvang van de sluitbeweging verder bewegen volgens pijl P van de aandrijfeenheid 9 drukt, zoals verduidelijkt in figuren 5, de arm 17 steeds meer op de aanslag 25, zodat de arm 17 als een hefboom rondom het door de aanslag 25 gevormde rotatiepunt op de kantelpoort 1 inwerkt. Hierdoor ontstaat een aandrijfkracht F, die nagenoeg verticaal en volgens de arm 18 is gericht, en die een aandrijfkoppel omheen de aanslag 25 genereert, dat de kantelpoort 1 dwingt te roteren om de aanslag 25. De aandrijfkracht F vertoont zoals aangeduid een relatief grote verticale krachtcomponent VF en een relatief kleine horizontale krachtcomponent HF.

   Door de voornoemde relatief kleine horizontale krachtcomponent wordt bekomen dat de kantelpoort 1 bij de aanvang van de sluitbeweging nagenoeg geen horizontale krachtcomponent via de geleidingspennen 2 op de verticale zijgeleidingen 5 uitoefent, en er zodoende praktisch geen verticale wrijvingskracht ontstaat tussen deze geleidingspennen 2 en 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 de voornoemde verticale zijgeleiding 5. Door de voornoemde relatief grote verticale krachtcomponent en de kleine verticale wrijvingskracht wordt tevens een relatief grote sluitkracht bekomen, waardoor een door een aandrijfinrichting 8 volgens de uitvinding bevolen kantelpoort 1 voordelig kan gesloten worden. 



  Bovendien is door het onderling scharnierbaar opgesteld zijn van de armen 17 en 18 en door de werking van de aanslag 25, de verplaatsing van de as 20 en van de geleidingspennen 2 in de verticale zijgeleiding 5 relatief klein ten opzichte van de verplaatsing van het aandrijfelement 9 in de lineaire geleiding 10, zodat een langzame en zachte aanvang van de sluitbeweging vanuit geopende stand wordt bekomen. 



  Naarmate de kantelpoort   1,   door een verdere beweging van het aandrijfelement 9 volgens pijl P, meer gesloten wordt, wordt een stand bekomen zoals weergegeven in figuur 6, waarbij de arm 18 tegen de eindaanslag 23 aanleunt en de arm 17 nog juist contact maakt met de aanslag 25. Wanneer de kantelpoort 1 nog verder gesloten wordt, wordt een stand bekomen zoals weergegeven in figuur 7 en komt de arm 17 los van de aanslag 25, en kan het verbindingssysteem 16 waarbij de arm 18 aanleunt tegen de eindaanslag 23 als een verbindingssysteem volgens de eerste mogelijkheid de stand van de techniek werken. De veer 14 wordt aangebracht om een onderlinge ongewenste beweging van de armen 17 en 18 te beperken op het ogenblik van het loskomen van de arm 17 van de aanslag 25.

   Door het aandrijfelement 9 nog verder te bewegen volgens pijl P wordt de kantelpoort 1 volledig gesloten. 



  Teneinde de sluitbeweging nog zachter en langzamer uit te voeren, wordt de aandrijfmotor 11 van de aandrijf- 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 inrichting 8 door middel van stuurmiddelen voor de aandrijfinrichting 8 bij de aanvang van de sluitbeweging met een lagere snelheid gestuurd, tot de kantelpoort 1 nagenoeg over een vierde van de hoogte van de kantelpoort 1 gesloten is, waarna de aandrijfmotor 11 met een hogere snelheid wordt gestuurd. 



  Wanneer de kantelpoort 1 geopend wordt, wordt de arm 18 vooreerst vanaf de eindaanslag 23 naar de eindaanslag 22 toe gebracht, hetgeen toelaat de aandrijfmotor 11 van de aandrijfinrichting 8 te starten zonder dat die wezenlijk belast wordt. Vervolgens kan afhankelijk van de spanning in de veer 14, het verbindingssysteem 16 met twee armen 17 en 18 op een analoge manier als een verbindingssysteem volgens de eerste mogelijkheid van de stand van de techniek werken, tot de kantelpoort 1 nagenoeg volledig geopend is en de arm 17 nagenoeg met de aanslag 25 in contact kan komen. Uit het voorgaande blijkt duidelijk dat het openen van de kantelpoort 1 geen moeilijkheden vormt. 



  Volgens een niet weergegeven variante uitvoeringsvorm kunnen de armen 17 en 18 onderling scharnierbaar verbonden worden door een bladveer die tussen beide armen 17 en 18 is aangebracht. Analoog kan de arm 17, door middel van een bladveer, scharnierbaar aan de kantelpoort 1 voorzien worden. Het is duidelijk dat de aanslag 25 en de arm 17, volgens een variante uitvoeringsvorm, elk door middel van een eigen bevestigingsstuk aan de kantelpoort 1 kunnen bevestigd worden. De arm 18 van een verbindingssysteem 16 volgens de uitvinding hoeft niet noodzakelijk een grote buigstijfheid te vertonen. De arm 18 kan ook vervangen worden door een aantal aaneengeschakelde scharnierbaar opgestelde armen. De aanslag 25 hoeft uiteraard ook niet cilindervormig te zijn, maar kan ook bestaan uit een 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 rechtstreeks aan de kantelpoort 1 voorziene massieve stootblok. 



  Het is duidelijk, dat de horizontaal opgestelde zijgeleiding 7 en de bijhorende zijdelings aan de kantelpoort 1 aangebrachte geleidingspennen 3 van de kantelpoort 1 niet noodzakelijk aanwezig dienen te zijn, maar dat de lineaire geleiding 10 tevens de functie van de voornoemde zijgeleiding 7 kan uitvoeren. Dit is vooral mogelijk bij lichte kantelpoorten 1. 



  De verticale zijgeleiding 5, evenals de horizontale zijgeleiding 7, kunnen elk afzonderlijk of samen door een stangengeleiding vervangen worden. 



  In geval van kantelpoorten 1 met een grote breedte is het duidelijk dat meerdere aandrijfinrichtingen 8 met een verbindingssysteem 16 volgens de uitvinding, naast elkaar volgens de breedte van de kantelpoort 1 kunnen opgesteld worden, die tegelijkertijd gestuurd kunnen worden, teneinde de kantelpoort te sluiten of te openen. 



  Het is duidelijk dat de stuurmiddelen voor de aandrijfmotor 11 bijvoorbeeld kunnen samenwerken met een gekende afstandsbediening, die in staat is een stuursignaal te genereren, teneinde de kantelpoort te openen of te sluiten. Langsheen de geleiding 10 kunnen ook eindschakelaars aangebracht worden, die een signaal genereren, wanneer de kantelpoort 1 zieh in een open of gesloten toestand bevindt, teneinde te verhinderen dat de stuurmiddelen de aandrijfmotor 11 verder bevelen. 



  Uit de voorgaande beschrijving is het duidelijk dat de uitvinding bijzonder voordelig kan toegepast worden voor het sluiten van nagenoeg volledig geopende kantelpoorten 1 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 van het type die geheel of gedeeltelijk binnen een gevel draaien en die bevolen worden door een in een lineaire geleiding 10 geleid aandrijfelement 9, dat door een aandrijfmotor 11 wordt gestuurd.

Claims (12)

  1. CONCLUSIES 1. Aandrijfinrichting voor kantelpoorten, die een verbindingssysteem (16) bevat, hetwelk een in een geleiding (10) geleid aandrijfelement (9) voor de kantelpoort (1) met de kantelpoort (1) verbindt, en onderling scharnierbaar opgestelde armen (17, 18) omvat met EMI14.1 het kenmerk dat de kantelpoort (1) een aanslag (25) omvat die voorzien is om bij de aanvang van de sluitbeweging, vanuit geopende stand van de kantelpoort (l), fungeren als hefboomsteun voor een aan de kantelpoort (1) voorziene arm (17) van het verbindingssysteem (16), teneinde de kantelpoort (1) te kantelen.
  2. 2. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het verbindingssysteem (16) twee armen (17, 18) bevat die scharnierbaar aan elkaar zijn voorzien, waarvan de ene arm (18) scharnierbaar aan het aandrijfelement (9) en de andere arm (17) scharnierbaar aan de kantelpoort (1) is voorzien.
  3. 3. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het verbindingssysteem (16) eindaanslagen (22, 23) bevat, die de onderlinge hoekverdraaiing van de aan het aandrijfelement (9) voorziene arm (18) en de aan de kantelpoort (1) voorziene arm (17) beperken.
  4. 4. Aandrijfinrichting volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt tussen beide armen (17, 18) een veer (14) is aangebracht.
  5. 5. Aandrijfinrichting volgens een van de conclusies 1 tot en met 4, daardoor gekenmerkt dat de aanslag (25), tussen de bevestigingspositie (20) van de aan de kantelpoort (1) <Desc/Clms Page number 15> voorziene arm (17) en de bevestigingspositie (21) van de aan het aandrijfelement (9) voorziene arm (18), nabij de bovenzijde (6) van de kantelpoort (1) is aangebracht.
  6. 6. Aandrijfinrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 5, daardoor gekenmerkt dat ter hoogte van de EMI15.1 bovenzijde (6) van de kantelpoort (1) een bevestigingsstuk (15) aan de kantelpoort (1) is bevestigd, waaraan aan het nabij de bovenzijde (6) van de kantelpoort (1) gelegen einde de aanslag (25) is aangebracht, en waaraan aan het tegenoverliggende einde de scharnierbaar aan de kantelpoort (1) voorziene arm (17) van het verbindingssysteem (16) is aangebracht.
  7. 7. Aandrijfinrichting volgens een van de conclusies 1 tot en met 6, daardoor gekenmerkt dat de aanslag (25) bestaat uit een cilindervormig element.
  8. 8. Aandrijfinrichting volgens een van de conclusies 1 tot en met 7, daardoor gekenmerkt dat de aan de kantelpoort EMI15.2 (1) voorziene arm (17) van het verbindingssysteem (16) de aan de kantelpoort (1) voorziene aanslag (25) bij een geopende stand van de kantelpoort (1) raakt.
  9. 9. Aandrijfinrichting volgens een van de conclusies 1 tot en met 8, daardoor gekenmerkt het aandrijfelement (9) geleid wordt in een nagenoeg horizontaal opgestelde lineaire geleiding (10) en via een overbrenging (12) aangedreven wordt door een stuurbare aandrijfmotor (11).
  10. 10. Aandrijfinrichting volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfinrichting (8) stuurmiddelen bevat om de aandrijfmotor (11) bij de aanvang van de sluitbeweging met een lage snelheid te sturen. <Desc/Clms Page number 16>
  11. 11. Aandrijfinrichting volgens een van de conclusies 1 tot en met 10, daardoor gekenmerkt dat nabij de onderzijde EMI16.1 (4) van de kantelpoort (1) geleidingspennen (2) aan de kantelpoort (1) zijn aangebracht die geleid worden door een nagenoeg verticaal opgestelde zijgeleiding (5), die in een gesloten stand van de kantelpoort (1) nagenoeg evenwijdig met de kantelpoort (1) is opgesteld.
  12. 12. Aandrijfinrichting volgens een van de conclusies 1 tot en met 11, daardoor gekenmerkt dat nabij de bovenzijde EMI16.2 (6) van de kantelpoort (1) geleidingspennen (3) aan de kantelpoort (1) zijn aangebracht die geleid worden door een nagenoeg horizontaal opgestelde zijgeleiding (5), die nagenoeg evenwijdig met de geleiding (10) voor het aandrijfelement (9) is opgesteld.
BE9800712A 1998-10-01 1998-10-01 Aandrijfinrichting voor kantelpoorten. BE1012216A5 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9800712A BE1012216A5 (nl) 1998-10-01 1998-10-01 Aandrijfinrichting voor kantelpoorten.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9800712A BE1012216A5 (nl) 1998-10-01 1998-10-01 Aandrijfinrichting voor kantelpoorten.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1012216A5 true BE1012216A5 (nl) 2000-07-04

Family

ID=3891448

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9800712A BE1012216A5 (nl) 1998-10-01 1998-10-01 Aandrijfinrichting voor kantelpoorten.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1012216A5 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0074318A1 (fr) * 1981-09-04 1983-03-16 Faiveley Entreprises Dispositif pour commander une porte basculante, et porte ainsi équipée
GB2106589A (en) * 1981-09-22 1983-04-13 Ernest Partsch Drive mechanism for an up-and-over door
AT383854B (de) * 1986-01-09 1987-09-10 Toberer Herbert Einrichtung zum oeffnen und schliessen eines tores
EP0299489A1 (de) * 1987-07-15 1989-01-18 Kurt Berner Kipptorantrieb

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0074318A1 (fr) * 1981-09-04 1983-03-16 Faiveley Entreprises Dispositif pour commander une porte basculante, et porte ainsi équipée
GB2106589A (en) * 1981-09-22 1983-04-13 Ernest Partsch Drive mechanism for an up-and-over door
AT383854B (de) * 1986-01-09 1987-09-10 Toberer Herbert Einrichtung zum oeffnen und schliessen eines tores
EP0299489A1 (de) * 1987-07-15 1989-01-18 Kurt Berner Kipptorantrieb

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6554346B2 (en) Apparatus for opening and closing wing door of truck
US4699421A (en) Sliding and lifting roof
AU2002215295B2 (en) Vehicle door operating mechanism
US4452014A (en) Device for operating a sliding door
JPH0352366B2 (nl)
KR20050010708A (ko) 2개의 문짝을 가진 접이 플랩 또는 접이문용 리프팅장치
US7810280B2 (en) Automatic opening/closing apparatus for vehicle
BE1012216A5 (nl) Aandrijfinrichting voor kantelpoorten.
US4986031A (en) Gate assembly
JP2008513635A (ja) フロアロック
EP1943405B1 (en) Door system and vehicle provided with such a door system
EA039816B1 (ru) Нижнее звено ворот, имеющее откидной роликовый держатель
US5131187A (en) Gate assembly
US5362225A (en) Support mechanism for forming dies
US3545132A (en) Door for a garage and the like swingable overhead
GB2447226A (en) Operating Mechanism for Sliding Plug Doors
JP4542446B2 (ja) 中間ストッパ機構を備えたスライドドア
JP3875542B2 (ja) スライドドア
US20230271810A1 (en) Elevator Car Door Control System
RU2329172C1 (ru) Устройство для перемещения выдвижной двери
JP2002264656A (ja) 車両のラゲージルーム内に収納するために揺動可能な車両ルーフ要素のための駆動装置
JP4596403B2 (ja) トラック等のウイング開閉装置
KR20020082488A (ko) 트럭 등의 윙 개폐장치
JP2005248514A (ja) 車両用開閉装置
NL1004540C1 (nl) Sluitsysteem voor hefdeuren.

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: *LOUAGE EN WISSELINCK N.V.

Effective date: 20021031