BE1011763A3

BE1011763A3 - Bodemlaag.

Info

Publication number: BE1011763A3
Application number: BE9800147A
Authority: BE
Original assignee: E C C Naamloze Vennootschap
Priority date: 1998-02-25
Filing date: 1998-02-25
Publication date: 1999-12-07

Abstract

Bodemlaag, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat uit een eigenlijke mat (2) op basis van klei eventueel gemengd met vezels waarin of waartegen drainage-buizen, respectievelijk irrigatie-buizen, (5) zijn aangebracht.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Bodemlaag. Deze uitvinding heeft betrekking op een bodemlaag, meer speciaal een mat op basis van klei die voorzien is van middelen die toelaten zulke mat als bodemlaag te gebruiken op alle plaatsen waar irrigatie en/of drainage nodig is. 



  Zulke bodemlaag kan zeer voordelig toegepast worden bij het aanleggen en onderhouden van bijvoorbeeld sportterreinen, zoals golfterreinen, voetbalterreinen en dergelijke, bij het aanleggen en onderhouden van parken, tuinen, velden en dergelijke en op alle andere plaatsen, zowel binnen als buiten, waar irrigatie of drainage gewenst of noodzakelijk 
 EMI1.1 
 is. 



  Men weet inderdaad dat op bepaalde plaatsen, waar men te maken heeft met een natte of moerassige ondergrond, het teveel aan water regelmatig moet afgevoerd worden, terwijl op andere plaatsen, waar men te maken heeft met een te droge ondergrond of waar een bepaalde vochtigheid noodzakelijk is, bijvoorbeeld bij het telen van gewassen, op regelmatige tijdstippen water moet toegevoerd worden. 



  Tot op heden wordt hiertoe in hoofdzaak ofwel gebruik gemaakt van buizen die voorzien zijn van gaten of die in een poreus materiaal zijn uitgevoerd en die op een geschikte diepte in de grond worden aangebracht en zijn aangesloten op een afzuiginrichting of op een watertoevoer om de grond te draineren of te irrigeren, ofwel zullen, in het geval van irrigatie middelen, bijvoorbeeld sproeimiddelen, boven de grond worden aangebracht. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Het is duidelijk dat zowel het ene als het ander een vrij grote ingreep vergt die samengaat met aanzienlijke kosten. 



  De huidige uitvinding heeft een bodemlaag als voorwerp die toelaat een oplossing te bieden voor het uitvoeren van een drainage-inrichting en/of een irrigatie-inrichting op een zeer eenvoudige en zeer prijsgunstige wijze. 



  De bodemlaag volgens de uitvinding bestaat hiertoe in hoofdzaak uit een eigenlijke mat op basis van klei waarin of waartegen drainage-buizen, respectievelijk irrigatie-buizen, zijn aangebracht. 



  In een bijzondere uitvoering zal zulke bodemlaag toegepast worden op plaatsen waar men bepaalde terreinen wenst aan te leggen waarbij een drainage en/of irrigatie op bepaalde ogenblikken noodzakelijk is,   m. a. w. bij   de aanleg van grasvelden, grasperken of andere blijvende gewassen. 



  Inderdaad kan in zulke gevallen worden uitgegaan van matten op basis van klei die eventueel gemengd is met vezels, waarbij deze matten op voorhand kunnen voorzien zijn van zaden, kiemen of wassend gewas, zodat men niet enkel een eenvoudig te plaatsen en te gebruiken draineermiddel en/of irrigatiemiddel bekomt, doch tegelijkertijd een middel dat toelaat bij het plaatsen van deze inrichting tevens een gewas aan te brengen, hetzij in de vorm van in of op deze matten aangebrachte zaden, hetzij in de vorm van op deze matten groeiende gewassen. 



  Het grote voordeel van zulke bodemlagen is dat door het eenvoudig plaatsen ervan, bijvoorbeeld door afrollen, tegelijkertijd een mat en een drainage-middel en/of 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 irrigatie-middel wordt geplaatst, met eventueel zelfs zaden of gewassen. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een tweetal voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin : figuur 1 in perspectief een gedeelte van een bodemlaag volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een zieht is gelijkaardig aan dit van figuur   1,   doch voor een   uitvoeringsvariante ;   figuur 3 in bovenaanzicht een mogelijke aansluiting weergeeft van een bodemlaag volgens de uitvinding aan een waterafvoer, respectievelijk watertoevoer ; figuur 4 een zieht weergeeft gelijkaardig aan dit van figuur 3, doch voor een uitvoeringsvariante. 



  In figuur 1 is in perspectief een bodemlaag 1 volgens de uitvinding weergegeven die in hoofdzaak bestaat uit een eigenlijke kleimat 2 die uit twee of meerdere lagen bestaat, in deze uitvoeringsvorm twee lagen, respectievelijk 3 en 4, waartussen, op regelmatige afstanden, buizen 5, meer speciaal drainage-buizen of irrigatie-buizen zijn voorzien die in om het even welk materiaal kunnen uitgevoerd zijn, doch die bijvoorkeur in een soepele kunststof zijn verwezenlijkt, een en ander zodanig dat zulke buizen, samen met de kleimat 2 gemakkelijk kunnen opgerold worden. 



  In de buizen 5 zijn bijvoorbeeld gaatjes 6 voorzien. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 De lagen 3,4 en de buizen 5 worden geschikt samengehouden door de voornoemde lagen geschikt met elkaar te verbinden, bijvoorbeeld door middel van een naaldtechniek. 



  In figuur 2 is een uitvoering weergegeven waarbij de eigenlijke kleimat 2 bovenop de buizen 5 met gaatjes 6 is geplaatst, waarbij de bevestiging van de buizen 5 t. o. v. de kleimat 2 wordt verkregen door onder de buizen 5 een laag 7 te voorzien die met de kleimat 2 verbonden wordt op een geschikte wijze, bijvoorbeeld eveneens door middel van een naaldtechniek. 



  Ten einde het te vlug wegvloeien van irrigatiewater te vermijden kan de laag 7 bestaan uit een voor water ondoordringbaar materiaal, terwijl om voldoende water te kunnen opnemen de kleimat 2 voldoende dik zal gekozen worden, wat als gevolg heeft dat in het geval van irrigatie, een besparing aan water wordt bekomen. 



  In figuur 3 is nog weergegeven dat de afzonderlijke buizen 5 aan   één   uiteinde kunnen aangesloten zijn op een toevoerleiding, respectievelijk een afvoerleiding, 8 terwijl in figuur 4 een mogelijkheid is weergegeven waarbij de buizen 5 als het ware een element vormen dat slangvormig doorheen de bodemlaag 1 loopt en dat aan één uiteinde is aangesloten op een watertoevoer, respectievelijk een waterafvoer, 9. 



  In het geval van figuur 3 zullen de buizen 5 aan hun tweede uiteinde worden afgesloten, terwijl in het geval van figuur 4 het tweede uiteinde van de slangvormige buis 5 wordt afgesloten. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 Alhoewel in de beschreven voorbeelden de buizen 5 voorzien zijn van gaatjes 6 is het duidelijk dat met hetzelfde resultaat buizen 5 kunnen toegepast worden die een zodanige porositeit vertonen dat de afvoer of aanvoer van water via de poriën van de buizen 5 kan geschieden. 



  Op deze wijze bekomt men een bodemlaag 1 die op eenvoudige wijze kan geplaatst worden om een drainage en/of een irrigatie te bewerkstelligen, waarbij in een zeer bijzondere toepassing in zulke bodemlaag zaden of gewassen kunnen aangebracht zijn. 



  Het is duidelijk dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de hiervoor beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringsvormen, doch dat zulke bodemlaag in allerlei vormen, afmetingen en samenstellingen kan verwezenlijkt worden zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies. l.-Bodemlaag, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat uit een eigenlijke mat (2) op basis van klei eventueel gemengd met vezels waarin of waartegen drainage-buizen, respectievelijk irrigatie-buizen, (5) zijn aangebracht.
2.-Bodemlaag volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de mat (2) bestaat uit twee of meer lagen waartussen de voornoemde buizen (5) zijn aangebracht.
3.-Bodemlaag volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de mat (2) bestaat uit twee of meer lagen, waaronder de buizen (5) zijn geplaatst, waarbij onder deze buizen een bijkomende laag (7) is voorzien.
4.-Bodemlaag volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de bijkomende laag (7) uit een waterdicht materiaal bestaat.
5.-Bodemlaag volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde lagen met elkaar verbonden zijn.
6.-Bodemlaag volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde verbinding bekomen wordt door een naaldtechniek of dergelijke.
7.-Bodemlaag volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de buizen (5) bestaan uit een soepele kunststof. <Desc/Clms Page number 7>
8.-Bodemlaag volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de buizen (5) gaatjes (6) zijn voorzien.
9.-Bodemlaag volgens één van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de buizen (5) uit een poreus materiaal zijn verwezenlijkt.
10.-Bodemlaag volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de buizen (5) evenwijdig aan elkaar zijn geplaatst en aan één uiteinde verbonden zijn met een gemeenschappelijke afvoerleiding, respectievelijk toevoerleiding, (8) terwijl deze buizen aan hun andere uiteinde zijn afgesloten.
11.-Bodemlaag volgens één van de conclusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de buizen (5) in de vorm van een slang in de bodemlaag zijn voorzien, waarbij een uiteinde van deze slang is aangesloten op een afvoerleiding, respectievelijk toevoerleiding, (9) terwijl het tweede uiteinde van de voornoemde slang afgesloten is.