BE1009973A4 - Terreinvoertuig om over waterlopen en oneffen terrein grond- en onderhoudswerken uit te voeren. - Google Patents

Abstract

Terreinvoertuig met wielen die op scharnierende armen vastzitten. Waarbij de armen ieder afzonderlijk in alle richtingen kunnen scharnieren, bekomen door hetzij hydraulische of mechanische aandrijving en waarbij de aandrijving van de wielen ook hydraulisch of mechanisch kan bekomen worden. Het chassis kan automatisch waterpas gehouden worden door een evenwichtsysteem dat in verbinding staat met de aandrijving die de op en neer beweging van de armen bewerkstelligd. Bovendien kunnen de wielen over 90 graden draaien. Hierdoor kan dit voertuig allerlei hindernissen nemen zoals over sloten rijden om maaiwerken uit te voeren of sloten te reinigen. Met dit voertuig is het eveneens mogelijk om, voor de traditionele machines ontoegankelijk terrein, toch te rijden en te werken.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Terreinvoertuig om over waterlopen en oneffen terrein grond- 
 EMI1.1 
 en onderhoudswerken uit te voeren. 



    De uitvinding heeft betrekking op een terreinvoertuig om over waterlopen te rijden, te maaien en onderhoudswerken uit te voeren op plaatsen en tijdstippen dat dit met gewone machines niet kan. 



  Normaal zouden de waterlopen van de polders (maatschap- ,pijen) die voor de afwatering van de landerijen zorgen, tweemaal per jaar moeten gemaaid worden. Doordat de velden tijdens de zomer en het najaar gezaaid en beplant zijn, is het onmogelijk om met de gewone machines naast de waterlopen op de velden te rijden om de werken tijdig uit te voeren. Bij werken aan rioleringen, pijpleidingen, spoorwegen en wegenwerken is het vaak moeilijk of onmogelijk om met de gewone machines gemakkelijk, snel en efficiënt te werken. 



  'Het doel van de uitvinding is een terreinvoertuig te bouwen die over waterlopen kan rijden en zodoende ten allen tijde ruiming-en onderhoudswerken kan uitvoeren op een snelle en efficiënte manier. Door de beweeglijkheid van het terreinvoertuig kan zowel over smalle als over brede waterlopen gewerkt worden. Door een graafmachine of iets dergelijks op de uitvinding te plaatsen is het terreinvoertuig daarenboven zeer bruikbaar voor werken van rioleringen, pijpleidingen, spoorwegen, wegenwerken en op alle oneffen terreinen, waar het met ) een gewone machine moeilijk of onmogelijk is om te rijden en te werken. 



  Ter bereiking van dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding in de eerste plaats voorgesteld dat er een stevig en hoog chassis is, waaraan onder en boven een plaat met een asgat bevestigd is. Zo worden er met verticale assen tussenstukken aan het chassis gemon-   

 <Desc/Clms Page number 2> 

 teerd. Onderaan de tussenstukken worden op hun beurt draagarmen bevestigd met horizontale assen. Op het einde van de draagarmen worden terug met horizontale assen tussenstukken bevestigd waaraan met verticale assen bevestigingsstukken komen. Aan deze bevestigingsstukken worden ten slotte de wielen nog eens met verti- cale assen bevestigd. Bovenop de bevestingingsstukken zitten de stuursystemen. Bovenaan de tussenstukken worden er terug met horizontale assen steunarmen gemonteed, zo blijven de wielen parallel met het chassis bij hoogteverschil van de wielen.

   Om de wielen ook in de lengte parallel te houden worden er naast de steunarmen nog eens op dezelfde manier steunarmen geplaatst tussen het chassis en de bevestigingsstukken. Boven en naast   iedere   draagarm worden er hydraulische cylinders ge- plaatst zodanig dat de wielen op en neer, naar voor en naar achter kunnen geduwd of getrokken worden. Overeen- komstig de uitvinding is het mogelijk dat alle wielen gelijk of afzonderlijk kunnen opgetrokken of beneden   geduwd   worden, ook kunnen de voorste wielen naar voor of opzij bewegen, de achterste naar achteren en opzij. 



   Hierdoor kan er over waterlopen of andere hindernissen "gestapt" worden. De wielen worden aangedreven door oliemotoren. De besturing van de wielen gebeurd per   rwiel   afzonderlijk met een hydraulische cylinder vanop de bevestigingsstukken. Met het stuur worden ineens vier stuurhuizen bediend die dan elk een hydraulische cylin- der per wiel bedienen. 



   Bij voorkeur wordt volgens de uitvinding bij het maaien   ? van   waterlopen van de achterste wielen de hydraulische cylinders geblokkeerd en van de voorste wielen laat men de cylinders vlotten om de stabiliteit van de uitvinding te bevorderen. Voor het maaien van waterlopen kunnen de maaisystemen ofwel op de voorste draagarmen ofwel voor-   S'aan   op het chassis geplaatst worden. Door een graafma- chine op de uitvinding te plaatsen kan men met een grondbak, type zwaluwstaart, langsheen de waterlopen de bodem uitgraven of onderhouden. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  Volgens de uitvinding wordt er in de besturing een elektronisch systeem ingebouwd dat kan samenwerken met de hydraulische cylinders die het op en neer bewegen van de draagarmen bewerkstelligen zodat het chassis en daarmee de ganse machine automatisch waterpas kan gehouden worden. Zodoende kan met een graafmachine op de uitvinding zeer gemakkelijk en correct gewerkt worden op allerlei schuine en oneffen terreinen waar het met de gewone machines moeilijk of onmogelijk is. 



  Om op drassig terrein te kunnen rijden wordt er een elektronisch systeem aan de besturing toegevoegd die het voertuig een stapbeweging laat maken. Voorbeeld : Langs de linkerkant van het terreinvoertuig worden de wielen naar mekaar toe getrokken, terwijl langs de rechterkant de wielen zijdelings verder uit elkaar gezet worden. 



  Door het stapsysteem te gebruiken blijft links het achterste en rechts het voorste wiel stilstaan, terwijl links het voorste en rechts het achterste wiel aangedre-   'ven   worden. Tegelijkertijd worden links de hydraulische cylinders een gedeelte opengeduwd en rechts de hydraulische cylinders dicht getrokken zodat de wielen links verder uit elkaar en rechts dichter bij elkaar komen te staan. De beweging wordt zo links en rechts afgewisseld zodanig dat het terreinvoertuig op deze manier een stapbeweging uitvoerd. Hierdoor kan men met banden op drassig terrein rijden waar normaal met de   traditionele   machine rupskettingen nodig zijn. Alnaar gelang het werk waarvoor de uitvinding moet dienen kan men met wat   xsleutelwerk langere   of kortere draag-en steunarmen monteren.

   De mogelijkheid bestaat om draag-en steunarmen uitschuifbaar te maken. Onder verwijzing naar het in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zal het terreinvoertuig volgens de uitvinding thans nader worden toegelicht. De figuren van de tekeningen tonen op schematische wijze een boven-en vooraanzicht van het voertuig. Een boven-en vooraanzicht van een draagarm met wiel. Bij de in de tekening weergegeven uitvoe- 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 ringsvorm is een aantal voor een goede werking van de constructie onmisbare doch ter verduidelijking van de onderhavige uitvinding overbodige details weggelaten. Hieronder vallen ondermeer de motor, olieleiding en dergelijke meer, terwijl een aantal onderdelen als   een   geheel zijn weergegeven :
Figuur   1 :   toont een bovenaanzicht van het terrein- voertuig volgens de uitvinding. 



   Figuur 2 : toont een vooraanzicht van het terrein- voertuig volgens de uitvinding. 



   Figuur 3 : toont een vooraanzicht van een draagarm met wiel volgens de uitvinding. 



   Figuur 4 : toont een bovenaanzicht van een draagarm met wiel volgens de uitvinding. 



  De weergegeven uitvoeringsvorm volgens fig. 1 toont een stevig chassis 1 met op de vier hoeken een onder-en bovenplaat met asgaten 2. Met verticale assen 3 worden de tussenstukken 4 aan het chassis gemonteerd. Met horizontale assen 5 worden de draagarmen 6 bevestigd. 



  Op het uiteinde van de draagarmen worden terug met horizontale assen 7 tussenstukken 8 gemonteerd, waaraan met verticale assen 9 de bevestigingsstukken 18 en uiteindelijk nog eens met verticale assen 21 de wielen 10 worden bevestigd. Bovenaan de tussenstukken 4 en 8 worden terug met horizontale assen 11, 12 steunarmen 13 gemonteerd om de wielen parallel te houden met het chassis. Naast de steunarmen worden nog eens steunarmen 14 bevestigd tussen het chassis 1 en de bevestigingsstukken   18,   om de wielen in de lengte parallel te houden. Op de bevestigingsstukken worden hydraulische cylinders 15 gemonteerd om de wielen te sturen. De hydraulische cylinders 16 dienen om de wielen naar boven en beneden te trekken of te duwen en staan in verbinding met het elektronisch evenwichtsysteem om zodoende het chassis automatisch waterpas te houden.

   Om de draagarmen naar voor of naar achter te bewegen worden ernaast de draagarmen nog eens hydraulische cylinders 17 geplaatst. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  De weergegeven uitvoeringsvorm volgens fig. 3 en 4 geeft een beeld van een volledige draagarm vanaf een hoek van het chassis. Boven en onder het chassis 1 zijn de latten 2 met asgat bevestigd. Met een verticale as 3 wordt het tussenstuk 4 gemonteerd waaraan met een horizontale as 5, de draagarm 6 vastzit. Op het einde van de draagarm is er terug met een horizontale as 7, een tussenstuk 8 bevestigd. Met de verticale as 9 wordt een bevestigingsstuk 18 gemonteerd waaraan uiteindelijk het wiel 10 met nog eens een verticale as wordt bevestigd. 



  Bovenaan de tussenstukken is er met horizontale assen 11 en 12 een steunarm 13 bevestigd om het wiel parallel te houden met het chassis. Een tweede steunarm 14 wordt tussen het chassis 1 en het bevestigingsstuk 18 geplaatst om het wiel 10 ook in de lengte met het chassis parallel te houden. Op het bevestigingsstuk 18 zit de hydraulische cylinder 15 die instaat voor de besturing van het wiel 10. 



  Voorbeelden. 



  1. Terreinvoertuig om over sloten te rijden met de bedoeling tussen gewassen te kunnen rijden en bermen te maaien en sloten te reinigen. 
 EMI5.1 
 



  2. Terreinvoertuig om op ontoegankelijk hindernissen te stappen, autowegen en spoorwegen onderhoudswerken uit te voeren.

Claims (8)

Conclusies.

1. Terreinvoertuig gekenmerkt doordat de wielen beves- tigd zijn aan scharnierende armen, die zowel naar voor en achter als naar boven en onder kunnen bewegen.

2. Terreinvoertuig van conclusie 1 waarvan het chassis is voorzien van een automatisch evenwichttoestel met een hydrau-elektronisch systeem welke kan samenwerken met de aandrijving voor op en neer beweging van alle vier de draagarmen.

3. Terreinvoertuig van conclusie 1 en 2 waarbij het scharnieren van de armen wordt bekomen door hydrau- lische cylinders.

4. Terreinvoertuig van conclusie 1 en 2 waarbij het scharnieren van de armen wordt bekomen door mecha- nische aandrijving.

5. Terreinvoertuig van conclusie 1, 2, 3 en 4 waarbij iedere arm van de wielophanging afzonderlijk kan bewegen in verschillende richtingen.

6. Terreinvoertuig van conclusie 1, 2,3, 4 en 5 waarbij de wielen over 900 kunnen gestuurd worden ten opzichte van de armen.

7. Terreinvoertuig van conclusie 1, 2,3, 4,5 en 6 waarbij de wielen hydraulisch worden aangedreven.

8. Terreinvoertuig van conclusie 1, 2,3, 4,5 en 6 waarbij de wielen mechanisch worden aangedreven.