BE1008459A3 - WEAVING MACHINE WITH A SHIELD. - Google Patents

WEAVING MACHINE WITH A SHIELD. Download PDF

Info

Publication number
BE1008459A3
BE1008459A3 BE9400576A BE9400576A BE1008459A3 BE 1008459 A3 BE1008459 A3 BE 1008459A3 BE 9400576 A BE9400576 A BE 9400576A BE 9400576 A BE9400576 A BE 9400576A BE 1008459 A3 BE1008459 A3 BE 1008459A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
shield
weaving machine
weaving
lower chain
machine according
Prior art date
Application number
BE9400576A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE9400576A priority Critical patent/BE1008459A3/en
Priority to PCT/EP1995/002225 priority patent/WO1995034700A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1008459A3 publication Critical patent/BE1008459A3/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D49/00Details or constructional features not specially adapted for looms of a particular type
    • D03D49/02Construction of loom framework
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D49/00Details or constructional features not specially adapted for looms of a particular type
    • D03D49/02Construction of loom framework
    • D03D49/022Protective hoods or curtains

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Auxiliary Weaving Apparatuses, Weavers' Tools, And Shuttles (AREA)

Abstract

Weefmachine met een afscherming (25) waarvan een bovengedeelte (26) nagenoeg kontakt maakt met de onderketting (23).Weaving machine with a shield (25), an upper part (26) of which makes almost contact with the lower chain (23).

Description

Weefmachine met een afscherming.Weaving machine with a shield.

De uitvinding heeft betrekking op een weefmachine met een afscherming voor weefstof.The invention relates to a weaving machine with a screen for weaving fabric.

Het is gekend dat tijdens het weven door de wrijving van de kettingdraden een aanzienlijke hoeveelheid weefstof ontstaat. Dit weefstof ontstaat door de onderlinge wrijving van ten opzichte van elkaar op en neer bewegende kettingdraden en door de wrijving van kettingdraden met de kettingwachter-lamellen en met de hevels van de weefkaders. Dit weefstof kan eveneens ontstaan zijn tijdens het vormen van de kettingboom of kan afkomstig zijn van naburige weefmachines.It is known that during weaving a considerable amount of fabric is created by the friction of the warp threads. This weave is created by the mutual friction of warp threads moving up and down relative to each other and by the friction of warp threads with the chain guard slats and with the levers of the weaving frames. This weave can also be created during the formation of the warp beam or it can come from neighboring weaving machines.

Het is gekend uit US 5074337 een stofdoek boven de kettingboom te voorzien teneinde te vermijden dat weefstof op de kettingboom valt. Dit om te vermijden dat weefstof door de kettingdraden wordt meegenomen en een stofophoping zou ontstaan ter hoogte van de kettingwachterlamellen. Dergelijke stofophoping kan aanleiding geven tot het vormen van proppen die de doorgang van de kettingdraden door de kettingwachter kunnen verhinderen en kettingdraadbreuken kunnen veroorzaken. Een dergelijk stofdoek kan ook boven de doekboom voorzien worden om te vermijden dat weefstof op de doekboom valt.It is known from US 5074337 to provide a duster above the warp beam to prevent weave from falling on the warp beam. This is to prevent tissue from being entrained by the warp threads and a build-up of dust at the height of the chain guard slats. Such dust build-up may give rise to plugs that can prevent the warp thread from passing through the warp and cause warp threads. Such a duster can also be provided above the cloth tree to prevent weave from falling on the cloth tree.

Bij weefmachines met dwarsprofielen bestaat het gevaar dat weefstof zich op deze dwarsprofielen ophoopt en zich aldaar vastzet. Dit opgehoopte weefstof kan meegenomen worden door de kettingdraden en kan aanleiding geven tot het vormen van proppen en stofophopingen die kettingdraadbreuken kunnen veroorzaken. Dergelijke dwarsprofielen kunnen de zijfremen van de weefmachine verbinden en tussen de weefkaders en de kettingboom voorzien worden. Dergelijke dwarsprofielen kunnen aanleiding geven tot kettingdraadbreuken ter hoogte van de weefkaders. Het is gekend weefstof door blaasmiddelen van deze dwarsprofielen te blazen. Het afgeblazen weefstof kan hierdoor tevens in de kettingdraden terecht komen, hetgeen tevens aanleiding geeft tot kettingdraadbreuken.In weaving machines with cross sections, there is a risk that weave will accumulate on these cross sections and get stuck there. This accumulated weave can be entrained by the warp threads and can lead to the formation of plugs and dust deposits that can cause warp threads. Such cross sections can connect the side frames of the weaving machine and be provided between the weaving frames and the warp beam. Such cross sections can lead to warp thread breaks at the weaving frames. It is known to weave fabric by blowing blowing agents from these cross sections. As a result, the blown-off fabric can also enter the warp threads, which also gives rise to warp threads.

Het doel van de uitvinding is stopophoping en daarmee gepaard gaande kettingdraadbreuken te vermijden.The object of the invention is to avoid stop accumulation and associated warp threads.

Tot dit doel betreft de uitvinding een weefmachine waarbij de kettingdraden een onderketting en een bovenketting vormen daardoor gekenmerkt dat de weefmachine een afscherming bevat waarvan een bovengedeelte nagenoeg kontakt maakt met de onderketting.For this purpose the invention relates to a weaving machine in which the warp threads form a lower chain and an upper chain, characterized in that the weaving machine contains a cover, an upper part of which makes almost contact with the lower chain.

De afscherming wordt gevormd door minstens één plaat waarvan het bovengedeelte dat nagenoeg kontakt maakt met de onderketting nagenoeg vlak en glad is uitgevoerd. Deze afscherming kan voorzien worden aan de zijde van de onderketting die naar de kettingboom toe is gericht.The shielding is formed by at least one plate, the top part of which almost contacts the lower chain is of almost flat and smooth design. This shielding can be provided on the side of the lower chain that faces the chainstay.

De uitvinding biedt als voordeel dat op de afscherming geen weefstof blijft liggen en dat weefstof naar de stroomopwaartse zijde van de afscherming geleid wordt.The invention offers the advantage that no fabric remains on the shield and that fabric is guided to the upstream side of the shield.

Teneinde de kenmerken volgens de uitvinding duidelijker naar voor te brengen wordt de uitvinding hieronder nader toegelicht aan de hand van tekeningen met uitvoeringsvoorbeelden, waarin : figuur 1 schematisch een weefmachine volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een afscherming volgens de uitvinding weergeeft; figuur 3 een zicht weergeeft volgens lijn III-III in figuur 2.In order to present the features according to the invention more clearly, the invention is explained in more detail below with reference to drawings with exemplary embodiments, in which: figure 1 schematically represents a weaving machine according to the invention; figure 2 represents a shielding according to the invention; figure 3 represents a view according to line III-III in figure 2.

figuur 4 een variante uitvoeringsvorm van de afscherming volgens figuur 2 weergeeft.figure 4 represents a variant embodiment of the shielding according to figure 2.

In figuur 1 is schematisch een weefmachine weergegeven die twee zijfremen 1 bevat. De weefmachine bevat ook een kettingboom 2 waarvan de as 3 gelagerd is in de zijfremen 1. Aan ieder zijfreem 1 is een tweede freem 4 op en neer verplaatsbaar bevestigd. Het tweede freem 4 ondersteunt een sleep 5 via een steunmechanisme 6 en bevat een steun 7 waarop een kettingwachter 8 is bevestigd. De weefmachine bevat tevens weefkaders 9 die geleid worden door aan de zijfremen 1 bevestigde geleidingsmiddelen 10, en die op en neer bewogen worden door kaderaandrijfmiddelen 11. Tevens zijn nog een lade 12 met een riet 13, een weefselsteun 14, een borstboom 15 en een doekopwikkelsysteem 16 weergegeven. Boven de kettingboom 2 is een stofdoek 17 voorzien waarop weefstof kan vallen en dat weefstof naar beneden geleidt. Tevens is een dwarsprofiel 18 weergegeven dat voorzien is tussen de weefkaders 9 en de kettingwachter 8 en dat de beide zijfremen 1 van de weefmachine verbindt.Figure 1 schematically shows a weaving machine containing two side frames 1. The weaving machine also contains a warp beam 2, the shaft 3 of which is mounted in the side frames 1. A second frame 4 is movable up and down on each side frame 1. The second frame 4 supports a tow 5 via a support mechanism 6 and contains a support 7 on which a chain guard 8 is mounted. The weaving machine also contains weaving frames 9 which are guided by guide means 10 attached to the side frames 1, and which are moved up and down by frame drive means 11. There is also a drawer 12 with a reed 13, a tissue support 14, a breast tree 15 and a cloth winding system. 16 are displayed. Above the warp beam 2, a duster 17 is provided on which weave can fall and which weave guides downwards. A cross section 18 is also shown, which is provided between the weaving frames 9 and the chain guard 8 and which connects the two side frames 1 of the weaving machine.

De weefmachine bevat verder kettingdraden 21 die bij een geopende gaap 22, tussen de aanslaglijn 19 van het weefsel 20 en een gaapsteun 8A voorzien aan de kettingwachter 8, een onderketting 23 en een bovenketting 24 vormen. De gaap 22 wordt hierbij gevormd door de weefkaders 9 die door de kaderaandrijfmiddelen 11 bevolen worden. De onderketting 23 en de bovenketting 24 zijn hierbij de uiterste posities waarin de kettingdraden 21 door de kaderaandrijfmiddelen 11 gebracht worden.The weaving machine further comprises warp threads 21 which, when the shed 22 is open, between the abutment line 19 of the fabric 20 and a shed support 8A provided on the warder 8, form a lower chain 23 and an upper chain 24. The shed 22 is hereby formed by the weaving frames 9 ordered by the frame driving means 11. The lower chain 23 and the upper chain 24 are the extreme positions in which the warp threads 21 are brought by the frame drive means 11.

Het dwarsprofiel 18 bevindt zich hierbij dicht van de kettingdraden 21 aan de zijde van de onderketting 23 die naar de kettingboom 2 en/of naar de kettingwachter 8 is gericht. Deze zijde van de onderketting 23 is in het weergegeven voorbeeld in de zogenaamde achtergaap gelegen, dit betekent tussen de weefkaders 9 en de gaapsteun 8A van de kettingwachter 8.The cross section 18 is here close to the warp threads 21 on the side of the lower chain 23 which is directed towards the chain boom 2 and / or towards the chain guard 8. In the example shown, this side of the lower chain 23 is located in the so-called rear shed, this means between the weaving frames 9 and the shed support 8A of the chain guard 8.

Indien volgens een variante de weefmachine geen kettingwachter 8 met gaapsteun 8A en geen weefkaders 9 bevat, kan de weefmachine een aparte gaapsteun en bijvoorbeeld arcadedraden van een jacquard voor het bevelen van de kettingdraden 21 bevatten. In dit geval wordt de achtergaap gevormd tussen de arcadedraden en de aparte gaapsteun.According to a variant, the weaving machine does not contain a warder 8 with shed support 8A and no weaving frames 9, the weaving machine can contain a separate shed support and, for example, arcade threads from a jacquard for commanding the warp threads 21. In this case, the rear shed is formed between the arcade wires and the separate shed support.

De weefmachine bevat volgens de uitvinding een afscherming 25 die tussen het dwarsprofiel 18 en de onderketting 23 is opgesteld, in het bijzonder tussen het dwarsprofiel 18 en de zijde van de onderketting 23 die naar de kettingboom 2 toe is gericht of die tussen de weefkaders 9 en de kettingwachter 8 is gelegen. De afscherming 25 wordt gevormd door een geplooide plaat waarvan het bovengedeelte 26 bij geopende gaap 22 over een zekere lengte nagenoeg kontakt maakt met de onderketting 23, dit betekent dat de kettingdraden 21 van de onderketting 23 tegen of op een kleine afstand van de afscherming 25 komen. Het gedeelte 26 dat nagenoeg kontakt maakt met de onderketting 23 is bij voorkeur nagenoeg vlak en glad uitgevoerd. Hiertoe kan de afscherming 25 uit een metalen plaat bestaan.According to the invention, the weaving machine comprises a cover 25 which is arranged between the cross section 18 and the lower chain 23, in particular between the cross section 18 and the side of the lower chain 23 which faces the warp beam 2 or between the weaving frames 9 and the chain guard 8 is located. The shield 25 is formed by a pleated plate, the top portion 26 of which, when the shed 22 is open, makes almost contact with the lower chain 23 over a certain length, this means that the warp threads 21 of the lower chain 23 come against or at a small distance from the shield 25 . The portion 26 which makes almost contact with the lower chain 23 is preferably substantially flat and smooth. For this purpose the shield 25 can consist of a metal plate.

In figuren 2 en 3 is een uitvoeringsvorm van een afscherming 25 volgens de uitvinding weergegeven die ten opzichte van het dwarsprofiel 18 is voorzien. Op het dwarsprofiel 18 zijn hiertoe twee steunen 27 voorzien die gleuven 28 bevatten.Figures 2 and 3 show an embodiment of a shield 25 according to the invention, which is provided relative to the cross section 18. To this end, two supports 27 are provided on the cross section 18, which slots are provided.

Deze steunen 27 kunnen op het dwarsprofiel 18 gelast worden. De afscherming 25 bevat tevens steunen 29 waarin gleuven 30 zijn voorzien. Deze steunen 29 kunnen op de afscherming 25 gelast worden. De afscherming 25 wordt hierbij door bouten 31 die samenwerken met de gleuven 28 en 30 bevestigd op het dwarsprofiel 18. In deze toestand staan de gleuven 28 en 30 nagenoeg loodrecht op elkaar.These supports 27 can be welded to the cross section 18. The shield 25 also includes supports 29 in which slots 30 are provided. These supports 29 can be welded to the shield 25. The shield 25 is hereby attached to the cross section 18 by bolts 31 which cooperate with the slots 28 and 30. In this state the slots 28 and 30 are substantially perpendicular to each other.

De gleuven 28, 30 en de bouten 31 vormen hierbij regelmiddelen die toelaten de afscherming 25 regelbaar ten opzichte van het dwarsprofiel 18 te bevestigen. Deze regelmiddelen laten toe de afscherming 25 boven het dwarsprofiel 18 te monteren zodanig dat het bovengedeelte 26 van de afscherming 25 nagenoeg kontakt maakt met het gedeelte van de onderketting 23 dat tussen de weefkaders 9 en de gaapsteun 8A van de kettingwachter 8 is gelegen. Dit betekent dat het gedeelte 26 van de afscherming 25 tegen of op enkele millimeter van de onderketting 23 is opgesteld. Deze opstelling is mogelijk door het feit dat de afscherming 25 vertikaal en horizontaal verplaatsbaar en draaibaar ten opzichte van het dwarsprofiel 18 kan versteld worden. Dit verstellen is mogelijk door het feit dat de bouten 31 zich in de gleuven 28 en 30 kunnen verplaatsen. Deze regelmiddelen laten toe afhankelijk van de positie van de onderketting 23, die hoofdzakelijk bepaald wordt door de positie van het tweede freem 4, de afscherming 25 in een gewenste positie te positioneren.The slots 28, 30 and the bolts 31 hereby form control means which make it possible to fix the shield 25 in an adjustable manner relative to the cross section 18. These control means make it possible to mount the cover 25 above the cross section 18 such that the top part 26 of the cover 25 makes almost contact with the part of the lower chain 23 which is located between the weaving frames 9 and the shed support 8A of the chain guard 8. This means that the portion 26 of the shield 25 is arranged against or a few millimeters from the lower chain 23. This arrangement is made possible by the fact that the shield 25 can be moved vertically and horizontally and rotatably relative to the cross section 18. This adjustment is possible due to the fact that the bolts 31 can move in the slots 28 and 30. Depending on the position of the lower chain 23, which is mainly determined by the position of the second frame 4, these control means allow the shield 25 to be positioned in a desired position.

De afscherming 25 bevat bij voorkeur nog twee gedeelten 32 en 33 die wanneer het gedeelte 26 nagenoeg kontakt maakt met de onderketting 23, nagenoeg vertikaal staan opgesteld. Deze gedeelten 32 en 33 reiken voorbij het dwarsprofiel 18 teneinde het dwarsprofiel 18 af te schermen, dit betekent te verhinderen dat weefstof zijdelings op het dwarsprofiel 18 kan terecht komen. Deze gedeelten 32 en 33 geleiden ook het weefstof naar het stofdoek 17.The shield 25 preferably includes two further portions 32 and 33 which, when the portion 26 is substantially in contact with the lower chain 23, are disposed substantially vertically. These sections 32 and 33 extend beyond the cross section 18 to shield the cross section 18, this means to prevent weave from getting laterally on the cross section 18. These sections 32 and 33 also guide the fabric to the duster 17.

Tijdens het weven valt door de wrijving kontinu weefstof naar beneden. Weefstof dat boven de afscherming 25 naar beneden valt wordt door het feit dat de afscherming 25 nagenoeg kontakt maakt met de kettingdraden 21 van de ondergaap 23 met de kettingdraden 21 mee bewogen zonder dat het weefstof de kans krijgt zich op te proppen ter hoogte van de afscherming 25. Dit weefstof wordt door de beweging van de kettingdraden 21 stroomopwaarts volgens pijl P naar voor de afscherming 25 geleid om tussen de weefkaders 9 en de afscherming 25 naar beneden op het stofdoek 17 te vallen. Daar het stofdoek 17 daar nagenoeg vertikaal is opgesteld valt het weefstof naar beneden en kan door een klassieke zich in een weefzaal bewegende stofzuiginrichting, verwijderd worden. De uitvinding biedt niet alleen als voordeel dat geen weefstof neervalt op het dwarsprofiel 18 maar tevens dat het weefstof kan geleid worden naar een plaats waar het eenvoudig verwijderd kan worden. De opstelling van de afscherming 25 aan de zijde van de onderketting 23 die naar de kettingboom 2 is gericht is hierbij voordelig, daar het meeste weefstof aldaar gevormd wordt en het gevormde weefstof eenvoudig kan geleid worden naar een plaats waar het weefstof kan verwijderd worden.During weaving, continuous weave falls down through the friction. Fabric that falls above the shield 25 is moved by the fact that the shield 25 contacts the warp threads 21 of the undergap 23 with the warp threads 21 without the fabric being able to bunch up at the height of the shield 25. This weave is guided by the movement of the warp threads 21 upstream according to arrow P in front of the shield 25 to fall down between the weaving frames 9 and the shield 25 on the duster 17. Since the duster 17 is disposed there virtually vertically, the weave falls down and can be removed by a conventional vacuum cleaner moving in a weaving hall. The invention offers the advantage not only that no fabric falls on the cross section 18, but also that the fabric can be guided to a place where it can be easily removed. The arrangement of the shield 25 on the side of the lower chain 23 facing the warp beam 2 is advantageous here, since most of the weave is formed there and the weave formed can be easily guided to a place where the weave can be removed.

Het gedeelte 32 van de afscherming 25 kan volgens een variante niet voorzien worden daar het weefstof dat naar beneden valt tussen de afscherming 25 en de weefkaders 9 tevens beweegt volgens pijl P, zodat de kans klein is dat weefstof op het dwarsprofiel 18 valt.According to a variant, the portion 32 of the shield 25 cannot be provided since the fabric falling down between the shield 25 and the weaving frames 9 also moves according to arrow P, so that the chance of weaving on the cross section 18 is small.

In figuur 4 wordt een variante uitvoeringsvorm weergegeven waarbij op het dwarsprofiel 18 twee steunen 27 zijn voorzien waarop een as 34 gemonteerd is. Op deze as 34 wordt een steun 29 met een beugel 35 en schroefmiddelen 36 bevestigd zodanig dat de steun 29 een zekere helling ten opzichte van het dwarsprofiel 18 kan innemen. In de afscherming 25 zijn vertikale gleuven 37 voorzien waarmee de afscherming 25 met schroefmiddelen 38 ten opzichte van de steun 29 volgens een bepaalde hoogte kan bevestigd worden. De as 34 is met een beugel 39 en schroefmiddelen 40 tussen de steun 27 en het dwarsprofiel 18 bevestigd. De as 34, de beugel 35, de schroefmiddelen 36, de gleuven 37 en de schroefmiddelen 38 vormen hierbij regelmiddelen die toelaten de afscherming 25 nagenoeg tegen de onderketting 23 en boven het dwarsprofiel 18 op te stellen.Figure 4 shows a variant embodiment in which two supports 27 are provided on the cross section 18 on which an axle 34 is mounted. A support 29 with a bracket 35 and screwing means 36 is mounted on this shaft 34 so that the support 29 can take a certain slope relative to the cross section 18. Vertical grooves 37 are provided in the shield 25 with which the shield 25 can be fastened to a specific height with screw means 38 relative to the support 29. The shaft 34 is mounted between the support 27 and the cross section 18 with a bracket 39 and screw means 40. The shaft 34, the bracket 35, the screw means 36, the slots 37 and the screw means 38 form control means which allow the shield 25 to be arranged substantially against the lower chain 23 and above the cross section 18.

Volgens een niet weergegeven variante kan de afscherming 26 uit een reeks op elkaar aansluitende platen bestaan. Deze reeks platen vormt hierbij een doorlopende plaat. Het voorzien van een dergelijke afscherming 29 is bijzonder geschikt bij zeer brede weefmachines en bij weefmachines waarbij elementen doorheen de afscherming 26 moeten passeren.According to a variant not shown, the shield 26 may consist of a series of contiguous plates. This series of plates forms a continuous plate. The provision of such a shield 29 is particularly suitable for very wide weaving machines and weaving machines where elements have to pass through the shield 26.

Het is duidelijk dat indien meerdere dwarsprofielen 18 nabij de onderketting 23 zijn gelegen, tussen ieder dwarsprofiel 18 en de onderketting 23 een afscherming 25 volgens de uitvinding kan voorzien worden. Volgens een variante kan een afscherming 25 tevens boven meerdere dwarsprofielen 18 voorzien worden.It is clear that if several transverse profiles 18 are located near the lower chain 23, a shield 25 according to the invention can be provided between each transverse profile 18 and the lower chain 23. According to a variant, a shield 25 can also be provided above several transverse profiles 18.

Het is duidelijk dat tussen de zijfremen 1 van de weefmachine tevens andere dwarsprofielen 41 en 42 kunnen voorzien worden die niet nabij de onderketting 23 zijn gelegen.It is clear that other transverse profiles 41 and 42 can also be provided between the side frames 1 of the weaving machine which are not located near the lower chain 23.

De weefmachine volgens de uitvinding beperkt zich uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen maar kan binnen het kader van de uitvinding volgens verschillende varianten uitgevoerd worden.The weaving machine according to the invention is of course not limited to the embodiments described as examples and shown in the figures, but can be designed according to different variants within the scope of the invention.

Claims (10)

1. Weefmachine waarbij de kettingdraden een onderketting en een bovenketting vormen daardoor gekenmerkt dat de weefmachine een afscherming (25) bevat waarvan een bovengedeelte (26) nagenoeg kontakt maakt met de onderketting (23).Weaving machine in which the warp threads form a lower chain and a upper chain, characterized in that the weaving machine comprises a cover (25), an upper part (26) of which makes almost contact with the lower chain (23). 2. Weefmachine volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de afscherming (25) gevormd wordt door minstens één plaat waarvan een bovengedeelte (26) nagenoeg kontakt maakt met de onderketting (23).Weaving machine according to claim 1, characterized in that the shield (25) is formed by at least one plate, an upper part (26) of which makes almost contact with the lower chain (23). 3. Weefmachine volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het bovengedeelte (26) van de afscherming (25) dat nagenoeg kontakt maakt nagenoeg vlak en glad is uitgevoerd.Weaving machine according to claim 1 or 2, characterized in that the top part (26) of the shield (25) which makes almost contact is of almost flat and smooth design. 4. Weefmachine volgens één der konklusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat de afscherming (25) boven minstens één dwarsprofiel (18) is opgesteld.Weaving machine according to any one of claims 1 to 3, characterized in that the shield (25) is arranged above at least one cross section (18). 5. Weefmachine volgens konklusie 4, daardoor gekenmerkt dat de afscherming (25) verstelbaar ten opzichte van minstens één dwarsprofiel (18) is opgesceld.Weaving machine according to claim 4, characterized in that the shield (25) is scaled up in an adjustable manner relative to at least one cross section (18). 6. Weefmachine volgens één der konklusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de afscherming (25) bestaat uit minstens één geplooide plaat met gedeelten (32,33) die wanneer het bovengedeelte (26) nagenoeg kontakt maakt met de onderketting (23), nagenoeg vertikaal staan opgesteld.Weaving machine according to any one of claims 1 to 5, characterized in that the shield (25) consists of at least one pleated plate with parts (32, 33) which, when the top part (26) makes almost contact with the lower chain (23), are positioned vertically. 7. Weefmachine volgens konklusie 6, daardoor gekenmerkt dat de gedeelten (32,33) voorbij het dwarsprofiel (18) reiken.Weaving machine according to claim 6, characterized in that the sections (32, 33) extend beyond the cross section (18). 8. Weefmachine volgens één der konklusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de weefmachine regelmiddelen (28,30,31;34,35, 36,37,38) bevat die toelaten de afscherming (25) te bevestigen zodanig dat een bovengedeelte (26) van de afscherming (25) nagenoeg kontakt maakt met de onderketting (23) .Weaving machine according to any one of claims 1 to 7, characterized in that the weaving machine contains control means (28, 30, 31, 34, 35, 36, 37, 38) which allow the cover (25) to be fixed such that an upper part (26 ) of the guard (25) is almost in contact with the lower chain (23). 9. Weefmachine volgens één der konklusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de afscherming (25) voorzien is aan de zijde van de onderketting (23) die naar de kettingboom (2) toe is gericht.Weaving machine according to any one of claims 1 to 8, characterized in that the shield (25) is provided on the side of the lower chain (23) which faces the warp beam (2). 10. Weefmachine volgens konklusie 9, daardoor gekenmerkt dat de afscherming (25) tussen de weefkaders (9) en de kettingwachter (8) gelegen is.Weaving machine according to claim 9, characterized in that the shield (25) is located between the weaving frames (9) and the chain guard (8).
BE9400576A 1994-06-15 1994-06-15 WEAVING MACHINE WITH A SHIELD. BE1008459A3 (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9400576A BE1008459A3 (en) 1994-06-15 1994-06-15 WEAVING MACHINE WITH A SHIELD.
PCT/EP1995/002225 WO1995034700A1 (en) 1994-06-15 1995-06-09 Mechanical loom

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9400576A BE1008459A3 (en) 1994-06-15 1994-06-15 WEAVING MACHINE WITH A SHIELD.
BE9400576 1994-06-15

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1008459A3 true BE1008459A3 (en) 1996-05-07

Family

ID=3888203

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9400576A BE1008459A3 (en) 1994-06-15 1994-06-15 WEAVING MACHINE WITH A SHIELD.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1008459A3 (en)
WO (1) WO1995034700A1 (en)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH530497A (en) * 1969-12-24 1972-11-15 Yoshida Kogyo Kk Apparatus for removing lint and down from a loom
FR2431562A1 (en) * 1978-07-17 1980-02-15 Sulzer Ag WEAVING MACHINE WITH VENTILATION DEVICE
US4678012A (en) * 1986-08-04 1987-07-07 Graham Walker O Cleaning and yarn conditioning system for weaving machines
US5074337A (en) * 1989-10-04 1991-12-24 Picanol N.V. Dust removal device in weaving machines

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH530497A (en) * 1969-12-24 1972-11-15 Yoshida Kogyo Kk Apparatus for removing lint and down from a loom
FR2431562A1 (en) * 1978-07-17 1980-02-15 Sulzer Ag WEAVING MACHINE WITH VENTILATION DEVICE
US4678012A (en) * 1986-08-04 1987-07-07 Graham Walker O Cleaning and yarn conditioning system for weaving machines
US5074337A (en) * 1989-10-04 1991-12-24 Picanol N.V. Dust removal device in weaving machines

Also Published As

Publication number Publication date
WO1995034700A1 (en) 1995-12-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3491801A (en) Pneumatic cleaning apparatus for looms
EP0346311B1 (en) Screening device
BE1008459A3 (en) WEAVING MACHINE WITH A SHIELD.
EP1077276A1 (en) Device for tensioning and drawing back warp yarn coming from a creel to a weaving machine
BE1007003A3 (en) A weaving machine provided with LANS AND GUIDANCE RESOURCES.
US5183083A (en) Gripper guide for double-gripper weaving machines
US4295499A (en) Detection of weft in shuttleless loom
JPS6323297B2 (en)
EP0522586A1 (en) Warp sheet arranging device and reed control device
JPH05209341A (en) Rapier loom with picking tape and spacer for rapier
BE1010779A3 (en) WOOF WACHTER for a weaving machine.
EP0177170A2 (en) Filter press
BE1009240A6 (en) Airjet with a foreclosure.
RU2237762C2 (en) Apparatus for reducing noise level, air conditioning and preventing accidents for jacquard weaving machine, and jacquard weaving machine equipped with such apparatus
KR100202753B1 (en) Machine for automatically heddling warp yarns
US4227552A (en) Weaving machine having an air duct for cleaning purposes
BE1008183A3 (en) Method and device for creating a fabric
BE1010943A3 (en) Rapier WITH SOME GUIDANCE RESOURCES.
BE1021710B1 (en) A SUPPORT WHOLE FOR A WEAVING MACHINE
CN213739868U (en) Baffle for warper
BE1006072A3 (en) Device for guiding a gripper and a gripper assembly
DE3114233C2 (en) Opto-electronic weft thread monitor for a wave shed loom
CN210177062U (en) Warp stop device of weaving machine
US4682633A (en) Device for screening fluff from entering a shed
BE1011037A3 (en) Rapier WITH GUIDING MEANS.

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: PICANOL N.V.

Effective date: 19970630