BE1007949A7 - Verbindingssamenstel. - Google Patents
Verbindingssamenstel. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1007949A7 BE1007949A7 BE9500060A BE9500060A BE1007949A7 BE 1007949 A7 BE1007949 A7 BE 1007949A7 BE 9500060 A BE9500060 A BE 9500060A BE 9500060 A BE9500060 A BE 9500060A BE 1007949 A7 BE1007949 A7 BE 1007949A7
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- parts
- joined
- recess
- assembly according
- coupling part
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B1/00—Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
- E04B1/38—Connections for building structures in general
- E04B1/61—Connections for building structures in general of slab-shaped building elements with each other
- E04B1/6108—Connections for building structures in general of slab-shaped building elements with each other the frontal surfaces of the slabs connected together
- E04B1/6116—Connections for building structures in general of slab-shaped building elements with each other the frontal surfaces of the slabs connected together by locking means on lateral surfaces
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B1/00—Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
- E04B1/38—Connections for building structures in general
- E04B1/61—Connections for building structures in general of slab-shaped building elements with each other
- E04B2001/6195—Connections for building structures in general of slab-shaped building elements with each other the slabs being connected at an angle, e.g. forming a corner
Abstract
Verbindingssamenstel tussen ten minste twee te verbinden delen. Daarbij wordt een koppeldeel toegepast en worden de te verbinden delen in het koppeldeel geschoven. Om dit inschuiven zoveel mogelijk te vergemakkelijken en toch een stevige verbinding te waarborgen wordt volgens de uitvinding een bijzondere vorm van het koppeldeel voorgesteld. Dit bestaat uit een enkele uitsparing aan weerszijden voorzien van verhogingen. De einden van de te verbinden delen zijn voorzien van met de verhoging overeenkomende uitnemingen en uitsteeksels op te nemen in de uitsparing. De kopse einden van de uitsteeksels zijn voorzien van samenwerkende verbindingsmiddelen. In de uitvoering waarbij het bodemdeel van de uitsparing twee onder een hoek staande bodemsegmenten omvat kunnen dergelijke verbindingsmiddelen eenvoudig verwezenlijkt worden door de kopse einden van de te verbinden delen onder een hoek te plaatsen waardoor automatisch bij in elkaar schuiven een klemwerking verkregen wordt.
Description
<Desc/Clms Page number 1> Verbindingssamenstel. De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een verbindingssamenstel voor twee te verbinden delen en een koppeldeel, waarbij dat koppeldeel voorzien is van ten minste een uitsparing voor het! opnemen van de einden van de te verbinden delen. Een dergelijk verbindingssamenstel is in de stand der techniek algemeen bekend. Bijvoorbeeld voor het vervaardigen van constructies waarbij verscheidene van dergelijke te verbinden delen boven elkaar geplaatst worden, worden koppeldelen toegepast zoals staanders die aan weerszijden van een sleuf voorzien zijn. De te verbinden delen worden achter elkaar van boven af ingebracht en langs het koppeldeel naar beneden geleid. Dergelijke constructies worden bijvoorbeeld bij het opbouwen van schuttingen, tuinschuurtjes en dergelijke gebruikt. Duidelijk zal echter zijn dat dergelijke verbindingen ook elders toepassingen vinden. Het nadeel van een dergelijke opbouw is dat deze verhoudingsgewijs omslachtig is omdat de te verbinden delen een voor een omhoog getild moeten worden en over een aanzienlijke baan langs het koppeldeel naar beneden bewogen moeten worden. Dit heeft het bezwaar van tillen, het uitoefenen van een aanzienlijke kracht bij het naar beneden bewegen en het risico van klemmen of schranken tijdens de neerwaartse beweging. Een oplossing om dit probleem te vermijden is het vervaardigen van een hoekverbinding waarbij de te verbinden delen elkaar kruisen en van in elkaar grijpende uitsparingen/uitsteeksels voorzien zijn. Daarbij is het noodzakelijk dat steeds een deel van de te verbinden delen vrij uitsteekt hetgeen enerzijds esthetisch niet altijd wenselijk is en anderzijds een verspillen materiaalverbruik meebrengt. Het is het doel van de onderhavige uitvinding het hierboven beschreven verbindingssamenstel zodanig te verbeteren dat niet langer noodzakelijk is de te verbinden delen in het koppeldeel te "rijgen", terwijl eveneens zo weinig mogelijk materiaal gebruikt wordt. Dit doel wordt bij een hierboven beschreven verbindingssamenstel verwezenlijkt doordat het koppeldeel een enkele uitsparing voor de twee te verbinden delen omvat, welke uitsparing omvat een bodemdeel en twee het bodemdeel begrenzende verhogingen, waarbij de einden van de te verbinden delen van uitnemingen voorzien zijn voor het nauwsluitend opnemen van die verhogingen, waarbij die verhogingen zodanig uitgevoerd zijn, dat door beweging in hoofdzaak loodrecht op het bodemvlak van de uitsparing opname in de uitneming plaatsvindt, waarbij het bodemdeel twee onder een <Desc/Clms Page number 2> hoek van 1800 staande aangrenzende bodemsegmenten omvat en waarbij de einden van de te verbinden delen van samenwerkende verbindingsmiddelen zijn voorzien. Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag dat opsluiting van de te verbinden delen in het koppeldeel niet alleen verwezenlijkt wordt door plaatsing van een te verbinden deel in het koppeldeel maar dat de verbinding pas volledig is door plaatsing van het daaraan grenzende te verbinden deel in het koppeldeel. Dit aangrenzende te verbinden deel werkt met het eerste te verbinden deel samen. Uitgaande van het bovenstaande idee zijn vele variaties mogelijk. Daarbij dient ten eerste onderscheid gemaakt te worden tussen constructies waarbij de hoek 180 is en constructies waarbij de hoek < 180 is tussen de aangrenzende te verbinden delen. In het eerste geval zullen aanzienlijke eisen gesteld worden aan de verbindingsmiddelen tussen de aangrenzende te verbinden delen. Deze kunnen bijvoorbeeld als messing en groef uitgevoerd zijn. Bovendien is het noodzakelijk dat de verhogingen in de richting weg van het bodemvlak naar elkaar convergeren. Dat wil zeggen de hoek van elk van de verhogingen is in hoofdzaak < 90 met het bodemvlak van de uitsparing. Zowel bij de eerste als de hierna te bespreken constructie is het steeds mogelijk een te verbinden deel door eenvoudig plaatsen tegen het koppeldeel daaraan te bevestigen terwijl het aangrenzende tweede te verbinden deel slechts over de breedte van een te verbinden deel verplaatst dient te worden om in aangrijping met zowel het koppeldeel als het eerste te verbinden deel te komen. Hierdoor wordt het tillen aanzienlijk beperkt en wordt een stijve verbinding door overeenkomstige vorm verkregen. Daardoor kan het koppeldeel in principe een onbegrensde lengte hebben zonder dat dit het tot stand brengen van de verbinding bemoeilijkt. In de uitvoeringsvariant waarbij het bodemdeel uit twee onder een hoek van < 180 ten opzichte van elkaar staande segmenten bestaat is het niet langer noodzakelijk de verhogingen de scherpe hoek met het bodemvlak te laten maken. Daardoor kan de bewerking enigszins eenvoudiger zijn. Het is vanzelfsprekend dat een dergelijke scherpe hoek wel aanwezig kan zijn. Behalve dat de verhogingen zieh loodrecht op het bodemvlak kunnen uitstrekken is het eveneens niet noodzakelijk gecompliceerde verbindingsmiddelen zoals een messing-en-groef-constructie tussen de kopse einden van de te verbinden delen aan te brengen. Het is slechts noodzakelijk de te verbinden delen bij de kopse einden van een zodanige afschuining te voorzien dat deze na plaatsing in het koppeldeel als het ware tegen elkaar <Desc/Clms Page number 3> gesloten worden. Ook hier vindt assemblage plaats door het eerst tegen elkaar plaatsen van het eerste te verbinden deel met het koppeldeel en het vervolgens over de breedte van het eerste te verbinden deel verplaatsen van het tweede te verbinden deel dat al in het koppeldeel geplaatst EMI3.1 is. Indien een aantal te verbinden delen opeenvolgend gebruikt wordt, verdient het aanbeveling dat deze onderling nog een bevestiging hebben zoals messing en groef. Op deze wijze kan een schutting of andere wand vervaardigd worden. Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot een uitvoering waarbij een aantal opeenvolgende te verbinden delen geplaatst is. Ook in andere constructies waarbij het op eenvoudige, eenduidige wijze vastleggen van twee delen wezenlijk is, kan de constructie volgens de onderhavige uitvinding gebruikt worden. De uitvinding heeft eveneens betrekking op de uitvoering van de te verbinden delen nabij de vrije uiteinden daarvan alsmede het koppeldeel dat in het verbindingssamenstel gebruikt wordt. De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van drie uitvoeringsvoorbeelden verduidelijkt worden. Daarbij tonen : Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding op het moment van het in het koppeldeel boven elkaar plaatsen van twee te verbinden delen ; Fig. 2 de constructie volgens fig. 1 bij het gedeeltelijk in elkaar plaatsen van twee te verbinden delen ; Fig. 3 in bovenaanzicht en in dwarsdoorsnede de te verbinden delen en het koppeldeel volgens de eerste uitvoeringsvorm in de toestand volgens fig. 1 ; Fig. 4 in aanzicht overeenkomstig fig. 3 een tweede uitvoeringsvorm ; EMI3.2 en Fig. 5 in bovenaanzicht een derde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding. In fig. 1 is met 1 het koppeldeel volgens de uitvinding aangegeven. Beoogd wordt twee te verbinden delen respectievelijk 2,22 en 3,23 samen met het koppeldeel tot één geheel te maken. Daartoe wordt volgens de uitvinding voorgesteld eerst het te verbinden deel 3 op zeer geringe hoogte boven reeds geplaatst deel 23 in koppeldeel 1 te plaatsen, d. w. z. dat het einde 5 daarvan in uitsparing 4 geplaatst wordt. Dit kan door loodrechte onderlinge beweging van deel 3 ten opzichte van deel 1 zoals <Desc/Clms Page number 4> uit fig. 3 blijkt. Bij het plaatsen van te verbinden deel 3 wordt dit over geringe afstand naar beneden verplaatst zodat groef 17 valt in messing 16 van deel 23. Tillen en verschuiven is hierdoor niet meer noodza- EMI4.1 kelijk. Vervolgens wordt te verbinden deel 2 vlak boven te verbinden deel '* 3 aangebracht op dezelfde wijze zoals hierboven beschreven. Daarna wordt te verbinden deel 2 over de hoogte van te verbinden deel 3 naar beneden verschoven. De toestand halverwege deze schuifbeweging is in fig. 2 aangegeven. Door het naar beneden schuiven en in aangrijping komen met de messing-en-groef-verbinding overeenkomstig aan 16,17 voor de delen 3,23 wordt een stijve constructie verkregen. Een en ander is nader in fig. 3 verduidelijkt. Daaruit blijkt hoe te verbinden deel 2 in uitsparing 4 geplaatst kan worden door eenvoudige beweging in de richting van pijl 9. Deel 2 is voorzien van een einde 5. Dit einde 5 is voorzien van een uitsparing 8. Deze uitsparing 8 komt overeen met een verhoging 7 die bodem 6 van de uitsparing 4 begrenst. Deze bodem 6 bestaat uit bodemsegmenten 10 en 11. Vervolgens bestaat het einde 5 van te verbinden deel 2 uit een uitsteeksel 13 dat ingericht is cm opgenomen te worden in bodemsegment 11. Het kopse uiteinde van uitsteeksel 13 is met 15 aangegeven en strekt zieh onder een hoek a ten opzichte van het horizontale hoofdvak uit. Deze hoek is < 90 . Te verbid- den deel 3 is spiegelsymmetrisch ten opzichte hiervan uitgevoerd. Bij het in elkaar plaatsen van de delen ontstaat een vaste klemming. De hierboven beschreven constructie kan eveneens toegepast worden bij een hoekverbinding met een hoek van 90 . Dit is in fig. 4 aangegeven. De met fig. 3 overeenkomstige delen zijn van hetzelfde verwijzingscijfer voorzien van een accentteken (') weergegeven. In fig. 5 is een uitvoering getoond voor een verbindingssamenstel waarbij de te verbinden delen in elkaars verlengde liggen. Hier zijn de delen overeenkomstig met die van de eerdere figuren aangegeven een dubbel accentteken ("). Het blijkt dat de verhogingen 7 met een scherpe hoek ten opzichte van het bodemdeel 6 uitstrekken. De bodem bestaat hier uit een doorgaand plat vlak. Thans is het niet meer mogelijk de kopse uiteinden van de uitsteeksels docr afschuinen tegen elkaar te laten rusten. Deze eenvoudige constructie is vervangen door een messing 18-groef 19-con- structie. Het zal duidelijk zijn dat andere in de stand der techniek bekende constructies toegepast kunnen worden. Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van vocrkeursuitvoeringen beschreven is, zal duidelijk zijn dat talrijke variaties mogelijk zijn. Zo kunnen de onder een scherpe hoek staande verhogingen 7" uit fig. 5 bij <Desc/Clms Page number 5> de eerdere uitvoeringen toegepast worden evenals de messing-groef-constructie die in deze figuur getoond is. Deze en andere constructies worden geacht binnen het bereik van de bijgevoegde conclusies te liggen. \
Claims (12)
- Conclusies 1. Verbindingssamenstel voor twee te verbinden delen (2,2', 2" ; 3, 3', 3") en een koppeldeel (1, 1', 1"), waarbij dat koppeldeel voorzien is van ten minste een uitsparing voor het opnemen van de eipden (5,5', 5") van de te verbinden delen, met het kenmerk, dat het koppeldeel een enkele uitsparing (4,4', 4") voor de twee te verbinden delen omvat, welke uitsparing omvat een bodemdeel en twee het bodemdeel begrenzende verhogingen (7, 7', 7"), waarbij de einden van de te verbinden delen van uitnemingen (8,8', 8") voorzien zijn voor het nauwsluitend opnemen van die verhogingen (7,7', 7"), waarbij die verhogingen zodanig uitgevoerd zijn, dat door beweging in hoofdzaak loodrecht op het bodemvlak van de uitsparing opname in de uitneming plaatsvindt,waarbij het bodemdeel twee onder een hoek van s1800 staande aangrenzende bodemsegmenten (10,10', 10" ; 11, 11', 11") omvat en waarbij de einden van de te verbinden delen van samenwerkende verbindingsmiddelen zijn voorzien.
- 2. Verbindingssamenstel volgens conclusie 1, waarbij de hoek tussen aangrenzende bodemsegmenten < 180 C is en waarbij de verbindingsmiddelen omvatten uitsteeksels (12, 12' ; 13,13'), die nauwsluitend in de bodemsegmenten aangebracht kunnen worden, waarbij de kopse einden (14,15) van twee aangrenzende einddelen in aangebrachte positie tegenover elkaar liggen en het vlak van elk kops einde een hoek a van < 90 met het hoofdvlak van het te verbinden deel maakt.
- 3. Verbindingssamenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de verbindingsmiddelen omvatten een zieh van een einde uitstrekkend uitsteeksel (18) alsmede een overeenkomstige groef (19) aangebracht in het aangrenzende einde.
- 4. Verbindingssamenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de verhogingen (7") een hoek met het bodemvlak van de uitsparing maken van in hoofdzaak < 90 .
- 5. Verbindingssamenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de kopse uiteinden (14, 14' ; 15,15') zieh nabij het grensvlak van de twee bodemsegmenten bevinden.
- 6. Verbindingssamenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste de kant van de verhogingen grenzend aan het bodemdeel in hoofdzaak loodrecht op dat bodemdeel staat.
- 7. Verbindingssamenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de einden van de te verbinden delen spiegelsymmetrisch uitgevoerd zijn.
- 8. Verbindingssamenstel volgens een van de voorgaande conclusies, <Desc/Clms Page number 7> waarbij de te verbinden delen een opeenvolging van delen (2, 22 ; 3,23) in de richting van de langsas van het koppeldeel omvat.
- 9. Verbindingssamenstel volgens conclusie 8, waarbij tussen in de langsrichting van het koppeldeel aangrenzende delen verbindingsmiddelen (16,17) zijn aangebracht.
- 10. Verbindingssamenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de uitsteeksels van de te verbinden delen een kleinere dikte hebben dan het hoofddeel van die te verbinden delen.
- 11. Deel (2,2', 2" ; 3, 3', 3") toe te passen bij de hoekverbinding volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een eind te verbinden met een koppeldeel, welk eind omvat een uitneming (8) alsmede een kops uiteinde welk kops uiteinde een hoek (a) van < 90 met het hoofdvak daarvan maakt.
- 12. Koppeldeel (1) te gebruiken bij een hoekverbinding volgens een van de conclusies 1-10, voorzien van een uitsparing (4) omvattende een enkel bodemdeel (6) bestaande uit ten minste twee aangrenzende segmenten (10,11) die een hoek (ss) van < 180 maken en begrensd door verhogingen (7,7').********
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9400202 | 1994-02-09 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1007949A7 true BE1007949A7 (nl) | 1995-11-21 |
Family
ID=19863813
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE9500060A BE1007949A7 (nl) | 1994-02-09 | 1995-01-24 | Verbindingssamenstel. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
AT (1) | AT1336U1 (nl) |
BE (1) | BE1007949A7 (nl) |
DE (1) | DE29501159U1 (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1018088C2 (nl) | 2001-05-17 | 2002-11-19 | Wuestman Tuindecoraties B V | Verbinding voor wandelementen. |
BE1022234B1 (nl) * | 2014-02-04 | 2016-03-03 | Nv Valcke En Zoon | Verbindingssamenstel |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE19728162A1 (de) * | 1997-07-02 | 1999-02-04 | Christian Kretz Gmbh & Co E | Verbindungselemente für Wandelelemente von Bauwerken |
FR3009321A1 (fr) * | 2013-08-02 | 2015-02-06 | Diffusion 2Mb | Construction bois constituee d'un mur de deux parois paralleles en madriers finissant notamment dans les angles sans debord exterieurs apparents |
EP2975187A1 (fr) * | 2014-07-15 | 2016-01-20 | SAS Diffusion 2MB | Dispositif de murs et cloisons pour batiments en madriers de bois empiles |
-
1995
- 1995-01-24 BE BE9500060A patent/BE1007949A7/nl not_active IP Right Cessation
- 1995-01-25 DE DE29501159U patent/DE29501159U1/de not_active Expired - Lifetime
- 1995-02-07 AT AT6595U patent/AT1336U1/de not_active IP Right Cessation
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1018088C2 (nl) | 2001-05-17 | 2002-11-19 | Wuestman Tuindecoraties B V | Verbinding voor wandelementen. |
BE1022234B1 (nl) * | 2014-02-04 | 2016-03-03 | Nv Valcke En Zoon | Verbindingssamenstel |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE29501159U1 (de) | 1995-03-02 |
AT1336U1 (de) | 1997-03-25 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US7703248B2 (en) | Hollow interconnecting panels as lost formwork | |
JP6602798B2 (ja) | スライダを持つパネル | |
CN102482886B (zh) | 由能机械地相互连接的嵌板组成的覆层 | |
US9279261B2 (en) | Method for manufacturing a formwork element | |
US20060273296A1 (en) | Fence assembly with rail clip for use therewith | |
AU2002328693A1 (en) | Hollow interconnecting panels as lost formwork | |
NL1018663C2 (nl) | Klemverbinding tussen een staanderelement en een liggerelement. | |
BE1007949A7 (nl) | Verbindingssamenstel. | |
WO2007131351A1 (en) | Improved connections for suspended ceiling system | |
JP5081145B2 (ja) | 柱間を閉じるために使用するシャッタ用の案内トラック | |
CN101023273A (zh) | 把两块成型拉挤板联接一起的方法以及固定装配件 | |
US7490446B1 (en) | Light steel ceiling rack | |
EP1371860A2 (de) | Steckschiebeverschluss | |
DE29911426U1 (de) | Leitungsführungskanal | |
NL1011210C2 (nl) | Hoekverbinding tussen twee in verstek op elkaar aansluitende profielsecties. | |
EP0438046B1 (de) | Eckverbinder für Zargen u.dergl. | |
NL1011756C2 (nl) | Verbindingssamenstel. | |
JPH0354259Y2 (nl) | ||
CA2338146A1 (en) | Cassette intended for the construction of drawer cabinets | |
DE20119830U1 (de) | Anordnung von Bauteilen | |
WO2003001001A1 (en) | Set of plates, a plate, a coupling structure and locking means therefor | |
EP3221534B1 (en) | Elastic non-metal clip and assembled fence including the same | |
NL9202038A (nl) | Verbindings/bevestigingsinrichting. | |
JP3831244B2 (ja) | 横架材の接合装置 | |
JPH0233947Y2 (nl) |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE20 | Patent expired |
Owner name: LUGARDE B.V. Effective date: 20010124 |