NL1011756C2 - Verbindingssamenstel. - Google Patents

Verbindingssamenstel. Download PDF

Info

Publication number
NL1011756C2
NL1011756C2 NL1011756A NL1011756A NL1011756C2 NL 1011756 C2 NL1011756 C2 NL 1011756C2 NL 1011756 A NL1011756 A NL 1011756A NL 1011756 A NL1011756 A NL 1011756A NL 1011756 C2 NL1011756 C2 NL 1011756C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
upright
assembly according
connecting means
connecting assembly
control board
Prior art date
Application number
NL1011756A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1011756A1 (nl
Inventor
Gijsbert Michiel Zijlstra
Original Assignee
Lutent V O F
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lutent V O F filed Critical Lutent V O F
Priority to NL1011756A priority Critical patent/NL1011756C2/nl
Publication of NL1011756A1 publication Critical patent/NL1011756A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1011756C2 publication Critical patent/NL1011756C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/56Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members
    • E04B2/70Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members with elongated members of wood
    • E04B2/701Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members with elongated members of wood with integrated supporting and obturation function
    • E04B2/705Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members with elongated members of wood with integrated supporting and obturation function with longitudinal horizontal elements placed between columns
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H17/00Fencing, e.g. fences, enclosures, corrals
    • E04H17/14Fences constructed of rigid elements, e.g. with additional wire fillings or with posts
    • E04H17/16Fences constructed of rigid elements, e.g. with additional wire fillings or with posts using prefabricated panel-like elements, e.g. wired frames
    • E04H17/168Fences constructed of rigid elements, e.g. with additional wire fillings or with posts using prefabricated panel-like elements, e.g. wired frames using panels fitted in grooves of posts

Description

Verbindincrssamenstel.
De uitvinding heeft betrekking op een verbin-dingssamenstel van een regelplank en een staander. In het bijzonder betreft het hier de verbinding tussen een plank en een paal, te gebruiken in het oprichten van een wand, 5 bijvoorbeeld voor een schutting of een zijwand van een tuinhuis of schuur.
Er zijn vele van dergelijke verbindingssamen-stellen bekend. De eenvoudigste is de houten paal en de houten planken, al dan niet geïmpregneerd, die met elkaar 10 verbonden zijn middels nagels of schroeven. De planken liggen hierbij in een vlak aan een zijde van de palen. Het oprichten van een dergelijke schutting vergt veel inspanning.
Een andere bekende schutting is eenvoudiger op 15 te richten en bestaat uit betonnen palen, die in doorsnede een H-profiel vormen, en op elkaar te passen betonnen planken, die met hun uiteinden in de door de H-profielvorm aanwezige sponningen opgenomen kunnen worden. De planken dienen hierbij doorgaans horizontaal georiënteerd, vanaf 20 de bovenrand van de schutting neergelaten te worden, hetgeen nogal wat kracht -zeker gezien het gewicht van de planken- en behendigheid -schranken moet worden voorkomen-vergt. Een verbetering hierin is omschreven in de neder-landse octrooiaanvrage 1002762, waarin wordt voorgesteld 2 5 om de verticale randen van de einden van de planken af te 1011756 2 ronden, zodat de planken ook in schuine oriëntatie, horizontaal dwars op het vlak van de te maken schutting tussen de staanders daarvan kunnen worden ingevoerd, om dan naar een horizontale stand verdraaid te worden. Een 5 nadeel hiervan is dat voor het manipuleren van de planken nog steeds de nodige handigheid en kracht verlangd wordt.
Een ander voorstel voor een verbinding tussen planken en een paal is bekend uit de nederlandse octrooiaanvrage 94.00202. De paal is hierbij voorzien van een 10 opneemruimte, waarin de passend vormgegeven einden van twee zich aan weerszijden van de paal uitstrekkende planken opgenomen worden, waarbij het aanliggen van de kopse eindvlakken van de beide planken meewerkt in de verbinding. De eerste plank kan telkens met het eind in horizon-15 tale richting in de opneemruimte ingevoerd worden, maar de tweede plank moet -vanwege de passing- van een niveau van boven de eerste plank worden neergelaten. Men moet daarbij de plank derhalve in meerdere richtingen manipuleren, waarbij tevens het begintraject van het neerlaten veel 20 beheersing vergt om de kopse eindvlakken precies langs elkaar te laten bewegen, terwijl ook schranken daarbij voorkomen moet worden. Door de afhankelijkheid van de planken van elkaar in de stabiliteit zal het bovendien nodig zijn een voorziening te treffen om de eerste plank 25 voorafgaande aan het aanbrengen van de tweede plank precies op zijn plaats te houden. Voorts is deze verbinding door de afhankelijkheid daarvan van twee planken niet geschikt voor een eindconstructie van een schutting.
De uitvinding heeft -vanuit een aspect- tot doel 30 een verbindingssamenstel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen dat door de bouwer op gemakkelijke wijze opgebouwd kan worden.
De uitvinding heeft -vanuit een ander aspect-voorts tot doel een verbindingssamenstel van de in de 35 aanhef genoemde soort te verschaffen, dat door de bouwer op zeer gecontroleerde wijze opgebouwd kan worden.
De uitvinding heeft -vanuit weer een ander 1011756 3 aspect- voorts tot doel een verbindingssamenstel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarmee op eenvoudige wijze een wandeind gemaakt kan worden.
Althans enige van deze doelen worden volgens de 5 uitvinding bereikt met een verbindingssamenstel van een regelplank en een staander, waarbij de regelplank nabij een eind voorzien is van eerste verbindingsmiddelen en de staander aan een rand voorzien is van met de eerste verbindingsmiddelen samenwerkende tweede verbindingsmiddelen, 10 waarbij de eerste en tweede verbindingsmiddelen ingericht zijn om met elkaar in samenwerkend verband gebracht te worden voor het onderling vormen van een klemverbinding.
Aldus kan voor het verbinden van plank met staander volstaan worden met middelen aan de staander en 15 de plank zelf, en zijn geen extra hulpmiddelen nodig, en kan tevens een plank alleen met de staander verbonden worden.
Bij voorkeur zijn de eerste en tweede verbindingsmiddelen ingericht om met elkaar in samenwerkend 20 verband gebracht te worden volgens een invoerrichting die loodrecht op de staander staat. Hierdoor blijft de plaat-singshandeling voor de bouwer simpel. Bij voorkeur staat de invoerrichting in hoofdzaak loodrecht op het verticale hoofdvlak van de regelplank, zodat de beweging van het 25 plaatsen makkelijk, van het lichaam van de voor het op te richten wandveld staande bouwer geschiedt. Bij voorkeur bezitten de tweede verbindingsmiddelen daartoe een toegangsopening die horizontaal gericht is, loodrecht op het vlak van de regelplank.
3 0 Vanuit een ander aspect worden een of meer van de voornoemde doelen volgens de uitvinding bereikt middels een verbindingssamenstel van een regelplank en een staander, waarbij de regelplank nabij een eind voorzien is van eerste verbindingsmiddelen en de staander aan een rand 35 voorzien is van met de eerste verbindingsmiddelen samenwerkende tweede verbindingsmiddelen, waarbij de eerste en tweede verbindingsmiddelen ingericht zijn om met elkaar in 1011756 4 samenwerkend verband gebracht te worden voor het onderling vormen van een verbinding, waarbij de eerste en tweede verbindingsmiddelen ingericht om met elkaar in samenwerkend verband gebracht te worden volgens een invoerrich-5 ting die in hoofdzaak loodrecht op het verticale hoofdvlak van de regelplank danwel de te maken wand staat.
De voornoemde klemverbinding is bij voorkeur •zodanig opgezet, dat de eerste en tweede verbindingsmiddelen een snap- of klikverbinding vormen. Hiermee is de 10 plaatsing gemakkelijk en krijgt de bouwer tijdens het plaatsen het teken dat de plaatsing gelukt is, waarna de plank op zekere wijze bevestigd is aan de staander.
Bij voorkeur vormen de tweede verbindingsmiddelen dan een opneemruimte, die begrensd wordt door een 15 rand van elastisch materiaal danwel van een elastische constructie. Dit kan eenvoudig bereikt worden wanneer althans die rand van de staander vervaardigd is van een gefabriceerd materiaal, zoals staal of kunststof, zodat door materiaalsamenstelling of keuze van afmetingen de 20 voor het gebruik optimale uitvoering gerealiseerd kan worden.
De verbinding kan op eenvoudige wijze gerealiseerd worden in de vorm van een zwaluwstaartverbin-ding, waarbij de uitvoering als snapverbinding dan de 25 voorkeur heeft.
Bij voorkeur zullen de tweede verbindingsmiddelen dan een moerdeel vormen en de eerste verbindingsmiddelen een daarbij passend vaardeel, waardoor de regelplanken uit oogpunt van sterkte voldoende materiaal 30 kunnen hebben in het verbindingsgebied.
Bij voorkeur is het vaardeel aangebracht binnen het profiel van de normale doorsnede van de regelplank, zodat de verbinding nauwelijks een vergroting van het profiel van de wand waarin de verbinding is opgenomen zal 35 vormen. Bijzonder voordelig is het wanneer het vaardeel teruggelegen ligt ten opzichte van het hoofdvlak van de regelplank, over een afstand die tenminste de dikte van de 101175® 5 bodem van het moerdeel bedraagt. Hierdoor zal het buitenvlak van het moerdeel gelijk aan of binnen het plankprofiel kunnen liggen.
In een verdere ontwikkeling is de staander 5 voorzien van meerdere, horizontaal naast elkaar gelegen tweede verbindingsmiddelen. Deze zijn eenvoudig te realiseren, bijvoorbeeld wanneer de staander uit plaatmateriaal gevormd is of geextrudeerd is.
Bij voorkeur vormen de tweede verbindingsmid-10 delen elk een opneemruimte voor eerste verbindingsmiddelen, welke opneemruimtes begrensd worden door randen, waarbij de randen van naast elkaar gelegen opneemruimtes in elkaar overgaan, waarbij de naast elkaar gelegen opneemruimtes bij voorkeur naar verschillende richtingen 15 openen, hetgeen bevorderlijk is voor de stijfheid danwel stabiliteit van de staander.
Bij voorkeur zijn twee naast elkaar gelegen opneemruimtes gevormd, die openen in tegengestelde richtingen. Hierdoor wordt een slanke constructie mogelijk 20 gemaakt. Zo zijn in een uitvoering twee zich in eikaars verlengde uitstrekkende regelplanken met hun respectieve eerste verbindingsmiddelen opgenomen in de respectieve opneemruimtes, waarbij de beide hoofdvlakken van de regelplanken in dezelfde vlakken gelegen zijn.
25 De uitvinding heeft voorts betrekking op een wand opgebouwd uit een of meer staanders en een aantal op elkaar geplaatste regelplanken, waarbij de staanders en de regelplanken met elkaar verbonden zijn middels verbin- dingssamenstellen volgens de uitvinding.
30 De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen.
Getoond wordt in: figuren IA en 1B respectievelijk een perspecti-35 visch aanzicht en een horizontale dwarsdoorsnede door een staander in een verbindingssamenstel volgens de uitvin ding; 1011756 6 figuren 2A en 2B respectievelijk een perspectivisch aanzicht en een bovenaanzicht op een plankeind, vormgegeven voor het met de staander van de figuren IA en 1B vormen van een verbindingssamenstel volgens de uitvin-5 ding; figuur 3 in bovenaanzicht een moment tijdens het met elkaar in verbinding brengen van de staander en de plank van de voorgaande figuren; figuur 4 in bovenaanzicht een voltooid verbin-10 dingssamenstel volgens de uitvinding, alsmede een moment in het maken van de verbinding met een volgende plank; figuur 5 een gedeelte, schematisch weergegeven van een wand of schutting met de staander en de planken van de voorgaande figuren; en 15 figuren 6A-6I enige voorbeelden van mogelijke doorsneden van een staander volgens de uitvinding.
De staander 1 van figuur IA en 1B is in hoofdzaak Z-vormig, waarbij twee tegengesteld gerichte kanalen of opneemruimtes 6a, 6b gevormd zijn, die respectievelijk 20 begrensd worden door bodems 3a, 3b, binnenranden 4a, 4b, die als één geheel met elkaar gevormd zijn en wanddeel 4 vormen, en buitenranden 5a, 5b. De staander 1 is in dit voorbeeld middels walsen vervaardigd van roestvast staal, waarbij er voor gezorgd is dat de buitenranden 5a, 5b 25 elastisch uit kunnen veren voor het aangaan van de nog te beschrijven snap- of klikverbinding.
In figuur 1B is duidelijk weergegeven dat de opneemruimtes 6a, 6b begrensd worden door schuin toelopende wanden, waarbij de buitenranden 5a, 5b onder een hoek a 30 ten opzichte van een vlak T loodrecht op het wandvlak W en op de bodems 3a, 3b staan van bijvoorbeeld 3 a 6°. De wanden 4a, 4b staan in dit voorbeeld, waarin een volledige zwaluwstaartverbinding getoond wordt, ook onder een kleine hoek ten opzichte van het denkbeeldige vlak T. Deze hoek β 35 kan gelijk zijn aan a.
Aldus zijn de opneemruimtes 6a, 6b gevormd als moerdeel voor een zwaluwstaartachtige verbinding. De 1011756 7 afstand waarover de buitenranden 5a, 5b uitsteken van de bodems 3a, 3b bedraagt p. Indien β nul graden is, zal er sprake zijn van een half-zwaluwstaartvormige verbinding en kan a bijvoorbeeld groter zijn.
5 Het eind van de plank 2 weergegeven in figuren 2A en 2B bezit een kopeindvlak 9, een onderrand 8 waarin een groefverbinding is gevormd en een bovenrand 7 waarin een messingverbinding is gevormd. Over het grootste deel van de lengte bezit de plank 2 de vorm weergegeven aan het 10 rechtereind van de tekening van figuur 2A, met een hoofdzijvlak 10. Nabij het eind van de plank 2 is het hoofdvlak onderbroken door een verticale spleet 11, waarbij tussen de spleet 11 en het kopeindvlak 9 een vaardeel 12 gevormd is, dat met het oppervlak 13 iets teruggelegen 15 ligt ten opzichte van het hoofdvlak 10, en bij voorkeur met een afstand die overeenkomt met de dikte s van de bodem 3a, 3b van de staander 1 (zie figuur 2B).
Zoals in figuur 2B te zien is, staat de spleet 11 schuin, onder een hoek δ ten opzichte van een dwarsvlak 20 T, dat loodrecht staat op de plank 2, die in dit voorbeeld gelijk is aan de hoek α van de staanderranden 5a, 5b. Het onderste gedeelte 11a van de spleet 11 is recht en schuin, maar daarboven bevindt zich een meer convergent gevormd gedeelte 11b van de spleet 11. Dit convergente gedeelte 25 11b wordt aan een zijde begrensd door randvlak 14b, dat in dit voorbeeld schuin staat onder een hoek φ van bij -voorbeeld 7 graden ten opzichte van voornoemd vlak T en meer dan buiten via afgeronde rand 14c overgaat in het voorvlak 13 van het vaardeel 12. Het gedeelte 14b kan ook 30 convex lopen. De overgang tussen de randgebieden 14a en 14b ligt op een afstand t van het vlak door het hoofdzijvlak 10.
Ook het kopeindvlak 9 bezit een aantal van elkaar te onderscheiden gedeelten, en wel de overgangsrand 35 9c, die afgerond is, het eindvlak 9b dat evenwijdig loopt aan vlak T en dus loodrecht staat op het hoofdzijvlak 10, en het schuin staande vlak 9a, dat ten opzichte van het 1011756 8 vlak T onder een hoek γ staat van bijvoorbeeld 3-5 graden, gelijk aan de hoek van de wand 4. De afstand waarover het vlak 9a zich in de richting van het vlak T uitstrekt is v en iets groter dan of gelijk aan p (figuur 1B).
5 Bij het maken van de verbinding van de plank 2 met de staander 1 kan de plank 2 die door de bouwer vastgehouden wordt eenvoudig door de plank in de richting van de borst af te bewegen in horizontale richting A met het vaardeel 12 van de zwaluwstaartverbinding naar de 10 opneemruimte 6a bewogen worden, zoals weergegeven is in figuur 3. De zoekrand 9c bevordert hierbij de beweging van het vlak 9 langs de voorrand van het wanddeel 4b.
Daarna komt het vaardeel 12 met de gebogen zoekrand 14c aan bij de voorrand 5' van de buitenrand 5a. 15 Dan is ook het begin van het schuine vlak 9a bij de voorrand 4' van het wanddeel 4b aangekomen. Verdere beweging om de richting A heeft dan -mede doordat het vlak 14b sterker schuin loopt dan het vlak 9a- tot gevolg dat de buitenrand 5a in de richting C naar buiten wordt 20 gebogen/gedwongen en zo ruimte verschaft aan het vaardeel 12 voor intrede in de opneemruimte 6a. Door de elasticiteit in het profiel van de staander 1 zal via de bodem 3a zal het buigende moment kunnen worden overgedragen op de wand 4a, waardoor de ingesloten hoek tussen die wanden 25 3a en 4a zal vergroten, zodat de ruimte 6a snel vergroot wordt. Vervolgens kan de buitenrand op elastische wijze weer terugbewegen, wanneer deze in het spleetgedeel.te 11a terecht komt. Uiteindelijk klikt het vaardeel 12 dan met de vlakken 9a en 14a in de ruimte tussen de wand 4a en de 30 rand 5a en is de situatie weergegeven in figuur 4 bereikt. Te zien is dat de hoofdzijvlakken 10 van de plank 2 in één verticaal vlak liggen met de buitenoppervlakken 20a,b van de bodems 3a,b van de opneemruimtes 6a,b van de staander 1.
35 In figuur 4 is voorts weergegeven hoe de vol gende plank in een horizontale reeks aangebracht wordt, en duidelijk is dat die plank met de hoofdzijvlakken 10 in 1011756 9 één vlak komt te liggen met de hoofdzijvlakken 10 van de eerder geplaatste plank en met de buitenoppervlakken 20a,b van de bodems 3a, 3b van de staander 1.
In figuur 5 is schematisch weergegeven hoe men 5 een reeks boven elkaar te plaatsen planken verbindt met de staander 1, en vervolgens met het volgende veld in de wand, bijvoorbeeld schutting, begint.
Voor de stabiliteit van de verbinding kan dan volstaan met slechts twee onderdelen, te weten de staander 10 1 en het eind van de plank 2. Men kan derhalve -indien gewenst- afzien van het aanbrengen van een volgende verticale reeks planken.
De uitvindingsgedachte leent zich ook voor toepassing met andere staanderprofielen, zoals - louter 15 bij wijze van voorbeeld - weergegeven is in figuren 6A-6I. De figuren 6C en 6F geven hierbij enkelvoudige oplossingen weer, terwijl de andere profielen, van de figuren 6A en 6D-6I tweevoudige verbindingsprofielen weergeven. Begrepen zal worden dat het profiel ook zo gevormd kan zijn dat 20 vanuit drie of meer verschillende richtingen planken kunnen worden aangesloten. Het is ook mogelijk om de staanders op te bouwen uit meerdere, met elkaar te verbinden profieldelen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om de staander l van figuren IA en 1B uit twee langshelften te 25 laten bestaan, die in verticale richting met de randen in elkaar geschoven kunnen worden.
De staanders 1 kunnen zodanig geplaatst worden, dat aan beide verticale zijden van een veld in de wand of schutting de opneemruimtes naar dezelfde kant gekeerd 30 zijn. Dit bevordert het installatiegemak sterk en heeft als verder voordeel, dat de planken voorzien kunnen worden van de vaardelen 12 aan beide einden in een bewerking die vanuit één richting plaatsvindt.
Een groot voordeel wordt ook al bereikt door het 35 verbindingsdeel, het vaardeel, op de plankeinden in hoofdzaak aan één kant gelegen te hebben, omdat hierdoor reeds een hoge graad van automatisering bij de vervaardiging 1011750 10 mogelijk is.
Met het verbindingssamenstel volgens de uitvinding wordt derhalve een eenvoudig te produceren verbinding tussen planken en staanders van bijvoorbeeld een schutting 5 verschaft, die op beheerste en eenvoudige wijze samen te stellen is door de gebruiker en vele toepassingsmogelijkheden biedt.
10117S8

Claims (23)

1. Verbindingssamenstel van een regelplank en een staander, waarbij de regelplank nabij een eind voorzien is van eerste verbindingsmiddelen en de staander aan een rand voorzien is van met de eerste verbindingsmiddelen 5 samenwerkende tweede verbindingsmiddelen, waarbij de eerste en tweede verbindingsmiddelen ingericht zijn om met elkaar in samenwerkend verband gebracht te worden voor het onderling vormen van een klemverbinding.
2. Verbindingssamenstel volgens conclusie 1, 10 waarbij de eerste en tweede verbindingsmiddelen ingericht zijn om met elkaar in samenwerkend verband gebracht te wordende volgens een invoerrichting die loodrecht op de staander staat.
3. Verbindingssamenstel volgens conclusie 2, 15 waarbij de invoerrichting in hoofdzaak loodrecht op het verticale hoofdvlak van de regelplank staat.
4. Verbindingssamenstel volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de tweede verbindingsmiddelen een toegangs-opening bezitten die horizontaal gericht is, loodrecht op 20 het vlak van de regelplank.
5. Verbindingssamenstel volgens conclusie 2, 3 of 4, waarbij de eerste en tweede verbindingsmiddelen een snap- of klikverbinding vormen.
6. Verbindingssamenstel volgens conclusie 5, 25 waarbij de tweede verbindingsmiddelen een opneemruimte vormen, die begrensd wordt door een rand van elastisch materiaal danwel elastische constructie.
7. Verbindingssamenstel volgens conclusie 6, waarbij de rand van de staander vervaardigd is van een 30 gefabriceerd materiaal, zoals staal of kunststof.
8. Verbindingssamenstel volgens een der voor- 1011756 gaande conclusies, waarbij de eerste en tweede verbindingsmiddelen een -al dan niet volledige- zwaluwstaartvormige verbinding vormen.
9. Verbindingssamenstel volgens conclusie 8, 5 waarbij de tweede verbindingsmiddelen een moerdeel vormen en de eerste verbindingsmiddelen een daarbij passend vaardeel.
10. Verbindingssamenstel volgens conclusie 9, waarbij het vaardeel aangebracht is binnen het profiel van 10 de normale doorsnede van de regelplank.
11. Verbindingssamenstel volgens conclusie 10, waarbij het vaardeel teruggelegen ligt ten opzichte van het hoofdvlak van de regelplank, over een afstand die tenminste de dikte van de bodem van het moerdeel bedraagt.
12. Verbindingssamenstel volgens een der voor gaande conclusies, waarbij de staander over zijn gehele lengte voorzien is van de tweede verbindingsmiddelen.
13. Verbindingssamenstel volgens conclusie 12, waarbij de regelplanken aan hun langsranden voorzien zijn 20 van in elkaar grijpende profielen, zoals een messing- en groefprofiel.
14. Verbindingssamenstel volgens een der voor gaande conclusies, waarbij de staander voorzien is van meerdere, horizontaal naast elkaar gelegen tweede verbin- 25 dingsmiddelen, en bijvoorbeeld opgebouwd is uit evenzovele deelprofielen, die met elkaar verbonden zijn.
15. Verbindingssamenstel volgens conclusie 14, waarbij de tweede verbindingsmiddelen elk een opneemruimte vormen voor eerste verbindingsmiddelen, welke opneemruim- 30 tes begrensd worden door randen, waarbij de randen van naast elkaar gelegen opneemruimtes in elkaar overgaan.
16. Verbindingssamenstel volgens conclusie 14 of 15, waarbij de naast elkaar gelegen opneemruimtes naar verschillende richtingen openen.
17. Verbindingssamenstel volgens conclusie 16, waarbij twee naast elkaar gelegen opneemruimtes gevormd zijn, die openen in tegengestelde richtingen. 10117§0
18. Verbindingssaraenstel volgens conclusie 17, waarbij twee zich in eikaars verlengde uitstrekkende regelplanken met hun respectieve eerste verbindingsmiddelen opgenomen zijn in de respectieve opneemruimtes, waar- 5 bij de beide hoofdvlakken van de regelplanken in dezelfde vlakken gelegen zijn.
19, Verbindingssamenstel van een regelplank en een staander, waarbij de regelplank nabij een eind voorzien is van eerste verbindingsmiddelen en de staander aan 10 een rand voorzien is van met de eerste verbindingsmiddelen samenwerkende tweede verbindingsmiddelen, waarbij de eerste en tweede verbindingsmiddelen ingericht zijn om met elkaar in samenwerkend verband gebracht te worden voor het onderling vormen van een verbinding, waarbij de eerste en 15 tweede verbindingsmiddelen ingericht om met elkaar in samenwerkend verband gebracht te worden volgens een in-voerrichting die in hoofdzaak loodrecht op het verticale hoofdvlak van de regelplank danwel te maken wand staat.
0. Wand opgebouwd uit een of meer staanders en 20 een aantal op elkaar geplaatste regelplanken, waarbij de staanders en de regelplanken met elkaar verbonden zijn middels verbindingssamenstellen volgens een der voorgaande conclusies.
21. Staander kennelijk geschikt voor gebruik in 25 het verbindingssamenstel volgens een der conclusies 1-19.
22. Regelplank kennelijk geschikt voor gebruik in het verbindingssamenstel volgens een der conclusies 1- 19 .
23. Verbindingssamenstel omvattend een of meer 30 van de in de beschrijving omschreven en/of in de tekeningen weergegeven kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1011786
NL1011756A 1999-04-08 1999-04-08 Verbindingssamenstel. NL1011756C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011756A NL1011756C2 (nl) 1999-04-08 1999-04-08 Verbindingssamenstel.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011756 1999-04-08
NL1011756A NL1011756C2 (nl) 1999-04-08 1999-04-08 Verbindingssamenstel.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1011756A1 NL1011756A1 (nl) 2000-10-10
NL1011756C2 true NL1011756C2 (nl) 2001-01-16

Family

ID=19768981

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1011756A NL1011756C2 (nl) 1999-04-08 1999-04-08 Verbindingssamenstel.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1011756C2 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1018088C2 (nl) * 2001-05-17 2002-11-19 Wuestman Tuindecoraties B V Verbinding voor wandelementen.
GB2426526B (en) * 2005-05-26 2010-08-18 Peter Charles Remnant Fencing system
NL1037134C2 (nl) * 2009-07-20 2011-01-24 Aarle Holding B V Van Koppelprofiel voor het koppelen van een planken wand en een kozijn.

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2825537A (en) * 1956-05-18 1958-03-04 Kessler Picket fence
US4198034A (en) * 1975-05-21 1980-04-15 Extrados Company Limited Fence structure
FR2591291A1 (fr) * 1985-12-05 1987-06-12 Loyer Francis Nouveau procede d'assemblage d'abris et chalets.

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2825537A (en) * 1956-05-18 1958-03-04 Kessler Picket fence
US4198034A (en) * 1975-05-21 1980-04-15 Extrados Company Limited Fence structure
FR2591291A1 (fr) * 1985-12-05 1987-06-12 Loyer Francis Nouveau procede d'assemblage d'abris et chalets.

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1018088C2 (nl) * 2001-05-17 2002-11-19 Wuestman Tuindecoraties B V Verbinding voor wandelementen.
WO2002092933A1 (en) * 2001-05-17 2002-11-21 Wuestman Tuindecoraties B.V. Connection for wall elements
GB2426526B (en) * 2005-05-26 2010-08-18 Peter Charles Remnant Fencing system
NL1037134C2 (nl) * 2009-07-20 2011-01-24 Aarle Holding B V Van Koppelprofiel voor het koppelen van een planken wand en een kozijn.

Also Published As

Publication number Publication date
NL1011756A1 (nl) 2000-10-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11236503B2 (en) Multiple port beam bracket
US6752386B1 (en) Fence with sliding lock bar
US5362030A (en) Fence post module
US7743574B2 (en) System of blocks for use in forming a free standing wall
US4909010A (en) Concrete block for retaining walls
AU2002328693B2 (en) Hollow interconnecting panels as lost formwork
US20050011156A1 (en) Skeleton frame assembly for a tent
US4229922A (en) Wall assembly
AU2002328693A1 (en) Hollow interconnecting panels as lost formwork
NL1018088C2 (nl) Verbinding voor wandelementen.
NL8000975A (nl) Sandwichpaneelelement.
US10060125B2 (en) Multi-use building block and methods
US20070181865A1 (en) Pickets for use in modular fence systems
US5542787A (en) Extruded landscape timber modules
NL1011756C2 (nl) Verbindingssamenstel.
US20180155929A1 (en) Masonry lintel for long spans
WO2006052143A1 (en) A building element device
US11542133B2 (en) Extendable arm
BE1025942B1 (nl) Werkwijze voor het verbinden van twee balken
BE1007949A7 (nl) Verbindingssamenstel.
US9688049B2 (en) Building element and method
BE1003245A6 (nl) Stijve knoop voor houtconstructies en drie-dimensionele houtskeletstrukturen, en dergelijke strukturen voorzien van dergelijke knopen.
US20020134041A1 (en) Wall construction system
BE1004503A6 (nl) Verbindingsbeugel voor zelfdragend gebouw in systeembouw.
US20230127173A1 (en) Prefabricated Gate Assembly

Legal Events

Date Code Title Description
AD1B A search report has been drawn up
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20051101