<Desc/Clms Page number 1>
inrichting voor het automatisch achter elkaar in lijn brencren van vis on een transcortband.
Betreffende uitvinding heeft betrekking op een transportbandsysteem, dat een onregelmatige aanvoer van een gemengde hoeveelheid verschillende soorten vis automatisch omzet in
EMI1.1
een gelijkmatige toevoer tot een visbehandelings-eenheid waarbij de vissen op een transportband één na één achter elkaar met een bepaalde tussenafstand gebracht worden.
Deze visbehandelingseenheid kan ofwel een sorteertoestel, een weegtoestel, een afwerptoestel, een vissnijapparaat, of een combinatie van deze elementen zijn.
Dergelijke inrichtingen bestaan reeds voor het gelijkmatig toevoeren van rondvis of platvis ; waarbij de vissen door een speciaal uitgevoerde toevoer- of opvoerband min of meer regelmatig op een reeks versnelling-, vertragings-, en verdeelbanden gebracht worden ; met als doel de vissen zo goed als mogelijk te scheiden met een bepaalde tussenafstand.
Al deze bestaande systemen hebben het grote nadeel dat de scheiding grotendeels afhankelijk is van de wrijvingseigenschappen van de visoppervlakte en de stijfheid van de vis. Practisch is gebleken dat deze eigenschappen sterk kunnen verschillen naargelang de grootte van de vis, het tijdsverloop na de vangst, de temperatuur, en in het bijzonder naargelang de vissoort.
Met de bestaande systemen is voor het scheiden van bepaalde soorten vis manuele interventie nodig om een minimum aanneembaar rendement te bereiken ; terwijl voor het scheiden van gemengde soorten vis de opdracht nog moeilijker wordt.
Door deze manuele tussenkomst werken deze systemen niet volledig automatisch en wordt hun rendement beperkt en sterk afhankelijk van de handigheid en de inzet van de mens.
<Desc/Clms Page number 2>
Betreffende uitvinding heeft tot doel bovengenoemde nadelen op te heffen, en het achter elkaar opstellen van de vissen volautomatisch te verwezenlijken onafhankelijk van de eigenschappen van de vis.
Dit doel wordt volgens de voorwerpen van deze uitvinding verwezenlijkt door enerzijds de vissen, die onregelmatig op
EMI2.1
een aanvoer-transportband gebracht worden, door een buffersysteem te leiden, waardoor de vissen één voor één op vaste gesynchroniseerde tijdstippen deze transportband verlaten. Dit buffersysteem bestaat uit een of meer boven de transportband op vaste plaatsen opgestelde schotten, die geopend of gesloten worden ; met als doel de vissen tijdelijk te stoppen en zodoende deze van elkander te verwijderen, of de visverplaatsing te synchroniseren.
Anderzijds worden de vissen, die gesynchroniseerd van de aanvoerband afvallen, op een snellopende transportband opgevangen. Deze opvangband is zo uitgevoerd dat iedere vis op een vaste afstand ten opzichte van de vorige geplaatst wordt en dusdanig naar de visverwerkingseenheid toegevoerd wordt. Hiertoe bevat deze opvangband op gelijke afstanden opgestelde meenemers, waarbij iedere vis tegen een meenemer aanleunt.
Tenslotte wordt ; om de onregelmatigheid van de aanvoer op de aanvoer-transportband zo veel mogelijk te beperken een opvoertransportband voorzien die de vissen bijvoorbeeld vanaf een verzamelbak opvoert ; waarbij het opvoersysteem van speciale kleppen voorzien is ; teneinde het aantal vissen die terzelfdertijd van de opvoer-transportband op de aanvoertransportband vallen, tot een minimum te herleiden.
Om beter te verklaren hoe het doel van deze uitvinding door het toepassen van zijn kenmerken bereikt wordt gelden de figuren 1, 2,3 ; die enkel als een voorbeeld van een mogelijke uitvoering te beschouwen zijn ; terwijl alle andere
<Desc/Clms Page number 3>
mogelijke uitvoeringen die aan de kenmerken in de conclusies beantwoorden echter ook tot het kader van deze uitvinding behoren.
Fig. 1 : Toont de schematische voorstelling van het zijzicht van een aanvoertransportband met buffersysteem gekoppeld aan een opvangband en een opvoertransportband (in doorsnede).
Fig. 2 : Toont het bovenzicht van bovengenoemde opstelling.
De voorgestelde inrichting bestaat enerzijds uit een aanvoertransportband (1) lopende over twee eindrollen (2), die gelagerd opgesteld zijn in een frame (3). Boven deze transportband worden een of meer schotten (4) op bepaalde afstanden achter elkaar opgesteld. Deze schotten bevatten een al dan niet elastische vlakke plaat (5), die ongeveer verticaal en dwars over de transportband opgesteld is. Deze plaat ondergaat een verticale beweging teneinde het schot te openen of te sluiten. In gesloten stand wordt de onderzijde van de plaat (5) min of meer op het oppervlak van de band (1) gedrukt teneinde een voorwerp meegevoerd door de band te stoppen.
In open stand wordt de onderzijde van de plaat (5) over een afstand (H) van het bandoppervlak van band (1) gelicht, teneinde een voorwerp door te laten.
De verticale beweging van de schotplaat (5) kan bijvoorbeeld verwezenlijkt worden door het schot van een scharnieras (6) te voorzien, die gelagerd is in twee lagers (7) solidair met het frame (3). Deze scharnieras (6) wordt over een hoek (a) verdraaid teneinde de hoogteverplaatsing (H) te bekomen. De aandrijving van deze verdraaiing kan op gekende wijze hydraulisch, pneumatisch of electrisch gebeuren ; bijvoorbeeld door middel van een angulaire motor (8) op het einde van de scharnieras verbonden, of door middel van een cylinder.
Anderzijds wordt de vis die de aanvoertransportband (1) verlaat bij een geopend schot (4. 1) op een of andere wijze 0' een opvangband (9) gebracht ; bijvoorbeeld met behulp van e glijplaat (10), of een ander element bijvoorbeeld het gekeri
<Desc/Clms Page number 4>
systeem met opvangbak en opendraaiende bodemklep die op een bepaald ogenblik de vis snel op de opvangband (9) laat vallen. De opvangband (9) loopt over twee eindrollen (11) die gelagerd zijn in een frame (12). De opvangband (9) is tevens voorzien van een aantal meenemers (13) die op onderling gelijke afstanden solidair met de band verbonden zijn.
Verder zijn op het frame (3) een of meerdere stellen optische of mechanische detectoren (14) voorzien die de aankomst van een vis, aanwezig op aanvoertransportband, detecteren.
Eveneens is op het frame (12) een stel optische of magnetische detectoren (15) voorzien dat het voorbijkomen van iedere meenemer (13) detecteert.
De relatieve opstelling van de aanvoertransportband (1) ten opzichte van de opvangband (9) is volgens bijgaande figuren onder een hoek (b) = 90 graden voorzien ; dit laat toe verschillende parallel opgestelde aanvoertransportbanden op te stellen die dezelfde opvangband bedienen. De hoek (b) kan echter elke arbitraire waarde aannemen.
Verder kan eventueel een opvoertransportband (16) voorzien worden, die de vissen vanuit bijvoorbeeld een verzamelbak (17) op de aanvoertransport-band (1) aanbrengt. Deze transportband (16) loopt over de rollen (18) en (19) gelagerd in een vast frame (21). De transportband (16) bevat op regelmatige afstanden bevestigde meenemers (20) om de vissen naar boven op te voeren.
Verder wordt dit opvoersysteem voorzien van enerzijds een klep (22), opgesteld boven de bovenste afvoer-eindrol (18), en scharnierend rond een as (23) evenwijdig met de transportband gelagerd in het frame (21) ; en anderzijds een of meerdere kleppen (24) met scharnieras (25), boven de opvoerzijde van de transportband (16) opgesteld. De klep (22) wordt naar beneden gedrukt door bijvoorbeeld een gewicht (26) of een veer of ander middel.
<Desc/Clms Page number 5>
De vissen worden vanaf de opvoertransportband (16) min of meer onregelmatig toegevoerd op het begin van de aanvoertransportband (1). Deze transportband brengt de vissen tot bij de schotten (4).
Volgens een kenmerk van de uitvinding bestaat een schot uit een min of meer verticale, al dan niet elastische schotplaat (5) met de onderzijde dwars over de breedte van de transportband (1) opgesteld. Dit schot wordt gesloten door de onderzijde van de plaat (5) min of meer op het oppervlak van de transportband (1) te drukken ; en geopend door de schotplaat (5) verticaal te lichten tot een hoogte (H) boven de transportband (1).
Bij gesloten schot wordt een vis tegengehouden, terwijl de transportband onder de vis doorschuift. Dit tegenhouden kan ook gebeuren wanneer de vis zich onder de schotplaat (5) bevindt ; waarbij de elasticiteit van deze plaat en de beperkte sluitkracht ervoor zorgt dat de vis niet beschadigd wordt.
Deze uitvoering geeft de mogelijkheid twee bij elkaar liggende vissen van elkander te scheiden tot een zekere tussenafstand bereikt is. Als voorbeeld is het schot (4. 3) dusdanig uitgevoerd en voorzien van de visdetectoren (14).
Dit schot staat normaal open wanneer geen vis aanwezig is.
Bij detectie van de eerste vis door (14) wordt het schot (4. 3) gesloten na een tijdspanne die overeenkomt met de lengte van deze vis ; waardoor de eerste vis doorloopt terwijl de kort daarop volgende tegengehouden wordt gedurende een tijd nodig om een vooropgestelde tussenafstand te verwezenlijken.
Op analoge wijze kunnen twee dergelijke scheidingsschotten drie bij elkaar komende vissen scheiden.
Dezelfde uitvoering geeft ook de mogelijkheid als synchronisatie-schot de vissen op arbitraire tijdstippen door te laten of te stoppen. Als voorbeeld is het schot (4. 1) voorzien om de vissen op wel bepaalde tijdstippen een voor
<Desc/Clms Page number 6>
EMI6.1
één van de transportband (1) te laten vallen met als doel dat iedere vis terechtkomt tegen een meenemer (13) van de opvangband (9).
Het detectorsysteem (15) van de opvangband bepaalt wanneer een meenemer (13) op de juiste positie staat tegenover de glijbaan (10) om een vis tegen deze meenemer op te vangen. Na een tijdspanne overeenkomend met de tijd nodig om een meenemer (13) juist voorbij de glijbaan (10) te brengen ; verminderd met de tijd nodig om de vis vanaf een openend schot over de glijbaan op de opvangband (9) te laten glijden ; wordt het schot (4. 1) geopend. Wanneer de vis voorbij het schot (4. 1) is wordt dit schot terug gesloten om een volgende vis tegen te houden tot een volgende meenemer (13) gedetecteerd wordt.
Bij een constante snelheid van de opvangband (9) ; en de meenemers (13) op gelijke onderlinge afstanden opgesteld gebeurt het openen van het schot (4. 1) op vaste gesynchroniseerde tijdstippen zodat dit schot een constant debiet van n vissen per seconde doorlaat. Daar het toevoerdebiet van de vissen onregelmatig is zijn er verschillende schotten (4. 2) vandoen die synchroon werken met het schot (4. 1) en de vissen intermitterend doorlaten. De groep van deze onderscheidene synchronisatieschotten fungeren als buffer die het onregelmatig toevoerdebiet omzetten in een regelmatig afvoerdebiet.
Volgens een ander kenmerk van deze uitvinding wordt de opvangband (9) voorzien van solidair aan deze band bevestigde meenemers (13) op gelijke afstanden van elkaar opgesteld ; deze afstanden vormen een vaste stap (S). Wanneer iedere vis op de snellopende opvangband (9) valt worden ze door deze band in zijn translatierichting versneld. Het oppervlak van deze band (9) is nu zodanig voorzien dat de vissen op deze band glijden tot zij tegenaan de meenemers gaan aanleunen. zodoende wordt iedere vis met een vaste stap (S) meegenomen
<Desc/Clms Page number 7>
en zodoende op een meetkundig gelijke afstand van elkaar van de opvangband (9) naar de visbehandelingseenheid afgevoerd.
Volgens een volgend kenmerk van deze uitvinding wordt verder tegenover de afvoer-eindrol (18) over de breedte van een opvoerband (16) een op-en neergaande klep (22) voorzien ; waarbij de op en neergaande beweging verwezenlijkt wordt bijvoorbeeld door een scharnieras (23) evenwijdig aan de opvoerband (16) opgesteld. De onderkant van deze klep (22) vormt een bepaalde hoek met de opvoerband (16) en wordt met een, door een gewicht (26) of veer, instelbare druk tegen de opvoerband en rol (18) aangedrukt. Door de proefondervindelijke keuze van deze hoek en de aandrukkracht worden, wanneer 2 of meer vissen boven elkaar onder deze plaat komen, de bovenste vissen, die niet meer door de meenemers met beperkte hoogte (20) gesteund worden, tegengehouden ; terwijl de onderste vis onder de klep (22) doorgevoerd wordt.
Verder, door het feit dat ze door hun stijfheid de kromming van de bovenrol (18) niet kunnen volgen komen de bovenste vissen van elkaar los en vallen ze terug naar beneden. Hierdoor zullen in principe enkel vissen naast elkaar opgesteld, onder de klep (22) doorschuiven en nadien van de opvoerband (16) vallen, zodat het aantal vissen dat tegelijkertijd op de aanvoerband (l) körnen, zoveel mogelijk beperkt wordt. Het volgens de bovengenoemde kenmerken vermelde buffersysteem is dan in staat met een goed rendement deze beperkt onregelmatige aanvoer te verwerken.
De vissen die terugvallen kunnen echter de eronder op de hellende opvoerband (16) liggende vissen naar beneden meeslepen (lawineeffect), waardoor de opvoer onaanneembaar onregelmatig wordt.
Om dit te vermijden zijn volgens een volgend kenmerk van deze uitvinding één of meerdere terugslagkleppen (24) voorzien ; waarvan de onderzijde, ofwel de opvoerband raakt, ofwel door de vissen omhooggedrukt kan worden ; hiertoe zijn
<Desc/Clms Page number 8>
deze kleppen bijvoorbeeld voorzien van een draaias (25) parallel aan de opvoerband opgesteld ; en waarbij de hoek tussen de klep (24) en de opvoerband (16) zo gekozen is dat de vissen ongehinderd onder de klep naar boven doorgelaten worden, terwijl de van een hoger punt naar beneden vallende vissen over de bovenzijde van de klep (24) rechtstreeks terug in de aanvoerbak (17) vallen zonder de, zieh onder de klep bevindende, opgevoerde vissen te raken.
Door het toepassen van deveschillende kenmerken van deze uitvinding of een combinatie van deze wordt een zuiver tijdafhankelijke werking voor het in lijn brengen van vissen mogelijk gemaakt, waarbij het resultaat en het rendement onafhankelijk is van de fysische eigenschappen van de onderscheiden vissen. Het afregelen van de nodige tijdstippen van de sturing kan door middel van gekende computerstuurtechnieken volledig automatisch uitgevoerd worden.
Het geheel werkt zodoende volledig mens-onafhankelijk, zodanig dat niet alleen een perfecte werking doch eveneens een veel grotere verwerkingscapaciteit kan bereikt worden dan bij de bestaande systemen. Deze hogere verwerkingscapaciteit verhoogt eveneens de capaciteit van de daaropvolgende visbehandelingseenheid ; waardoor de ganse installatie economischer wordt.
Ook wordt op gebied van hygiene de optimale voorwaarden bereikt doordat de vis niet meer aangeraakt moet worden.
<Desc / Clms Page number 1>
device for automatically aligning fish on a conveyor belt one after the other.
The present invention relates to a conveyor belt system which automatically converts an irregular supply of a mixed quantity of different types of fish
EMI1.1
a steady feed to a fish handling unit where the fish on a conveyor belt are brought one after the other at a certain distance.
This fish handling unit can be either a sorting device, a weighing device, a casting device, a fish cutting device, or a combination of these elements.
Such devices already exist for the uniform feeding of roundfish or flatfish; the fish being brought more or less regularly on a series of acceleration, deceleration and distribution belts by a specially designed feed or lift belt; with the aim of separating the fish as good as possible at a certain distance.
All these existing systems have the major drawback that the separation largely depends on the frictional properties of the fishing surface and the stiffness of the fish. Practical experience has shown that these properties can vary greatly according to the size of the fish, the time course after the catch, the temperature, and in particular according to the species of fish.
With the existing systems, manual intervention is required to separate certain types of fish in order to achieve a minimum acceptable yield; while the task becomes even more difficult to separate mixed types of fish.
Due to this manual intervention, these systems do not work fully automatically and their efficiency is limited and highly dependent on the skill and commitment of people.
<Desc / Clms Page number 2>
The object of the invention is to eliminate the above-mentioned drawbacks and to realize the arrangement of the fish one after the other fully automatically, irrespective of the properties of the fish.
According to the objects of this invention, this object is achieved by, on the one hand, the fish, which are irregularly fed
EMI2.1
brought into a supply conveyor belt, by passing through a buffer system, whereby the fish leave this conveyor belt one by one at fixed synchronized times. This buffer system consists of one or more partitions positioned above the conveyor belt at fixed locations, which are opened or closed; with the aim of temporarily stopping the fish and thus removing them from each other, or synchronizing the fish movement.
On the other hand, the fish, which fall off the feed belt in synchronization, are collected on a fast-running conveyor belt. This collecting belt is designed in such a way that each fish is placed at a fixed distance from the previous one and is thus fed to the fish processing unit. To this end, this catch belt contains catches arranged at equal distances, each fish leaning against a catch.
Finally; in order to minimize the irregularity of the supply on the supply conveyor belt, provide a supply conveyor belt which, for example, lifts the fish from a collection container; the lifting system being provided with special valves; in order to minimize the number of fish falling from the feed conveyor onto the feed conveyor at the same time.
To better explain how the object of this invention is achieved by applying its features, Figures 1, 2, 3 apply; which can only be regarded as an example of a possible implementation; while all others
<Desc / Clms Page number 3>
however, possible embodiments corresponding to the features of the claims also fall within the scope of this invention.
Fig. 1: Shows the schematic side view of a conveyor belt with buffer system coupled to a receiving belt and a conveyor belt (in section).
Fig. 2: Shows the top view of the above arrangement.
On the one hand, the proposed device consists of a supply conveyor belt (1) running over two end rollers (2), which are mounted in a frame (3). Above this conveyor belt one or more partitions (4) are arranged one behind the other at certain distances. These partitions contain an elastic or non-elastic flat plate (5), which is arranged approximately vertically and transversely over the conveyor belt. This plate undergoes a vertical movement to open or close the bulkhead. In the closed position, the underside of the plate (5) is more or less pressed onto the surface of the belt (1) in order to stop an object entrained by the belt.
In the open position, the underside of the plate (5) is lifted a distance (H) from the belt surface of belt (1), in order to allow an object to pass through.
The vertical movement of the bulkhead plate (5) can be achieved, for example, by providing the bulkhead with a pivot shaft (6), which is mounted in two bearings (7) in solidarity with the frame (3). This pivot axis (6) is rotated through an angle (a) in order to obtain the height displacement (H). This rotation can be driven hydraulically, pneumatically or electrically in a known manner; for example, connected by means of an angular motor (8) to the end of the pivot shaft, or by means of a cylinder.
On the other hand, the fish leaving the supply conveyor belt (1) is brought in some manner 0 'to a collecting belt (9) with an open bulkhead (4.1); for example with the aid of the slide plate (10), or another element for example the gekeri
<Desc / Clms Page number 4>
system with catch tray and opening bottom flap that at a given moment quickly drops the fish onto the catch belt (9). The receiving belt (9) runs over two end rollers (11) which are mounted in a frame (12). The receiving belt (9) is also provided with a number of carriers (13) which are connected in solidarity with the belt at equal distances.
Furthermore, one or more sets of optical or mechanical detectors (14) are provided on the frame (3), which detect the arrival of a fish present on feed conveyor belt.
Also on the frame (12) is a set of optical or magnetic detectors (15) that detect the passing of each driver (13).
The relative arrangement of the supply conveyor belt (1) relative to the receiving belt (9) is provided at an angle (b) = 90 degrees according to the accompanying figures; this makes it possible to arrange several parallel conveyor belts that serve the same receiving belt. However, the angle (b) can take any arbitrary value.
Furthermore, an elevating conveyor belt (16) can optionally be provided, which applies the fish from, for instance, a collecting bin (17) to the infeed conveyor belt (1). This conveyor belt (16) runs over the rollers (18) and (19) in a fixed frame (21). The conveyor belt (16) contains regularly spaced flights (20) to lift the fish upwards.
Furthermore, this lifting system is provided on the one hand with a valve (22), arranged above the upper discharge-end roller (18), and hinged around an axis (23) parallel to the conveyor belt in the frame (21); and, on the other hand, one or more valves (24) with pivot shaft (25), arranged above the feed side of the conveyor belt (16). The valve (22) is pressed down by, for example, a weight (26) or a spring or other means.
<Desc / Clms Page number 5>
The fish are fed more or less irregularly from the supply conveyor belt (16) to the beginning of the supply conveyor belt (1). This conveyor belt brings the fish to the bulkheads (4).
According to an inventive feature, a partition consists of a more or less vertical, elastic or non-elastic bulkhead plate (5) with the underside arranged transversely across the width of the conveyor belt (1). This partition is closed by pressing the bottom side of the plate (5) more or less on the surface of the conveyor belt (1); and opened by lifting the bulkhead plate (5) vertically to a height (H) above the conveyor belt (1).
When the shot is closed, a fish is stopped, while the conveyor belt slides under the fish. This restraint can also occur when the fish is below the bulkhead plate (5); the elasticity of this plate and the limited closing force ensure that the fish is not damaged.
This embodiment makes it possible to separate two adjacent fish from each other until a certain intermediate distance is reached. As an example, the bulkhead (4.3) is designed and equipped with the fish detectors (14).
This shot is normally open when no fish is present.
Upon detection of the first fish by (14), the shot (4. 3) is closed after a period of time corresponding to the length of this fish; whereby the first fish continues while the shortly after is held back for a time necessary to achieve a predetermined spacing.
Similarly, two such dividers can separate three converging fish.
The same embodiment also offers the possibility of passing or stopping the fish at arbitrary times as a synchronization shot. As an example, the bulkhead (4.1) is provided around the fish one by one at specific times
<Desc / Clms Page number 6>
EMI6.1
drop one of the conveyor belt (1) with the aim that each fish will hit a catch (13) of the collecting belt (9).
The catcher detector system (15) determines when a catch (13) is in the correct position opposite the slide (10) to catch a fish against this catch. After a period of time corresponding to the time required to bring a driver (13) just past the slide (10); reduced by the time required to slide the fish down the slide onto the catch belt (9) from an opening bulkhead; the bulkhead (4.1) is opened. When the fish is past the shot (4.1), this shot is closed again to stop another fish until a next catch (13) is detected.
At a constant speed of the receiving belt (9); and the cleats (13) being equidistant, the baffle (4.1) is opened at fixed synchronized times so that this baffle allows a constant flow of n fish per second. Since the supply flow rate of the fish is irregular, there are several partitions (4.2) that operate synchronously with the bulkhead (4.1) and allow the fish to pass intermittently. The group of these different synchronization dividers function as a buffer that convert the irregular supply flow into a regular discharge flow.
According to another feature of the present invention, the receiving belt (9) is provided with carriers (13) which are fixedly attached to this belt and are equidistant from each other; these distances form a fixed step (S). When each fish falls on the fast-running catch belt (9), they are accelerated in its translation direction by this belt. The surface of this belt (9) is now provided in such a way that the fish slide on this belt until they lean against the carriers. thus each fish is taken with a fixed step (S)
<Desc / Clms Page number 7>
and thus discharged geometrically equidistant from the receiving belt (9) to the fish treatment unit.
According to a further feature of this invention, an up and down valve (22) is further provided across the width of an elevating belt (16) opposite the discharge end roller (18); the up and down movement being effected, for example, by a pivot axis (23) arranged parallel to the elevator belt (16). The bottom of this valve (22) forms a certain angle with the elevator belt (16) and is pressed against the elevator belt and roller (18) with an adjustable pressure by a weight (26) or spring. Due to the experimental choice of this angle and the pressing force, when 2 or more fish come one above the other under this plate, the upper fish, which are no longer supported by the carriers of limited height (20), are retained; while feeding the bottom fish under the valve (22).
Furthermore, due to their rigidity, they cannot follow the curvature of the upper roll (18), the upper fish come apart and fall back. As a result, in principle, only fish arranged next to each other will slide under the valve (22) and subsequently fall off the feed belt (16), so that the number of fish that can simultaneously move onto the feed belt (1) is limited as much as possible. The buffer system according to the aforementioned characteristics is then able to process this limited irregular supply with good efficiency.
However, the fish that fall back can drag the fish lying underneath it on the inclined elevator belt (16) downwards (avalanche effect), so that the fish feed is unacceptably irregular.
To avoid this, according to a further feature of this invention, one or more check valves (24) are provided; the underside of which either touches the conveyor belt or can be pushed up by the fish; to this end
<Desc / Clms Page number 8>
these valves are provided, for example, with a rotary shaft (25) arranged parallel to the elevator belt; and wherein the angle between the valve (24) and the elevator belt (16) is selected so that the fish are allowed to pass freely under the valve upwards, while the fish falling from a higher point over the top of the valve (24) fall directly back into the feeder (17) without hitting any of the fish shown below the cover.
By applying the various features of this invention or a combination of these, a purely time-dependent fish alignment operation is enabled, the result and efficiency being independent of the physical properties of the different fish. The adjustment of the necessary times of the control can be carried out fully automatically by means of known computer control techniques.
The whole works thus completely human-independent, so that not only a perfect operation but also a much greater processing capacity can be achieved than with the existing systems. This higher throughput also increases the capacity of the subsequent fish handling unit; making the entire installation more economical.
In terms of hygiene, the optimal conditions are achieved because the fish no longer has to be touched.