<Desc/Clms Page number 1>
"Zelfklevende etiketten en inrichting voor de automatische verwijdering van etiketten".
Deze uitvinding heeft betrekking tot een inrichting voor het automatisch verwijderen van zelfklevende etiketten die op een of meer buitenwanden van voorwerpen, vastgekleefd zijn, bestaande uit een transportinrichting die de voorwerpen na elkaar in een doorlopende stroom voorbij een afneem-inrichting voert, terwijl deze afneeminrichting de etiketten losmaakt van de voorwerpen met behulp van een onder druk-en gerichtuitgeblazen fluïdum.
Een belangrijk toepassingsgebied van de uitvinding ligt in het verwijderen van op dozen, kratten of andere verpakkingen gekleefde etiketten, met het doel deze verpakkingen te kunnen voorzien van nieuwe etiketten, en zodoende, klaar te maken voor hergebruik.
Deze uitinvindg heeft tevens betrekking tot een etiket, voorzien van en niet-permanent klevende lijmsoort (een zogenaamd zelfklevend etiket), dat langs de randen of in het midden een of meerdere lijmvrije zones heeft.
Met de inrichting volgens de uitvinding kunnen de etiketten volgens de uitvinding verwijderd worden.
Tot op heden worden etiketten meestal vastgekleefd met permanent-klevende lijmsoorten. Voor de automatische verwijdering van deze etiketten zijn een aantal inrichtingen gekend.
Een eerste gekende inrichting is voorzien voor het automatisch verwijderen van met een permanent-klevende lijmsoort vastgekleefde etiketten van op de zijwanden van fiessenkratten, en bestaat uit een transportband, waarlangs pneumatisch instelbare schrapers zijn opgesteld. De van etiketten voorziene kratten worden een na een voorbij de schrapers gevoerd. Deze schrapers worden telkens tegen de van etiketten voorziene wanden gebracht, zodat ze de
<Desc/Clms Page number 2>
etiketten afschrapen gedurende de voortbeweging van de kratten op de transportband.
Een nadeel van het gebruik van permanent-klevende lijmsoorten, en van deze eerste inrichting bestaat erin dat de kratten, die de inrichting verlaten, nog lijmresten op hun wanden hebben, op de plaatsen waar de etiketten vastgekleefd waren. Daardoor moeten deze kratten nog een bijkomende reinigingsbeurt ondergaan, vooraleer ze klaar zijn om er een nieuw etiket op te kleven. Dit vereist uiteraad bijkomende behandelingstijd, en het verbruik van water en energie.
Een nadeel van deze inrichting is dat de behandelingscapaciteit niet erg hoog ligt. Dit is voornamelijk te wijten aan enerzijds het feit dat de voortbeweging van de kratten, gedurende het afschrapen, niet erg snel kan gebeuren, indien men de verwijdering zo volledig mogelijk wil, en anderzijds, de noodzaak om de kratten nog eens bijkomend te reinigen om lijmresten te verwijderen.
Een ander nadeel van deze inrichting is dat de schrapers, de wanden van de voorbijgevoerde voorwerpen beschadigen.
Een andere gekende inrichting, voorzien voor het automatisch verwijderen van met permanent-klevende lijmsoorten vastgekleefd etiketten, van op f lessenkratten of gelijkaardige verpakkingen bestaat uit een grote wasinrichting, waarin de kratten gebracht worden, en waarin zowel de etiketten als de lijm worden afgewassen.
Een nadeel van deze inrichting ligt in het feit dat er grote hoeveelheden water en energie verbruikt worden, waardoor de kostprijs voor het verwijderen van etiketten erg hoog ligt.
Een ander nadeel van deze wasinrichting bestaat eruit dat door de vermenging van de afgewassen etiketten met lijm en water, een pulp wordt bekomen, waaruit de
<Desc/Clms Page number 3>
recuperatie van de etiketten voor recyclage van het materiaal waaruit ze bestaan, erg omslachtig, erg tijdrovend is, met als gevolg dat de kostprijs de recyclage niet meer economisch aantrekkelijk maakt.
Voor het verwijderen van etiketten die met nietpermanent klevende lijmsoorten vastgekleefd zijn (zelfklevende etiketten) zijn de tot op heden gekende inrichtingen niet echt geschikt. Het afschrapen met behulp van langs een transportband opgestelde schrapers is echter wel mmogelijk.
Het grote nadeel is echter dat de behandelingscapaciteit nog steeds laag ligt aangezien het afschrapen tamelijk langzaam moet gebeuren, om het etiket volledig te verwijderen. Een ander nadeel van deze schrapers, nl. dat de wanden van de voorwerpen kunnen beschadigd worden, blijft ook bestaan.
Het doel van de uitvinding is te voorzien in een inrichting die automatisch zelfklevende etiketten verwijdert van op de buitenwanden van op een transportinrichting na elkaar, voorbijgevoerde voorwerpen, zodat na het door deze inrichting voeren van deze voorwerpen, geen enkele bijkomende behandeling nodig is om bijvoorbeeld lijmresten te verwijderen. Het doel van de uitvinding is meer in het bijzonder om een dergelijke inrichting te voorzien met een grotere behandelingscapaciteit dan bij de bestaande inrichtingen, waarbij het verbruik van energie en/of bijkomende hulpstoffen minimaal is, waarbij de wanden, waarop de etiketten gekleefd waren, niet beschadigd worden, en recuperatie van de etiketten voor de recyclage van hun materiaal geen problemen oplevert.
Een eerste voorwerp van de uitvinding is een inrichting voor het automatisch verwijderen van zelfklevende etiketten van op de buitenwanden van voorwerpen, zoals dozen, bakken, kratten of gelijkaardige
<Desc/Clms Page number 4>
verpakkingen, door middel van een afneeminrichting, in een doorlopend en vol-automatisch proces, terwijl deze voorwerpen de een na de ander, op een transportband of gelijkaardige inrichting voorbij deze afneeminrichting worden gevoerd.
De inrichting, volgens de uitvinding, bestaat enerzijds uit een transportinrichting, zoals bijvoorbeeld een continu draaiende transportband, en anderzijds uit een langs deze transportinrichting opgestelde afneeminrichting, bestaande uit een of meerdere blaas- of spuitmonden voor een fluïdum. Elk van deze blaas- of spuitmonden is via leidingen met een compressor of een pomp verbonden, zodat een gas of gasmengsel (bvb. lucht) respectievelijk een vloeistof (bvb. water) onder druk uit deze blaas- of spuitmonden kan geblazen respectievelijk gespoten worden..
Deze blaas- of spuitmonden staan zodanig in de nabijheid van de transportinrichting opgesteld, dat een van een etiket voorziene wand van een voorbijgevoerd voorwerp er op kleine afstand voorbij passeert, of kunnen in een dergelijke positie geplaatst worden op een al dan niet automatisch instelbaar onderdeel van de inrichting, waarbij deze blaas- of spuitmonden zodanig gericht zijn dat de fluïdumstraal die elke blaas- of spuitmond verlaat, een van een etiket voorziene wand van elk voorbijgevoerd voorwerp bereikt, in de nabijheid van een rand van een etiket, en schuin in de richting van deze rand wordt geblazen of gespoten.
Tegenover elke, van te verwijderen etiketten
EMI4.1
voorziene, wand staan een of meerdere blaas-of spuitmonden opgesteld, terwijl er op een rand van elk te verwijderen etiket een of meerdere blaas- of spuitmonden gericht zijn.
Het aantal naast elkaar staande blaas- of spuitmonden dat op eenzelfde rand van een etiket gericht is, is zodanig dat het fluïdum, gelijkmatig verdeeld over de lengte van die rand, die rand bereikt, en bij voorkeur, over nagenoeg de
<Desc/Clms Page number 5>
volledige lengte van die rand terechtkomt. Het aantal blaas- of spuitmonden is bijgevolg afhankelijk van de lengte van de rand van het etiket waarop ze gericht zijn en van de breedte van de blaas- of spuitopening (hoe breder deze opening, hoe minder blaas- of spuitmonden nodig voor eenzelfde rand van een etiket).
Een ander voorwerp van de uitvinding is een zelfklevend etiket, dat voorzien is om door de hierboven beschreven inrichting, volgens de uitvinding, probleemloos verwijderd te worden. Dit etiket wordt gekenmerkt doordat een lijmvrije zone voorzien is aan een van de randen van het etiket. De spuit- of blaasmonden van de inrichting worden dan naar deze rand toe gericht, zodat het fluidum tegen de wand van het voorwerp komt, in de nabijheid van die rand, en onmiddellijk achter het etiket terechtkomt.
Door de druk van het fluïdum tegen de achterzijde van het etiket wordt de kleefkracht ovrwonnen, en het fluïdum baant zich een weg tussen etiket en wand, waardoor het etiket probleemloos volledig wordt losgemaakt.
De etiketten volgens de uitvinding zijn etiketten met grote kleefkracht. Zonder de niet-belijmde zone zou de verwijdering van deze etiketten moeilijk zijn. Voor etiketten met kleine kleefkracht is deze niet-belijmde zone niet nodig, om het etiket met de inrichting volgens de uitvinding te verwijderen.
Een voordeel van de uitvinding ligt in het feit dat er geen enkel mechanisch kontakt meer is tussen de voorbijgevoerde voorwerpen en de afneeminrichting, waardoor enerzijds het beschadigen ervan onmogelijk is, en waardoor anderzijds de behandelingscapaciteit van de inrichting veel groter is dan bij de bestaande inrichtingen.
Een ander voordeel van de uitvinding bestaat uit de volledige verwijdering van de etiketten, inclusief lijm, zodat geen bijkomende reiniging noodzakelijk is, wat een besparing betekent op het vlak van energie en
<Desc/Clms Page number 6>
behandelingstijd. De kostprijs voor het verwijderen van etiketten met de inrichting volgens de uitvinding, ligt bijgevolg lager dan met de gekende inrichtingen.
Een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding - bestaande uit een inrichting voor het automatisch verwijderen van zelfklevende etiketten van op flessenkratten - wordt in hetgeen volgt gedetailleerd beschreven. Dit betekent niet dat de uitvinding tot deze mogelijke bij wijze van voorbeeld aangeduide uitvoergingsvorm beperkt wordt.
Deze beschrijving wordt geïllustreerd aan de hand van de hierbijgevoegde figuren, waarvan :
Figuur 1 in perspektief een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, vöorstelt.
Figuur 2 een etiket volgens de uitvinding voorstelt, met aanduiding van de belijmde oppervlakte ervan.
De inrichting voor het automatisch verwijderen van etiketten, volgens de uitvinding heeft een voorkeurdragende uitvoeringsvorm voor het verwijderen van zelfklevende etiketten van op flessenkratten (zie figuur 1).
Deze inrichting bestaat uit een transportband (1), die hoofdzakelijk horizontaal opgesteld is op een van poten (2) of andere ondersteunende delen, voorzien onderstel. Langs de volgens de lengterichting gelegen randen van deze transportband (1) zijn opstaande randen (3) en (3') voorzien. Op die manier wordt vermeden dat de door de transportband (1) meegevoerde kratten (4) en (4') zijdelings de transportband (1) kunnen verlaten.
Volgens de lengterichting van de transportband (1) zijn verder aan weerszijden van deze transportband (1), zieh op dezelfde hoogte horizontaal uitstrekkende vlakke delen (5) en (5') voorzien die bestaan uit identieke, rechthoekige platen,
<Desc/Clms Page number 7>
die horizontaal aansluiten tegen de randen (3) en (3').
In de nabijheid van de randen (3), (3'), op de delen (5), (5') van de transportband (1) staan recht tegenover elkaar twee blaasinrichtingen (6) en (6') opgesteld voor de verwijdering van etiketten (16) die respectievelijk op de ene zijdelingse flank van een krat (4), (4') en op de tegenoverliggende zijdelingse flank van een krat (4), (4') gekleefd zijn, waarbij elke krat (4), (4') door de transportband (1) wordt meegevoerd met de van etiketten (16) voorziene flanken evenwijdig aan de randen (3), (3') langs de transportband (1).
Elke blaasinrichting (6), (6') bestaat uit een vertikale staaf (8), (8'), waarop in de hoogte verstelbaar een andere schuin naar boven gerichte staaf (9), (9') is bevestigd. De staven (9), (9') lopen daarbij in elkaars richting, dwars op de lengterichting van de transportband (l).
Verder is langs de onderzijde van elk van de staven (9), (9') een rechthoekige plaat (10), (10') bevestigd. Deze plaat (10), (10') loopt daarbij met de volgens de lengterichting gelegen zijden horizotaal volgens de lengterichting van de transportband (1). De plaat (10), (10') ligt met zijn bovenzijde tegen de staaf (9), (9'), zodat deze plaat (10), (10') gelegen is in het vlak dat door de staaf (9), (9') wordt bepaald.
Beide platen (10) en (10') zijn dus zodanig langs de transportband (1) opgesteld, dat ze elk in een van twee schuine vlakken gelegen zijn, die zich symmetrisch ten opzichte van de symmetrielijn in langsrichting van de transportband (1) uitstrekken, en een snijlijn hebben die zieh vertikaal boven deze symmetrielijn en evenwijdig ermee lopend, uitstrekt.
Op beide platen (10), (10') zijn naast elkaar op een horizontale lijn, vier blaasmonden (11), (11') bevestigd, waarbij deze blaasmonden in loodrecht dwarsende
<Desc/Clms Page number 8>
openingen, door de platen (10), (10') zitten met hun ingangsopening langs de bovenzijde en hun blaasopening langs de onderzijde van de platen (10), (10'). Deze blaasmonden (11), (11') hebben een cylindervormige ingangszijde en verbreden verder naar de blaasopening toe, om een spleetvormige blaasopening te vormen. De blaasmonden (11), (11') zijn zodanig in de opening van de platen (10), (10') bevestigd dat hun spleetvormige blaasopeningen zieh volgens een rechte horizontale lijn uitstrekken. De blaasmonden (11), (11') dwarsen de platen (10), (10') loodrecht, zodat ze met hun blaasopeningen schuin naar beneden gericht opgesteld zijn.
Verder is op de ingangsopening van elk van deze blaasmonden (11), (11') een leiding (12), (12') aangesloten die de blaasmond (11), (11') verbindt met een compressor (niet voorgesteld op de figuren).
De afstand tussen de eerste en de laatste blaasmond (11) en (11') van elke rij blaasmonden (11), (11') is daarbij slechts weinig kleiner dan de breedte van een etiket (16) dat moet verwijderd worden.
De horizontale afstand tussen de blaasmonden (11) op de ene plaat (10) enerzijds en de blaasmonden (11') op de andere plaat (10') anderzijds is weinig groter dan de breedte van een krat (4), (4'), terwijl hun opstelling op een zodanige hoogte is dat de bovenste rand van de etiketten (16) op de beide zijwanden van de voorbijgevoerde kratten (4), (4') op zeer kleine afstand onder de blaasopeningen van de blaasmonden (11), respectievelijk (11'), passeert.
Voor de instelling van de hoogte van de blaasmonden (11), (11') is de staaf (8), (8') ten opzichte van de staaf (7), (7') in de hoogte instelbaar, terwijl zowel de hoogte van de blaasmonden (11), (11') als de horizontale afstand tussen de twee rijen blaasmonden (11) en (11') kan gewijzigd worden door de volgens de lengte van
<Desc/Clms Page number 9>
de staaf (8), (8') instelbare bevestiging van de plaat (10), (10') op deze staaf (8), (8').
Voor de aanvoer van kratten (4), (4') met etiketten (16) wordt een transportband (13) voorzien, die aansluit tegen het ene uiteinde van transportband (1), waarbij transportbanden (1) en (13) in dezelfde richting worden aangedreven.
Voor de afvoer van kratten (4') waarvan de etiketten (16) verwijderd zijn, wordt een transportband (14) voorzien, die aansluit tegen het andere uiteinde van transportband (1), waarbij transportbanden (1) en (14) in dezelfde richting worden aangedreven.
In de opstaande randen (3) en/of (3') is een detectiemiddel opgesteld, zoals bijvoorbeeld een fotocel (15) die de onderbreking van een op deze fotocel (15) gerichte lichtstraal kan detecteren. De fotocel (15) stuurt dan op gekende wijze een signaal naar een elektronisch gedeelte, dat op zijn beurt op gekende wijze en door middel van gekende middelen, die inwerken op de toevoerleidingen naar de blaasmonden (11), (11') of die inwerken op de compressor, voor een instelbare tijd onder druk gebrachte lucht uit de blaasmonden (11), (11') kan laten stromen. De tijd die verloopt tussen de detectie door de fotocel (15) en het begin van het blazen van lucht, kan met gekende elektrisch en/of elektronische middelen, geregeld worden.
Een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een zelfklevend etiket (16) volgens de uitvinding (figuur 2) heeft vertrekkend vanaf de bovenste rand, een rechthoekige zone (16') die niet voorzien is van lijm. Deze zone (161) strekt zieh uit in de breedte over een aanzienlijk gedeelte van de bovenste rand, en over een kleine afstand in de hoogte.
Bij het verwijderen van een dergelijk etiket (16) door middel van een inrichting volgens de uitvinding, komt
<Desc/Clms Page number 10>
de door de blaasmonden (11), (11') uitgeblazen lucht onmiddellijk achter het lijmvrije deel (16') van het etiket (16) terecht.
Doordat deze lucht onder druk tussen het etiket (16) en de wand waarop het etiket (16) gekleefd is, terechtkomt, en deze luchtdruk zodanig geregeld is dat de op het etiket (16) overgebrachte druk de kleefkracht van het etiket (16) kan overwinnen, kan de lucht zich van boven naar onder een weg banen tussen het etiket (16) en de wand, waardoor het etiket (16) uiteindelijk volledig wordt losgemaakt van de wand.
De inrichting volgens de uitvinding, voor het automatisch verwijderen van zelfklevende etiketten, werkt als volgt : Op een transportband (13) worden na elkaar een reeks kratten (4), (4') met op hun beide zijwanden een zelfklevend etiket (16), aangevoerd, met een konstante snelheid. De transportband (13) sluit aan op transportband (1). Transportband (1) wordt aangedreven met een hogere snelheid dan transportband (13), zodat tussen de verschillende kratten (4), (4') een grotere afstand bekomen wordt, als ze zich op transportband (5) bevinden. Deze grotere afstand kan bij transportbanden (1) en (13) met gelijke snelheid bereikt worden door een mechanische inrichting te voorzien, die de kratten (4), (4') kort afremt en zo de afstand tussen de opeenvolgende kratten (4), (41) vergroot.
De transportband (1) voert de kratten (4), (41) mee. Als de voorkant van kratten (4), (41) voor de fotocel (15) komt gebeurt er een detectie. De regelbare vertraging van het elektronisch gedeelte wordt nuafhankelijk van de snelheid van de transportband (1) en van de plaats van het etiket (16) op de zijwanden-zodanig ingesteld dat het blazen uit de blaasmonden (11), (111) begint op het ogenblik dat het etiket (16) zich tegenover deze rij blaasmonden (11) en (11') bevindt.
De druk van de lucht enerzijds en de duur van het blazen anderzijds,
<Desc/Clms Page number 11>
worden nu - afhankelijk van respectievelijk de kleefkracht en de grootte van het etiket (16)-zodanig ingesteld dat het etiket (16) op de hoger beschreven wijze (door het blazen achter de zone (16') ervan) volledig van de wand van de kratten (4), (4') wordt losgemaakt, gedurende het voorbijkomen van de kratten (4), (4') op de transportband (1). (Dus zonder dat de transportband (1) vertraagt of stopt). Het etiket (16) wordt weggeblazen naar beneden. Voor het opvangen van de etiketten (16) kan men onder elke rij blaasmonden (11) en (11') een opvangbak (niet voorgesteld op de figuur) voorzien.
De kratten (4), (4') zonder etiketten (16) worden verder meegevoerd op de transportband (1) en komen op een tegen transportband (1) aansluitende transportband (14) terecht die de kratten (4), (4') afvoert naar een verzamelplaats, of naar de inrichting die deze kratten (4), (4') voorziet van nieuwe etiketten (16).
De inrichting volgens de uitvinding en de etiketten (16) volgens de uitvinding, zorgen ervoor dat het verwijderen van zelfklevende etiketten (16) van op dozen, bakken, kratten of andere verpakkingen of voorwerpenindien het op grote schaal en dus automatisch dient te gebeuren-veel sneller gebeurt, minder enegiekosten met zich meebrengt, geen schade aanbrengt aan de wanden waarop de etiketten gekleefd zijn, en de recyclage van het etikettenmateriaal vergemakkelijkt, in tegenstelling tot de gekende inrichtingen.
Bij het gebruik van de uitvinding voor flessenkratten werd namelijk een behandelingscapaciteit bereikt van 5000 kratten/uur wat veel hoger ligt dan bij de gekende inrichtingen. De gebruikte druk was 5 6 Bar voor een normale kleefkracht en 10 11 Bar voor een grote kleefkracht. De duur van het blazen is 1/10 seconde tot 1 seconde waarbij telkens 0, 5 liter tot 1 liter lucht per etiket (16) werd verbruikt.