<Desc/Clms Page number 1>
Titel : Brander
De uitvinding heeft betrekking op een brander met in rijen opgestelde uitlaatopeningen voor een brandbaar gas-lucht mengsel, waarbij van gloeivlakken voorziene ontstekers zijn aangebracht.
Bij de bekende dergelijke branders zijn in het gebied van enkele weinige uitlaatopeningen gloeivlakontstekers opgesteld, zodat de ontsteking slechts in een zeer klein gebied van de brander plaats vindt, van waaruit de vlammen zieh over het gehele gebied van de brander verbreiden. Dergelijke branders vertonen echter een zeer slecht ontstekingsgedrag, zodat tijdens het verdere verloop een ontploffing van het tijdens het ontstekingsgebeuren in de verwarmingsschacht uitstromende gas-lucht mengsel kan optreden.
Verder zijn in Amerikaans octrooischrift Nr.
3. 810. 734 en Britse gepubliceerde octrooiaanvrage Nr.
2. 164. 432 beschreven elektrische gasontstekingsinrichtingen bekend, die U-vormig zijn ingebed in beschermend materiaal.
Ook deze uitvoering van ontstekingsinrichtingen is slechts bedoeld voor opstelling over zeer weinig uitlaatopeningen.
Bovendien moet eerst het inbeddingsmateriaal tot opgloeien worden verhit, zodat een verdere vertraging van de ontsteking daarvan het gevolg is. Doel van de uitvinding is deze nadelen te vermijden en een brander van de in de inleiding
<Desc/Clms Page number 2>
vermelde soort voor te stellen, waarbij een snelle en betrouwbare ontsteking wordt gegarandeerd, waarbij gelijktijdig een vermindering van de emissie van schadelijke stoffen dient te worden nagestreefd.
Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat in het gebied van de rijen uitlaatopeningen vlamkoelstaven zijn opgesteld, waarin de ontstekers zijn opgenomen en zich in hoofdzaak over de gehele lengte van de vlamkoelstaven uitstrekken.
Op deze manier wordt gegarandeerd, dat het gehele uit de uitlaatopeningen uitstromende brandbare mengsel langs gloeivlakken stroomt en wordt ontstoken. Er treedt daarbij een rechtstreeks ontsteken van het gehele uitstromende mengsel op en niet meer-zoals bij de bekende branders - eerst dan een uitbreiding van de vlammen over het gehele brandervlak, nadat in een zeer klein gebied daarvan de ontsteking heeft plaats gevonden.
Gelijktijdig wordt door de vlamkoelstaven, die bij voorkeur aan beide zijden van de rijden uitlaatopeningen zijn opgesteld en de randbreedte van de vlammen koelen, een vergaande vermindering van de NOx-vorming bereikt.
Volgens een verder kenmerk van de uitvinding kan er voor worden gezorgd, dat om de vlamkoelstaaf een weerstanddraad, bij voorkeur is schroefdraadvormig verlopende groeven, is gewikkeld, die met een spanningsbron kan worden verbonden.
Op deze manier wordt een zeer eenvoudig te vervaardigen opbouw van de vlamkoelstaven verkregen, waarbij ook een later aanbrengen van de vlamkoelstaven bij reeds bestaande branders mogelijk is.
Volgens een verder kenmerk van de uitvinding kan er voor worden gezorgd, dat de vlamkoelstaaf bestaat uit een elektrisch isolerend materiaal, zoals bijvoorbeeld keramisch materiaal, en voorzien is van met in axiale richting met de voorkanten met elkaar verbonden groeven, waarin een weerstandmateriaal is aangebracht, dat tijdens het ontsteken kan worden verbonden met een spanningsbron.
Bij deze uitvoeringsvorm wordt het voordeel van
<Desc/Clms Page number 3>
doorlopende gloeivlakken verkregen, die doelmatig het uitstroomgebied van het brandbare gasmengsel begrenzen, waardoor een zeer snelle ontsteking van het mengsel optreedt.
De uitvinding wordt aan de hand van de tekening nader toegelicht. Daarbij toont :
Fig. 1 schematisch een brander volgens de uitvin- ding,
Fig. 2 en Fig. 3 zijaanzicht en dwarsdoorsnede door een eerste uitvoeringsvorm van vlamkoel- staven,
Fig. 4 en Fig. 5 langs- en dwarsdoorsnede door een andere uitvoeringsvorm van een vlamkoelstaaf.
Bij de in Fig. 1 weergegeven brander zijn branderstaven 1 opgesteld, die zijn voorzien van een rij uitlaatopeningen 2. Zijdelings zijn naast de rijen uitlaatopeningen 2 boven brandstaven 1 vlamkoelstaven 3 opgesteld, waarin van gloeivlakken voorziene ontstekers zijn opgenomen.
Fig. 2 en Fig. 3 tonen een eerste uitvoeringsvorm van vlamkoelstaven 3. Bij deze uitvoeringsvorm is de vlamkoelstaaf 3 voorzien van een schroefdraadvormig verlopende groef 6, waarin een weerstanddraad 4 is gelegd en om vlamkoelstaaf 3 is gewikkeld. Daarbij verloopt weerstanddraad 4 in hoofdzaak over de gehele lengte van vlamkoelstaaf 3. De uitlopende leidingen 11 van weerstanddraad 4 kunnen tijdens het ontsteken van het uit uitloopopeningen 2 van branderstaven 1 naar bui ten komende brandbare gasmengsel worden verbonden met een niet weergegeven spanningsbron, zodat tot een opgloeien van weerstanddraad 4 optreedt, aan welke mantelvlakken het uitstromende gasmengsel tot ontsteking komt.
Bij de vlamkoelstaaf 3 volgens Fig. 4 en Fig. 5 zijn aan twee tegenover elkaar gelegen zijden van de vlamkoelstaaf opgestelde, over de gehele lengte van vlamkoelstaaf 3 verlopende groeven 8 aangebracht, waarin een weerstandmateriaal 7 is opgesteld. Daarbij zijn de in de beide groeven 8 aangebrachte strengen weerstandmateriaal 7
<Desc/Clms Page number 4>
via een eveneens uit een weerstandmateriaal bestaande brug met elkaar verbonden, die in een in hoofdzaak diametraal
EMI4.1
verlopende gleuf 8'in de voorkant van vlamkoelstaaf 3 is aangebracht.