<Desc/Clms Page number 1>
Verlichtingsinrichting.
EMI1.1
----------------------- De uitvinding heeft betrekking op een verlichtingsinrichting die tenminste een armatuur bevat die op haar beurt een voetstuk bevat, tenminste een daarop, rond twee dwars op elkaar gerichte assen over een hoek wentelbare lamphouder, middelen om de lamphouder over een hoek rond elk van deze assen te wentelen, een stroomtoevoerleiding voor het toevoeren van stroom aan de lamphouder, middelen om de intensiteit van de stroom toegevoerd door de stroomtoevoerleiding aan de lamphouder te regelen, een mikroprocessor die de middelen om de lamphouder te wentelen en de middelen om de stroomintensiteit te regelen, bestuurt en een signaalontvanger die aan de mikroprocessor gekoppeld is,
welke verlichtingsinrichting verder een kommando-eenheid bevat voorzien van een signaalzender die kan samenwerken met de voornoemde signaalontvanger en signalen via deze signaalontvanger kan. geven aan de mikroprocesssor.
<Desc/Clms Page number 2>
Dergelijke verlichtingsinrichtingen bieden het grote voordeel dat hun armatuur van op afstand kan bediend worden en daarenboven volgens een programma kan werken dat in de mikroprocessor opgeslagen is. De kommando-eenheid kan niet alleen een vooropgenomen programma of een gedeelte daarvan doen starten of stoppen maar kan meestal ook het programma zelf wijzigen.
Bij bekende verlichtingsinrichtingen van deze soort is de verhouding kommando-eenheid/mikroprocessor een meester-slaaf verhouding. De mikroprocessor kan alleen bevelen uitvoeren, waardoor de mogelijkheden van deze bekende verlichtingsinrichtingen beperkt zijn.
De uitvinding heeft tot doel dit nadeel te verhelpen en een verlichtingsinrichting van het hiervoor bedoelde type te verschaffen waarbij de gebruiksmogelijkheden in aanzienlijke mate groter zijn dan bij de bekende verlichtingsinrichtingen.
Tot dit doel bevat de armatuur tevens een signaalzender die op de mikroprocessor aangesloten is zo dat de mikroprocessor kan kommuniceren met tenminste een eenheid die een signaalontvanger bevat.
<Desc/Clms Page number 3>
De mikroprocessor kan niet alleen als slaaf maar ook als meester fungeren en dus zelf informatie naar de signaalontvanger sturen.
Doelmatig bevat de eenheid waarmee de mikroprocessor van de armatuur kan kommuniceren zowel een signaalzender als een signaalontvanger zodat de kommunikatie tussen de mikroprocessor en de eenheid in beide richtingen kan geschieden.
De bedoelde eenheid waarmee de mikroprocessor kan kommuniceren kan een kommando-eenheid zijn met een signaalzender en een signaalontvanger. De verlichtingsinrichting kan ook tenminste twee armaturen bevatten met een signaalontvanger en een signaalzender waarbij de ene armatuur ten opzichte van de andere de bedoelde eenheid vormt.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de verlichtingsinrichting tenminste een signaalgeleiding in een wand die tussen de armatuur met een signaalzender en een signaalontvanger en de eenheid waarmee de mikroprocessor van de armatuur kan kommuniceren, gelegen is.
<Desc/Clms Page number 4>
Bij deze uitvoeringsvorm kunnen de armatuur en de eenheid in verschillende lokalen opgesteld zijn. Indien de eenheid ook gevormd is door een armatuur met een signaalzender en een signaalontvanger, dan kunnen de armaturen in verschillende lokalen met elkaar kommuniceren. Inzoverre de eenheid een komputer is dan kan ook deze komputer in een andere lokaal opgesteld zijn dan de armatuur. In een kombinatie van beide mogelijkheden is kommunikatie mogelijk zowel tussen de komputer en de armaturen als tussen de armaturen onderling.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de armatuur een detektor die aan de mikroprocessor gekoppeld is.
Deze detektor kan een rook- of branddetektor zijn of een detektor voor het detekteren van bewegingen en/of lichaamswarmte. In het laatste geval kan de detektor begrepen zijn in het geheel gevormd door de signaalzender, de signaalontvanger en de mikroprocessor.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een verlichtingsinrichting volgens
<Desc/Clms Page number 5>
de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin :
Figuur 1 een blokschema weergeeft van een verlichtingsinrichting volgens de uitvinding ; figuur 2 een zijaanzicht weergeeft van de armatuur uit de verlichtingsinrichting volgens figuur 1 ; figuur 3 op schematische wijze een doorsnede weergeeft van een gedeelte van een bouwwerk waarin een variante van de verlichtingsinrichting volgens de uitvinding gemonteerd is. figuur 4 een schematisch zijaanzicht weergeeft analoog aan dit uit figuur 2 van een armatuur volgens de uitvinding maar met betrekking op een variante waarbij de armatuur op een rail gemonteerd is.
In figuur 1 is het blokschema van een verlichtingsinrichting weergegeven die in hoofdzaak bestaat uit een armatuur 1, een draagbare manueel bedienbare kommando-eenheid 2, voorzien van een infraroodzender 3, en een komputer 4 voorzien van een infraroodzender 5 en een infraroodontvanger 6.
<Desc/Clms Page number 6>
De armatuur 1, waarvan figuur 2 een zijaanzicht weergeeft, bevat een voet 7 waarin een elektrische gelijkstroommotor 8 opgesteld is. De motor 8 drijft, wanneer hij stroom ontvangt, een as 9 die in de voet 7 gelegen is, maar buiten de voet 7 uitsteekt. Wanneer de voet 7 aan een plafond 10 bevestigd is, zoals voorgesteld in figuur 2, is de as 9 vertikaal gericht en steekt ze onderaan de voet 7 uit. In deze as 9 is een tweede elektrische gelijkstroommotor 11 opgesteld.
Deze motor drijft wanneer hij stroom ontvangt, een as 12 die met haar einden in de as 9 gelegerd is maar met haar langsrichting dwars gericht is op de langsrichting van de as 9. Op de as 12 is de eigenlijke lamphouder 13 met een ingebouwde lampfitting bevestigd. De motor 11 kan deze lamphouder 13 over 90 graden wentelen tussen de standen die in figuur 2 in volle lijn respektievelijke streeplijn zijn voorgesteld. In de lamphouder 13 dient een niet in de figuren voorgestelde lamp gemonteerd te worden.
De voeding van de lamphouder 13 geschiedt via een stroomtoevoerleiding 14 waarin, in de voet 7, een stroomintensiteitsregelaar 15 is geschakeld. Deze regelaar 15 kan de stroom op nul, op maximum of op tussenwaarden regelen.
<Desc/Clms Page number 7>
Zoals blijkt uit het blokschema weergegeven in figuur 1, worden de motoren 8 en 11 en de stroomintensiteitsregelaar 15 bestuurd door een mikroprocessor 16. Deze mikroprocessor 16 bestaat uit een enkele chip met een daarop aangesloten cmos RAM geheugen. Deze mikroprocessor 16 wordt gevoed met een gelijkspanning van 12 volt onder tussenkomst van een voedingseenheid 17 die via de lijn 18 op het stroomnet is aangesloten. De hogergenoemde stroomtoevoerleiding 14 is eveneens op de voedingseenheid 17 aangesloten. De motoren 8 en 11 worden eveneens over deze stroomtoeverleiding 14 onder tussenkomst van de schakeleenheden 19 respektievelijk 20 van stroom voorzien.
De mikroprocessor 16 bestuurt de motoren 8 en 11 onder tussenkomst van deze schakeleenheden 19 en 20 waarmee de mikroprocessor over leidingen 21 verbonden is. Via deze leidingen 21 ontvangt de mikroprocessor 16 ook informatie over de stand van de as 9 ten opzichte van de voet 7 en van de as 12 ten opzichte van de as 9. Hiertoe is naast de motor 8 respektievelijk 11 een positiedetektor 22 respektievelijk 23 opgesteld die via een leiding 24 signalen naar de schakeleenheden 19 respektievelijk 20 stuurt en zo over een leiding 21 naar de mikroprocessor 16. De mikroprocessor 16 is ook over
<Desc/Clms Page number 8>
een leiding 21 verbonden met de stroomintensiteits-regelaar 15.
De mikroprocessor 16, de voedingseenheid 17, de schakeleenheden 19 en 20 en de positiedetektoren 22 en 23 zijn alle in de voet 7 gemonteerd.
De mikroprocessor 16 is van op afstand bestuurbaar en programmeerbaar en is hiertoe over de leiding 25 aangesloten op een in de voet 7 gemonteerde infraroodontvanger 26. Deze infraroodontvanger 26 ontvangt infraroodsignalen van de hogergenoemde infraroodzenders 3 en 5.
De mikroprocessor 16 kan evenwel niet alleen bevelen ontvangen en uitvoeren maar tevens zelf bevelen geven of althans informatie uitzenden. Hiertoe sluit hij aan over de leiding 27 op een infraroodzender 28 die eveneens in de voet 7 gemonteerd is. Deze zender 28 kan infraroodsignalen zenden naar de hogergenoemde infraroodontvanger 6.
De inrichting bevat ook nog twee detektoren waarmee de mikroprocessor 16 kan kommuniceren. Een rook- of branddetektor 29 zendt bij voorbeeld bij rook of brand detektie een signaal over een leiding, maar bij voorkeur
<Desc/Clms Page number 9>
draadloos als infraroodsignaal over de infraroodontvanger 26, naar de mikroprocessor 16 en via deze mikroprocessor 16 en de infraroodzender 28 eventueel naar de komputer 4 die vervolgens alarm kan geven, of een bepaald telefoonnummer kan oproepen. De tweede detektor 30 dient voor het detekteren van bewegingen en/of lichaamswarmte, of m. a. w. de aanwezigheid van een persoon. Deze tweede detektor 30 kommuniceert op analoge manier als de detektor 29 met de mikroprocessor 16 die op zijn beurt kan kommuniceren met de komputer 4 of eventueel een alarminrichting.
De kommando-eenheid 2 bezit een batterijvoeding en is uitgevoerd in de vorm van een klein draagbaar bakje voorzien van de nodige toetsen voor het geven van kommando's via zijn infraroodzender 3. Deze kommando-eenheid 2 kan via de infraroodontvanger 26 en de mikroprocessor 16 het in- en uitschakelen of het veranderen van lichtintensiteit bevelen van de lamp in de lamphouder 13, het starten of stoppen bevelen van het programma of een gedeelte van het programma opgeslagen in de mikroprocessor, dit programma wijzigen of andere bevelen geven bijvoorbeeld om de lamphouder 13 te wentelen rond een van de meetkundige assen van de assen 9 en 12.
<Desc/Clms Page number 10>
De komputer 4 is daarentegen meestal vast opgesteld en via een transformator 36 aangesloten op het'stroomnet.
Benevens de nodige drukknoppen voor het geven van dezelfde kommando's als de hiervoor genoemde kommando-eenheid 2 is hij ook nog voorzien van een afleesscherm 31. Uiteraard bezit de komputer 4 inwendig een verwerkingseenheid met een geheugen zodat hij ook binnenkomende signalen die hij ontvangt via zijn infraroodontvanger 6 en die dus afkomstig kunnen zijn van de mikroprocessor 16, van de kommando-eenheid 2 of nog van een andere komputer of een mikroprocessor 32 die met de komputer gekoppeld is, kan verwerken. In elk geval is een kommunikatie in twee richtingen mogelijk tussen de komputer 4 en de mikroprocessor 16. Door deze kommunikatie in twee richtingen zijn de gebruiksmogelijkheden zeer uitgebreid.
Zo kan bijvoorbeeld het in- en uitschakelen van de lampen bevolen worden in funktie van de aanwezigheid van een persoon, welke aanwezigheid op de hiervoor beschreven manier door detektor 20 gedetekteerd wordt. De komputer 4 kan bijvoorbeeld niet alleen het inschakelen van de verlichting bevelen wanneer de aanwezigheid van een persoon gedetekteerd wordt maar kan ook deze aanwezigheid aanduiden op zijn afleesscherm 31 en zelfs, bijvoorbeeld tijdens bepaalde uren van de dag, een alarmsignaal geven of een bepaald telefoonnummer
<Desc/Clms Page number 11>
automatisch oproepen, wanneer een dergelijke aanwezigheid gedetekteerd wordt.
De hiervoor beschreven armatuur 1 bezit een lamphouder 13.
Het is evenwel duidelijk dat eenzelfde armatuur 1 meerdere lamphouders kan bezitten die, hetzij elk afzonderlijk kunnen gewenteld worden rond twee loodrecht op elkaar gerichte assen door middel van eigen motoren 8 en 11, hetzij gezamenlijk kunnen gewenteld worden bijvoorbeeld door eenzelfde motor 8 en eenzelfde motor 11.
In figuur 1 zijn twee bijkomende lamphouders 13 die elk gevoed zijn over een eigen stroomintensiteitsregelaar 15 maar die worden gewenteld door een gemeenschappelijke motor 8 en een gemeenschappelijke motor 11 in puntstreeplijn voorgesteld.
Terwijl er normaal slechts een komputer 4 aanwezig is, kunnen verschillende kommando-eenheden 2 voorzien zijn, waarbij dus verschillende personen elk een. dergelijke kommando-eenheid 2 bezitten en dus de armatuur 1 kunnen besturen.
<Desc/Clms Page number 12>
Niet alleen kan de armatuur 1 meerdere lamphouders 13 bezitten en kan de verlichtingsinrichting meerdere kommando-eenheden 2 bezitten, maar deze verlichtingsinrichting kan ook meerdere armaturen 1 bezitten, bijvoorbeeld in verschillende kamers een armatuur.
In dit laatste geval bezit de verlichtingsinrichting meestal ook meerdere kommando-eenheden 2 waarbij de infraroodzender 3 een kode mee uitzendt die door de mikroprocessor 16 kan ge dentificeerd worden zodat een of meer kommando-eenheden 2 slechts een bepaalde armatuur 1 kunnen besturen terwijl voor het besturen van andere armaturen 1 andere kommando-eenheden 2 moeten gebruikt worden. Meestal is de komputer 4 gemeenschappelijk voor al de armaturen 1 van de inrichting. Daarbij kunnen de armaturen 1, doordat ze elk van een infraroodzender 28 en een infraroodontvanger 26 voorzien zijn, ook onderling met elkaar kommuniceren, of kunnen signalen uitgezonden door een armatuur 1 via andere armaturen 1 naar de komputer 4 gezonden worden.
In deze laatste gevallen moeten de infraroodstralen van de infraroodzenders 28 en de infraroodontvangers 26 van de verschillende armaturen 1 elkaar kunnen bereiken terwijl ook van tenminste n armatuur 1 de infraroodstralen de komputer 4 moeten kunnen bereiken.
<Desc/Clms Page number 13>
In zoverre nodig moeten in wanden die dit zouden kunnen beletten ofwel doorlaatopeningen aangebracht zijn ofwel middelen 33 om de stralen door de wand te geleiden, voorzien zijn. Deze middelen 33 kunnen gevormd zijn door licht-geleidende kunststofstaafjes, glasvezels, spiegels of door een zender/ontvangereenheid.
In de figuur 3 is een toepassingsmogelijkheid van de verlichtingsinrichting weergegeven. Deze figuur 3 geeft een schematische doorsnede weer van een gebouw 34 bestaande uit drie kamers 35. In elke kamer is tegen het plafond een armatuur 1 gemonteerd. De komputer 4 is op de vloer van een van de kamers 35 opgesteld. In de scheidingswanden tussen de kamers 35 zijn bovenaan middelen 33 voorzien terwijl in de kamer 35 waarin de komputer 4 opgesteld is, boven deze komputer ook een dergelijke middel 33 voorzien is, bijvoorbeeld een schuin opgestelde spiegel om de infraroodstralen van de armatuur 1 in de kamer naar de komputer 4 af te leiden of omgekeerd.
In figuur 4 is schematisch een variante weergegeven van de verlichtingsinrichting volgens de uitvinding. De armatuur 1 uit de figuren 1 en 2 is in deze variante verplaatsbaar op een rail 37 vastgemaakt terwijl in de voet 7, die met een gedeelte in de rail 37 steekt, een
<Desc/Clms Page number 14>
bijkomende, in twee richtingen drijfbare elektrische motor 38 gemonteerd is voor het heen en weer verplaatsen van de armatuur l over de rail 37.
De rail is op een bekende manier gevormd door een gootvormige profiellijst waarin de nodige elektrische kontaktgeleiders gemonteerd zijn waarmee op de voet 7 gemonteerde kontakten, die in dit geval sleepkontakten zijn, samenwerken. De rail is onderaan aan de binnenkant van uitstekende banen 41 voorzien waarover twee paar op de voet gemonteerde wielen 39 lopen waarvan een paar door de motor 38 gedreven is.
De motor 38 wordt op analoge manier als de voornoemde motoren 8 en 11 door de mikroprocessors 16, die in de voet 17 ingebouwd is, bestuurd. Een positiedetektor 40 geeft ook in dit geval aan de mikroprocessor 16 informatie over de stand van de voet 7 ten opzichte van de rail 37.
In plaats van kontakt geleiders in de rail en sleepkontakten op de voet 7 kan de stroomtoevoer aan de voedingseenheid 17 door een oprolbare geleider die met een aftakpunt van het stroomnet verbonden is.
<Desc/Clms Page number 15>
De hiervoor beschreven verlichtingsinrichting is zeer gemakkelijk te bedienen, en zeer gemakkelijk te programmeren. De mogelijkheden van besturing zijn enorm. De klassieke schakelaars die normaal bij de toegang tot de kamers op de muren geworden gemonteerd, zijn overbodig. De elektrische bedrading is veel eenvoudiger. Enkel n stroomaftakkingspunt ter plaatse van elke armatuur is nodig.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke verlichtingsinrichtingen kunnen in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
In het bijzonder moet de voeding voor de lamp in de lamphouder niet noodzakelijk 24 Volt gelijkstroom zijn.
Deze voeding kan ook wisselstroom zijn van b. v. 220 Volt.