BE1003979A4

BE1003979A4 - Werkwijze om cartridge van laserprinter en fotocopieurmachine te hercycleren en omhulsel voor zulk een werkwijze.

Info

Publication number: BE1003979A4
Application number: BE8900563A
Authority: BE
Original assignee: Kesel Jan De
Priority date: 1989-05-25
Filing date: 1989-05-25
Publication date: 1992-07-28

Abstract

Werkwijze om cartridge en/of toner-unit van laserprinter of fotocopieurmachine te hercycleren, welke cartridge voor zijn gebruik bestaat uit : (a) een bak (2) on inkt in te houden, (b) een inktrol (3), (c) een houder (4) tussen de bak (2) en de inktrol (3), en (d) een strip (5) die het afdichten van de bank (2) toelaat en waarvan een uiteinde (6) zich buiten een tussen de bank (2) en de inktrol (3) gelegen scheur (7) uitstrekt zodat de strip (5) door het uitoefenen van een kracht (F) op bovengenoemd uiteinde (6) afgetrokken kan worden om de bank (2) met de inktrol (3) in verbinding te zetten, met het kenmerk, dat men in de bank (2) een omhulsel (9) steekt dat geopend kan worden door het aftrekken van een strip (5) en dat voorzien is van een middel om omhulsel (9) in de bak (2) te handhaven gedurende het aftrekken van de strip (5) en dat men een uiteinde (6) van de strip (5) in de scheur (7) steekt zodat bovengenoemd uiteinde (6) zich buiten de scheur (7) uitstrekt.

Description

WERKWIJZE OM CARTRIDGE VAN LASERPRINTER ENFOTOCOPIEURMACHINE TE HERCYCLEREN EN OMHULSEL VOOR ZULK

EEN WERKWIJZE

De huidige uitvinding betreft een werkwijze om cartridge (toner cassette) of toner unit ervan van laserprinter of fotocopieurmachine te hercycleren. Zulk een cartridge bestaat, vóór zijn gebruik, uit (a) een bak om inkt in te houden, (b) een inktrol, (c) een houder tussen de bak en de inktrol en (d) een strip die het afdichten van de bak toelaat en waarvan een uiteinde zich buiten een tussen de bak en de inktrol gelegen scheur uitstrekt zodat de strip door het uitoefenen van een kracht op bovengenoemd uiteinde afgetrokken kan worden om de bak met de inktrol in verbinding te zetten.

Zo een cartridge (toner cassette) bestaat op de markt en is, bij voorbeeld, een CX of SX cartridge fabriceerd door CANON. De inktrol is gewoonlijk een magnetische inktrol.

Als een cartridge versleten is of als er geen inkt in de bak is, is het mogelijk een nieuwe cartridge van Canon te kopen. Zulk een Cartridge heeft een 100 % dichte afsluiting van de inktbak zodat de inkt of toner in de bak blijft gedurende zijn vervoer. Die perfecte dichting kan worden bekomen door het gebruik van een rechthoekige las op een plastieke folie. Deze las kleeft de folie op de randen van de inktbak.

Om die cartridge te gebruiken moet men de folie aftrekken zodat de inkt op de inktrol kan overspringen.

Als een geen inkt meer in de bak is probeert men de cartridge te hercycleren, d.w.z. onder andere de bak met inkt te vullen.

Het vullen van de bak is geen probleem voor een vakman maar het bekomen van een 100 % dichte afsluiting voor de bak is het grootste bezwaar om

De meest gebruikte dichting om bij gereviseerde (herbruikbare) cartridges de toner tegen te houden is een kunststofstrook die tussen het tonergedeelte of bak en het inktrolgedeelte geschoven wordt. De bekomen dichting is niet 100 % dicht. Dit heeft als nadeel dat er inkt in het inktrolgedeelte en in de rest van de cartridge komt. Het risico voor toner of inktverlies is dus zeer groot. Om dit verlies te vermijden, moeten de cartridges horizontaal blijven staan gedurende hun transport.

De problemen voor een vakman om een 100 % dichting te krijgen is dat het uitermate moeilijk is om het inkt- of tonergedeelte te demonteren van het inktrolgedeelte en dat er geen rand voorhanden is om terug een kleefstrook te bevestigen en vast te lijmen of te lassen.

Een oplossing volgens de uitvinding is een komplete toner-unit met toner en afdichting in de oorspronkelijke toner-unit te plaatsen zonder de originele unit te moeten aanpassen of met een minimale aanpassing (deze aanpassingen kunnen steeds de voordelen van een afdichting teniet doen als ze terug lekken zouden veroorzaken). Het is niet aan te raden eventuele aanpassingen aan deze units terug dicht te maken met kleefband buiten op de unit omdat deze dan in de printer tijdens de normale werking kan loskomen door de warmte in de printer.

De werkwijze volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat men in de bak een omhulsel steekt dat geopend kan worden door het aftrekken van een strip en dat voorzien is van een middel om het omhulsel in de bak te handhaven gedurende het aftrekken van de strip en doordat men een uiteinde van de strip in de scheur steekt zodat bovengenoemd uiteinde zich buiten de scheur uitstrekt.

Volgens een kenmerk, is het omhulsel voorzien of wordt voorzien van een opening 10 die door een strip afgedicht is .

Volgens een ander kenmerk van de werkwijze volgens de uitvinding steekt men het omhulsel door een gat dat op een zijkant van de bak gelegen is of door het verbindingsstuk.

In een uitvoeringsvorm gebruikt men een omhulsel uit hard materiaal, waarvan de vorm min of meer gelijk is aan de vorm van de bak om het omhulsel in de bak te handhaven gedurende het aftrekken van de strip.

In een andere uitvoeringsvorm gebruikt men een omhulsel uit een flexibel of hard materiaal waarvoor het middel uit ten minste een aan het omhulsel verbonden strook bestaat die aan de bak en/of de houder gebonden is.

Volgens een kenmerk van die uitvoeringsvorm, strekt de strook zich in een ten opzichte van de richting voor het uitoefenen van de kracht op de strip tegenoverliggende richting. Die strook wordt, bij voorkeur, in een tussen de bak en de inktrol gelegen gleuf ingestoken.

De uitvinding betreft ook een omhulsel voor de werkwijze volgens de uitvinding. Het omhulsel is voorzien van een opening die door een strip afgedicht is, waarvan een deel zich buiten het omhulsel uitstrekt, en van een middel om het omhulsel in de bak te handhaven gedurende het aftrekken van de strip.

Andere kenmerken van de uitvinding zullen van de volgende beschrijving voortvloeien waarin naar de bijgevoegde tekeningen verwezen is.

In deze tekeningen tonen :
figuur 1 in perspectief een toner-unit, en figuren 2 en 3, in doorsnede, twee uitvoeringsvormen volgens de uitvinding.

De toner-unit 1 van een cartridge voor laserprinters of fotocopieurmachines bestaat uit een bak 2 om inkt of toner in te houden, een inktrol 3, een houder 4 voor de inktrol (tussen de bak 2 en de inktrol

3) en een strip 5 die het afdichten van de bak 2 toelaat en waarvan een uiteinde 6 zich buiten een tussen de bak 2 en de inktrol 3 gelegen scheur of gleuf 7 uitstrekt. De scheur of gleuf 7 is, bij voorkeur, in een tussen de houder 4 en de bak 2 gelegen las 8 uitgevoerd.

Als men op het uiteinde 6 van de strip 5 een kracht F uitoefent, wordt de strip 5 afgetrokken.

Figuur 2 toont een eerste uitvoeringsvorm volgens de uitvinding aan.

In die uitvoeringsvorm gebruikt men een omhulsel 9. uit een flexibel materiaal zoals een plastiek zak of buis zodat men die zak of buis door de houder 4 in de bak 2 kan steken.

Het omhulsel 9 is voorzien van een opening 10 die door een strip 5 afgedicht is en van een middel (bij voorbeeld kleefband) om het omhulsel 9 in de bak 2 te handhaven gedurende het aftrekken van de strip 5 en gedurende het vervoer. Het middel is een aan de zak 9 gebonden strook 12 die zich in een ten opzichte van de richting voor het uitoefenen van de kracht F op de strip 5 om die af te trekken tegenoverliggende richting G uitstrekt. Deze strook 12 is, bij voorbeeld, op een deel 13 van de bak 2, zodat een uiteinde 14 van de zak 9 met de bak 2 vastgebonden is. Het zou ook mogelijk zijn deze strook op de houder 4 te kleven.

Een werkwijze om cartridge te hercycleren is hierna beschreven :

Men neemt een buis 9 die voorzien is van een opening 10 afgedicht door een strip 5.

Na het afdichten van een uiteinde 14 van de buis, vult men die met inkt of toner en maakt men de tweede kant van de buis 9 dicht. Hierdoor is buiten de cartridge controle mogelijk van de 100 % dichting.

Men plaatst de buis 9 in de bak 2 door de houder 4.

Men steekt de strook 12 van de buis 9 in een gleuf 16 die tussen de bak 2 en de houder 4 gelegen is en men kleeft die strook door middel van lijm op een kant of een deel 13 van de bak 2.

Dan steekt men ten eerste een tweede strook
17 die vastgebonden is aan de buis 9, ten tweede een uiteinde 6 van de strip 9 en ten derde eventueel de plaat 15 in de scheur of gleuf 7. Het is niet noodzakelijk om strook 17 te voorzien, het kan ook volstaan om aan deze zijde de plastiek buis vast te lijmen aan de bak 2.

De strip 5 wordt voldoende lang gemaakt om nadien uit de cartridge te steken om de gebruiker gemakkelijk toe te laten deze strip 5 te verwijderen.

Het gebruik van een harde plastieke plaat 15 kan als extra beveiliging beschouwd worden, deze wordt

getrokken. Het voordeel ervan is dat, indien de cartridge volledig omgekeerd zou worden vervoerd, deze harde plaat 15 ervoor zal zorgen dat de met inkt of toner gevulde buis 9 zeker niet naar beneden glijdt.

Ook zal dan zeker vermeden worden dat de buisfolie zou scheuren door het gewicht van inkt.

Figuur 3 toont een uitvoeringsvorm waarin men ) een omhulsel 9, bij voorkeur uit hard materiaal gebruikt. Het omhulsel heeft een vorm die min of meer gelijk is aan de vorm van de bak 2. Het omhulsel 9 kan zo in de bak 2 gehandhaaft worden gedurende het aftrekken van de strip 5. Als men een flexibel materiaal gebruikt voor het omhulsel, kan men dit vormen door het insteken van een plastiekzak (bij voorbeeld polyethyleen) en het blazen erin van warme lucht, zodat deze de vorm aanneemt van de inktbak 2. Daarna vult men het omhulsel met inkt. In dit geval steekt men bij voorkeur een kaart tussen de houder en de inktbak zodat het omhulsel de rol niet aanraakt en de afsluiting hierdoor een vlakke bovenkant bekomt. In deze vlakke bovenkant wordt dan bij voorbeeld een gat gemaakt dat door een strip 5 afgesloten wordt.

Men steekt het omhulsel 9 in de bak 2 door een gat 18 dat op een zijkant 19 van de bak ligt.

In figuur 3 getoonde uitvoeringsvorm heeft men de centridge aangepast. Om het omhulsel 9 binnen de bak 2 te plaatsen vergroot men, bij voorkeur, de opening

18. In dit geval blijft de cartridge of toner-unit niet in de originele toestand.

Om dit gat of opening 18 terug te dichten kan, bij voorbeeld, een speciaal hiervoor gegoten stop
21 in de vorm van een vijfhoek voor een EPS cartridge volledige zijkant 19 weggenomen wordt.

Een werkwijze voor deze uitvoeringsvorm is de volgende :

men vult het omhulsel 9 uit hard materiaal met

inkt ;
- men opent het gat 18 door het verwijderen van de stop 21 ;

men schuift in de bak 2 het omhulsel 9 ;

men steekt een uiteinde 6 van de strip 5 door de scheur 7 ;

men dicht daarna het gat 18 terug af.

Een voordeel van bovengenoemde werkwijze is het feit dat buiten de cartridge kan gekontroleerd worden of het omhulsel wel 100 % dicht is vooraleer deze in de cartridge geschoven wordt.

Claims

CONCLUSIES

1. Werkwijze om cartridge en/of toner unit ervan

van laserprinter of fotocopieurmachine te hercycleren welke cartridge, vóór zijn gebruik, bestaat uit

(a) een bak (2) om inkt in te houden, (b) een inktrol (3), (c) een houder (4) tussen de bak (2) en de inktrol (3), en (d) een strip (5) die het afdichten van de bak (2) toelaat en waarvan een uiteinde (6) zich buiten een tussen de bak (2) en de inktrol (3) gelegen scheur (7) uitstrekt zodat de strip

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het

kenmerk, dat het omhulsel voorzien is of wordt van een opening (10) die door een strip (5) afgedicht is.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het

kenmerk, dat men door een gat (18) dat op een zijkant (19) van de bak (2) gelegen is het omhulsel

(4) in de bak (2) steekt.

4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2 met het

kenmerk, dat men het omhulsel (9) door de houder

5. Werkwijze volgens conclusie 3, met het

kenmerk, dat men een omhulsel (9) uit hard materiaal gebruikt waarvan de vorm min of meer gelijk is aan de vorm van de bak (2) om het omhulsel (9) in de bak (2) te handhaven gedurende het aftrekken van de strip (5)

(5) door het uitoefenen van een kracht (F) op bovengenoemd uiteinde (6) afgetrokken kan worden om de bak (2) met de inktrol (3) in verbinding te zetten,

met het kenmerk, dat men in de bak (2) een omhulsel (9) steekt dat geopend kan worden door het aftrekken van een strip (5) en dat voorzien is van een middel om het omhulsel (9) in de bak (2) te handhaven gedurende het aftrekken van de strip (5) en dat men een uiteinde (6) van de strip (5) in de scheur (7) steekt zodat bovengenoemd uiteinde (6) zich buiten de scheur (7) uitstrekt.

6. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, met het

kenmerk dat men een omhulsel (9) uit een flexibel of hard materiaal gebruikt waarvoor het middel uit ten minste één aan het omhulsel (9) verbonden strook (12) bestaat die aan de bak (2) en/of de houder (4) gebonden is.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het

kenmerk dat de strook (12) zich uitstrekt in een ten opzichte van de richting voor het uitoefenen van de kracht (F) op de strip (5) tegenoverliggende richting.(G).

8. Werkwijze volgens conclusie 6 of 7, met het

kenmerk dat de strook (12) in een tussen de bak (2) en de inktrol (3) gelegen gleuf (16) ingestoken wordt. 9. Werkwijze volgens conclusie 1, met het

kenmerk dat' het omhulsel bekomen wordt door het insteken van een kunststoffolie in de bak en het uitblazen ervan met warme lucht om dezelfde vorm als deze van de bak te bekomen na afkoeling.

(9) insteekt.

10. Omhulsel (9) voor de werkwijze volgens een

van de voorgaande conclusies 1 t/m 8, met het kenmerk dat het voorzien is van een opening (10) die door een strip (5) afgedicht is, waarvan een deel zich buiten het omhulsel uitstrekt, en van een middel om het omhulsel (9) in de bak (2) te handhaven gedurende het aftrekken van de strip (5).

11. Omhulsel volgens conclusie 10, met het

kenmerk dat het in een hard materiaal uitgevoerd is en dat het min of meer de vorm van de bak (2) heeft.

12. Omhulsel volgens conclusie 10, met het

kenmerk, dat het voorzien is van ten minste een strook (12) die bestemd is om het omhulsel met de bak (2) en/of de houder te binden.

13. Omhulsel volgens conclusie 12, met het

kenmerk, dat de strook (12) zich in een ten opzichte van de richting voor het uitoefenen van de kracht (F) op de strip.(om die af te trekken) tegenoverliggende richting (G) uitstrekt.