BE1002630A6

BE1002630A6 - Verbrandingsgas-leiding voor met een brander verhitte apparaten.

Info

Publication number: BE1002630A6
Application number: BE8801378A
Authority: BE
Original assignee: Vaillant Sa
Priority date: 1987-12-11
Filing date: 1988-12-08
Publication date: 1991-04-16
Also published as: ATA325687A; DE8815143U1; FR2624585B1; CH676744A5; AT390494B; NL8803030A; DE3840979A1; FR2624585A1

Abstract

De uitlaat (2) van de verbrandingsgas-leidingen van twee nabij elkaar aangebrachte, met een brander verhitte, apparaten, bijvoorbeeld waterverhitters (1) monden uit in een gemeenschappelijke verbrandingsgas-verzamelkast (4) met een verbrandingsgasuitlaat (8), die kan worden aangesloten op een schoorsteen of een dergelijke verbrandingsgasafvoer. Aan deze verbrandingsgasuitlaat kan een voor beide apparaten (1) gemeenschappelijke stromingsbeveiliging zijn toegevoegd, die kan bestaan uit een aanbouw (5) van de verzamelkast (4) of als een in de bodem van de verbrandigsgas-verzamelkast (4) aangebrachte opening (6).

Description

Verbrandingsgas-leiding voor met een brander verhitte apparaten.

De uitvinding heeft betrekking op een verbrandingsgasleiding voor tenminste twee nabij elkaar aangebrachte, met een brander verhitte apparaten, bijvoorbeeld waterver-
EMI1.1
hitters, het bijzonder voorraad-waterverhitters.

.. ..

. .. inUit het CH-PS 416 018 is reeds een gasverwarmingsapparaat bekend, waarbij tenminste twee met gas verwarmde waterverhitters door een gemeenschappelijk huis zijn omsloten, dat aan de bovenzijde een verzamelruimte-omsluit waarin de einden van de verbrandingsgas-leidingen van de afzonderlijke apparaten uitmonden. Voor deze verzamelruimte is een stromings-beveiliging aangebracht, die wordt gevormd door de voorwand van het huis.

Het doel van de uitvinding is een verbrandingsgas-leiding van het hiervoor aangegeven type zodanig compact en met geringe ruimtebehoefte uit te voeren, dat hij bij de inbouw gemakkelijk kan worden aangepast op plaatselijk verschillende omstandigheden en naar behoefte kan worden toegepast voor apparaten van verschillende grootte en capaciteiten.

Volgens de uitvinding monden de uitlaten van de verbrandingsgasleidingen van de afzonderlijke apparaten uit in een gemeenschappelijke verbrandingsgas-verzamelkast, die is voorzien van een, op een schoorsteen of dergelijke verbrandingsgas-afvoer aan te sluiten, verbrandingsgasuitlaat.

Deze verbrandingsgasverzamelkast is voor wat betreft zijn vormgeving en afmetingen, benevens voor wat de plaatsing er van betreft, in hoge mate onafhankelijk van het type en de opstelling van de apparaten en de huizen daarvan.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is bij de verbrandingsgasuitlaat van deze verbrandingsgasverzamelkast een voor de apparaten gemeenschappelijke stromingsbeveiliging aangebracht, waardoor de uitvoering van de afzonderlijke apparaten eenvoudiger wordt en de ruimtebehoefte verder wordt verkleind.

Een dergelijke stromingsbeveiliging kan in het kader van de uitvinding zijn uitgevoerd als een voor de geleiding van de ruimtelucht geschikte aanbouw van de verbrandingsgas-verzamelkast, waarbij de gunstige mogelijkheid wordt verkregen het aanbrengen en uitvoeren van een dergelijke aanbouw af te stemmen op de betreffende plaatselijke omstandigheden.

Doelmatig is een centrale aanbrenging van de aanbouw dus ongeveer een aanbrenging tussen twee apparaataansluitingen van de verbrandingsgas-verzamelkast, waarbij de aanbouw van de voor-of achterwand van de kast afsteekt.

Om de werking van de aanbouw als stromingsbeveiliging te waarborgen, verdient het aanbeveling het vlak van de open onderzijde van de aanbouw lager te leggen dan de bodem van

de verbrandingsgas-verzamelkast. Voor hetzelfde doel kan men de aanbouw ook schuin afwaarts lopend van de verbrandingsgas-verzamelkast af laten steken.

Volgens een uitvoeringsvorm, die uitmunt door bijzondere eenvoud en door een bijzonder geringe plaatsruimte, kan de stromingsbeveiliging, bestaan uit een in de bodem van de - -, verbrandingsgas-verzamelkast. aangebrachte uitsparing, waarbij voor het waarborgen van de werking deze uitsparing zijdelings kan zijn begrensd door wangen, die over een deel van de hoogte van de verbrandingsgas-verzamelkast naar boven toe steken.

Volgens een stromingstechnisch bijzonder gunstige opstelling bevindt de verbrandingsgasuitlaat van de verbrandingsgasverzamelkast zich boven de naar beneden toe open stromingsbeveiliging en kan hij in dit gebied aansluiten op een zich kegelvormend vernauwend aanzetstuk van de verbrandingsgasverzamelkast dan wel direkt hierop aansluiten.

Uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding worden in het nu volgende toegelicht aan de hand van in de tekening weergegeven schematische uitvoeringsvoorbeelden. In deze tekening toont.

Fig. 1 het vooraanzicht van een eerste uitvoeringsvorm ; Fig. 2 het zijaanzicht van de uitvoeringsvorm van fig. l ; Fig. 3 een vooraanzicht van de verbrandingsgas-verzamelkast van een tweede uitvoeringsvorm ;

Fig. 4 een zijaanzicht van de inrichting van fig. 3 ; en fig. 5-7 vooraanzichten van verdere uitvoeringsvormen van de verbrandingsgas-verzamelkast.

De beide op een gemeenschappelijke verbrandingsgasleiding aan te sluiten apparaten l, bijv. doorstroomwaterverhitters, of voorraadwaterverhitters, bezitten elk een verbrandingsgasafvoer met een uitlaat 2, die als een pijpstuk boven uit het apparaat steekt en aangesloten kan worden op passend gedimensioneerde, eveneens als pijpstukken uitgevoerde apparaataansluitingen 3 van de gemeenschappelijke verbrandingsgas-verzamelkast 4. Aan deze verbrandingsgas-verzamelkast 4 is volgens de uitvoeringsvormen van de fig. 1-4 een aanbouw 5 als stromingsbeveiliging toegevoegd, welke aan- bouw bestaat uit een naar beneden toe open, ruimtelijke luchtgeleidende kast, die aan de bovenzijde tegenover de verbrandingsgas-uitlaat 8 van de verbrandingsgas-verzamelkast 4 ligt.

In geval van afsluiting van de schoorsteen dan wel een terugstromen van de verbrandingsgassen kunnen deze gassen, indien noodzakelijk, ontwijken in de opstellingruimte van de apparaten zonder de verbranding in de verbrandingskamer van de apparaten nadelig te beinvloeden.

De verbrandingsgas-verzamelkast volgens de fig, 3 en 4 onderscheidt zieh van die volgens de fig. 1 en 2 slechts daarin, dat de aanbouw 5 schuin naar beneden toe

lopend van de verbrandingsgas-verzamelkast uitsteekt.

Zoals de fig. 1-4 tonen is de aanbouw aangebracht tussen twee apparaat-aansluitingen 3 van de verbrandingsgasverzamelkast 4, dus even ver verwijderd van de beide apparaten , -1.

Voor de stromingsbeveiliging ligt het vlak van de open onderzijde van de aanbouw 5 lager dan de bodem van de verbrandingsgas-verzamelkast 4.
EMI5.1

...

Bij de uitvoeringsvormen volgens fig. 5 en 6 bestaat de stromingsbeveiliging uit de in de bodem van de verbrandingsgasverzamelkast 4 aangebrachte uitsparing 6, die volgens fig. 5 zijdelings kan zijn begrensd door wangen 7, die over een deel van de hoogte van de verbrandingsgas-verzamelkast 4 naar boven toe steken.

De verbrandingsgasuitlaat 8 van de verbrandingsgas-verzamelkast 4 is-bij alle uitvoeringsvormen steeds boven de naar beneden toe open stromingsbeveiliging aangebracht. Deze verbrandingsgasuitlaat kan op doelmatige wijze aansluiten op een zieh conisch vernauwend aanzetstuk 9 van de'verbrandingsgas-verzamelkast 4 om het wegstromen van de verbrandingsgassen te begunstigen.

Volgens de uitvoeringsvorm van fig. 7 is de verbrandingsgasuitlaat 8 direkt aangesloten op de verbrandingsgasverzamelkast 4.

Claims

EMI7.1

-C o n c 1 u s i e s- - Conclusies-l. Verbrandingsgas-leiding voor tenminste twee nabij elkaar aangebrachte, met een brander verhitte apparaten, bijvoorbeeld waterverhitters, m e t h e t k e n m e r k, dat de uitlaten (2) van de verbrandingsgas- EMI7.2 v @ leidingen van de afzonderlijke apparaten (1) uitmonden in een gemeenschappelijke verbrandingsgas-verzamelkast (4), die is voorzien van een, op een schoorsteen of derge- EMI7.3 -. lijke verbrandingsgasafvoer aan te sluiten, verbrandingsgasuitlaat. (S).
2. Verbrandingsgas-leiding volgens conclusie 1, m e t h e t k e n m e r k, dat bij de verbrandingsgasuitlaat (8) van de verbrandingsgas-verzamelkast (4) een voor de apparaten (1) gemeenschappelijke stromingsbeveiliging (5 resp. 6) is aangebracht (fig. 1-7).
3. Verbrandingsgas-leiding volgens conclusie 2, m e t h e t k e n m e r k, dat de stromingsbeveiliging is uitgevoerd als een voor de geleiding van de ruimtelucht geschikte aanbouw (5) van de verbrandingsgasverzamelkast (4) (fig. 1-4). <Desc/Clms Page number 8>
4. Verbrandingsgas-leiding volgens conclusie 2, m e t h e t k e n m e r k, dat de aanbouw (5) tussen twee apparaat-aansluitingen (3) van de verbrandings- EMI8.1 gas-verzamelkast (4) van de voor-of achterwand daarvan '\ uitsteekt (fig. 1-4).
5. Verbrandingsgas-leiding volgens conclusie 3 of 4, m e t h e t k e n m e r k, dat het vlak van de open onderzijde van de aanbouw (5) lager ligt dan de bodem van de verbrandingsgas-verzamelkast (4) (fig. l- 4).
6. Verbrandingsgas-leiding volgens conclusie 4 of 5, m e t h e t k e n m e r k, dat de aanbouw (5) schuin afwaarts lopend van de verbrandingsgas-verzamelkast (4) afsteekt (fig. 3, 4).
7. Verbrandingsgas-leiding volgens conclusie 2, m e t h e t k e-n m e r k, dat de stromingsbeveili-" ging bestaat uit een in de bodem van de verbrandingsgasverzamelkast (4) aangebrachte uitsparing (6) (fig. 5- 7).
8. Verbrandingsgas-leiding volgens conclusie <Desc/Clms Page number 9> 7, m e t h e t k e n m e r k, dat de uitsparing (6) zijdelings wordt begrensd door wangen (7), die over een deel van de hoogte van de verbrandingsgas-verzamelkast (4) naar boven toe steken (fig. 5).
9. Verbrandingsgas-leiding volgens een der con- EMI9.1 clusies 2-8, m e t h e t k e n m e r k, dat de ver- brandingsgasuitlaat (8) van de verbrandingsgas-verzamelkast (4) boven de naar beneden toe open stromingsbeveiliging (5) is aangebracht (fig. 1-7).
10. Verbrandingsgas-leiding volgens conclusie EMI9.2 9, m e h e t'k e n m e r k, dat de verbrandingsgas- uitlaat (8) aansluit op een zieh kegelvormig vernauwend aansluitstuk (9) van de verbrandingsgas-verzamelkast (4) (fig. 5, 6).
11. Verbrandingsgas-leiding volgens conclusie 9, m e t h e t k e n m e r k, dat de verbrandingsgasuitlaat (8) direkt aansluit op de verbrandingsgasverzamelkast (4) (fig. 7). EMI9.3

... -... ---