BE1001505A7 - Element, zoals zaagblad, snijschijf, slijpschijf en dergelijke en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk element. - Google Patents

Element, zoals zaagblad, snijschijf, slijpschijf en dergelijke en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk element. Download PDF

Info

Publication number
BE1001505A7
BE1001505A7 BE8800265A BE8800265A BE1001505A7 BE 1001505 A7 BE1001505 A7 BE 1001505A7 BE 8800265 A BE8800265 A BE 8800265A BE 8800265 A BE8800265 A BE 8800265A BE 1001505 A7 BE1001505 A7 BE 1001505A7
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
layer
matter
zones
covered
bonding
Prior art date
Application number
BE8800265A
Other languages
English (en)
Inventor
Johan Vanderstraeten
Original Assignee
Emiel Vanderstraeten Pvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Emiel Vanderstraeten Pvba filed Critical Emiel Vanderstraeten Pvba
Priority to BE8800265A priority Critical patent/BE1001505A7/nl
Priority to DE1989602070 priority patent/DE68902070T2/de
Priority to CA 592289 priority patent/CA1318553C/fr
Priority to EP19890200488 priority patent/EP0333244B1/fr
Priority to ES89200488T priority patent/ES2034576T3/es
Priority to AT89200488T priority patent/ATE78358T1/de
Priority to IE66789A priority patent/IE62675B1/en
Priority to FI891008A priority patent/FI88818C/fi
Priority to US07/318,156 priority patent/US5033579A/en
Priority to CS891367A priority patent/CS136789A3/cs
Priority to HU891028A priority patent/HUT58387A/hu
Priority to DD32637389A priority patent/DD293523A5/de
Priority to IL8954989A priority patent/IL89549A/en
Priority to NO891028A priority patent/NO177909C/no
Priority to KR1019890002912A priority patent/KR960009069B1/ko
Priority to CN89101253A priority patent/CN1024143C/zh
Priority to SU894613770A priority patent/RU1838445C/ru
Priority to JP5766289A priority patent/JP2911040B2/ja
Priority to DK114089A priority patent/DK114089A/da
Application granted granted Critical
Publication of BE1001505A7 publication Critical patent/BE1001505A7/nl
Priority to GR920402335T priority patent/GR3006008T3/el

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23DPLANING; SLOTTING; SHEARING; BROACHING; SAWING; FILING; SCRAPING; LIKE OPERATIONS FOR WORKING METAL BY REMOVING MATERIAL, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23D61/00Tools for sawing machines or sawing devices; Clamping devices for these tools
    • B23D61/02Circular saw blades
    • B23D61/025Details of saw blade body
    • B23D61/026Composite body, e.g. laminated
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23DPLANING; SLOTTING; SHEARING; BROACHING; SAWING; FILING; SCRAPING; LIKE OPERATIONS FOR WORKING METAL BY REMOVING MATERIAL, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23D47/00Sawing machines or sawing devices working with circular saw blades, characterised only by constructional features of particular parts
    • B23D47/005Vibration-damping

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)

Abstract

Element, zoals zaagblad, snijfschijf, slijpschijf en dergelijke, dat bestemd is om aan een relatief hoge snelheid onderworpen te worden ten opzichte van en in contact met een voorwerp, alsook werkwijze voor het vervaardigen van dit element, waarbij minstens een deel van minstens een zijde (1) van dit element bedekt is met een laag materie (2) die slechts in bepaalde zones (3) hecht op genoemde zijde (1) en op andere zones (4) minstens gedeeltelijk los is ten opzichte van deze zijde (1).

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Element, zoals zaagblad,   snijschijf, sli'jpschijf   en dergelijke en werkwijze voor het vervaardigen van een   dergelijk   element. 



   De uitvinding heeft betrekking op een element, meer bepaald een werktuig, zoals een zaagblad, een snijschijf, een slijpschijf en dergelijke, dat meestal bestaat uit metaal en dat bestemd is om aan een relatief hoge snelheid onderworpen te worden ten opzicht van en in contact met een voorwerp van beton,   hout,   glas, natuursteen, kunststof, metaal, enz. 



   De thans gebruikte werktuigen van dit type veroorzaken bij hun gebruik meestal een voor de gebruiker en zelfs voor de omgeving zeer hinderend geluid, ingevolge het ontstaan van trillingen met een bepaalde frekwentie bij het contact van het werktuig met het te bewerken voorwerp, dat dikwijls van zeer hard materiaal is. 



   De uitvinding heeft hoofdzakelijk tot doel aan deze nadelen te verhelpen en dit op een zeer eenvoudige wijze, zonder dat aan de constructie of zelfs het basismateriaal waaruit het element bestaat iets gewijzigd dient te worden. 



   Tot dit doel is minstens   een   zijde van desbetreffend element bedekt met een laag materie die slechts in bepaalde zones hecht op genoemde zijde en op andere zones minstens gedeeltelijk los is ten opzichte van deze zijde. 



   In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat genoemde laag materie uit of is deze bedekt met een slijtvaste laag materie, zoals een carbide, nitride, oxyde of legering met slijtvaste eigenschappen. 



   In een meer bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is op de plaats waar genoemde laag materie niet hecht aan desbetreffende zijde, onder deze laag materie, een geluiddempende vulling, zoals een niet uithardende kunststof, 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 voorzien. 



   In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding vertoont minstens genoemde zijde een kleurstofbuitenlaag, bij voorkeur op de niet-hechtende plaatsen van genoemde laag materie. 



   De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van bovenvermeld element, meer bepaald voor het aanbrengen van genoemde laag materie die slechts in bepaalde zones hecht op de buitenzijde van het element en op andere zones minstens gedeeltelijk los is ten opzichte van deze buitenzijde. 



   Deze werkwijze is gekenmerkt door het feit dat men de zones van genoemde zijde van het element, waar genoemde aan te brengen laag materie niet volledig of onvolledig hecht aan deze zijde, afschermt en men vervolgens de overblijvende zones van deze zijde aan een oppervlakte-behandeling onderwerpt, ten einde ervoor te zorgen dat, bij het nadien aanbrengen van deze laag, een duurzame hechting van deze laatste met desbetreffende zijde van het element ontstaat op laatstgenoemde zones, die aldus de hechtingszones vormen. 



   In een eerste bijzondere uitvoeringsvorm van deze werkwijze schermt men de zones van genoemde zijde van het element, waar genoemde aan te brengen laag materie niet of onvolledig hecht aan deze zijde, af door gebruik te maken van de op zichzelf bekende fotografische techniek. 



   In een andere bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding schermt men de zones van genoemde zijde van het element, waar genoemde lag materie niet of onvolledig hecht aan deze zijde, af bij middel van een raster en zandstraalt men nadien de openblijvende plaatsen, bij voorkeur met een metaalslak, siliciumoxyde en/of aluminiumoxyde met een korrelgrootte tussen 0, 2 en 2,5 mm, en brengt, men vervolgens genoemde laag materie aan. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



   In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding brengt men een relatief poreuse laag materie op de te bedekken zijde van het element aan en brengt men daarna, door vacuumimpregnatie, een geluiddempende vulling, zoals een niet uithardende kunststof in op de plaatsen waar genoemde laag materie niet hecht aan deze zijde, tussen deze laatste en de laag materie. 



   Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een specifieke uitvoeringsvorm van een cirkelvormig zaagblad, volgens de uitvinding. en van een specifieke werkwijze voor het behandelen van een op zichzelf bekende cirkelzaag tot het vormen van een cirkelzaag volgens de uitvinding deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte van de uitvinding niet ; de hierna gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren. 



   Figuur 1 is een vooraanzicht van een gedeelte van een cirkelzaag volgens de uitvinding. 



   Figuur 2 is een schematische voorstelling van 
 EMI3.1 
 een gedeeltelijke dwarsdoorsnede volgens de lijnen II-II van figuur l. 



   Figuren 3 tot 8 zijn een schematische voorstelling van een gedeeltelijke dwarsdoorsnede, analoog als deze van figuur 2, waarin de opeenvolgende stappen van een specifieke werkwijze voor het vervaardigen van een element, volgens de uitvinding, voorgesteld werden. 



   In deze verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen. 



   Alhoewel zeer algemeen de uitvinding betrekking heeft op een element dat bestemd is om aan een relatief hoge snelheid, zowel volgens een rotatie-, translatie-of gecombineerde translatie- rotatiebeweging, onderworpen te worden ten opzichte van en in contact met een willekeurig voorwerp, wordt 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 hierna, ter illustratie van de uitvinding, enkel een cirkelzaag beschreven, die bijvoorbeeld bestemd is voor het bewerken van beton of natuursteen. 



   Dit element, volgens de uitvinding, wordt gekenmerkt door het feit dat minstens een deel van minstens   een   zijde van dit element bedekt is met een laag materie die slechts in bepaalde zones hecht op genoemde zijde en op de andere zones minstens gedeeltelijk los is ten opzichte van deze zijde. 



   Het betreft hier bij voorkeur de zijde van het element die in contact komt met genoemd voorwerp tijdens het bewerken van dit laatste bij middel van het element. 



   Bij het in figuur 1 voorgesteld zaagblad worden beide grote zijden volledig met een dergelijke laag materie 1 bedekt, deze laag materie 1 hecht slechts op bepaalde   geisoleerde   cirkelvormige zones 3 op genoemde zijde 1 en is op andere zones 4, die onderling met elkaar in verbinding staan en dus een samenhangend geheel vormen, los ten opzichte van deze zijde 1. 



   De zones 3, waar deze hechting plaats heeft, worden hierna hechtingszones genoemd. Deze hechtingszones, bestaan in dit specifiek geval uit identieke cirkeloppervlakken, die, op een bepaalde afstand van elkaar gelijkmatig over nagenoeg de volledige zijde 1 verdeeld zijn. 



   De uitvinding is natuurlijk niet beperkt tot deze specifieke vorm van de hechtingszones 3. Men neemt echter aan dat het, althans in sommige gevallen, belangrijk is dat de hechting van de laag materie 2 op genoemde zijde 1 onderbroken is over de afstand tussen de plaats van waaruit het element aangedreven is en deze waar het in contact komt met genoemd niet voorgesteld voorwerp. 



   Aldus, in het geval van een cirkelzaag die vanaf haar centrum 5 aangedreven, kan het van belang zijn dat de hechting van de laag materie 2, op een willekeurige plaats van 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 desbetreffende zijde   l,   onderbroken is op de rechtlijnige afstand van dit centrum 5 tot aan de buitenomtrek 6 van de zaag. Dit betekent dus dat een willekeurige straal op dit zaagblad steeds een niet-hechtende zone 4 zou dienen te doorkruisen. 



   In bepaalde gevallen echter, kan het nuttig zijn dat de hechtingszones 3 gevormd zijn door opeenvolgende identieke boogvormige stroken, waarvan het krommingspunt langs dezelfde kant gelegen is. Deze stroken strekken zich dan uit vanaf het centrum 1 tot aan de rand 6 van de zaag en zijn van elkaar gescheiden door nagenoeg analoge niet-hechtende zones. 



   De dikte van de laag materie 2 kan variëren van 0, 1 mm tot verschillende mm, bijvoorbeeld tot 6 mm, naargelang de massa, meer bepaald de dikte, van het zaagblad en de oppervlakteverhouding tussen de hechtende en niet-hechtende zones respectievelijk 3 en 4. 



   Bovendien kan deze laagdikte plaatselijk variëren tussen de plaats van genoemde zijde 1 van waaruit het element aangedreven is en deze waar het in contact komt met genoemd voorwerp. In sommige gevallen kan deze dikte bij een schijfvormig element, zoals dus de voorgestelde cirkelzaag, geleidelijk afnemen vanaf het centrum 5 tot aan de buitenomtrek 6 ervan. 



   Ook kan het globale oppervlak van de hechtingszones 3 tussen relatief brede grenzen variëren en kan deze bijvoorbeeld begrepen zijn tussen 20 en 80 % van het totale oppervlak van de laag materie 2. 



   Verder kan de aard en samenstelling van deze laag materie eveneens zeer verschillend zijn en kan deze in principe gevormd zijn van of op basis van ferro, non-ferro metalen of legeringen. 



   In de hechtingszones 3 is de dikte van de laag materie 2 enigszins groter dan in de niet-hechtende zones 4, zodanig dat de niet-hechtende zones ten opzichte van de 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 hechtingszones 3 een diepte 7 vertoont. Deze diepte 7 is bij voorkeur opgevuld, tot op het niveau van de hechtingszones 3 met een goed hechtende verf 8, waarvan de kleur bijvoorbeeld kan verschillen naargelang het type zaag en aldus als herkenningsmiddel kan dienst doen. Op deze manier wordt dus verhinderd dat. tijdens het gebruik van het element, deze verf zou afslijten. 



   Ook kan de laag materie 8 bestaan uit of   bedekt zijn met een slijtvaste stof, zoals een carbide, een    nitride, een oxyde of een legering met slijtvaste eigenschappen. 



   In nog een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding kan op de plaatsen 9, waar genoemde laag materie 2 niet hecht aan de zijden   1,   onder deze laag   2.   waar zieh dus een holte 9 vormt, een geluiddempende vulling, zoals een niet uithardende kunststof, voorzien worden. 



   Tenslotte, in een nog andere uitvoeringsvorm van de uitvinding kan, op de plaats waar genoemde laag materie niet hecht aan genoemde zijde 1 van het element, onder deze laag materie 2, een lossingsmiddel voorzien worden, zoals een dunne laag "Telfon", polyvinylalcohol, epoxyhars, polyester of eventueel nog een andere kunststof die het loskomen van de laag materie 2 op de niet genoemde niet-hechtende zones 4 bevordert. 



   De werkwijze volgens de uitvinding voor het vervaardigen van boven beschreven element wordt   0. 8. gelllustreerd   aan de hand van de figuren 3 tot 8 die betrekking hebben op een zeer specifieke uitvoeringsvorm van deze werkwijze. 



   Bijvoorbeeld voor het vervaardigen van een cirkelzaagblad, volgens de uitvinding, gaat men uit van een bestaand zaagblad waarvan de tanden 10 reeds voorzien kunnen zijn met een snijrand 11. 



   In een eerste stadium wordt al dan niet op de te behandelen zijde 1 van dit zaagblad het hierboven vermeld lossingsmiddel 12 aangebracht, dat dus een film vormt en deze 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 volledige zijde 1 bedekt. 



   In een tweede stadium wordt een raster 13 op deze film geplaatst dat een reeks openingen 14 vertoont waarvan de vorm, afmetingen en aantal overeenstemmen met deze van de te verkrijgen genoemde hechtingszones 3 en wordt de zijde 1 gezandstraald met een aangepast straalmiddel, zoals een metaalslak, zand, aluminiumoxyde enz. met een korrelgrootte begrepen tussen 0,2 en 2, 5 mm, zodanig dat het deel van het lossingsmiddel 12 dat zieh in de openingen 14 van het raster bevindt wordt verwijderd en men 
 EMI7.1 
 op deze plaats de geschikte oppervlakteruwheid verkrijgt om een C > goede hechting te verzekeren van de laag materie 2. (fig. 3). 



   In een derde stadium, dat geillustreerd wordt door figuur 4, wordt doorheen hetzelfde raster 13 eventueel een aanhechtingslaag 15, bij voorkeur op basis van nikkelaluminium, nikkelchroom, molybdeen of een soortgelijk goedhechtend metaal of legering voorzien. Deze laag 15 kan aangebracht worden door vloeibaar metaal met relatief grote snelheid te verstuiven op de te bedekken zijde 1 en dit door gebruik te maken van een willekeurige bekende techniek, zoals de op zichzelf bekende kinetische procedé's,   waaronder"J-gun","Jetkote","arcspray","flamespray"   vanaf een metalen draad of   metaalpoeder,"plasmaspray",     "vacuumplasmaspray"en   dergelijke. 



   In een vierde stadium wordt het raster verwijderd en wordt overgegaan tot het aanbrengen van de laag materie 2 die dus enkel gedeeltelijk op de zijde 1 mag hechten. 



  Deze laag wordt bijvoorbeeld aangebracht volgens   een   van de gebruikte technieken voor het vormen van de aanhechtingslaag 15. 



  Zoals hierboven reeds beschreven werd, kan deze laag allerhande ferro, niet non-ferro metalen of legeringen omvatten. Niettemin kan, door een juiste keuze van dit materiaal in functie van de te dempen frekwenties, het resultaat van de demping aanzienlijk beinvloed worden. Zoals hierboven eveneens vermeld werd, kan de 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 dikte van deze laag materie 2 variëren in functie van de massa van het element en de oppervlakte-verhouding tussen de hechtende en de niet-hechtende zones en kan deze dikte eveneens plaatselijk variëren voor eenzelfde element. Bij het behandelen van een cirkelzaagblad kan deze dikte bijvoorbeeld verschillen in functie van de afstand tot het centrum 5. (fig. 5)
In een vijfde stadium kan al dan niet een bijkomende behandeling voorzien worden om in de niet-hechtende zones 4 de laag materie 2 van de zijde 1 los te maken.

   Dit kan een mechanische behandeling zijn, zoals het uitoefenen van al dan niet ultrasone trillingen, het hameren, het parelstralen, en/of een thermische behandeling waarbij de laag materie 2 en/of de zijde 1 aan een plots temperatuursverschil onderworpen wordt. In sommige gevallen echter kan men afzien van een dergelijke bijkomende behandeling en wordt de laag materie 2 tussen de hechtingszones 3 los gemaakt van de zijde 1 van het element tijdens het gebruik van dit laatste door de op dit ogenblik opgewekte trillingen. Op deze wijze ontstaan dus de hierboven beschreven holtes 9 tussen de laag materie 2 en de al of niet aanwezige film 12 van een lossingsmiddel. (fig. 6). 



   In een zesde stadium, zoals voorgesteld werd in figuur 7, indien de laag materie 2 niet voldoende slijtvast is voor het overwogen gebruik van de zaag wordt een afzonderlijke slijtvaste laag 16 van bijvoorbeeld carbide, nitrides, borides, oxydes of legeringen met grote slijtvastheid aangebracht, nagenoeg op dezelfde wijze als dit het geval is voor de laag materie 2. 



   Het aanbrengen van deze supplementaire slijtvaste laag 16 kan terzelfder tijd fungeren als methode voor het lossen van de niet-hechtende zones 4. 



   Op deze al dan niet afzonderlijk aangebrachte slijtvaste laag 16 wordt de kleurstoflaag 8 aangebracht. 



   In een zevende stadium, nadat de verf verhard 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 is, kan het aldus ontstaan oneffen buitenoppervlak glad gewreven worden en dit zodanig dat de verflaag op de hechtende zones 4 volledig verwijderd wordt. 



   Dit kan vooral van belang zijn indien in het raster bepaalde specifieke geometrische logo's, merknamen, of type nummers bijvoorbeeld verwerkt zijn die op deze manier duidelijk zichtbaar gemaakt kunnen worden. 



   In een belangrijke variante op deze werkwijze kan, in plaats van gebruik te maken van een raster 13 voor het afschermen van de niet-hechtende zones 4, beroep gedaan worden op de op zichzelf bekende fotografische technieken die er bijvoorbeeld in bestaan een fotogevoelige vernis op de zijde 1 aan te brengen en deze dan via een film plaatselijk te belichten. De belichtte plaatsen kunnen dan verder behandeld worden eventueel door gebruik te maken van de etstechniek om deze plaatsen te reinigen en geschikt te maken voor de hechting van de nadien aan te brengen laag materie 2. 



   Nog een andere variante bestaat erin in plaats van gebruik te maken van de technieken voor het verstuiven van vloeibaar metaal, de laag materie 2 aan te brengen door gebruik te maken van de eveneens op zichzelf bekende opdamptechnieken of nog door gebruik te maken van de electrolysetechniek. 



   Belangrijk bij het behandelen van het element voor het aanbrengen van de laag materie 2 en de eventueel bijkomende lagen is dat de temperatuur van het element voldoende laag gehouden wordt, ten einde het ontstaan van vervormingen of inwendige spanningen zoveel mogelijk te vermijden. Daarom wordt ervoor gezorgd dat technieken aangewend worden die toelaten het element voortdurend onder 150  C te houden en bij voorkeur beneden 50  C, zoals dit het geval is bij de verschillende hierboven beschreven technieken. 



   Tenslotte, indien er voor gezorgd wordt dat de 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 laag materie 2 voldoende poreus is, brengt men, in een andere belangrijke uitvoeringsvorm van de uitvinding, door vacuumimpregnatie, een geluiddempende vulling 17, zoals een niet uithardende kunststof, in de holtes 19, t. t. z. op de plaatsen waar genoemde laag materie 2 niet hecht aan de zijde   t.   



   Het spreekt vanzelf dat de draagwijdte van de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven beschreven specifieke uitvoeringsvormen zowel van het   element zelf   als de gebruikte werkwijze voor het aanbrengen van de gedeeltelijk hechtende laag materie 2 en de eventueel aanvullende lagen op het element, maar dat verschillende varianten kunnen overwogen worden   o. m.   wat betreft de keuze van de samenstelling van deze laag, de gebruikte technieken, de keuze van de te bedekken oppervlakken van het element door de gedeeltelijk hechtende laag materie   2,   de vorm en afmetingen van de hechtingszones 3, enz. 



   Ook kan de genoemde mechanische en/of thermische behandeling plaats vinden na het aanbrengen van de slijtvaste laag 16 of na het aanbrengen van de verf 8 en eventueel het verwijderen van de overtollige laag van deze laatste op de hechtingszones 3. 



   Tenslotte kunnen bepaalde stadia weggelaten worde. n, zoals het aanbrengen van de film 12 en/of de afzonderlijke slijtvaste laag 16. Zelfs, indien nodig kunnen bijkomende lagen voorzien voor het verkrijgen van een ander of aanvullend resultaat.

Claims (26)

  1. Conclusies 1. Element, zoals zaagblad, snijschijf, slijpschijf en dergelijke, dat bestemd is om aan een relatief hoge snelheid onderworpen te worden ten opzichte van en in contact met een voorwerp, met het kenmerk dat minstens een deel van minstens een zijde (1) van dit element bedekt is met een laag materie (2) die slechts in bepaalde zones (3) hecht op genoemde zijde (1) en op EMI11.1 andere zones (4) minstens gedeeltelijk los is ten opzichte van deze C > zijde (l).
  2. 2. Element volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de hechting van de laag materie (2) op genoemde zijde EMI11.2 (1) onderbroken is over de afstand tussen de plaats van deze laatste van waaruit het element aangedreven isen deze waar ze in contact komt met genoemd voorwerp.
  3. 3. Element volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat, wanneer het element gevormd is door een vanaf haar centrum (5) aangedreven schijf, de hechting van de laag materie (2) onderbroken is over de afstand van dit centrum (5) tot aan de buitenomtrek (6) van de schijf.
  4. 4. ELement volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk dat de zones (3) waar de laag materie (2) hecht op genoemde zijde (1) van het element nagenoeg gelijkmatig verdeeld zijn over deze zijde (1).
  5. 5. Element volgens een van de conclusies 1 tot 4, met het kenmerk dat de dikte van genoemde laag materie (2) varieert tussen 0, 1 mm en 6 mm in functie van de massa van het element.
  6. 6. Element volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de dikte van genoemde laag materie (2) bovendien <Desc/Clms Page number 12> plaatselijk varieert tussen de plaats (5) van genoemde zijde van waaruit het element aangedreven is en deze waar ze in contact komt met genoemd voorwerp.
  7. 7. Element : volgens een van de conclusies 1 tot 6, met het kenmerk dat de zones van genoemde zijde (1) waar de laag materie (2) hecht aan deze laatste nagenoeg begrepen is tussen 20 en 80 % van het totale oppervlak van de laag materie (2).
  8. 8. Element volgens een van de conclusies 1 tot 7, met het kenmerk dat genoemde laag materie (2) minstens een metaal bevat.
  9. 9. Element volgens conclusie 7, met het kenmerk dat genoemde laag materie (2) bestaat uit of bedekt is met een slijtvaste stof (2, 16), zoals een carbide, nitride, oxyde of legering met slijtvaste eigenschappen.
  10. 10. Element volgens een van de conclusies 1 tot 9, met het kenmerk dat op de zones (4) waar genoemde laag materie (2) niet hecht aan genoemde zijde (1) van het element, onder deze laag materie (2) een lossingsmiddel (12), zoals een film "Telfon", polyvinylalcohol, epoxyhars, polyester, voorzien is.
  11. 11. Element volgens een van de conclusies 1 tot 10, met het kenmerk dat in de zones (4) waar genoemde laag materie (2) niet hecht aan deze zijde (1), onder deze laag materie (2), een geluiddempende vulling (17), zoals een niet uithardende kunststof, voorzien is.
  12. 12. Element volgens een van de conclusies 1 tot 11, met het kenmerk dat minstens genoemde zijde een kleurstofbuitenlaag (8) vertoont bij voorkeur op de niet-hechtende zones (4) van de laag materie (2).
  13. 13. Element volgens een van de conclusies 1 tot 12, met het kenmerk dat op de zones (3) waar genoemde laag materie (2) hecht aan genoemde zijde (1), tussen deze laatste en deze laag materie, een aanhechtingslaag (15) voorzien is welke bij <Desc/Clms Page number 13> voorkeur nikkelaluminium, nikkelchroom, molybdeen of soortgelijke goedhechtende metalen bevat.
  14. 14. Werkwijze voor het vervaardigen van een element volgens een van de vorige conclusies, met het kenmerk dat men de zones (4) van genoemde zijde (1) van het element waar genoemde aan te brengen laag materie (2) niet of onvolledig hecht aan deze zijde (1) afschermt en men de overblijvende zones (3) van deze zijde aan een oppervlaktebehandeling onderwerpt, ten einde er voor te zorgen dat, bij het nadien aanbrengen van deze laag materie (2), een duurzame hechting van deze laatste met desbetreffende zijde (1) van het element ontstaat op laatstgenoemde zones, die aldus de hechtingszones (3) vormen.
  15. 15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk dat men de zones (4) van genoemde zijde (1) van het element, waar genoemde aan te brengen laag materie (2) niet of onvolledig hecht aan deze zijde (1), afschermt door gebruik te maken van de op zichzelf bekende fotografische techniek.
  16. 16. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk dat men de zones (4) van genoemde zijde (1) van het element, waar genoemde laag materie (2) niet of onvolledig hecht aan deze zijde (1), afschermt bij middel van een raster (13), men nadien de open blijvende plaatsen zandstraalt, bij voorkeur met een metaalslak, siliciumoxyde en/of aluminiumoxyd met een korrelgrootte tussen 0, 2 en 2, 5 mm, en men vervolgens genoemde laag materie aanbrengt.
  17. 17. Werkwijze volgens een van de conclusies 14 of 15, met het kenmerk dat men de temperatuur van het element constant beneden 1500 C, en bij voorkeur beneden 500 C, houdt.
  18. 18. Werkwijze volgens een van de conclusies 14 tot 17, met het kenmerk dat men de laag materie (2) aanbrengt door vloeibaar metaal met relatief grote snelheid te verstuiven op de te bedekken zijde (1) van het element en dit door bijvoorbeeld gebruik <Desc/Clms Page number 14> te maken van op zichzelf bekende technieken, zoals de zogenaamde "J-gun","Jetkote","arcspray", "flamespray","vacuumplasmaspray".
  19. 19. Werkwijze volgens een van de conclusies 14 tot 17, met het kenmerk dat men de laag materie (2) op de te bedekken zijde (1) van het element aanbrengt volgens de op zichzelf bekende opdamptechniek.
  20. 20. Werkwijze volgens een van de conclusies 14 tot 17, met het kenmerk dat men de laag materie (2) op de te bedekken zijde (1) van het element aanbrengt door electrolyse.
  21. 21. Werkwijze volgens een van de conclusies 14 tot 20, met het kenmerk dat men op genoemde hechtingszones (3) een aanhechtingslaag (14) aanbrengt die bij voorkeur op basis is van nikkelaluminium, nikkelchroom, molybdeen of soortgelijke goedhechtende metalen.
  22. 22. Werkwijze volgens conclusie 21, met het kenmerk dat men genoemde aanhechtingslaag (14) aanbrengt volgens nagenoeg dezelfde techniek als deze die aangewend wordt voor het aanbrengen van genoemde laag materie (2).
  23. 23. Werkwijze volgens een van de conclusies 16 tot 22, met het kenmerk dat men genoemde zijde (l) van het element bedekt met een film (12), welke bijvoorbeeld gevormd is uit "Telfon", polyvinylalcohol, epoxyhars of polyester, welke het lossingseffect van de nadien aangebrachte laag materie (2) tussen de hechtingszones (3) op deze zijde (1) bevordert, en men, door zandstralen, deze film (12) verwijdert in genoemde hechtingszones (3).
  24. 24. Werkwijze volgens een van de conclusies 14 tot 23, met het kenmerk dat men een relatief poreuse laag materie (2) op de te bedekken zijde (1) van het element aanbrengt en men daarna door vacuumimpregnatie een geluiddempende vulling (17), zoals een niet uithardende kunststof, inbrengt op de zones (4) waar genoemde laag materie (2) niet hecht aan deze zijde (1), tussen <Desc/Clms Page number 15> EMI15.1 deze laatste en de laag materie (2).
  25. 25. Werkwijze volgens van de conclusies 14 tot 24, met het kenmerk dat men een buitenlaag van kleurstof (8) op genoemde zijde (1) aanbrengt en men vervolgens deze laag op genoemde hechtingszones (3), waar zieh verhevenheden op deze zijde voordoen, verwijdert.
  26. 26. Werkwijze volgens een van de conclusies 14 tot 25, met het kenmerk dat men het element aan een mechanische behandeling zoals trillen, hameren, parelstralen, en/of thermische behandeling onderwerpt, om de laag materie (2) tussen genoemde hechtingszones (3) van genoemde zijde (1) van het element minstens gedeeltelijk los te maken.
BE8800265A 1988-03-10 1988-03-10 Element, zoals zaagblad, snijschijf, slijpschijf en dergelijke en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk element. BE1001505A7 (nl)

Priority Applications (20)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8800265A BE1001505A7 (nl) 1988-03-10 1988-03-10 Element, zoals zaagblad, snijschijf, slijpschijf en dergelijke en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk element.
DE1989602070 DE68902070T2 (de) 1988-03-10 1989-02-28 Schallisolierungs- und/oder vibrationsdaempfungsverkleidung, element mit einer derartigen verkleidung und verfahren zur anwendung.
CA 592289 CA1318553C (fr) 1988-03-10 1989-02-28 Revetement insonore et/ou amortissant des vibrations, element pourvu d'un tel revetement et procede d'application de ce dernier
EP19890200488 EP0333244B1 (fr) 1988-03-10 1989-02-28 Revêtement insonore et/ou amortissant des vibrations, élément pourvu d'un tel revêtement et procédé d'application de ce dernier
ES89200488T ES2034576T3 (es) 1988-03-10 1989-02-28 Revestimiento insonoro y/o amortiguador de vibraciones, elemento provisto de un revestimiento de esta indole y procedimiento de aplicacion de este ultimo.
AT89200488T ATE78358T1 (de) 1988-03-10 1989-02-28 Schallisolierungs- und/oder vibrationsdaempfungsverkleidung, element mit einer derartigen verkleidung und verfahren zur anwendung.
IE66789A IE62675B1 (en) 1988-03-10 1989-03-01 Sound- and/or vibration-damping coating, element provided with said coating and process for applying said coating
US07/318,156 US5033579A (en) 1988-03-10 1989-03-02 Sound-and/or vibration-damping coating, element provided with said coating and process for applying the latter
FI891008A FI88818C (fi) 1988-03-10 1989-03-02 Element med vibrationsdaempande belaeggning, och foerfarande foer framstaellning av elementet
CS891367A CS136789A3 (en) 1988-03-10 1989-03-03 Coating for sound and/or vibration damping and process for its applying to parts
HU891028A HUT58387A (en) 1988-03-10 1989-03-03 Sound- and/or vibration-dqmping cover and method for carrying out the same
DD32637389A DD293523A5 (de) 1988-03-10 1989-03-08 Schalldichte und/oder vibrationsdaemmende verkleidung und verfahren zu deren aufbringen
NO891028A NO177909C (no) 1988-03-10 1989-03-09 Element utstyrt med et vibrasjonsdempende belegg og fremgangsmåte for fremstilling av dette
IL8954989A IL89549A (en) 1988-03-10 1989-03-09 Coating reduces noise and / or vibration, the element that carries this coating and the process for coating it
KR1019890002912A KR960009069B1 (ko) 1988-03-10 1989-03-09 소리감쇠나 진동감쇠코팅을 형성시킨 부재 및 코팅방법
CN89101253A CN1024143C (zh) 1988-03-10 1989-03-09 具有防振涂层的部件及其制造方法
SU894613770A RU1838445C (ru) 1988-03-10 1989-03-09 Покрытие
JP5766289A JP2911040B2 (ja) 1988-03-10 1989-03-09 音響及び/又は振動減衰コーティング
DK114089A DK114089A (da) 1988-03-10 1989-03-09 Lyd og/eller vibrationsdaempende beklaedning, emne med en saadan beklaedning og fremgangsmaade ved paafoering af en saadan beklaedning
GR920402335T GR3006008T3 (nl) 1988-03-10 1992-10-15

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8800265A BE1001505A7 (nl) 1988-03-10 1988-03-10 Element, zoals zaagblad, snijschijf, slijpschijf en dergelijke en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk element.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1001505A7 true BE1001505A7 (nl) 1989-11-14

Family

ID=3883302

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE8800265A BE1001505A7 (nl) 1988-03-10 1988-03-10 Element, zoals zaagblad, snijschijf, slijpschijf en dergelijke en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk element.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1001505A7 (nl)
DD (1) DD293523A5 (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
DD293523A5 (de) 1991-09-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6368198B1 (en) Diamond grid CMP pad dresser
US20130153345A1 (en) Brake element
JPH06344267A (ja) 可塑性柔軟砥石
JP2911040B2 (ja) 音響及び/又は振動減衰コーティング
JPH09324824A (ja) クラッチプレート構造及びその製造方法
BE1001505A7 (nl) Element, zoals zaagblad, snijschijf, slijpschijf en dergelijke en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk element.
JP3679882B2 (ja) 研磨用クロスのドレッサー及びその製造方法
KR20060051255A (ko) 절할 연마 시트 및 그 제조 방법
JPH0413088Y2 (nl)
US3599622A (en) Circular saw construction
JPS61166962A (ja) 耐摩耗性に優れた摺動部材の製造方法
JP4084864B2 (ja) カッティングソー
BE1001575A6 (nl) Element, zoals zaagblad, snijschijf, slijpschijf en dergelijke en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk element.
US5193311A (en) Tools for working non-metallic hard materials
EP0812250B1 (en) Flexible abrasive member with permanent one way mould and method of making same
JPS5852462B2 (ja) カナガタエンシンチユウゾウニオケル チルカボウシヨウバンド
EP0403537B1 (en) Ultrasonic polishing
JPS63251170A (ja) 研削工具に適する研削面及びその形成方法
JPH07185909A (ja) スローアウェイチップ
JP3413372B2 (ja) 硬質材料切断用ダイヤモンドブレード及び切断装置
JPS60197370A (ja) サンドブラスト用ノズル
US1079304A (en) Mounting of abrasive wheels.
JPH04372358A (ja) ホーニング砥石とホーニング方法
JP3759047B2 (ja) カップ型砥石の砥材層接着方法
JP2565622B2 (ja) 砥石の製造方法

Legal Events

Date Code Title Description
RE20 Patent expired

Owner name: EMIEL VANDERSTRAETEN P.V.B.A.

Effective date: 19940310