NL9500612A - Stopkraan voor medische toepassingen. - Google Patents

Description

STOPKRAAN VOOR MEDISCHE TOEPASSINGEN

De uitvinding heeft betrekking op een stopkraan voor medische toepassingen, zoals in het bijzonder voor gebruik bij het aansluiten van catheters, slangen en dergelijke, waarmee vloeistoffen bij een patiënt worden ingébracht of aan deze patiënt worden ontnomen, of bijvoorbeeld drukmetingen worden uitgevoerd.

Een stopkraan van deze soort omvat een huis met een inwendige kamer en ten minste twee aan het huis aangebrachte aansluitstompen die een inwendig kanaal hebben dat als een poort uitmondt in de kamer. In de kamer is een verplaatsbare stop sluitend opgenomen, waarin ten minste één met de poorten samenwerkend poortverbindingskanaal is gevormd. Al naar gelang de verplaatsingsstand van de stop kunnen de aansluitstompen worden afgesloten of in een bepaalde configuratie met elkaar worden verbonden.

Bij de stopkraan volgens de uitvinding hebben de aansluitstompen hartlijnen en het huis een langsrichting die in hoofdzaak in één vlak liggen. De hartlijn van een axiale aansluitstomp valt in hoofdzaak samen met de langsrichting van het huis en het poortverbindingskanaal omvat een kanaal-deel dat zich uitstrekt van een omtrekswand van de stop tot een axiaal einde daarvan. Doordat de aansluitstompen en het huis in één vlak liggen, kan de kraan platgelegd worden en neemt deze daarbij zeer weinig ruimte in, hetgeen gunstig is voor het verpakken, transport en opslag van dergelijke kranen, al dan niet in combinatie met daarmee aan te sluiten elementen.

Bij voorkeur wordt de uitvoering van conclusie 2 toegepast. De twee diametraal tegenover elkaar liggende aansluitstompen kunnen een doorgaande verbinding vormen.

Wanneer de maatregel van conclusie 3 wordt toegepast, kunnen op zichzelf bekende standaardeleroenten eenvoudig met de stopkraan volgens de uitvinding worden gekoppeld.

Een geschikte uitvoering is daarbij gekenmerkt in conclusie 4.

Het kanaaldeel in de stop dat zich van de omtreks-wand uitstrekt naar het axiale eindvlak, kan de vorm hebben van een boring. Bij de voorkeursuitvoeringsvorm van conclusie 5 wordt een eenvoudiger fabricagetechniek bereikt, aangezien het het kanaaldeel vormende element van een vorm-gevingsmatrijs, eenvoudig uitgevoerd kan worden als een rug in plaats van een afzonderlijk aan te brengen en te verwijderen element.

Een gunstige verdere ontwikkeling is gekenmerkt in conclusie 6. Daarbij wordt bij voorkeur de maatregel van conclusie 7 toegepast. Door de bedieningsgreep in een stand te draaien waarin deze in hetzelfde vlak ligt als wordt bepaald door de hartlijnen van de aansluitstompen en de stop, neemt de bedieningsgreep geen extra ruimte in, zodat de gunstige geringe afmeting in dwarsrichting behouden kan worden, zelfs wanneer een voor het gebruik gunstige grote bedieningsgreep wordt toegepast.

De uitvoeringsvorm van conclusie 8 heeft het voordeel dat hierbij duidelijk aan de stand van de bedieningsgreep te zien is welk aansluitorgaan afgesloten is.

De uitvinding zal verder worden toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde figuren.

Figuur 1 toont een gedeeltelijk weggebroken zijaanzicht van een stopkraan volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont de stopkraan van figuur 1 in bovenaanzicht.

Figuur 3 toont de stopkraan van figuur 1 in dwarsdoorsnede.

Figuur 4 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een bij een stopkraan volgens de uitvinding te gebruiken stop met bedieningsgreep.

Figuur 5 toont een andere uitvoeringsvorm van een stopkraan volgens de uitvinding.

Figuur 6 toont de stopkraan van figuur 5 in perspectivisch aanzicht.

De stopkraan 1 van figuur 1 omvat een huis 2 met drie aansluitstompen 3, 4 en 5.

De aansluitstompen 3, 4 en 5 hebben respectieve inwendige kanalen 6, 7 en 8, die als respectieve poorten 15, 16, 17 uitmonden in een inwendige uitsparing 13 in het huis 2. Deze uitsparing 13 is rotatiesymmetrisch en, bij de getoonde uitvoeringsvorm in het bijzonder cilindrisch.

Nauwsluitend in de uitsparing 13 is een verdraaibare stop 10 opgenomen. In de stop 10 zijn verbindingska-naaldelen 11, 12 gevormd, die samenwerken met de poorten 15, 16 en 17. De stop 10 is vast verbonden met een bedienings-greep 9, waarmee de stop 10 in verschillende rotatiestanden kan worden bewogen.

Zoals de figuren 1 en 2 in het bijzonder laten zien, liggen de hartlijnen van de aansluitstompen 3, 4, 5 en die van het huis 2 in één vlak, zodat, zoals figuur 2 laat zien, een zeer platte constructie wordt verkregen. Daarbij heeft de bedieningsgreep 9 een maximale breedte die in hoofdzaak gelijk is aan de radiale dikte van het huis 2, zodat in de verdraaiingsstand van de bedieningsgreep 9 zoals getoond in figuur 2 ook de bedieningsgreep binnen de dikte van de stopkraan 1 blijft. Door deze uitvoering van de stopkraan 1 neemt deze weinig ruimte in dwarsrichting in, waardoor deze gemakkelijk in verpakkingen gestapeld kan worden en bij transport en opslag weinig ruimte inneemt.

Zoals figuur 1 laat zien zijn de aansluitstompen 3 en 5 voorzien van vrouwelijke Luer-koppelingdelen en is de diametraal tegenover de aansluitstomp 3 liggende aansluit-stomp 4 voorzien van een mannelijk koppelingdeel. Hierdoor kan de stopkraan 1 gemakkelijk aangesloten worden aan in de handel verkrijgbare elementen.

Teneinde een verbinding mogelijk te maken tussen één van de radiaal uitstekende aansluitstompen 3, 4 en de axiale aansluitstomp 5 is in de stop 10 een kanaaldeel 12 gevormd dat zich uitstrekt van de omtrekswand van de stop tot aan het axiale ondereinde daarvan. De stop 10 omvat verder het kanaaldeel 11 dat zich diametraal daardoorheen uitstrekt.

In de in figuur 3 getoonde verdraaiingsstand van de stop 10 met bedieningsgreep 9 is een verbinding tot stand gebracht tussen de inwendige kanalen 6 en 8 van de aansluit-stompen 3 en 5, via het verbindingskanaaldeel 12. De aan-sluitstomp 4 is gesloten.

Wanneer de bedieningsgreep 9 vanuit de in figuur 2 getoonde stand een kwartslag in de richting van de klok wordt gedraaid, komt het bovenste einde van het kanaaldeel 12 aan te liggen tegen een gesloten wand van het huis 2. Het aansluitorgaan 5 wordt hierdoor afgesloten. Tegelijkertijd vormt het diametrale kanaaldeel 11 een doorgaande verbinding tussen de inwendige kanalen 6 en 7 van de aansluitstompen 3 en 4.

Bij een volgende verdraaiing van de bedieningsgreep 9 over een kwartslag in de richting van de klok, komt het boveneinde van het kanaaldeel 12 tegenover de poort 16 te liggen, waardoor een verbinding wordt gevormd tussen de inwendige kanalen 7 en 8 van de aansluitstompen 4 en 5. Het kanaal 6 van de aansluitstomp 3 is daarbij afgesloten. Aldus is het door verdraaiing van de bedieningsgreep 9 mogelijk om verbindingen te vormen tussen elk tweetal aansluitstompen, waarbij de overblijvende derde aansluitstomp dan gesloten is.

Andere schakelvolgordes zijn mogelijk, door een geschikte keuze van de kanaaldelen 11 en 12.

Bij de uitvoeringsvorm van figuur 3 is het kanaaldeel 12 uitgevoerd als een boring, zodat bij de fabricage van de stop 10, wanneer dit door spuitgieten geschiedt, een verwijderbaar kerndeel moet worden toegepast.

Bij de stop 20 zoals getoond in figuur 4 wordt het kanaaldeel dat zich van de omtrekswand tot aan het axiale eindvlak uitstrekt, gevormd door een groef 23. Deze kan in de vormgevingsmatrijs worden bepaald door een vaste rug.

Verder is bij de stop 20 ook een diametraal kanaal 22 aangebracht, dat tegenover elkaar liggende kanaaldelen 26 en 27 met elkaar kan verbinden. Het door de groef 23 bepaalde kanaaldeel kan de inwendige kanalen 26 en 27 elk verbinden met het inwendige kanaaldeel 28 van de axiale aansluit-stomp. De verdraaiing van de stop 20 wordt weer bereikt met de bedieningsgreep 21.

De in figuur 5 en 6 getoonde stopkraan 30 heeft een huis 31 met drie aansluitsompen 32, 33 en 34. De aan-sluitstompen 32 en 33 liggen diametraal tegenover elkaar. De aansluitstomp 34 strekt zich uit in het verlengde van het huis 31.

De inwendige ruimte of kamer 39 in het huis 31 is hier niet rotatie-symmetrisch zoals bij het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld maar prismatisch met bijvoorbeeld een rechthoekige doorsnede.

De stop 35 is verplaatsbaar, in het bijzonder verschuifbaar in de kamer 39 opgenomen.

De aansluitstompen 32-34 sluiten weer aan op poorten 40, 41 en 42 die uitmonden in de kamer 39. De stop 35 is voorzien van poortverbindingskanalen 36, 37, 38, die al naar gelang de positie van de stop 35 in de kamer 39 verbindingen tussen de genoemde poorten vormen. In de getoonde bovenste stand van de stop 35 is via de kanalen 37 en 38 een verbinding gevormd tussen de poorten 41 en 42 van de aansluitstompen 33 en 34. In een volgende positie van de stop 35, waarbij deze in figuur 5 gezien naar beneden is bewogen zodanig dat het zich naar links uitstrekkende gedeelte van het kanaal 37 samenvalt met de poort 40, wordt de verbinding gevormd tussen de aansluitstompen 32 en 34. In de geheel naar beneden bewogen stand wordt een doorgaande verbinding gevormd door tussen de aansluitstompen 32 en 34 via het kanaaldeel 36.

De schuifstanden van de stop 35 worden bij het getoonde uitvoeringsvoorbeeld bepaald door verdikkingen 45 aan de met de stop 35 verbonden hals. Deze verdikkingen 45 bepalen arreteerstanden die overeenkomen met de hierboven beschreven posities van de verbindingskanalen. Aan het einde van de hals is een handgreep 44 aangebracht, waarmee de stop in het huis verschoven kan worden.

Zoals figuur 6 in het bijzonder laat zien, is de stopkraan 30, evenals de stopkraan uit de figuren 1-3 plat. Dat wil zeggen een aantal verpakkingen met dergelijke stopkranen kunnen in een relatief kleine ruimte zoals een doos worden opgenomen.

Bij andere uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen de aansluitstompen anders worden geplaatst. De ka-naaldelen in de stop zullen dan op overeenkomstige wijze en al naar gelang de gewenste schakelvolgorde, worden aangepast.

Claims (8)

1. Stopkraan voor medische toepassingen, omvattende een huis met een inwendige kamer, ten minste twee aan het huis aangebrachte aansluitstompen die een inwendig kanaal hebben dat als een poort uitmondt in de kamer, een sluitend in de kamer verplaatsbare stop, waarin ten minste één met de poorten samenwerkend poortverbindingskanaal is gevormd, waarbij de aansluitstompen hartlijnen hebben en het huis een langsrichting heeft die in hoofdzaak in één vlak liggen en de hartlijn van een axiale aansluitstomp in hoofdzaak samenvalt met de langsrichting van het huis en waarbij het poortverbindingskanaal een kanaaldeel omvat dat zich uitstrekt van een omtrekswand van de stop tot een axiaal einde daarvan.

2. Stopkraan volgens conclusie 1, waarbij aan het huis twee diametraal tegenover elkaar liggende aansluitstompen en de axiale aansluitstomp zijn aangebracht.

3. Stopkraan volgens conclusie 1 of 2, waarbij de aansluitstompen uitgevoerd zijn als Luer-koppelingdelen.

4. Stopkraan volgens conclusie 2 en 3, waarbij van de diametraal tegenover elkaar liggende aansluitstompen er één uitgevoerd is als mannelijk Luer-koppelingdeel en de andere als vrouwelijk Luer-koppelingdeel en de axiale aansluitstomp uitgevoerd is als vrouwelijk Luer-koppelingdeel.

5. Stopkraan volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het zich van een omtrekswand van de stop tot een axiaal einde daarvan uitstrekkende kanaaldeel gevormd wordt door een in de stop aangebrachte groef.

6. Stopkraan volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de kamer rotatiesymetrisch is en de rotatieas zich in de langsrichting uitstrekt en waarbij de stop in de kamer verdraaibaar is om de rotatieas.

7. Stopkraan volgens conclusie 6, waarbij met de stop een bedieningsgreep is verbonden, die een maximale breedte heeft welke in hoofdzaak gelijk is aan de radiale dikte van het huis.

8. Stopkraan volgens conclusie 6 of 7, waarbij de bedieningsgreep zich in hoofdzaak in één radiale richting uitstrekt en zodanig met de stop is verbonden, dat een aan-sluitorgaan dat zich in dezelfde richting uitstrekt als de bedieningsgreep gesloten wordt gehouden.