NL9500291A - Machine voor het afgeven van voor consumptie geschikte warme dranken. - Google Patents

Description

Titel: Machine voor het afgeven van voor consumptie geschikte warme dranken

De uitvinding heeft betrekking op een machine voor het afgeven van voor consumptie geschikte warme dranken, voorzien van tenminste een drankafgifte-inrichting voor het afgeven van een warme basisdrank zoals koffie, thee en chocolademelk en tenminste een additief-afgifte-inrichting voor het afgeven van een eventueel aan de warme basisdrank toe te voegen additief zoals bijvoorbeeld melk, room en alcoholische dranken waarbij de machine voorts is voorzien van een hoofdafvoerkanaal met een inlaat en tenminste een uitlaat voor het afgeven van de warme drank in tenminste een houder waarbij de inlaat is verbonden met de drankafgifte-inrichting en het hoofdafvoerkanaal een uitstroomtraject vormt voor de basisdrank van de drankafgifte-inrichting naar de uit laat.

Dergelijke machines zijn op zich bekend en worden veelvuldig toegepast in bijvoorbeeld de horeca. In de Europese octrooiaanvrage 047272 wordt bijvoorbeeld een machine omschreven voor het bereiden van koffie. Hierbij bestaat de drankafgifte-inrichting uit een inrichting die geschikt is voor het afgeven van warme zwarte koffie. De additief-afgif te-inricht ing bestaat uit een inrichting die een emulgeereenheid omvat voor het afgeven van geschuimde melk. De basisdrank bestaat volgens het Europese octrooi derhalve uit zwarte koffie terwijl het additief bestaat uit geschuimde melk. In gebruik zal de drankafgifte-inrichting koffie afgeven die via het hoofdafvoerkanaal naar een onder de uitlaat geplaatste houder wordt getransporteerd. Het apparaat is voorts voorzien van een tweede hoofdafvoerkanaal dat met de additief-afgifte-inrichting is verbonden. De additief-afgifte-inrichting zal in gebruik geschuimde melk afgeven die via het tweede hoofdafvoerkanaal naar de genoemde houder wordt getransporteerd. De afgifte van geschuimde melk en zwarte koffie vindt hierbij gelijktijdig plaats. Deze op zich bekende machine heeft als nadeel dat een tweede hoofdafvoerkanaal aanwezig is voor het afgeven van de geschuimde melk. Een dergelijk tweede kanaal neemt veel ruimte in beslag en brengt bovendien een economisch nadeel met zich mee. Daarnaast is een machine volgens een dergelijk concept in het geheel ongeschikt om naar keuze meer additieven aan de basisdrank toe te voegen. Indien bijvoorbeeld eveneens een additief-afgifte-inrichting voor het afgeven van bijvoorbeeld room aanwezig zou zijn, zou dit betekenen dat een derde hoofdafvoerkanaal aanwezig zou moeten zijn voor het transporteren van de room naar de houder. In de regel zal bij een compacte machine geen plaats zijn voor een derde afvoerkanaal. Het zal duidelijk zijn dat in het geheel geen plaats is voor een vierde en vijfde afvoerkanaal wanneer de machine zou worden voorzien van nog andere additief-afgifte-inrichtingen. Een verder nadeel van de op zich bekende machine is dat het concept van de machine geheel inflexibel is. Hier wordt bedoeld dat een ontwerper in principe een geheel andere machine dient te ontwerpen wanneer bijvoorbeeld drie in plaats van één additief-afgifte-inrichting aanwezig zijn voor het naar keuze afgeven van verschillende additieven aan de basis. De uitvinding komt in al deze problemen tegemoet en heeft als kenmerk dat het hoofdafvoerkanaal is samengesteld uit een aantal in serie geschakelde modulen die ieder een deelkanaal met een hoofdinlaat en een hoofduitlaat omvatten waarbij van een eerste en tweede module die in serie met elkaar zijn verbonden, de hoofduitlaat van de eerste module vloeistofdicht met de hoofdinlaat van de tweede module is verbonden en waarbij de deelkanalen van de in serie geschakelde modulen het hoofdafvoerkanaal vormen waarbij voorts tenminste een module is uitgevoerd als een additief-module, die is voorzien van een in het deelkanaal van de additief-module uitmondend zijkanaal met een neveninlaat die met een additief-afgifte-inrichting is verbonden.

Overeenkomstig de uitvinding wordt het additief derhalve via althans een deel van het hoofdafvoerkanaal aan de tenminste ene houder toegevoerd. Ook wanneer de machine is voorzien van twee of meer additief-afgifte-inrichtingen kunnen de desbetreffende additieven via één en hetzelfde hoofdafvoerkanaal aan de houder worden toegevoerd. Doordat het hoofdafvoerkanaal geheel modulair is samengesteld uit modulen kan de machine naar wens van de koper in vele verschillende uitvoeringsvormen worden uitgevoerd zonder dat de noodzaak ontstaat om de gehele machine opnieuw te ontwerpen. De in serie geschakelde modulen zijn bij voorkeur van een standaard ontwerp zodat naar keuze op eenvoudige wijze een aantal modulen met elkaar kunnen worden gecombineerd voor het verkrijgen van een hoofdafvoerkanaal waaraan niet alleen de basisdrank maar eveneens verschillende additieven kunnen worden toegevoerd. De additieven zullen in de regel slechts een deel van het hoofdafvoerkanaal doorlopen gedurende hun transport naar de houder. De basisdrank zal echter het gehele afvoerkanaal doorlopen voor het transport naar de houder. Dit brengt als voordeel met zich mee dat de basisdrank eventuele additieven die achterblijven in een module, hetgeen het geval kan zijn omdat additieven veelal in slechts kleine hoeveelheden worden toegevoerd en bovendien veelal wat plakkerige eigenschappen hebben, meeneemt tijdens het transport naar de houder. De basisdrank zal immers een dergelijke stromingssnelheid hebben dat in de module achtergebleven additieven eventueel worden losgeweekt om vervolgens in opgeloste vorm met de stroom van de basisdrank te worden meegenomen.

Om van dit effekt optimaal gebruik te maken is de machine bij voorkeur voorts voorzien van een stuurinrichting die de drankafgifte-inrichting en de additief-afgifte-inrichting dusdanig bestuurt dat allereerst het vloeibare additief wordt toegevoerd aan de tenminste ene houder waarna vervolgens de basisdrank wordt toegevoerd aan de houder.

De machine volgens de uitvinding zal aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeeld zoals getoond in de tekening nader worden toegelicht. In de tekening toont: fig. 1 schematisch een mogelijke uitvoeringsvorm van de machine volgens de uitvinding; fig. 2 een uitvoeringsvorm van de koppeling tussen twee modulen volgens fig. 1; fig. 3 een voorkeursuitvoeringsvorm van een additief-module volgens fig. 1; fig. 4 een bijzondere uitvoeringsvorm van een module die een mengkamer omvat; fig. 5 een bovenaanzicht van een mogelijke uitvoeringsvorm van een module volgens de uitvinding; fig. 6 een zijaanzicht van de module volgens fig. 5; fig. 7 een alternatieve uitvoeringsvorm van een module te gebruiken in een machine volgens fig. 1; en fig. 8 een alternatieve uitvoeringsvorm van een deel van de machine volgens fig. 1.

In fig. 1 is met verwijzingscijfer 1 een uitvoeringsvorm van een machine voor het afgeven van voor consumptie geschikte warme dranken volgens de uitvinding getoond. In dit voorbeeld is de machine voorzien van een op zich bekende drankafgifte-inrichting 2 die geschikt is voor het afgeven van hete zwarte koffie aan een pijp 4. De inrichting is voorts voorzien van een hoofdafvoerkanaal 6 met een inlaat 8, een eerste uitlaat 10 en een tweede uitlaat 12. Het hoofdafvoerkanaal 6 strekt zich in het voorbeeld uit tussen de inlaat 8 enerzijds en de eerste en tweede uitlaat 10, 12 anderzijds. Het hoofdafvoerkanaal is in dit voorbeeld samengesteld uit een aantal modulen 14-24 die in serie zijn geschakeld. Ieder moduul omvat tenminste een hoofdinlaat 26 en tenminste een hoofduitlaat 28. In fig. 3 is dit voor de module 16 volgens fig. 1 in meer detail getoond. Voorts omvat iedere module een deelkanaal 30 dat zich uitstrekt tussen de hoofdinlaat 26 en de hoofduitlaat 28. Zoals uit de tekening blijkt zijn van een eerste en tweede module die in serie met elkaar zijn gekoppeld de hoofduitlaat 28 van de eerste module (bijvoor beeld module 18) met de hoofdinlaat van de tweede module (bijvoorbeeld module 20) verbonden. In dit voorbeeld is deze verbinding vloeistofdicht uitgevoerd met behulp van flexibele rubberen ringen 32. De deelkanalen van de mdoules 14-24 vormen tezamen - in combinatie - het genoemde hoofdafvoerkanaal 6.

In dit voorbeeld zijn de modulen 14, 15, 16, 18 en 20 uitgevoerd als wat hierna zal worden acngeduid een additief-moduul. Ieder additief-moduul is voorzien van een in het deelkanaal 30 van de additief-moduul uitmondend zijkanaal 34 met een neveninlaat 36 die met een additief-afgifte-inrich-ting is verbonden. In dit voorbeeld is de neveninlaat 36 van de additief-moduul 14 met een additief-afgifte-inrichtmg 38 verbonden die geschikt is voor het afgeven van geschuimde melk. De additief-afgifte-inrichting 38 is van een algemeen bekend type en bevat hiertoe een emulgeerinrichting 40 die in de tekening schematisch is weergegeven. Zoals uit de tekening blijkt is de additief-moduul 15 voorzien van een eerste zijkanaal 34 met een eerste neveninlaat 36 en een tweede zijkanaal 34' met een tweede neveninlaat 36'. we eerste neveninlaat 36 van de additief-moduul 15 is in dit voorbeeld voorzien van een additief-afgifte-inrichting 42 die geschikt is voor het afgeven van koffieroom. Voorts is de tweede neveninlaat 36' verbonden met een additief-afgifte-inrichting 44 die geschikt is voor het afgeven van hete melk. De neveninlaat 36 van de additief-moduul 16 is verbonden met een additief-afgifte-inrichting 44 voor het afgeven van whisky. Tenslotte zijn de neveninlaten 36 van de additief-modulen 18 en 22 respectievelijk verbonden met additief—afgifte-inrichtingen 48, 50 voor het afgeven van respectievelijk hete chocolademelk en tia maria. De machine is voorts nog voorzien van een stuurinrichting 52 die middels leidingen 54 de drankafgifte—inrichting 2 en de additief-afgifte-inrichtingen 38-50 stuurt.

Tenslotte is de machine nog voorzien van een invoerin-richting 56 waarmee een operateur kan invoeren welke hete drank door de machine 1 in in dit geval twee houders 58 en 60 dient te worden afgegeven. De werking van het systeem is als volgt. Een operateur voert bij bedieningspaneel 56 in dat bijvoorbeeld koffie met hete melk dient te worden afgegeven. Deze gegevens worden aan de stuureenheid 52 toegevoerd. De stuureenheid 52 stuurt vervolgens middels leiding 54 de additief-afgifte-inrichting 44 aan opdat deze een vooraf bepaalde hoeveelheid hete melk afgeeft. De hete melk stroomt vervolgens via het zijkanaal van de additief-module 15 naar het hoofdafvoerkanaal 6. Het zal duidelijk zijn dat de gedoseerde hoeveelheid hete melk door de module 24 in althans twee nagenoeg gelijke hoeveelheden wordt gesplitst zodat aan iedere houder 58, 60 via de uitlaten 10, 12 ongeveer een gelijke hoeveelheid hete melk wordt toegevoerd. Nadat de genoemde hoeveelheid hete melk is afgegeven stuurt de stuurinrichting 52 de drankafgifte-inrichting 2 aan die vervolgens een voorafbepaalde hoeveelheid zwarte koffie afgeeft. Deze zwarte koffie zal de deelkanalen 30 van alle modulen 14-24 doorlopen om tenslotte gelijkelijk verdeeld aan de beide houders 58 en 60 te worden toegevoerd. Eventuele resten hete melk die zich nog in eer. of meer van de modulen 15, 16, 18, 20, 22 of 24 bevinden zal door de hete koffie worden weggespoeld. Dit heeft uiteraard het voordeel dat geen smaakvermenging kan optreden wanneer een operateur vervolgens twee koppen koffie van een andere soort wil bereiden. Het moge duidelijk zijn dat op soortgelijke wijze koffie met geschuimde melk (cappuccino), koffie met room, koffie met whisky (Irish coffee), koffie-choco (koffie met chocolademelk) en koffie met tia maria kan worden bereid. Uiteraard is het eveneens mogelijk andere combinaties te bereiden zoals bijvoorbeeld koffie met daaraan toegevoegd whisky en chocolademelk. Het zal duidelijk zijn dat de inrichting volgens fig. 1 het voordeel heeft dat met relatief eenvoudige middelen een grote variëteit aan warme dranken kan worden bereid. Tevens is het mogelijk de machine 1 op eenvoudige wijze te modificeren opdat andere soorten warme drank kunnen worden afgegeven. Zo kan de drankafgifte-inrichting 2 bijvoorbeeld worden vervangen door een drankafgifte—inrichting die geschikt is voor het afgeven van hete thee of chocolademelk. In geval van hete thee kan de additief-afgifte-inrichting 38 bijvoorbeeld dusdanig worden uitgevoerd dat deze geschikt is voor het afgeven van citroensap. De additief-afgifte-inrichtingen 42, 46 en 48 kunnen bijvoorbeeld worden vervangen door inrichtingen die geschikt zijn voor het afgeven van andere voor thee gebruikelijke additieven zoals aardbeiensap, bessensap en appelsap. De additief-afgifte-inrichting 50 kan dan vervallen waarbij de neveninlaat 36 bijvoorbeeld met behulp van een afsluitdop kan worden afgesloten.

Overeenkomstig de uitvinding kan eveneens op zeer eenvoudige wijze een machine worden gebouwd die is afgestemd op de wens van de gebruiker. Immers naar keuze kunnen bijvoorbeeld een kleiner of groter aantal additief-modulen. worden gebruikt voor het samenstellen van een hoofdafvoerkanaal 6 met een aantal zijkanalen. In het bijzonder kunnen bijvoorbeeld additief-modulen 18 en 20 worden weggelaten waarbij de module 22 derhalve rechtstreeks aan de module 16 wordt bevestigd. Hierbij heeft een module 22 overigens alleen de functie van verlengstuk. Om het mogelijk te maken dat een groot aantal additief-afgifte-inrichtingen in een machine worden opgenomen kunnen de diverse zijkanalen 34 een ten opzichte van elkaar verschillende oriëntatie innemen. In het voorbeeld van fig. 1 hebben de zijkanalen van boven naar beneden gezien om en om een tegengestelde richting. Hierbij wordt het mogelijk gemaakt een aantal van de additief-afgifte-inrichtingen aan de linker zijde van het hoofdafvoer-kanaal 6 te plaatsen en een aantal van de additief-afgifte-inrichtingen aan de rechter zijde van het hoofdafvoerkanaal 6 te plaatsen. In dat geval kan worden voorzien in een machine die breder is in de richting X dan in de richting Y. Hierbij is de richting Z in de richting van het hoofdafvoerkanaal 6 getekend en zijn de richtingen X, Y en Z onderling loodrecht.

Natuurlijk kan eveneens een machine worden samengesteld waarbij de afgifte-inrichtingen 2, 38-50 evenredig zijn verdeeld rond het hoofdafvoerkanaal 6.

Fig. 2 toont een bijzondere uitvoeringsvorm van twee met elkaar gekoppelde modulen. De hoofdinlaat 26 van de eerste module 62 is voorzien van een manchet 64 waarin een uitlaatstuk van de hoofduitlaat 28 van de tweede module 66 is opgenomen. Tevens omvat het uitlaatstuk van de tweede module 66 een verjongd deel 68 dat zich vanaf het vrije uiteinde van het uitlaatstuk stroomopwaarts uitstrekt en dat zich althans voor een deel in de binnenzijde van de manchet 64 van de eerste module 62 uitstrekt. Tussen het verjongde deel en de manchet zijn in dit geval twee afdichtingsringen 70, 72 opgenomen, welke afdichtingsringen er voor zorgdragen dat de eerste en tweede module vloeistofdicht met elkaar zijn verbonden. Bovendien is de dikte van de afdichtingsringen dusdanig gekozen dat deze verklemd tussen de eerste en tweede modulen zijn opgenomen zodat beide modulen stevig aan elkaar zijn bevestigd. Wel zijn beide modulen in dit geval losmakelijk aan elkaar bevestigd hetgeen het voordeel biedt desgewenst de configuratie van de machine te veranderen dan wel de module te vervangen door een ander indien dit om wat voor reden dan ook gewenst is.

In fig. 3 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een additief-module 74 getoond die geschikt is om te worden toegepast in de machine van fig. 1. De diameter di van het deelkanaal 30 neemt stroomopwaarts van het zijkanaal 34 in stroomafwaartse richting toe totdat een maximale diameter dmax is bereikt. De minimale diameter di bedraagt do zoals het in de figuur is getoond. Dit heeft als voordeel dat de basisdrank het deelkanaal 30 zal doorstromen met een stromingsprofiel 76 zoals dit in fig. 3 is weergegeven. Hieruit blijkt dat eventuele resten 78 van additieven die zijn achtergebleven nabij het uiteinde van het zijkanaal 34 als basisdrank zullen worden meegenomen. Met andere woorden het uiteinde van het zijkanaal 34 zal door de basisdrank worden leeggezogen. Bij voorkeur zal het zijkanaal 34 zich vanaf zijn vrije uiteinde 80 uitstrekken in de richting van de hoofduitlaat 28 van de betreffende module (zie fig. 3). Hierdoor zal het leegstromen van het zijkanaal 34 tengevolge van de zwaartekrachtwerking verder worden vergemakkelijkt.

In fig. 4 wordt een samenstel van een additief-module 80, een module 82, een module 84 en een module 86 getoond dat te gebruiken is in de inrichting volgens fig. 1. De module 82 is in dit voorbeeld voorzien van een mengkamer 88 die zich stroomafwaarts van het zijkanaal 34 van de module 80 bevindt. Indien bijvoorbeeld de basisdrank 2 aan de hoofdinlaat 28 van de module 80 wordt toegevoerd terwijl min of meer gelijktijdig citroensap aan het zijkanaal 34 van de module 80 wordt toegevoerd zullen de basisdrank en het additief min of meer gelijktijdig in de mengkamer 88 terecht komen waar zij zich goed met elkaar kunnen vermengen. Dit effekt wordt in het voorbeeld nog versterkt doordat de module 84 een deelkanaal omvat met een plaatselijk verkleinde diameter. Dit heeft tot gevolg dat het debiet van de drank door de mengkamer 88 zal afnemen zodat de gemiddelde verblijfstijd van de drank in de mengkamer zal toenemen en het mengproces derhalve gedurende een langere periode kan plaatsvinden.

In de fign. 5 en 6 is een additief-module weergegeven die is voorzien van vier zijkanalen 34, 34', 34" en 34'''. Ieder zijkanaal 34 is voorzien van een manchet 90. Voorts blijkt uit fig. 5 dat de zijkanalen geleidelijk rond het deelkanaal 30 zijn verdeeld. In dit geval is het zijkanaal 34" afgesloten met een afsluitdop 92. Bovendien is het zijkanaal 34' loodrecht georienteerd ten opzichte van de lengterichting van het deelkanaal 60. Een eventueel via het zijkanaal 34' aan het deelkanaal 60 toegevoerde additief zal indien tegelijkertijd de basisvloeistof door het deelkanaal 30 stroomt een turbulente stroom tot gevolg hebben waardoor vermenging van de basisdrank en het additief wordt bevorderd.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de uitvoerings-voorbeelden die hierboven zijn besproken. Veel varianten zijn denkbaar binnen het concept van de uitvinding. Zo kan als in fig. 1 getoond het zijkanaal 34 van bijvoorbeeld de additief-module 14 zijn voorzien van een beluchtingspijp 94. De beluchtingspijp 94 maakt het mogelijk dat de vloeistof gemakkelijk door alle modules van de machine kan stromen.

Bij voorkeur is de module die voorzien is van een dergelijke beluchtingspijp aan de bovenzijde van het hoofdafvoerkanaal 6 gemonteerd.

De bevestiging van een eerste aan een tweede module kan eveneens op diverse manieren worden uitgevoerd. Hierbij kan eveneens worden gedacht aan schroefdraadbevestigingen, snelkoppelingbevestigingen en andere op zich bekende bevestigingen. Tevens kan de module 24 van de machine volgens fig. 1 worden vervangen door een module 96 zoals in fig. 7 getoond. In dat geval is de machine alleen geschikt om de warme drank aan een onder de uitlaat 10 van de module 96 geplaatste houder toe te voeren. Tevens is het mogelijk om de pijp 4 te vervangen door een T-stuk waarbij een eerste been van het T-stuk met de inlaat 18 is verbonden terwijl een tweede been met een drankafgifte-inrichting 2 is verbonden voor het afgeven van hete koffie en een derde been met een drankafgifte-inrichting 2' is verbonden voor het afgeven van thee (zie ook fig. 8). Het zal duidelijk zijn dat dan naar keuze koffie of thee als basisdrank aan het hoofdafvoerkanaal 6 kan worden toegevoerd. Beide drankafgifte-inrichtingen 2, 2' kunnen dienovereenkomstig via leiding 54 door de stuureenheid 52 worden aangestuurd. Aan beide basisdranken kunnen additieven worden toegevoegd zoals dat hiervoor is omschreven. Deze en andere voor de hand liggende varianten worden alle geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

Claims (17)

1. Machine voor het afgeven van voor consumptie geschikte warme dranken, voorzien van tenminste een drankafgifte-inrichting voor het afgeven van een warme basisdrank zoals koffie, thee en chocolademelk en tenminste een additief-afgifte-inrichting voor het afgeven van een eventueel aan de warme basisdrank toe te voegen additief zoals bijvoorbeeld melk, room en alcoholische dranken waarbij de machine voorts is voorzien van een hoofdafvoerkanaal met een inlaat en tenminste een uitlaat voor het afgeven van de warme drank in tenminste een houder waarbij de inlaat is verbonden met de drankafgifte-inrichting en het hoofdafvoerkanaal een uitstroomtrajeet vormt voor de basisdrank van de drankaf-gifte-inrichting naar de uitlaat, met het kenmerk, dat het hoofdafvoerkanaal is samengesteld uit een aantal in serie geschakelde modulen die ieder een deelkanaal met een hoofdinlaat en een hoofduitlaat omvatten waarbij van een eerste en tweede module die in serie met elkaar zijn verbonden, de hoofduitlaat van de eerste module vloeistofdicht met de hoofdinlaat van de tweede module is verbonden en waarbij de deelkanalen van de in serie geschakelde modulen het hoofdafvoerkanaal vormen waarbij voorts tenminste een module is uitgevoerd als additief-module die is voorzien van een in het deelkanaal van de additief-module uitmondend zijkanaal met een neveninlaat die met een additief-afgifte-inrichting is verbonden.

2. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hoofdinlaat van de eerste module een manchet omvat waarin een uitlaatstuk van de tweede module is opgenomen.

3. Machine volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het uitlaatstuk van de tweede module een verjongd deel omvat dat zich vanaf het vrije uiteinde van het uitlaatstuk stroomopwaarts uitstrekt en dat zich althans voor een deel in de binnenzijde van de manchet van de eerste module uitstrekt.

4. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen het verjongde deel en de manchet van twee in serie met elkaar verbonden modulen tenminste een afdichtingsring is opgenomen.

5. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de diameter van het deelkanaal van de tenminste ene additief-module stroomopwaarts van het zijkanaal in stroomafwaartse richting afneemt.

6. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het zijkanaal van de tenminste ene additief-module een scherpe hoek maakt met het deelkanaal van deze module.

7. Machine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het zijkanaal zich vanaf zijn vrije uiteinde uitstrekt in de richting van de hoofduitlaat van de tenminste ene additief-module .

8. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een deelkanaal van tenminste een module is voorzien van een mengkamer.

9. Machine volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de mengkamer zich stroomafwaarts van een zijkanaal bevindt.

10. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een deelkanaal van tenminste een module eer. plaatselijk verkleinde diameter omvat.

11. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voorts is voorzien in een scheidingsmodule die is voorzien van een inlaat en een eerste en tweede uitlaat voor het gescheiden afgeven van warme drank aan twee houders.

12. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste een additief-module tenminste twee zijkanalen omvat.

13. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de machine tenminste twee additief-modulen omvat.

14. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste een additief-module een zijkanaal met een beluchtingspijp omvat.

15. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de machine voorts is voorzien van een stuurinrichting die de drankafgifte-inrichting en de additief-afgifte-inrichting dusdanig stuurt dat allereerst het additief wordt toegevoerd aan de tenminste ene houder waarna vervolgens de basisdrank wordt toegevoerd aan de houder.

16. Machine volgens een der vooraande conclusies, met het kenmerk, dat de tenminste ene additief-cfgifte-inrichting een vloeibaar additief afgeeft.

17. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat modulen losmakelijk met elkaar zijn verbonden.