NL9420037A - Verbeteringen van en betreffende verpakkingen van voedsel. - Google Patents

Description

Verbeteringen van en betreffende verpakkingen van voedsel.

De uitvinding heeft betrekking op verpakkingen van voedsel bijvoorbeeld lunchverpakkingen of verpakkingen omvattende delen van biscuits, cakedelen of snackvoedsel.

De uitvinding voorziet in een voedselverpakking die twee houders omvat waarbij iedere houder een veelheid van voedsel omvattende zakken heeft, waarbij de monden van de zakken van iedere houder in hoofdzaak in één vlak liggen, waarbij de zakken van iedere houder zich aan dezelfde zijde van het vlak uitstrekken waarin de monden van deze zakken zijn gelegen en waarbij de monden van de zakken van iedere houder zijn afgedicht door middel van een folie die klevend met de houder is verbonden rond de monden van de zakken, en middelen die de twee houders op een zodanige wijze losneembaar met elkaar verbinden dat de afdichtende folie van de ene houder aanligt tegen de afdichtende folie van de andere houder.

Het zal duidelijk zijn dat in een samengestelde verpakking, de zakken van de twee houders zich uitstrekken vanaf het vlak waar de afdichtende folie van één houder aanligt tegen de afdichtende folie van de andere houder, waarbij de zakken van één houder zich aan één zijde van het vlak uitstrekken en de zakken van de andere houder zich aan de andere zijde van dat vlak uitstrekken. Dus wordt in de samengestelde verpakking de afdichtende folie van iedere houder beschermd door de andere houder. Deze bescherming is het best indien, hetgeen de voorkeur verdient, de aanliggende vlakken van de houder in hoofdzaak dezelfde afmeting en vorm hebben, en de twee houders op een zodanige wijze losneembaar met elkaar zijn verbonden dat de twee vlakken in hoofdzaak gelijkvallen.

Indien het gewenst is de verpakking te openen, worden de bevestigingsmiddelen losgenomen zodat de twee houders ten opzichte van elkaar kunnen worden bewogen zodat de afdichtende folies worden ontbloot. Daarna kan toegang tot de voedselprodukten die in één of meer zakken zijn omvat worden verkregen door de afdichtende folie, die de mond van ieder van de desbetreffende zakken afdicht, terug te pellen of op een andere wijze te verwijderen of te scheuren.

Op voordelige wijze omvatten de losneembare afdichtmiddelen een wikkel van een flexibel bladmateriaal dat bij voorkeur karton is en dat zich rond de twee houders uitstrekt en waarvan één einddeel los- neembaar is verbonden met het andere einddeel. Bij voorkeur is één einddeel van de wikkel» indien het bladmateriaal karton is, voorzien van een sleuf en heeft het andere einddeel een tong die losneembaar is verbonden met de sleuf.

Iedere houder kan zakken hebben die in ten minste twee parallelle rijen zijn opgesteld. Bijvoorbeeld kunnen de zakken zijn opgesteld in twee parallelle rijen. Bij voorkeur echter omvat de houder verscheidene, bij voorkeur drie zakken die in een enkele rij zijn opgesteld. Eveneens is iedere houder bij voorkeur Voorzien van verzwakkingslijnen tussen naburige zakken zodat de houder in afgedichte zakken uiteen kan worden genomen die onderling niet zijn verbonden. De twee houders hebben bij voorkeur in hoofdzaak een gelijke afmeting en vorm.

Wanneer iedere houder verscheidene zakken omvat die in een enkele rij zijn opgesteld, is het losneembare bevestigingsmiddel bij voorkeur een wikkel uit een flexibel bladmateriaal dat zich in een richting rond de houders uitstrekt die dwars op de richting ligt waarin de rijen van zakken zich uitstrekken. De wikkel beperkt of voorkomt dat relatieve beweging tussen de twee houders in een richting in het vlak waarin de twee houders aanliggen en dwars op de richtingen waarin de rijen van zakken zich uitstrekken. Om eveneens een relatieve beweging tussen de twee houders in dat vlak te beperken of te voorkomen, en in een richting parallel aan de richtingen waarin de rijen van zakken zich uitstrekken, is het van voordeel wanneer het flexibele bladmateriaal waaruit de wikkel is gemaakt is voorzien van lippen die zich in de ruimtes tussen twee naburige zakken uitstrekken, waarbij ten minste één lip zich in een ruimte tussen twee zakken van één houder uitstrekt en ten minste één lip zich in de ruimte tussen twee zakken van de andere houder uitstrekt.

De zakken van de houders zijn op voordelige wijze vervaardigd door vervorming, bijvoorbeeld door vormgieten door middel van blazen van een blad uit een kunststofmateriaal, van welk blad onvervormde delen de monden van de zakken omgeven en tevens zijn verbonden met de afdichtende folie.

De verpakking van voedsel volgens de uitvinding is nuttig voor een verscheidenheid aan verschillende voedselprodukten en kan verschillende voedselprodukten in verschillende zakken omvatten. Het is echter met name nuttig indien de voedselprodukten biscuits of stukken cake zijn. De uitdrukking "stukken cake" wordt in de beschrijving toegepast om niet alleen stukken aan te duiden die van een cake zijn gesneden of op andere wijze daarvan zijn afgescheiden, maar eveneens stukken die afzonderlijk zijn vervaardigd, bijvoorbeeld stukken die bekend staan als "Jaffa-cakes". De cakestukken of biscuits kunnen een kleinere afmeting hebben dan overeenkomstige voedselprodukten die in bekende dozen of andere verpakkingen worden verkocht.

Eén uitvoering van een voedselverpakking volgens de uitvinding zal nu worden beschreven bij wijze van voorbeeld onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen waarin: figuur 1 een perspectivisch aanzicht is van de samengestelde verpakking; figuur 2 een perspectivisch aanzicht is van één van de twee houders in de verpakking; figuur 3 een aanzicht is volgens figuur 2 maar waarbij één zak van de houder gedeeltelijk is geopend; figuur 4 een zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede is van de houder getoond in figuur 2; figuur 5 een eindaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede is van de houder getoond in figuur 2; figuur 6 een onderaanzicht is van de houder getoond in figuur 2; figuur 7 een zijaanzicht is van de verpakking maar met de wikkel verwijderd; figuur 8 een eindaanzicht is van de verpakking maar met de wikkel verwijderd; figuur 9 een bovenaanzicht is van de samengestelde verpakking; figuur 10 een dwarsdoorsnede is langs de lijn A-A in figuur 9; en figuur 11 een bovenaanzicht is van de plano waaruit de wikkel wordt gevormd.

Allereerst, onder verwijzing naar figuur 1 van de bijgevoegde tekeningen, bestaat de verpakking uit twee gelijksoortige houders die in het algemeen zijn aangegeven door respectievelijk verwijzingscij-fers 1 en 2 en een wikkel die in het algemeen is aangegeven door het verwijzingscijfer 3 en die ertoe dient de twee houders samen te bevestigen terwijl zij losneembaar zijn zodat zij kunnen worden gescheiden.

Onder verwijzing naar figuren 2 tot 6 omvat de houder 1 drie zakken 4, 5 en 6 die a an elkaar gelijk zijn en die naast elkaar in een rij zijn opgesteld. Zij zijn vervaardigd door vormgieten door middel van blazen van een vlak blad van een kunststofmateriaal. Het deel 7 van dat blad dat onvervormd blijft is getoond bij 7. (zie bijvoorbeeld figuur 6). De zakken 4, 5 en 6 zelf zijn aan de bovenkant geopend. De open bovenzijden of monden van de zakken 4, 5 en 6 liggen in het vlak van het blad 7 en zijn daarom coplanair. Het blad 7 ie voorzien van twee respectieve verzwakkingenjnen 8 en 9. waarbij de lijn 8 zich over de breedte van het blad tussen de zakken 4 en 5 uitstrekt en de lijn 9 zich over de breedte van het blad tussen de zakken 5 en 6 uitstrekt.

Wanneer het voedselprodukt of produkten (biscuits 10 die schematisch zijn aangegeven door middel van de stippellijnen in figuren 4 en 5) in de zakken 4, 5 en 6 zijn geplaatst, worden de monden van deze zakken afgedicht door een folie 11 uit afdichtmateriaal die zich over het gehele onvervormde deel van het bovenste oppervlak van het blad 7 uitstrekt en daarmee klevend wordt verbonden.

De tweede houder 2, die dezelfde afmeting, vorm en constructiewij-ze toont als de eerste houder 1 in de samengestelde verpakking, wordt omgekeerd en uitgelijnd op de eerste houder 1 (zie figuren 7 en 8) geplaatst. Op deze wijze worden de buitenste oppervlakken van de twee afdichtende folies 11 op elkaar geplaatst. De twee houders worden losneembaar in die opstelling bevestigd door de wikkel 3*

De wikkel 3 is uitgevoerd (zie figuur 11) met een sleuf 12 die kan worden verbonden met een tong 13 om de twee einddelen van de wikkel onderling te bevestigen. Wanneer de twee einddelen van de wikkel 3 onderling op deze wijze zijn bevestigd, zijn de houders 1 en 2 beveiligd tegen een relatieve beweging in een richting loodrecht op de vlakken van de afdichtfolies 11 en eveneens in een richting parallel aan de vlakken van de af dichtf olies maar loodrecht op de richting waarin de rijen van zakken 4, 5 en 6 zich uitstrekken.

De wikkel 3 is eveneens voorzien van twee paar lippen 14 en 15. Eén lip 14 van een paar strekt zich in de ruimte tussen de zakken 4 en 5 van de houder 1 uit en de andere lip 14 van dat paar strekt zich uit in de ruimte tussen de zakken 5 en 6 van de houder 1. Op gelijke wijze strekt één lip 15 van het andere paar zich in de ruimte tussen de zakken 4 en 5 van de houder 2 uit en de andere lip 15 van dat andere paar strekt zich uit in de ruimte tussen de zakken 5 en 6 van de houder 2. De lippen 14 en 15 voorkomen relatieve beweging tussen de houders 1 en 2 in een richting die parallel is aan vlakken van de afdichtende folies en in de richting waarin de rijen van zakken 4, 5 en 6 zich uitstrekken. Wanneer de wikkel 3 dus op zijn plaats is en de einddelen daarvan losneembaar met elkaar zijn verbonden doordat de tong 13 is verbonden met de sleuf 12. worden de houders 1 en 2 in hoofdzaak op één lijn met elkaar gehouden en zijn de twee afdichtfo-lies 11 aan het zicht onttrokken en beschermd tegen beschadiging.

Tijdens gebruik wordt de tong 13 uit de sleuf 12 losgelaten zodat de wikkel 3 kan worden verwijderd en de twee houders 1 en 2 van elkaar kunnen worden gescheiden om de afdichtstroken 11 bloot te geven. Indien gewenst kunnen de zakken 5 en 6, van ieder van de houders 1 en 2 van elkaar worden gescheiden zonder de afdichting te scheuren door het breken van de kunststofbladen 7 langs de verzwakkingslijnen 8 en 9. De afdichtfolies 11 kunnen dan worden verwijderd door deze bijvoorbeeld daar vanaf te pellen zoals aangegeven in figuur 3· Indien gewenst kan iedere afdichtfolie 11 zijn voorzien van een treklip om het afpellen te vergemakkelijken (niet getoond) die zich voorbij de omtrek van het desbetreffende kunststofblad 7 kan uitstrekken of gewoon niet klevend kan zijn verbonden met het kunststofblad.

Het zal duidelijk zijn dat de twee houders 1 en 2, hoewel zij zijn uitgevoerd als een verpakking zoals wordt beschreven onder verwijzing naar de tekeningen, afzonderlijk zijn en alleen worden samengehouden door de losneembare bevestigingsmiddelen, en zij samen rond een rand kunnen worden gescharnierd. In dat geval kunnen de losneembare bevestigingsmiddelen eveneens zijn uitgevoerd als een losneembare klem die is ingericht om de twee houders 1 en 2 met elkaar te verbinden langs de rand die is verwijderd van de rand waarlangs zij kunnen scharnieren.

Eveneens zouden de losneembare bevestigingsmiddelen in plaats van de wikkel 3. kunnen worden vervangen door bijvoorbeeld linten (die zouden kunnen worden losgeknoopt) of elastiek (dat zou kunnen worden uitgerekt), waarvan één zich rondom het "middel" tussen de twee zakken A en de twee zakken 5 en de andere zich rondom tussen de twee zakken 5 en de twee zakken 6 zou uitstrekken.

Claims (11)

1. Verpakking voor voedsel omvattende twee houders, waarbij iedere houder een veelheid van voedsel omvattende zakken heeft, waarbij de monden van de zakken van iedere houder in hoofdzaak in één vlak liggen, waarbij de zakken van iedere houder zich aan dezelfde zijde van het vlak uitstrekken dat de monden van deze zakken omvat, en waarbij de monden van de zakken van iedere houder zijn afgedicht door middel van een folie dat klevend met de houder is verbonden rondom de monden van de zakken, en middelen die de twee' houders op een zodanige wijze losneembaar bevestigen dat de afdichtfolie van één houder aanligt tegen de afdichtfolie van de andere houder.

2. Verpakking voor voedsel volgens conclusie 1 waarbij de aanliggende vlakken van de houders in hoofdzaak dezelfde afmeting en vorm hebben, en de twee houders op een zodanige wijze losneembaar met elkaar zijn verbonden dat de twee vlakken in hoofdzaak samenvallen.

3· Verpakking voor voedsel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de losneembare bevestigingsmiddelen een wikkel van een flexibel bladmate-riaal omvatten die zich rond de twee houders uitstrekt en waarvan één einddeel losneembaar is verbonden met het andere einddeel. Verpakking voor voedsel volgens één der conclusies 1 tot 3 waarbij iedere houder verscheidene zakken heeft die in een enkele rij zijn opgesteld.

5. Verpakking voor voedsel volgens conclusie 4 waarbij iedere houder drie zakken omvat die in een enkele rij zijn opgesteld.

6. Verpakking voor voedsel volgens één der conclusies 1 tot 3 waarbij iedere houder zakken omvat die in ten minste twee parallelle rijen zijn opgesteld.

7. Verpakking voor voedsel volgens conclusie 6 waarbij de zakken in twee parallelle rijen zijn opgesteld.

8. Verpakking voor voedsel volgens één der conclusies 1 tot 7 waarbij iedere houder verzwakkingslijnen heeft tussen naburige zakken zodat de houder uiteen kan worden gebroken in afgedichte zakken die niet onderling zijn verbonden.

9· Verpakking voor voedsel volgens één der conclusies 1 tot 8 waarbij de twee houders in hoofdzaak een gelijke afmeting en vorm hebben.

10. Verpakking voor voedsel volgens één der conclusies 1 tot 9, waarbij de zakken van iedere houder zijn vervaardigd door het vervor- men van een blad van een kunststofmateriaal, van welk blad de niet-vervormde delen de monden van de zakken omgeven en klevend zijn verbonden met de afdichtfolle.

11. Verpakking voor voedsel volgens conclusie 10 waarbij de vervorming van het blad uit kunststofmateriaal wordt uitgevoerd door vormgieten door middel van blazen.

12. Verpakking voor voedsel volgens conclusie 11 waarbij de voed-selprodukten biscuits of cakestukken zijn.