NL1002298C2 - Werkwijze voor het verpakken van plakjes vleeswaar, alsmede verpakking van plakjes vleeswaar. - Google Patents

Description

Titel: Werkwijze voor het verpakken van plakjes vleeswaar, alsmede verpakking van plakjes vleeswaar.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verpakken van plakjes vleeswaar en dergelijke, alsmede op een verpakking voor plakjes vleeswaar.

Vleeswaar wordt gebruikelijk verkocht in de vorm van 5 plakjes, die in een zakje, op een bakje, schotel of dergelijke liggend verpakt en verkocht worden. Ofschoon plakjes vleeswaar veelal gekocht worden als broodbeleg, worden de plakjes in toenemende mate ook als hapje tussendoor (snack) genuttigd.

10 Derhalve bestaat behoefte aan plakjes vleeswaren, die zodanig verpakt zijn, dat de plakjes als snacks te koop kunnen worden aangeboden.

De uitvinding beoogt in de geschetste behoefte te voorzien. Hiertoe wordt volgens de uitvinding een werkwijze 15 voor het verpakken en voor verkoopdoeleinden uitstallen van vleeswaar en dergelijke, waarbij de vleeswaar tot plakjes wordt gesneden daardoor gekenmerkt, dat uit de plakjes vleeswaren als rolletjes gevormde snacks worden vervaardigd en dat de rolletjes in afzonderlijke compartimenten van een 20 verpakking worden geplaatst, die op in zichzelf bekende wijze gevormd is uit een eerste folie en een tweede folie, waarbij tenminste één der folies is voorzien van één of meer langwerpige compartimenten, die elk geschikt zijn om tenminste één rolletje op te nemen, en die door de andere 25 folie wordt afgesloten.

Opgemerkt wordt, dat uit de Franse octrooiaanvrage 2610300 een blisterverpakking bekend is met een aantal compartimenten, die van elkaar gescheurd kunnen worden. De gedachte om rolletjes vleeswaar, al dan niet gevuld of 30 dergelijke als snack te presenteren in een verpakking met compartimenten is echter in de Franse octrooiaanvrage 2610300 niet beschreven.

In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening van 35 een uitvoeringsvoorbeeld.

100229 8 -2-

Figuur 1 toont schematisch in bovenaanzicht een voorbeeld van een verpakking volgens de uitvinding; figuur 2 toont een doorsnede langs de lijn II-II in f iguur 1; en 5 figuur 3 en figuur 4 tonen schematisch in perspectief in boven- respectievelijk onderaanzicht een variant van de verpakking van figuur 1.

Figuur 1 toont schematisch in bovenaanzicht een voorbeeld van een verpakking 1 volgens de uitvinding voor 10 vleeswaar, en figuur 2 toont een doorsnede langs de lijn II -II in figuur 1. De vleeswaar bestaat uit plakjes, die echter niet, zoals gebruikelijk, in een min of meer vlak liggende toestand zijn verpakt, doch die zijn opgerold tot zogenaamde vleesrolletjes 2 t/m 5 en in die vorm in afzonderlijke 15 compartimenten 6 t/m 11 van de verpakking 1 zijn verpakt. In de in de figuren 1 en 2 getoonde situatie zijn de vleesrolletjes uit de compartimenten 9 en 11 reeds door de consument verwijderd.

Elk compartiment kan één of meerdere opgerolde plakjes 20 bevatten, waarbij de plakjes in een compartiment zowel gezamenlijk als afzonderlijk opgerold kunnen zijn. Ook is een combinatie van verschillende vleessoorten of van één of meer vleessoorten met andere waar, bijvoorbeeld kaas, asperge, mogelijk. De verschillende vleessoorten en/of andere waar 25 kunnen zich in verschillende compartimenten van de verpakking 1 bevinden, doch kunnen ook desgewenst gezamenlijk in eenzelfde compartiment zijn verpakt. In het getoonde voorbeeld omvat compartiment 6 een ander type waar dan de compartimenten 2,4 en 5, zoals met behulp van een afwijkende 30 arcering is aangegeven.

De verpakking zelf omvat een bekende kunststof onderfolie 12, die op één der daartoe bekende wijzen, bijvoorbeeld een vacuumvormtechniek, is voorzien van een aantal uithollingen overdwars, die de compartimenten 6 t/m 11 35 vormen en die van elkaar zijn gescheiden door smalle in hoofdzaak vlakke tussenstroken 13 van de onderfolie. De verpakking omvat voorts een bovenfolie 14, die de open 10 022: !j -3- bovenzijde van de compartimenten afdekt en die op één der daartoe bekende wijzen aan de onderfolie is bevestigd ter plaatse van de tussenstroken 13, de eindranden 15,16 en de in het getoonde voorbeeld toegepaste langsranden 17,18.

5 De bovenfolie is bij voorkeur gasdicht op de onderfolie bevestigd door toepassing van bijvoorbeeld een hot melt techniek of een lijmtechniek of door samensmelten. Ook een combinatie van beide technieken is mogelijk. De verpakking kan al dan niet hersluitbaar zijn uitgevoerd. De bovenfolie 10 is bij voorkeur niet alleen Icings de buitenranden, maar ook ter plaatse van ten minste een aantal tussenstroken gasdicht aan de onderfolie gehecht, zodat de compartimenten of groepen compartimenten volledig van elkaar gescheiden zijn. De inhoud van het ene compartiment of de ene groep compartimenten kan 15 dan niet de inhoud van een naburig compartiment of een naburige groep compartimenten beïnvloeden. Dit biedt ook de mogelijkheid om een bepaald compartiment of een bepaalde groep compartimenten te openen zonder dat de andere compartimenten ook geopend worden.

20 De bovenfolie kan ter plaatse van de tussenstroken tussen de compartimenten of eventueel ter plaatse van de zich tussen verschillende groepen compartimenten bevindende tussenstroken zijn voorzien van een verzwakking, zoals bijvoorbeeld rillijnen of perforatielijnen 19 of een op 25 andere wijze gevormde verzwakkingszone. Indien de bovenfolie voorts ter plaatse van elk compartiment (of groep compartimenten) is voorzien van een treklip, zoals in figuur 1 bij 20 aangegeven, kan op eenvoudige wijze elk compartiment of elke groep compartimenten afzonderlijk geopend worden. De 30 treklip kan bestaan uit een niet aan de onderfolie gehecht gedeelte van de bovenfolie, zoals in figuur 1, of uit een buiten de onderfolie stekende lip, op soortgelijke wijze als in de uitvoeringsvorm van de figuren 3 en 4 getoond. Voorts is het mogelijk ook de onderfolie van een corresponderende 35 lip te voorzien, die via een breeklijn met de rest van de onderfolie is verbonden en na het verbreken van de verbinding met de rest van de onderfolie samen met de op de breeklip 10 02296.

-4- gehechte lip van de bovenfolie een treklip vormt. Voorts is het mogelijk een treklip toe te passen van de in de Nederlandse octrooiaanvrage 1001185 beschreven soort.

De onderfolie 12 kan in een alternatieve 5 uitvoeringsvorm ter plaatse van een aantal tussenstroken 13 zijn voorzien van een zich in het midden van de tussenstroken en in de lengterichting daarvan uitstrekkende breeklijn, bijvoorbeeld een dunner gedeelte of een reeks van al dan niet door het materiaal heen gaande perforaties. Dergelijke 10 breeklijnen maken het mogelijk een compartiment of een groep compartimenten van de rest van de verpakking los te breken om de inhoud te nuttigen, terwijl de rest van de verpakking ongeschonden blijft en verder bewaard kan woren.

De verpakking kan een zogenaamde gasverpakking zijn, 15 hetgeen betekent dat de compartimenten met zuurstofarme lucht of een ander geschikt gas zijn gevuld om de houdbaarheid van de vleesrolletjes te vergroten.

De verpakking kan desgewenst ook vleesvreemde produkten, bijvoorbeeld kaas of augurk, bevatten. De 20 verpakking kan voorts liggend met de bovenfolie boven, zoals getoond in figuur 3 of met de onderfolie boven, zoals getoond in figuur 4 in de winkel worden gerepresenteerd, doch een staande of hangende presentatie is ook mogelijk. In het laatste geval kan een ophangoog zijn voorzien in één der 25 eindranden 15 of 16.

In de in de figuren 3 en 4 getoonde uitvoeringsvorm heeft de onderfolie geen of zeer smalle langsranden en heeft de bovenfolie aan beide langsranden ter hoogte van elk compartiment (of groep compartimenten) een tot voorbij de 30 onderfolierand reikende treklip 30,31. In figuur 3 zijn de compartimenten 32,33 reeds geopend door het lostrekken van de bovenfolie en is de inhoud van deze compartimenten verwijderd.

De in de tekeningen getoonde voorbeelden van de 35 verpakking volgens de uitvinding hebben elk zes compartimenten. Vanzelfsprekend kan een verpakking meer of minder compartimenten of groepen compartimenten bevatten. Het 1 0 02 298.

-5- is mogelijk dat de verpakking slechts één groep compartimenten bevat, waarvan de compartimenten al dan niet gasdicht van elkaar gescheiden kunnen zijn, of dat de verpakking zelfs maar één compartiment bevat. Ook is het niet 5 noodzakelijk dat de bovenfolie in hoofdzaak vlak is. De bovenfolie zou bijvoorbeeld uitstulpingen naar buiten kunnen hebben, ofschoon een dergelijke verpakking natuurlijk wel lastiger te maken en duurder is. Voorts kunnen de tussenstroken zeer smal zijn, zodat de compartimenten 10 (nagenoeg) tegen elkaar liggen. Deze en soortgelijke modificaties worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

10 0223?,

Claims (25)

1. Werkwijze voor het verpakken en voor verkoopdoeleinden uitstallen van vleeswaar en dergelijke, waarbij de vleeswaar tot plakjes wordt gesneden, met het kenmerk, dat uit de plakjes vleeswaren als rolletjes 5 gevormde snacks worden vervaardigd en dat de rolletjes in afzonderlijke compartimenten van een verpakking worden geplaatst, die op in zichzelf bekende wijze gevormd is uit een eerste folie en een tweede folie, waarbij tenminste één der folies is voorzien van één of meer langwerpige 10 compartimenten, die elk geschikt zijn om tenminste één rolletje op te nemen, en die door de andere folie wordt afgesloten.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de beide folies tenminste langs de omtreksrand van de van 15 compartimenten voorziene folie gasdicht op elkaar worden bevestigd.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat tenminste één der folies wordt voorzien van tenminste één treklip voor het openen vein de verpakking.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat voor elk compartiment of voor elke groep van een aantal naast elkaar gelegen compartimenten een treklip wordt aangebracht.

5. Werkwijze volgens één der conclusies 1 t/m 4, met 25 het kenmerk, dat één der folies ter plaatse van tenminste één tussen de compartimenten liggend strookvormig deel is voorzien van een verzwakkingszone, die zich langs het betreffende strookvormige deel uitstrekt.

6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met 30 het kenmerk, dat in één verpakking meerdere soorten vleeswaar worden geplaatst.

7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in één verpakking behalve één of meerdere soorten vleeswaar ook vleesvreemde waar wordt geplaatst. '002298 -7-

8. Werkwijze volgens één der conclusies 3 t/m 7, met het kenmerk, dat althans een aantal van de strookvormige delen tussen de compartimenten zo smal worden uitgevoerd, dat de compartimenten zeer dicht naast elkaar liggen.

9. Werkwijze volgens één der conclusies 3 t/m 8, met het kenmerk, dat één der folies ter plaatse van tenminste één der tussen de compartimenten liggende strookvormige delen is voorzien van een verzwakkingszone, die zich langs de betreffende strookvormige delen uitstrekt.

10. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in één verpakking meerdere soorten vleeswaar worden geplaatst.

11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in één verpakking behalve één of 15 meerdere soorten vleeswaar ook vleesvreemde waar wordt geplaatst.

12. Verpakking voor plakjes vleeswaar gevormd uit twee op elkaar bevestigde folies, waarbij tenminste één der folies een voorgevormde folie is, met het kenmerk, dat de 20 voorgevormde folie is voorzien van een aantal langwerpige holtes, die compartimenten vormen voor het opnemen van opgerolde plakjes vleeswaar, waarbij de holtes door de andere folie worden afgedekt.

13. Verpakking volgens conclusie 12, met het kenmerk, 25 dat de langwerpige holtes een aantal in de lengterichting naast elkaar liggende holtes omvatten, die door in hoofdzaak vlakke tussenstroken van de voorgevormde folie van elkaar zijn gescheiden.

14. Verpakking volgens conclusie 13, met het kenmerk, 30 dat althans een aantal tussenstroken in hoofdzaak in één vlak ligt met de omtreksrand van de voorgevormde folie.

15. Verpakking volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat tenminste een aantal tussenstroken zeer smal is uitgevoerd.

16. Verpakking volgens één der conclusies 13 t/m 15, met het kenmerk, dat tenminste een aantal tussenstroken is 10 02 2 98, -8- voorzien van een zich in de langsrichting van de tussenstroken uitstrekkende verzwakkingszone.

17. Verpakking volgens één der conclusies 12 t/m 16, met het kenmerk, dat de van holtes voorziene folie en de 5 andere folie ter plaatse van een omtreksrand van de verpakking gasdicht op elkaar zijn bevestigd.

18. Verpakking volgens één der conclusies 13 t/m 17, met het kenmerk, dat de folies ter plaatse van tenminste een aantal tussenstroken gasdicht op elkaar zijn bevestigd.

19. Verpakking volgens één der conclusies 13 t/m 18, met het kenmerk, dat de andere folie ter plaatse van tenminste een aantal tussenstroken is voorzien van een zich langs de tussenstroken uitstrekkende verzwakkingszone.

20. Verpakking volgens één der conclusies 12 t/m 19, 15 met het kenmerk, dat de andere folie een in hoofdzaak vlakke folie is.

21. Verpakking volgens één der conclusies 12 t/m 20, met het kenmerk, dat de de compartimenten afdekkende folie ter plaatse van tenminste een aantal compartimenten of 20 groepen van compartimenten is voorzien van een treklip.

22. Verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de compartimenten met een zuurstofarm gas zijn gevuld.

23. Verpakking volgens één of meer der conclusies 12 25 t/m 22, met het kenmerk, dat tenminste een aantal compartimenten tenminste een opgerold plakje vleeswaar bevat.

24. Verpakking volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de verpakking meer dan één soort vleeswaar bevat.

25. Verpakking volgens conclusie 23 of 24, met het 30 kenmerk, dat de verpakking behalve vleeswaar nog één of meer andere produkten bevat. 100229b. *