NL9402219A - Device for manufacturing plastic products by injection molding. - Google Patents

Device for manufacturing plastic products by injection molding. Download PDF

Info

Publication number
NL9402219A
NL9402219A NL9402219A NL9402219A NL9402219A NL 9402219 A NL9402219 A NL 9402219A NL 9402219 A NL9402219 A NL 9402219A NL 9402219 A NL9402219 A NL 9402219A NL 9402219 A NL9402219 A NL 9402219A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mold
products
cores
molded
injection molding
Prior art date
Application number
NL9402219A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Hendrikus Johannes Theo Albers
Dirk Van Manen
Original Assignee
Inter Tooling Services Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL9401007A external-priority patent/NL9401007A/en
Application filed by Inter Tooling Services Bv filed Critical Inter Tooling Services Bv
Priority to NL9402219A priority Critical patent/NL9402219A/en
Priority to NL1000618A priority patent/NL1000618C1/en
Priority to DE29510004U priority patent/DE29510004U1/en
Priority to NL1001495A priority patent/NL1001495C1/en
Priority to DE29517714U priority patent/DE29517714U1/en
Publication of NL9402219A publication Critical patent/NL9402219A/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/03Injection moulding apparatus
    • B29C45/04Injection moulding apparatus using movable moulds or mould halves
    • B29C45/0408Injection moulding apparatus using movable moulds or mould halves involving at least a linear movement
    • B29C45/0416Injection moulding apparatus using movable moulds or mould halves involving at least a linear movement co-operating with fixed mould halves
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/03Injection moulding apparatus
    • B29C45/04Injection moulding apparatus using movable moulds or mould halves
    • B29C45/06Injection moulding apparatus using movable moulds or mould halves mounted on a turntable, i.e. on a rotating support having a rotating axis parallel to the mould opening, closing or clamping direction
    • B29C45/062Injection moulding apparatus using movable moulds or mould halves mounted on a turntable, i.e. on a rotating support having a rotating axis parallel to the mould opening, closing or clamping direction carrying mould halves co-operating with fixed mould halves
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/17Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
    • B29C45/1769Handling of moulded articles or runners, e.g. sorting, stacking, grinding of runners
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/17Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
    • B29C45/72Heating or cooling
    • B29C45/7207Heating or cooling of the moulded articles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C31/00Handling, e.g. feeding of the material to be shaped, storage of plastics material before moulding; Automation, i.e. automated handling lines in plastics processing plants, e.g. using manipulators or robots
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29KINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES B29B, B29C OR B29D, RELATING TO MOULDING MATERIALS OR TO MATERIALS FOR MOULDS, REINFORCEMENTS, FILLERS OR PREFORMED PARTS, e.g. INSERTS
    • B29K2105/00Condition, form or state of moulded material or of the material to be shaped
    • B29K2105/25Solid
    • B29K2105/253Preform

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)
  • Injection Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)
  • Blow-Moulding Or Thermoforming Of Plastics Or The Like (AREA)
  • Processing And Handling Of Plastics And Other Materials For Molding In General (AREA)

Description

Inrichting voor het door spuitgieten vervaardigen van kunststof produkten.Device for manufacturing plastic products by injection molding.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van kunststof produkten met behulp van een spuitgietmachine welke een uit twee delen bestaande matrijs heeft, welke delen elk een vormdeel dragen en van elkaar af en naar elkaar toe beweegbaar zijn, waarbij de twee vormdelen in een gesloten stand van de matrijs tenminste één spuitgietholte vormen waarin middels toevoer-kanalen een geschikt kunststofmateriaal in vloeibare vorm kan worden geïnjecteerd, en waarbij in een geopende stand van de matrijs de twee delen zich op afstand van elkaar bevinden en een gevormd produkt uit de matrijs verwijderd kan woren.The invention relates to an apparatus for manufacturing plastic products by means of an injection molding machine having a two-part mold, which parts each carry a molded part and are movable apart and towards each other, the two molded parts being in a closed position of the mold to form at least one injection mold cavity into which a suitable plastic material can be injected in liquid form via supply channels, and wherein in an open position of the mold the two parts are spaced apart and a molded product is removed from the mold can become.

Een dergelijke inrichting is op zichzelf bekend en wordt gebruikt om produkten zoals kunststof emmers, kunststof bloempotten en dergelijke te vervaardigen.Such a device is known per se and is used to manufacture products such as plastic buckets, plastic flower pots and the like.

Bij de bekende inrichting kunnen de matrijsdelen in horizontale richting lineair van élkaar af en naar elkaar toe bewegen. Het ene matrijsdeel omvat tenminste één zich vanaf een in hoofdzaak vertikaal basisvlak in de richting van het andere matrijsdeel uitstrekkende kern. Het buitenoppervlak van de kern bepaalt het binnenoppervlak van het te vervaardigen produkt. Het andere matrijsdeel heeft een uitsparing, waarin in de gesloten stand van de matrijs de kern reikt onder vrijlating van een spuitgietruimte tussen beide matrijsdelen. Het binnenoppervlak van de uitsparing bepaalt het buitenoppervlak van het te vormen produkt. De matrijs kan ook zijn ingericht om meerdere produkten gelijktijdig te vormen.In the known device, the mold parts can move linearly apart and towards each other in a horizontal direction. The one mold part comprises at least one core extending from a substantially vertical base plane towards the other mold part. The outer surface of the core defines the inner surface of the product to be manufactured. The other mold part has a recess into which the core extends in the closed position of the mold, leaving an injection molding space between the two mold parts. The inner surface of the recess determines the outer surface of the product to be formed. The mold can also be arranged to form several products simultaneously.

Normaliter is één der matrijsdelen stationair opgesteld, terwijl het andere matrijsdeel naar het stationaire deel en van het stationaire deel af kan bewegen. Het stationaire deel is voorzien van één of meer toevoerkanalen om tot in vloeibare toestand verhitte kunststof tussen de matrijsdelen te injecteren als de matrijs gesloten is. De matrijsdelen zijn voorts normaliter voorzien van kanalen voor een koelvloeistof. Na injectie van het kunststofmateriaal en een afkoelperiode wordt de matrijs geopend. Het gevormde produkt blijft dan op of in één der matrijsdelen achter, meestal op de kernen. Als de matrijs geheel of althans ver genoeg geopend is wordt het gevormde produkt verwijderd; veelal wordt het produkt met behulp van perslucht van de kern geblazen, waarna het op een onder de matrijs opgestelde afvoertransporteur valt. Op de transporteur, die meestal, een bandtransporteur is, kan het produkt verder koelen terwijl het naar een inpakstation of dergelijke wordt getransporteerd.Normally, one of the mold parts is arranged stationary, while the other mold part can move towards the stationary part and away from the stationary part. The stationary part is provided with one or more supply channels to inject liquid-heated plastic between the mold parts when the mold is closed. The mold parts are furthermore normally provided with channels for a cooling liquid. The mold is opened after injection of the plastic material and a cooling period. The formed product then remains on or in one of the mold parts, usually on the cores. When the mold is opened fully or at least far enough, the molded product is removed; the product is often blown off the core with the aid of compressed air, after which it falls on a discharge conveyor arranged under the mold. On the conveyor, which is usually a belt conveyor, the product can cool further while being transported to a packing station or the like.

Een bezwaar van de bekende inrichting is, dat de cyclustijd van de spuitgietmachine relatief lang is.A drawback of the known device is that the cycle time of the injection molding machine is relatively long.

De gevormde produkten dienen immers zo lang in of op tenminste één der matrijsdelen te verblijven dat de produkten voldoende gekoeld zijn om te kunnen worden verwijderd zonder dat beschadiging van de produkten optreedt. Een onvoldoende afgekoeld produkt is nog week en zou bijvoorbeeld, als het op de afvoertransporteur valt of door een grijper wordt vastgepakt, beschadigd kunnen worden.After all, the shaped products must remain in or on at least one of the mold parts for such a long time that the products are sufficiently cooled to be removed without damage to the products occurring. An insufficiently cooled product is still weak and could, for example, be damaged if it falls on the discharge conveyor or is gripped by a gripper.

De uitvinding beoogt het boven geschetste bezwaar te ondervangen en in het algemeen een doeltreffend en betrouwbaar werkende inrichting voor het vervaardigen van nestbare kunststof produkten ter beschikking te stellen die een korte cyclustijd mogelijk maakt. Hiertoe wordt volgens de uitvinding een inrichting van de boven beschreven soort daardoor gekenmerkt, dat één der matrijsdelen is voorzien van een naast een eerste vormdeel aangebracht tweede vormdeel dat identiek is aan het eerste vormdeel, waarbij de beide vormdelen van het desbetreffende matrijsdeel op een heen en weer schuifbare drager zijn aangebracht, zodat het eerste en het tweede vormdeel afwisselend kunnen samenwerken met het vormdeel van het andere matrijsdeel en met aan weerszijden van het vormdeel van het andere matrijsdeel aangebrachte opneeminrichtingen voor gevormde produkten, die na de spuitgietcyclus op een vormdeel van de schuifbare drager achter blijven.The object of the invention is to overcome the drawback outlined above and in general to provide an efficient and reliable working device for the production of nestable plastic products which enables a short cycle time. To this end, according to the invention, a device of the type described above is characterized in that one of the mold parts is provided with a second mold part arranged next to a first mold part, which is identical to the first mold part, wherein the two mold parts of the relevant mold part are arranged on a slidable carrier are arranged, so that the first and the second molded part can interact alternately with the molded part of the other mold part and with receiving devices for molded products arranged on either side of the molded part of the other mold part, which are placed on a molded part of the slidable part after the injection molding cycle carrier.

In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening van enkele uitvoeringsvoorbeelden.In the following, the invention will be further described with reference to the accompanying drawing of some exemplary embodiments.

Figuur 1 toont schematisch in perspectief een eerste voorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding; figuur 2 toont schematisch een soortgelijk aanzicht van een van een stapelinrichting voorziene inrichting volgens de uitvinding; figuur 3 toont schematisch een variant van figuur 2; figuur 4 toont schematisch een detail IV van figuur 3; en figuur 5 toont schematisch een voorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding voor het vervaardigen van kratten, fign 6 t/m 8 tonen schematisch nog een ander uitvoerings-voorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding; fig.9 toont schematisch een constructie detail dat toepasbaar is in een inr. volgens de fign. 6 t/m 8; fig.10 toont schematisch in dwarsdoorsnede langs de lijn X-X in fig. 11 een deel van een inr. volgens de fign. 6 t/m 8; en fig.11 toont schematisch een doorsnede langs de lijn XI - XI in fig.10.Figure 1 schematically shows in perspective a first example of a device according to the invention; Figure 2 schematically shows a similar view of a device according to the invention provided with a stacking device; figure 3 schematically shows a variant of figure 2; figure 4 schematically shows a detail IV of figure 3; and figure 5 schematically shows an example of a device according to the invention for manufacturing crates, figures 6 to 8 schematically show yet another exemplary embodiment of a device according to the invention; FIG. 9 schematically shows a constructional detail applicable in an inr. according to Figs. 6 to 8; FIG. 10 is a schematic cross-sectional view along line X-X in FIG. 11, showing part of an item. according to Figs. 6 to 8; and Fig. 11 schematically shows a section along the line XI - XI in Fig. 10.

Figuur 1 toont schematisch in perspectief een uit-voeringsvoorbeeld van een inrichting 1 voor het vervaardigen van kunststof voorwerpen zoals emmers, bloempotten en dergelijke. De getoonde inrichting omvat een extrusie-inrichting 2 met een slechts deels getoonde hopper 3, waaraan in bedrijf de te verwerken grondstoffen, meestal in granulaatvorm, worden toegevoerd. De extrusie-inrichting omvat voorts zoals gebruikelijk een in dit voorbeeld in hoofdzaak horizontaal buisvormig deel 4 waarin de te verwerken kunststof wordt verwarmd, gemengd en gefluïdiseerd met behulp van een niet getoonde extrusie-schroef, die door een aandrijfinrichting 5 voor rotatie wordt aangedreven. De schroef dient tevens voor transport van de kunststof naar de monding van de extrusie-inrichting, die aansluit op de matrijs 6. Het is ook mogelijk de kunststof op andere wijze in de spuitgietholte te injecteren, bijvoorbeeld met behulp van een in een voorraadcilinder werkende zuiger.Figure 1 schematically shows in perspective an embodiment of an apparatus 1 for manufacturing plastic objects such as buckets, flower pots and the like. The device shown comprises an extruder 2 with a hopper 3, which is only partly shown, to which the raw materials to be processed, usually in granulate form, are supplied during operation. The extruder further comprises, as usual, a substantially horizontal tubular part 4 in this example, in which the plastic to be processed is heated, mixed and fluidized by means of an extrusion screw (not shown), which is driven by a drive device 5 for rotation. The screw also serves to transport the plastic to the mouth of the extruder, which connects to the die 6. It is also possible to inject the plastic in the injection mold cavity in another way, for example using a piston operating in a storage cylinder. .

De matrijs 6 omvat twee delen 7 en 8, die lineair naar elkaar toe en van elkaar af bewogen kunnen worden.The mold 6 comprises two parts 7 and 8, which can be moved linearly and apart.

In het getoonde voorbeeld is het deel 7 verbonden met de extrusiebuis en is het deel 7 stationair. Het deel 7 omvat in dit voorbeeld een rechtop staande plaat 9 meestal machineplaat genoemd, die aan de van de extrusie-inrichting af gekeerde zijde een van een holte voorzien vormdeel 10 draagt. Tegenover het vormdeel 10 bevindt zich een eveneens op een rechtop staande machineplaat 11 aangebracht complementair vormdeel 12, dat bij gesloten matrijs tot in het holle vormdeel 10 reikt voor het vormen van een spuitgietholte. De machineplaat 11 is aan de van de andere machineplaat 9 afgekeerde zijde gekoppeld met geschikte aandrijfmiddelen 13, die de machineplaat 11 vanuit de getoonde stand, waarin de matrijs geopend is, in de gesloten stand kan brengen en omgekeerd. De machineplaat 11 wordt daarbij geleid langs geleidestangen of holmen 14.In the example shown, the part 7 is connected to the extrusion tube and the part 7 is stationary. In this example, the part 7 comprises an upright plate 9, usually referred to as a machine plate, which on the side remote from the extruder carries a cavity molded part 10. Opposite the molded part 10 is a complementary molded part 12, also mounted on an upright machine plate 11, which, when the mold is closed, extends into the hollow molded part 10 to form an injection mold cavity. The machine plate 11 is coupled on the side remote from the other machine plate 9 with suitable drive means 13, which can move the machine plate 11 from the position shown in which the mold is opened, and vice versa. The machine plate 11 is guided along guide rods or hollows 14.

De machineplaat 11 is voorts voorzien van een in dit voorbeeld in hoofdzaak horizontaal heen en weer beweegbare schuifplaat 15, die in de getoonde uitvoeringsvorm onder tussenkomst van een geleideplaat 16 verschuifbaar (zoals aangegeven met een pijl 17) op de machineplaat is gemonteerd.The machine plate 11 is further provided with a sliding plate 15, which can be moved substantially horizontally and reciprocally in this example, which in the embodiment shown is slidably mounted on the machine plate by means of a guide plate 16 (as indicated by an arrow 17).

De schuifplaat 15 draagt in dit voorbeeld behalve het reeds genoemde vormdeel 12 een tweede vormdeel 18, dat identiek is aan het eerste vormdeel 12. De beide vormdelen 12 en 18 werken afwisselend samen met het vormdeel 10 dat op de tegenoverliggende machineplaat 9 is aangebracht.In this example, the sliding plate 15 carries, in addition to the aforementioned molded part 12, a second molded part 18, which is identical to the first molded part 12. The two molded parts 12 and 18 interact alternately with the molded part 10 which is arranged on the opposite machine plate 9.

De hierboven beschreven inrichting werkt als volgt.The device described above operates as follows.

Uitgaande van de getekende situatie, waarin de matrijs geopend is wordt in een eerste cyclus de matrijs eerst gesloten. De kern 12 vormt dan samen met het vormdeel 10 een spuitgietholte, die door de extrusie-inrichting 2 met vloeibare kunststof gevuld wordt. Vervolgens wordt, na een vooraf bepaalde tijdinterval de matrijs weer geopend en wordt de schuifplaat 15 bijvoorbeeld naar rechts (in figuur 1) geschoven, zodat het andere vormdeel 18 tegenover het vormdeel 10 komt te liggen. De matrijs wordt dan in een tweede cyclus weer gesloten en de tussen de vormdelen 10 en 18 gevormde spuitgietholte wordt met vloeibare kunststof gevuld. Als daarna de matrijs weer geopend wordt wordt het tijdens de eerste cyclus gevormde voorwerp van het vormdeel 12 verwijderd, bijvoorbeeld met behulp van perslucht, of met een grijper of dergelijke. Als de matrijs geopend is wordt de schuifplaat 15 naar links geschoven, zodat de in figuur 1 getoonde situatie ontstaat.Based on the drawn situation in which the mold is opened, the mold is first closed in a first cycle. The core 12 then forms, together with the molded part 10, an injection mold cavity, which is filled with liquid plastic by the extruder 2. Then, after a predetermined time interval, the mold is opened again and the sliding plate 15 is moved, for example, to the right (in figure 1), so that the other mold part 18 comes to lie opposite the mold part 10. The mold is then closed again in a second cycle and the injection molded cavity formed between the moldings 10 and 18 is filled with liquid plastic. When the mold is then opened again, the article formed during the first cycle is removed from the molded part 12, for example with the aid of compressed air, or with a gripper or the like. When the mold is open, the sliding plate 15 is slid to the left, so that the situation shown in figure 1 arises.

De matrijs wordt dan in een derde cyclus gesloten en als de matrijs vervolgens weer wordt geopend wordt tevens het in de tweede cyclus gevormde produkt van het vormdeel 18 verwijderd. Elk produkt bevindt zich na de cyclus waarin het gevormd is nog een extra cyclustijd op (of in) het desbetreffende vormdeel en wordt derhalve relatief lang gekoeld. Dit maakt het mogelijk de eigenlijke spuitgiet-cyclustijd zoveel mogelijk te bekorten zonder het risico dat te weke en dus kwetsbare produkten worden vrijgegeven.The mold is then closed in a third cycle and when the mold is subsequently opened again, the product formed in the second cycle is also removed from the molded part 18. After the cycle in which it is formed, each product still has an extra cycle time on (or in) the respective shaped article and is therefore cooled for a relatively long time. This makes it possible to shorten the actual injection molding cycle time as much as possible without the risk of soft and thus fragile products being released.

De produkten worden afwisselend aan de linker en aan de rechterzijde van de machine afgegeven. Aan de linker- en aan de rechterzijde van de machine, meer in het bijzonder aan weerszijden van het vormdeel 10 bevinden zich daarom bij voorkeur opneeminrichtingen voor het opnemen van de gevormde produkten.The products are delivered alternately on the left and right side of the machine. Therefore, on the left and on the right side of the machine, more in particular on either side of the molding 10, there are preferably receiving devices for receiving the molded products.

Dergelijke opneeminrichtingen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit afstrooporganen of grijporganen, die op de gevormde produkten aangrijpen als de matrijs gesloten is en de produkten tegenhouden als de matrijs weer geopend wordt en direkt daarna of later tijdens dezelfde cyclus of in een nog later stadium als de schuifplaat naar de andere zijde is geschoven tijdens een volgende cyclus loslaten. De losgelaten produkten kunnen bijvoorbeeld door een bandtransporteur opgevangen worden. Een dergelijke werkwijze kan bijvoorbeeld worden toegepast bij de fabricage van kratten zoals getoond in figuur 5 of van andere voorwerpen, die niet gestapeld kunnen worden.Such pick-up devices may, for example, consist of stripping members or gripping members which engage the molded products when the mold is closed and retain the products when the mold is opened again and immediately thereafter or later during the same cycle or at an even later stage as the sliding plate to the the other side is slid during a subsequent cycle. The released products can for instance be collected by a belt conveyor. Such a method can be used, for example, in the manufacture of crates as shown in Figure 5 or of other articles that cannot be stacked.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, welke speciaal geschikt is voor het produceren van nestbare voorwerpen zoals emmers, bloempotten en dergelijke, is aan weerszijden van de matrijs een opneeminrichting voorzien, waarin de produkten tevens worden gestapeld. De opneeminrichtingen omvatten in het in figuur 1 getoonde uitvoeringsvoorbeeld elk een goot 20, waarin de gevormde produkten komen te liggen. In figuur 1 is in beide goten een liggende stapel of rij 21 emmers of bloempotten of dergelijke getoond.In a particularly advantageous embodiment of the device according to the invention, which is especially suitable for producing nestable objects such as buckets, flower pots and the like, a receiving device is provided on either side of the mold, in which the products are also stacked. In the exemplary embodiment shown in Fig. 1, the receiving devices each comprise a gutter 20 in which the formed products come to lie. Figure 1 shows a horizontal stack or row of 21 buckets or flower pots or the like in both gutters.

Telkens als de matrijs wordt gesloten, wordt door het op dat moment niet met het andere vormdeel 10 samenwerkende vormdeel, zoals aangegeven bij 18, een tijdens de vorige cyclus gevormd produkt aan de bestaande stapel 21 toegevoegd. Het desbetreffende produkt wordt daarbij in het voorgaande produkt van de stapel of rij genest, en blijft bij het openen van de matrijs achter in de goot. Hiertoe kunnen afstrooporganen worden toegepast of bijvoorbeeld perslucht, waarmee een gevormd produkt van het vormdeel wordt losgemaakt. De schuifplaat 17 maakt op deze wijze derhalve ook deel uit van een stapelinrichting. Als de stapel of rij een voorafbepaalde lengte heeft bereikt, kan de stapel produkten uit de goot verwijderd worden om te worden verpakt of verder te worden bewerkt of dergelijke.Whenever the mold is closed, the molded part not cooperating with the other molded part 10 at the time, as indicated at 18, adds a product formed during the previous cycle to the existing stack 21. The product in question is nested in the previous product of the stack or row, and remains behind in the gutter when the mold is opened. Stripping members can be used for this purpose or, for example, compressed air, with which a molded product is detached from the molded part. The sliding plate 17 is thus also part of a stacking device. When the stack or row has reached a predetermined length, the stack of products can be removed from the trough for packaging or further processing or the like.

Figuur 2 toont schematisch een soortgelijke inrichting als getoond in figuur 1, waarbij middelen zijn voorzien om stapels produkten van een vooraf bepaalde lengte te vormen en af te voeren. In het getoonde voorbeeld is hiertoe de laatste sectie 22 van elke goot 20 beweegbaar, in dit voorbeeld zijdelings buitenwaarts en neerwaarts scharnierbaar gemonteerd. De stand van de secties 22 wordt bestuurd door een geschikt bedieningsorgaan, zoals bijvoorbeeld een cilinder 23. De secties 22 hebben een voorafbepaalde lengte en een eindaanslag 24. Zodra een sectie 22 geheel gevuld is wordt deze om een langsas neerwaarts gezwenkt met behulp van de bijbehorende cilinder 23. De op de gootsectie 22 liggende stapel of rij 25 rolt en/of glijdt dan zijdelings schuin naar beneden langs een lijvlak 26 tot in een opvangbak of doos 27 of dergelijke. De doos 27 kan met voordeel op een pallet zijn geplaatst, zodat de doos op eenvoudige wijze met een vorkheftruck of een palletwagentje of dergelijke verwijderd kan worden als de doos vol is. In het getoonde voorbeeld staat de pallet 28 op de kant in of onder de opvangbak 27. Als de opvangbak 27 vol is dient deze dus eerst gekanteld te worden om vervolgens met een pallet-transportinrichting verwijderd te kunnen worden.Figure 2 schematically shows a similar device as shown in Figure 1, wherein means are provided for forming and discharging stacks of products of a predetermined length. In the example shown, the last section 22 of each trough 20 is movable for this purpose, in this example hinged sideways outwards and downwards. The position of the sections 22 is controlled by a suitable operating member, such as for instance a cylinder 23. The sections 22 have a predetermined length and an end stop 24. As soon as a section 22 is completely filled, it is pivoted about a longitudinal axis by means of the associated cylinder 23. The stack or row 25 lying on the gutter section 22 then rolls and / or slides sideways obliquely along an adhesive surface 26 into a receptacle or box 27 or the like. The box 27 can advantageously be placed on a pallet, so that the box can be easily removed with a forklift truck or a pallet cart or the like when the box is full. In the example shown, the pallet 28 is placed on the side in or under the receptacle 27. When the receptacle 27 is full, it must therefore be tilted first, after which it can be removed with a pallet transport device.

De stapels in de gootsecties 22 kunnen op diverse wijze gevormd worden. In het getoonde voorbeeld is een scheidingsinrichting 29 toegepast, die een door een cilinder 30 in de lengterichting van de goot heen en weer beweegbare arm 31 omvat. De arm 31 wordt bestuurd door of is gesynchroniseerd met een centrale besturingsinrichting van de spuitgietmachine, die ook het openen en het sluiten van de matrijs, het verschuiven van de schuifplaat, etc., bestuurt.The stacks in the gutter sections 22 can be formed in various ways. In the example shown, a separating device 29 is used, which comprises an arm 31 which can be reciprocated by a cylinder 30 in the longitudinal direction of the gutter. The arm 31 is controlled by or is synchronized with a central control device of the injection molding machine, which also controls the opening and closing of the mold, sliding of the sliding plate, etc.

De arm 31 zou bijvoorbeeld telkens een slag kunnen maken als de matrijs sluit. De arm 31 heeft in dit voorbeeld een tegen de stapel produkten liggende pal 32, die enigszins verend aan de arm is bevestigd. De pal 32 is zodanig gemonteerd dat deze tussen de randen van de gestapelde bloempotten of dergelijke reikt en deze bij een heengaande slag achterwaarts kan duwen in de richting van de sectie 22 zoals getoond aan de voorzijde van de inrichting van figuur 2. Bij de teruggaande slag kan de nok echter verend enigszins achterwaarts scharnieren en over de produkten heen getrokken worden. Als een sectie 22 geheel gevuld is met produkten wordt de heengaande slag van de arm 31 tot een voorafbepaald maximum beperkt omdat de in de gootsectie 22 liggende produkten niet verder kunnen bewegen. De produkten worden immers door de aanslag 24 tegengehouden. Het bereiken van deze toestand kan worden gedetecteerd met behulp van bijvoorbeeld een elektronisch oog, een schakelaar, die door de arm 31 bediend wordt, een tegendrukopnemer, een teller etc.. Als een sectie 22 gevuld is wordt de bijbehorende cilinder 23 bekrachtigd en wordt de sectie 22 geledigd. Daarna wordt de sectie 22 weer in de normale werkstand gebracht en kan de sectie opnieuw gevuld worden.For example, the arm 31 could make a stroke every time the die closes. In this example, the arm 31 has a catch 32 lying against the stack of products, which is mounted somewhat resiliently on the arm. The pawl 32 is mounted so that it extends between the edges of the stacked flower pots or the like and can push it backward on a forward stroke toward section 22 as shown on the front of the device of Figure 2. On the reverse stroke however, the cam can be hinged slightly backward and be pulled over the products. When a section 22 is completely filled with products, the forward stroke of the arm 31 is limited to a predetermined maximum because the products lying in the gutter section 22 cannot move further. After all, the products are stopped by the stop 24. The attainment of this state can be detected by means of, for example, an electronic eye, a switch operated by the arm 31, a back pressure transducer, a counter, etc. When a section 22 is filled, the associated cylinder 23 is energized and the section 22 emptied. The section 22 is then returned to the normal operating position and the section can be refilled.

In beginsel is het ook mogelijk de scheidingsinrich-ting achterwege te laten en het eerste, direkt op de matrijs aansluitende deel van de goot, scharnierbaar uit te voeren en nadat een voorafbepaald aantal produkten is toegevoerd zijdelings te laten scharnieren. De goot zou dan desgewenst uitsluitend uit een scharnierbaar deel kunnen bestaan. Ook is het natuurlijk mogelijk om in plaats van een scharnierbaar gootdeel een grijpinrichting of dergelijke toe te passen, die een gevormde stapel produkten uit de opneeminrichting kan pakken.In principle, it is also possible to omit the separating device and to make the first part of the trough, which connects directly to the mold, to be hinged and to let it hinge laterally after a predetermined number of products have been supplied. If desired, the gutter could then consist exclusively of a hinged part. It is of course also possible to use a gripping device or the like instead of a hinged gutter part, which can take a formed stack of products from the receiving device.

Figuur 3 toont een variant, waarbij de goot althans deels bestaat uit een buis 35 die teruggebogen is in de richting van het beweegbare matrijsdeel. In de buis kan een aanduwinrichting 36 werkzaam zijn. Bij een dergelijke configuratie blijft de extrusie-inrichting 2 makkelijk bereikbaar.Figure 3 shows a variant in which the gutter at least partly consists of a tube 35 which is bent back in the direction of the movable mold part. A pushing device 36 can act in the tube. In such a configuration, the extruder 2 remains easily accessible.

De in figuur 3 getoonde buizen 35 zijn neerwaarts over totaal +_ 180 graden teruggebogen en de gevormde voorwerpen worden opeenvolgend aan het ongeveer horizontale boveneinde 37 van de buis toegevoerd, glijden dan door het neerwaarts gebogen deel van de buis en komen vervolgens binnen het bereik van de aandrukinrichting 36 die zich nabij het onderste traject 38 van de buis bevindt. De buis kan, zoals getoond bij 39 in het onderste traject overgaan in een open goot.The tubes 35 shown in Figure 3 are bent backward by a total of + - 180 degrees and the shaped articles are successively fed to the approximately horizontal top end 37 of the tube, then slide through the downwardly bent portion of the tube and then come within the range of the pressing device 36 located near the bottom path 38 of the tube. The tube can transition into an open channel as shown at 39 in the bottom range.

De aandrukinrichting 36 kan een soortgelijke inrichting zijn als de eerder beschreven scheidingsinrichting 29. De aandrukinrichting kan desgewenst direkt werken als scheidingsinrichting, doch het is ook mogelijk een aparte scheidingsinrichting toe te passen, die desgewenst, zoals bij 50 getoond, met de aandrukinrichting gekoppeld kan zijn.The pressing device 36 can be a similar device to the previously described separating device 29. If desired, the pressing device can act directly as a separating device, but it is also possible to use a separate separating device, which, if desired, can be coupled to the pressing device, as shown at 50 .

Figuur 4 toont schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van een aandrukinrichting als aangegeven in detail IV van figuur 3. De scheidingsinrichtingen 29 en 50 kunnen desgewenst op soortgelijke wijze zijn geconstrueerd.Figure 4 schematically shows an exemplary embodiment of a pressing device as indicated in detail IV of Figure 3. The separating devices 29 and 50 can, if desired, be constructed in a similar manner.

Figuur 4 toont bij A,B en C schematisch drie werkstanden van de aandrukinrichting 36. In de bij A getoonde situatie heeft de aandrukinrichting 36 met een in dit voorbeeld plaatvormige pal 51 juist een emmertje of bloempot 52 in de stapel 53, die zich in de goot 54 bevindt aangedrukt.Figure 4 shows diagrammatically at A, B and C three working positions of the pressing device 36. In the situation shown at A, the pressing device 36 with a detent 51 in this example plate-shaped has just a bucket or flower pot 52 in the stack 53, which is located in the trough 54 is pressed.

De pal 51 is scharnierend bevestigd aan een zuigerstang 55 van een cilinder 56 en is in het getoonde voorbeeld in situatie A ongeveer vertikaal georiënteerd, terwijl de zuigerstang zich dwars op de pal in hoofdzaak horizontaal uitstrekt. De pal kan onder een scharnierend bij meer naar voren gelegen punt 57 bevestigde nok 58 door bewegen. De nok staat onder invloed van een neerwaarts gerichte veerkracht uitgeoefend door een veer 59. In situatie A ligt het boveneinde van de pal 51 tegen de achterzijde van de nok 58. Als de cilinder nu de pal naar voren drukt, zoals met een pijl 60 aangegeven, zal de pal omhoog scharnieren om scharnierpunt 61, zoals met een pijl 62 aangegeven en in de met onderbroken lijnen aangegeven, omhoog gezwenkte stand, naar voren bewegen.The pawl 51 is hinged to a piston rod 55 of a cylinder 56 and in the example shown in situation A is oriented approximately vertically, while the piston rod extends transversely of the pawl substantially horizontally. The pawl can move under a hinge 58 mounted at a hinge at more forward point 57. The cam is under the influence of a downwardly directed spring force exerted by a spring 59. In situation A, the upper end of the catch 51 lies against the rear of the cam 58. If the cylinder now pushes the catch forward, as indicated by an arrow 60 , the catch will pivot upward about pivot point 61, as indicated by an arrow 62, and will move forward in the upward pivoted position shown by broken lines.

De pal kan derhalve niet een inmiddels gearriveerd volgend produkt 63 weer wegduwen. De pal kan verend aan de zuigerstang zijn bevestigd, dat wil zeggen dat een niet getoonde veer aanwezig kan zijn, die de pal in de vertikale stand tracht te houden. Afhankelijk van de gekozen uitvoering kan ook het eigen gewicht al dan niet samen met een oploopvlak 64 van de nok 58 voldoende zijn om de pal aan het eind van de voorwaartse slag of bij de teruggaande aandrukslag weer in de vertikale stand te brengen.The pawl cannot therefore push away a product 63 which has arrived in the meantime. The pawl may be resiliently attached to the piston rod, that is, a spring (not shown) may be present which attempts to keep the pawl in the vertical position. Depending on the chosen embodiment, the own weight may or may not be sufficient, together with a run-up surface 64 of the cam 58, to bring the catch back into the vertical position at the end of the forward stroke or at the return pressing stroke.

Deze situatie is getoond bij B. De weer in de aandruk/ meeneemstand gebrachte pal 51 bevindt zich nu voor het zojuist gearriveerde produkt 63 en zal bij de teruggaande slag van de cilinder 56 het produkt meenemen en aan de stapel 53 toevoegen zoals bij C getoond. De pal blijft hierbij in de vertikale stand onder invloed van het eigen gewicht en de door de nok 58 veroorzaakte wrijvingskracht en/of de hierboven genoemde niet getoonde veer. Daar de produkten zich in liggende stand bevinden bestaat de kans dat de produkten niet goed genest worden doordat een aangevoerd produkt tegen de rand van het voorste produkt van de stapel stuit. Dit probleem kan worden ondervangen door, zoals getoond in de bodem van de toevoerbuis een verhoging 65 aan te brengen ter plaatse van het begin van de stapel en met een hoogte die minimaal gelijk is aan de dikte van de rand van de produkten.This situation is shown at B. The pawl 51, which has been brought back into the pressing / driving position, is now in front of the product 63 which has just arrived and will carry the product at the return stroke of the cylinder 56 and add it to the stack 53 as shown at C. The pawl hereby remains in the vertical position under the influence of the own weight and the frictional force caused by the cam 58 and / or the spring not shown above. Since the products are in a lying position, there is a chance that the products are not nested properly because a supplied product bounces against the edge of the front product of the stack. This problem can be overcome by, as shown in the bottom of the feed tube, arranging an elevation 65 at the beginning of the stack and with a height at least equal to the thickness of the edge of the products.

Een dergelijk hoogteverschil zou ook bij de in figuur 2 getoonde inrichting toegepast kunnen word , bijvoorbeeld ter plaatse van het begin van de beweegbare sectie.Such a difference in height could also be applied to the device shown in figure 2, for example at the location of the beginning of the movable section.

Opgemerkt wordt, dat het ook mogelijk is de produkten op andere tot stapels met het gewenste aantal produkten te vormen. Zo zou bijvoorbeeld een aantal tot een soort carrousel samengestelde rechte buizen gebruikt kunnen worden, die tenminste de lengte van de te vormen stapels hebben. De buizen zouden bijvoorbeeld horizontaal of schuin naar beneden gericht kunnen zijn. Nadat een vooraf-bepaald aantal produkten in een buis is geschoven kan de carrousel geroteerd worden, zodat een lege buis in de opvangstand komt. De gevulde buis kan dan geledigd of vervangen worden terwijl de andere buis gevuld wordt.It is noted that it is also possible to form the products on other stacks with the desired number of products. For example, a number of straight tubes assembled into a kind of carousel could be used, which have at least the length of the stacks to be formed. For example, the tubes could face horizontally or at an angle downward. After a predetermined number of products have been slid into a tube, the carousel can be rotated so that an empty tube enters the receiving position. The filled tube can then be emptied or replaced while the other tube is being filled.

Figuur 5 toont schematisch een voorbeeld van een inrichting 40 voor het vervaardigen van produkten die niet gestapeld behoeven te worden. De getoonde inrichting is ingericht voor de produktie van kratten. De inrichting omvat weer een matrijs met een eerste vormdeel 10 en twee tegenover het eerste vormdeel op een in dwarsrichting heen en weer schuifbare schuifplaat 15 aangebrachte contra-vormdelen 12,18. De kratten worden op soortgelijke wijze vervaardigd als hiervoor met verwijzing naar de figuren 1 t/m 3 beschreven. De kratten worden echter niet gestapeld, doch met aan weerszijden van het eerste vormdeel 10 geplaatste grijpinrichtingen 41 vastgehouden. De grijp-inrichtingen 41 zijn ingericht om een aangeboden produkt 42 vast te houden als de matrijs geopend wordt. Het produkt wordt vervolgens op een geschikt tijdstip voorafgaand aan het moment waarop een volgend produkt aangeboden wordt, losgelaten en valt dan op een transporteur 43, bijvoorbeeld een bandtransporteur, die tot onder een naast het eerste vormdeel 10 geplaatste grijpinrichting 41 reikt. Bij 44 is een leiplaat aangegeven, die bewerkstelligt dat de kratten in de juiste stand op de transporteur 43 terecht komen. Als alternatief zou een dwars-transporteur toegepast kunnen worden, die zich dwars op de lengterichting van de inrichting onder de grijp-inrichtingen 41 uitstrekt.Figure 5 schematically shows an example of an apparatus 40 for manufacturing products which need not be stacked. The device shown is arranged for the production of crates. The device again comprises a mold with a first molded part 10 and two opposite the first molded part on a counter-molded parts 12, 18 arranged transversely slidable back and forth. The crates are manufactured in a similar manner as described above with reference to Figures 1 to 3. However, the crates are not stacked, but are held with gripping devices 41 placed on either side of the first molded part 10. The gripping devices 41 are arranged to hold a presented product 42 when the mold is opened. The product is then released at a suitable time prior to the moment when a next product is presented and then falls on a conveyor 43, for instance a belt conveyor, which extends under a gripping device 41 placed next to the first molded part 10. A guide plate is indicated at 44, which ensures that the crates land on conveyor 43 in the correct position. Alternatively, a transverse conveyor could be used which extends transversely to the longitudinal direction of the device under the gripping devices 41.

De zich in het getoonde voorbeeld langs de inrichting uitstrekkende transporteurs 43 kunnen, zoals getoond aansluiten op een verzameltransporteur 45.In the example shown, the conveyors 43 extending along the device can connect to a collecting conveyor 45 as shown.

De figuren 6 t/m 8 tonen schematisch nog een ander uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding. De in de figuren 6 t/m 8 getoonde inrichting is geschikt voor het vervaardigen van holle voorwerpen met behulp van een deelbare matrijs voor de uitwendige vorm(en) en één of meer zich niet in het verlengde van de bewegingsrichting van de matrijsdelen voor de uitwendige vorm uitstrekkende kernen voor de inwendige vorm(en). De getoonde inrichting is geschikt voor het vervaardigen van bijvoorbeeld rechte of gebogen kunststof verbindingsmoffen en dergelijke voor kunststof buizen.Figures 6 to 8 schematically show yet another embodiment of a device according to the invention. The device shown in Figures 6 to 8 is suitable for manufacturing hollow objects using a divisible mold for the external mold (s) and one or more not in line with the direction of movement of the mold parts for the external shape-extending cores for the internal shape (s). The device shown is suitable for manufacturing, for example, straight or curved plastic connecting sleeves and the like for plastic pipes.

De figuren 6 t/m 8 tonen een inrichting die in grote lijnen op soortgelijke wijze is opgebouwd als de in figuren 1 t/m 5 getoonde inrichtingen. Voor overeenkomstige delen zijn dezelfde verwijzingscijfers gebruikt.Figures 6 to 8 show a device which is broadly constructed in a similar manner to the devices shown in Figures 1 to 5. The same reference numerals have been used for corresponding parts.

De beweegbare machineplaat 11 draagt thans een basisplaat 71, die weer een van vormholtes voorziene plaat 72, ook wel caviteitenplaat genoemd, draagt. Om de caviteitenplaat 72 is een raam 73 geplaatst. Het raam 73 draagt een schuif-plaat 74, die ten opzichte van het raam in hoofdzaak evenwijdig aan de machineplaat 11 heen en weer kan schuiven, zoals met een pijl 75 is aangegeven. De schuifplaat 74 bestaat in dit voorbeeld in feite uit een kader waarbinnen tenminste twee kernen voor de te vormen produkten zijn gemonteerd. In het getoonde voorbeeld zijn twee stellen van elk twee kernen 76 respectievelijk 77 toegepast.The movable machine plate 11 now carries a base plate 71, which in turn carries a molded plate 72, also called cavity plate. A frame 73 is placed around the cavity plate 72. The window 73 carries a sliding plate 74 which can slide back and forth with respect to the window substantially parallel to the machine plate 11, as indicated by an arrow 75. In this example, the sliding plate 74 actually consists of a frame within which at least two cores for the products to be formed are mounted. In the example shown, two sets of two cores 76 and 77, respectively, are used.

Elk stel kernen werkt afwisselend in opeenvolgende spuit-gietcycli samen met de vormholtes in de caviteitenplaat 72 en met de vormholtes in een in figuur 7 niet zichtbare contra-caviteitenplaat 78 (figuur 10,11), die op de stationaire machineplaat 9 is gemonteerd.Each set of cores interacts alternately in successive injection molding cycles with the mold cavities in the cavity plate 72 and with the mold cavities in a counter-cavity plate 78 (Figure 10,11) not visible in Figure 7 mounted on the stationary machine plate 9.

Als de matrijs is geopend, zoals in figuur 6 is getoond, liggen de kernen en de gevormde produkten weliswaar vrij van de contra-caviteitenplaat 78 maar niet vrij van de caviteitenplaat 72. Een en ander is te zien in de figuren 10 en 11, die schematisch een dwarsdoorsnede en een langsdoorsnede van de tegen elkaar liggende caviteiten-platen en de door deze platen ingesloten kernen tonen. Eenvoudigheidshalve is slechts één stel kernen 76a,76b getoond.When the mold is opened, as shown in figure 6, the cores and the molded products are free from the counter cavity plate 78 but not free from the cavity plate 72. This can be seen in figures 10 and 11, which schematically show a cross-section and a longitudinal section of the abutting cavity plates and the cores enclosed by these plates. For simplicity, only one set of cores 76a, 76b is shown.

Figuur 10 toont een doorsnede langs de lijn X-X in figuur 11 en figuur 11 toont een deel van een doorsnede langs de deellijn XI-XI in figuur 10. Figuur 10 toont de bij gesloten matrijs tegen elkaar liggende caviteitenplaat 72 en contra-caviteitenplaat 78. De caviteitenplaten vormen gezamenlijk een aantal, in dit voorbeeld twee, spuitgietholtes 79 voor het vormen van in dit voorbeeld in hoofdzaak cilindrische verbindingsmoffen 80, die in figuur 11 in doorsnede zijn te zien. In de spuitgietholtes zijn kernen 76a,76b geplaatst, die in dit voorbeeld elk uit twee op en neer naar elkaar toe en van elkaar af beweegbare delen 81a,82a respectievelijke 81b,82b bestaan.Figure 10 shows a section along the line XX in Figure 11 and Figure 11 shows part of a section along the dividing line XI-XI in Figure 10. Figure 10 shows the cavity plate 72 and the counter-cavity plate 78 when the mold is closed. cavity plates jointly form a number, in this example two, of injection mold cavities 79 to form in this example substantially cylindrical connecting sleeves 80, which are shown in section in Figure 11. Cores 76a, 76b are placed in the injection cavities, each of which in this example consists of two parts 81a, 82a and 81b, 82b movable up and down towards each other.

De kerndelen hebben in dit voorbeeld telkens naar elkaar toe gekeerde cilindrische delen 83 die daadwerkelijk in de spuitgietholtes reiken en buiten de spuitgietholtes liggende bedieningsdelen. In figuur 10 is te zien, dat de kernen zijdelings 76a,76b tot in de beide caviteiten-platen 72,78 reiken. Als de matrijs wordt geopend, nadat een tweetal produkten is gevormd middels via kanalen 84 in de contra-caviteitenplaat 78 toegevoerde kunststof, wordt daarbij de bij de beweegbare machineplaat behorende caviteitenplaat 72 samen met de gevormde produken en de kernen van de contra-caviteitenplaat 78 verwijderd, doch het is dan nog niet mogelijk om de de produkten dragende kernen zijdelings te verschuiven om plaats te maken voor een ander stel kernen. Om dit probleem op te lossen is gebruik gemaakt van het reeds genoemde raam 73, dat om de ene caviteitenplaat 72 ligt en dwars op het vlak van de bijbehorende machineplaat 11 beweegbaar is. Als het raam van de machineplaat 11 af wordt bewogen, wordt ook de op het raam gemonteerde schuif plaat 74 in dezelfde richting bewogen. De schuifplaat draagt, zoals bijvoorbeeld in figuur 6 is te zien, de kernen 76,77, die daardoor tot buiten het voorvlak van de caviteitenplaat 72 worden gebracht.In this example, the core parts each have cylindrical parts 83 which face each other and which actually extend into the injection mold cavities and operating parts which lie outside the injection mold cavities. Figure 10 shows that the cores 76a, 76b extend laterally into both cavity plates 72.78. When the mold is opened, after two products have been formed by means of plastic supplied via channels 84 in the counter-cavity plate 78, the cavity plate 72 associated with the movable machine plate is thereby removed together with the molded products and the cores from the counter-cavity plate 78. however, it is not yet possible to slide the cores carrying the products sideways to make way for another set of cores. To solve this problem, use has been made of the aforementioned frame 73, which surrounds one cavity plate 72 and is movable transversely to the plane of the associated machine plate 11. When the window is moved away from the machine plate 11, the window mounted sliding plate 74 is also moved in the same direction. The sliding plate, as can be seen, for example, in Figure 6, carries the cores 76, 77, which are thereby brought outside the front surface of the cavity plate 72.

De situatie waarin, uitgaande van de in figuur 6 getoonde toestand, het raam 73 naar voren is geschoven en dus ook de op het raam gemonteerde schuifplaat 74 naar voren is geschoven, is getoond in figuur 6. Het raam kan voldoende ver naar voren worden geschoven om de kernen 76 tot geheel buiten de vormholtes van de caviteitenplaat 72 te brengen. In die situatie kan de schuif-plaat samen met de kernen opzij worden geschoven, zodat één of meer andere kernen, in het getoonde voorbeeld twee stuks, voor de vormholtes in de caviteitenplaat gepositioneerd kunnen worden. De situatie waarin uitgaande van de toestand van figuur 7 de schuifplaat opzij (naar rechts in de tekening) is geschoven, is getoond in figuur 8. In die situatie liggen de kernen 77 voor de vormholtes in de caviteitenplaat 72, en kunnen deze kernen 77 tot in de vormholtes gebracht worden door het raam 73 weer naar achter, dat wil zeggen in de richting van de machine-plaat 11, te bewegen.The situation in which, starting from the situation shown in figure 6, the window 73 has been pushed forward and therefore also the sliding plate 74 mounted on the window has been pushed forward, is shown in figure 6. The window can be pushed sufficiently far forward to bring the cores 76 completely out of the mold cavities of the cavity plate 72. In that situation the sliding plate can be pushed aside together with the cores, so that one or more other cores, in the example shown, can be positioned in front of the mold cavities in the cavity plate. The situation in which, starting from the state of figure 7, the sliding plate has been pushed aside (to the right in the drawing) is shown in figure 8. In that situation, the cores 77 for the mold cavities lie in the cavity plate 72, and these cores 77 can into the mold cavities by moving the window 73 backwards, i.e. in the direction of the machine plate 11.

Voor de geleiding van het raam zijn geschikte gelei-dingsmiddelen voorzien, bijvoorbeeld de in de figuur 4 getoonde geleidingsstangen 85. Tussen de schuifplaat 74 en het raam 73 zijn eveneens geleidingsmiddelen voorzien, die in dit voorbeeld bestaan uit een tweetal horizontale groeven 86 in het raam waarin aan de schuifplaat voorziene uitsteeksels, bijvoorbeeld profielribben 87, reiken, die het mogelijk maken de schuifplaat heen en weer te schuiven ten opzichte van het raam.Suitable guiding means are provided for guiding the window, for instance the guide rods 85 shown in figure 4. Guiding means are also provided between the sliding plate 74 and the window 73, which in this example consist of two horizontal grooves 86 in the window in which projections provided for the sliding plate, for instance profile ribs 87, extend, which make it possible to slide the sliding plate back and forth with respect to the window.

De aandrijfmiddelen voor het raam en de schuifplaat kunnen daartoe geschikte organen, zoals pneumatische of hydraulische cilinders omvatten, doch zijn ter wille van de overzichtelijkheid van de figuren niet getoond.The drive means for the window and the sliding plate can comprise suitable means for this purpose, such as pneumatic or hydraulic cylinders, but are not shown for the sake of clarity of the figures.

Als wordt aangenomen, dat figuur 6 de situatie toont, waarin de matrijs zojuist is geopend nadat rond de kernen 76 produkten zijn gevormd, verloopt het verdere proces als volgt. Het raam 73 wordt naar voren bewogen zodat de kernen en de produkten vrij komen van de holtes in de caviteitenplaat 72 (figuur 7). Vervolgens wordt de schuifplaat naar rechts geschoven zodat de kernen 77 voor de holtes van de caviteitenplaat gepositioneerd worden (figuur 8). Daarna wordt het raam weer naar achteren bewogen en wordt de matrijs gesloten. Bij het sluiten van de matrijs vormen de kernen 77 samen met de caviteitenplaat 72 en de contra-caviteitenplaat 78 weer een aantal spuitgietholtes. Tevens worden de kernen 76, die nog steeds in de tijdens de voorgaande spuitgietcyclus gevormde produkten reiken, uit de produkten verwijderd.Assuming that Figure 6 shows the situation where the mold has just opened after products have been formed around the cores 76, the further process proceeds as follows. The window 73 is moved forward so that the cores and products are released from the cavities in the cavity plate 72 (Figure 7). Then the sliding plate is slid to the right so that the cores 77 are positioned in front of the cavities of the cavity plate (Figure 8). Then the window is moved back again and the mold is closed. When the mold is closed, the cores 77 together with the cavity plate 72 and the counter-cavity plate 78 again form a number of injection mold cavities. Also, the cores 76, which still extend into the products formed during the previous injection molding cycle, are removed from the products.

De kernen, die elk bestaan uit twee helften, zoals in figuur 11 getoond, zijn hiertoe in dit voorbeeld aan boven- en onderzijde voorzien van aangrijpingsorganen 90 (figuur 11). Voorts zijn de kernen voorzien van in jspiebanen op en neer beweegbare nokken of spieën. Eén en ander is vergroot getoond in figuur 9; waarin schematisch een deel van het bovenste gedeelte van een der kernen alsmede een deel van de bijbehorende schuifplaat, het raam en de basisplaat zijn weergegeven. De bewegingen van het raam en de schuifplaat zijn met pijlen 75,91 aangegeven. De kern is voorzien van een geprofileerde spie 92, die grijpt in een vertikale groef 93 in de schuifplaat 74. De figuur toont twee groeven 93 van de in het voorbeeld van de figuren 6 t/m 8 totaal vier groeven aan de bovenzijde van de schuifplaat. Het bij de tweede groef behorende kerndeel is echter niet getoond.The cores, each consisting of two halves, as shown in figure 11, are provided for this purpose in this example at the top and bottom with engaging members 90 (figure 11). Furthermore, the cores are provided with cams or keys which can be moved up and down in keyways. All this is shown enlarged in figure 9; schematically showing a part of the top part of one of the cores as well as a part of the associated sliding plate, the window and the base plate. The movements of the window and the sliding plate are indicated with arrows 75,91. The core is provided with a profiled key 92, which engages in a vertical groove 93 in the sliding plate 74. The figure shows two grooves 93 of the four grooves in the example of figures 6 to 8, at the top of the sliding plate. . However, the core portion associated with the second groove is not shown.

Het aangtijpingsorgaan 90 bevindt zich in, aan of op het bovenste deel respectievelijk onderste deel, van elke kernhelft en omvat in het getoonde voorbeeld een geprofileerde holte 94, die aan de naar de machineplaat 9 gekeerde zijde open is. Aan weerszijden van de contra-caviteitenplaat 78 zijn middelen geplaatst, die van één of meer nokorganen zijn voorzien, die bij het sluiten van de matrijs automatisch in de geprofileerde holte vallen. De genoemde middelen omvatten in het getoonde voorbeeld een hydraulische of pneumatische cilinder 95 met een zuigerstang 96 en een nok 97. Met de lijn 98 is in figuur 9 het bewegingstraject van de kernen 76,77 aangegeven bij het sluiten van de matrijs. Nadat de matrijs is gesloten en de nok 97 in de geprofileerde holte 94 van het aangrijpingsorgaan reikt, kan de cilinder 95 op een geschikt tijdstip tijdens de gesloten fase van de matrijs worden bekrachtigd om de kern(helft) omhoog te trekken. Zoals bijvoorbeeld is te zien in figuur 8 zijn aparte cilinders 95,99 aanwezig voor de bovenste en onderste kernhelften. Ook is voor iedere te bedienen kern een afzonderlijke cilinder aanwezig. In het getoonde voorbeeld zijn dus twee cilinders 95 en twee cilinders 99 aanwezig. Bovendien zijn aan de andere zijde van de contra-caviteitenplaat 78 eveneens twee paren cilinder 95',99' aanwezig, waarvan slechts de bovenste cilinders 95' zichtbaar zijn.The primer 90 is located in, on or on the top part or bottom part, respectively, of each core half and in the shown example comprises a profiled cavity 94, which is open on the side facing the machine plate 9. Means are provided on either side of the counter-cavity plate 78 and are provided with one or more cam members, which automatically fall into the profiled cavity when the mold is closed. In the example shown, the said means comprise a hydraulic or pneumatic cylinder 95 with a piston rod 96 and a cam 97. The line 98 shows the trajectory of the cores 76, 77 in closing of the mold in figure 9. After the die is closed and the cam 97 extends into the profiled cavity 94 of the engaging member, the cylinder 95 can be energized at an appropriate time during the closed phase of the die to pull up the core (half). As shown, for example, in Figure 8, separate cylinders 95.99 are provided for the top and bottom core halves. There is also a separate cylinder for each core to be operated. Thus, in the example shown, two cylinders 95 and two cylinders 99 are present. In addition, on the other side of the counter-cavity plate 78 there are also two pairs of cylinder 95 ', 99', of which only the top cylinders 95 'are visible.

Het is natuurlijk mogelijk in plaats van een paar naast elkaar gelegen cilinders 95 of 95' of 99 of 99' een enkele cilinder toe te passen in combinatie met een juk, dat dan twee nokorganen 97 draagt. Ook zouden de bovenste en onderste cilinder desgewenst vervangen kunnen worden door een enkele cilinder, die via geschikte over-brengingsorganen alle nokorganen 97 aan één zijde van de inrichtingen of zelfs alle nokorganen 97 aan beide zijden van de inrichting kan bedienen.It is of course possible to use a single cylinder in combination with a yoke, which then carries two cam members 97, instead of a pair of adjacent cylinders 95 or 95 'or 99 or 99'. Also, the upper and lower cylinders could be replaced if desired by a single cylinder, which can operate all cam members 97 on one side of the devices or even all cam members 97 on both sides of the device through suitable transmission members.

Tussen elk een bovenste cilinder 95 en een onderste cilinder 99 bevinden zich een opneeminrichting in de vorm van afstrooporganen 100, die de gevormde produkten vasthouden, terwijl de kernhelften omhoog en omlaag uit de produkten worden getrokken. De afstrooporganen kunnen naar wens al dan niet zijn ingericht om de produkten nog enige tijd vast te houden nadat de kernen zijn verwijderd en eventueel nadat de matrijs weer is geopend.Between each an upper cylinder 95 and a lower cylinder 99 there is a pick-up device in the form of strippers 100 which retain the formed products while the core halves are pulled up and down from the products. The stripping members may or may not be arranged to retain the products for some time after the cores have been removed and optionally after the mold has been opened again.

Als de gevormde produkten direkt of na enige tijd door de afstrooporganen worden losgelaten vallen de produkten bijvoorbeeld op een niet getoonde transportband of in een niet getoonde opvangbak of dergelijke.When the shaped products are released directly or after some time by the stripping members, the products fall, for example, on a conveyor belt (not shown) or in a receptacle (not shown) or the like.

Opgemerkt wordt, dat de beschreven techniek natuurlijk ook toepasbaar is indien voor elk produkt slechts één kern wordt toegepast, dat vanaf één uiteinde verwijderd kan worden. Ook is dezelfde techniek toepasbaar indien slechts één produkt per cyclus wordt gevormd of indien meer dan twee produkten per cyclus worden gevormd en/of per produkt meer dan twee kerndelen worden gebruikt.It should be noted that the described technique is of course also applicable if only one core is used for each product, which can be removed from one end. The same technique can also be applied if only one product is formed per cycle or if more than two products are formed per cycle and / or more than two core parts are used per product.

Opgemerkt wordt dat na het voorgaande diverse modificaties voor de deskundige voor de hand liggen.It is noted that after the foregoing various modifications are obvious to the skilled person.

Zo kunnen bijvoorbeeld de vormdelen 10 en 12 respectievelijk 10 en 18 desgewenst gezamenlijk meer dan één spuitgietholte vormen voor het vormen van meerdere produkten tegelijk.For example, the molded parts 10 and 12 and 10 and 18, if desired, can jointly form more than one injection mold cavity for forming several products simultaneously.

Een aanwezige opneeminrichting dient dan natuurlijk aan het aantal produkten dat gelijktijdig wordt aangeboden aangepast te zijn. Dergelijke modificaties worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.An existing pick-up device must then of course be adapted to the number of products that are offered simultaneously. Such modifications are considered to fall within the scope of the invention.

Claims (20)

1. Inrichting voor het vervaardigen van kunststof produkten met behulp van een spuitgietmachine, welke een uit twee delen bestaande matrijs heeft, welke delen elk een vormdeel dragen en van elkaar af en naar elkaar toe beweegbaar zijn, waarbij de twee vormdelen in een gesloten stand van de matrijs tenminste één spuitgietholte vormen, waarin middels toevoerkanalen een geschikt kunststof-materiaal in vloeibare vorm kan worden geïnjecteerd, en waarbij in een geopende stand van de matrijs de twee delen zich op afstand van elkaar bevinden en een gevormd produkt uit de matrijs verwijderd kan worden, met het kenmerk, dat één der matrijsdelen is voorzien van een naast een eerste vormdeel aangebracht tweede vormdeel dat identiek is aan het eerste vormdeel, waarbij de beide vormdelen van het desbetreffende matrijsdeel op een in dwarsrichting heen en weer schuifbare drager zijn aangebracht, zodat het eerste en het tweede vormdeel afwisselend kunnen samenwerken met het vormdeel van het andere matrijsdeel en met aan weerszijden van het vormdeel van het andere matrijsdeel aangebrachte opneeminrichtingen voor gevormde produkten, die na een spuitgietcyclus op een vormdeel van de schuifbare drager achter blijven.1. Device for manufacturing plastic products by means of an injection molding machine, which has a two-part mold, which parts each carry a molded part and are movable apart and towards each other, the two molded parts being in a closed position of the mold forms at least one injection mold cavity, into which a suitable plastic material can be injected in liquid form by means of supply channels, and wherein in an open position of the mold the two parts are spaced apart and a molded product can be removed from the mold characterized in that one of the mold parts is provided with a second mold part arranged next to a first mold part, which is identical to the first mold part, the two mold parts of the mold part concerned being arranged on a cross-slidable carrier, so that it the first and the second molded part can interact alternately with the molded part of the other The mold part and with receiving devices for molded products arranged on either side of the mold part of the other mold part, which remain behind on a mold part of the slidable support after an injection molding cycle. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de opneeminrichtingen elk een grijpinrichting omvatten voor het vasthouden van een in een voorgaande spuitgietcyclus gevormd produkt bij of na het moment, waarop de matrijs zich sluit en het vrijgeven van het produkt voordat een volgend produkt aan dezelfde opneeminrichting wordt aangeboden.Device according to claim 1, characterized in that the receiving devices each comprise a gripping device for holding a product formed in a previous injection molding cycle at or after the moment when the mold closes and releasing the product before a next product is offered to the same pick-up device. 3. Inrichting volgens conclusie 2, gekenmerkt door een onder elke opneeminrichting aangebrachte transporteur voor het opvangen van door een grijpinrichting vrijgegeven produkten.Device as claimed in claim 2, characterized by a conveyor arranged under each pick-up device for receiving products released by a gripping device. 4. Inrichting volgens conclusie 1 in het bijzonder geschikt voor de produktie van nestbare en/of stapelbare produkten, met het kenmerk, dat de opneeminrichtingen elk een naast het andere matrijsdeel beginnende langwerpige goot omvatten, waaraan in bedrijf de gevormde produkten opeenvolgend worden toegevoerd voor het vormen van een stapel produkten.Device as claimed in claim 1, particularly suitable for the production of nestable and / or stackable products, characterized in that the receiving devices each comprise an elongate trough starting next to the other mold part, to which, in operation, the shaped products are fed successively. forming a stack of products. 5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de goot zich achterwaarts langs de spuitgietmachine uitstrekt.Device according to claim 4, characterized in that the trough extends rearwardly along the injection molding machine. 6. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de goot althans deels wordt gevormd door tenminste één buisdeeel dat de gevormde produkten kan opnemen.Device as claimed in claim 4, characterized in that the gutter is at least partly formed by at least one pipe part which can receive the formed products. 7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het tenminste ene buisdeel op korte afstand van het begin van de goot van richting verandert.Device according to claim 6, characterized in that the at least one pipe section changes direction a short distance from the start of the gutter. 8. Inrichting volgens één der conclusies 4 t/m 7, met het kenmerk, dat de goot een sectie met een voorafbepaalde lengte en voorzien van een eindaanslag bevat, alsmede middelen om de toegevoerde produkten in de richting van de eindaanslag aan te drukken, waarbij voorts middelen zijn voorzien om de toestand waarin een sectie in vooraf bepaalde mate met gevormde produkten gevuld is te detecteren en middelen om een stapel produkten uit een gevulde sectie te verwijderen.8. Device as claimed in any of the claims 4-7, characterized in that the trough comprises a section of a predetermined length and provided with an end stop, and means for pressing the supplied products in the direction of the end stop, wherein further means are provided to detect the state in which a section is filled to a predetermined extent with molded products and means to remove a stack of products from a filled section. 9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, lat de middelen om een stapel produkten te verwijderen aen kantelinrichting omvatten, die de gevulde sectie van de goot zijdelings kan doen kantelen.Device as claimed in claim 8, characterized in that the means for removing a stack of products comprise a tilting device which can tilt the filled section of the trough laterally. 10. Inrichting volgens conclusie 9, gekenmerkt, door aen leiplaat, die de uit de gekantelde gootsectie vallende stapel produkten naar een opvanginrichting kan leiden. LI. Inrichting volgens één der conclusies 8 t/m 10, met het kenmerk, dat de middelen om de produkten aan te drukken een tegen de in de goot liggende stapel produkten rustend, scharnierbaar gemonteerd palorgaan omvatten, dat in de lengterichting van de goot heen en weer beweeg-ibaar is en dat tijdens de heengaande slag achter een rand van een produkt kan grijpen en tijdens de teruggaande slag enigszins kan uitwijken en langs de produkten kan bewegenDevice according to claim 9, characterized by a baffle plate capable of guiding the stack of products falling from the tilted gutter section to a collecting device. LI. Device according to any one of claims 8 to 10, characterized in that the means for pressing the products comprise a pivotally mounted ratchet member resting against the stack of products, which reciprocates in the longitudinal direction of the gutter is movable and that can catch behind an edge of a product during the forward stroke and slightly deflect and move along the products during the reverse stroke 12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, Idat de pal op de zuigerstang van een cilinder is gemonteerd.12. Device according to claim 11, characterized in that the catch is mounted on the piston rod of a cylinder. 13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de stand van de pal door een met de pal samenwerkend nokoppervlak wordt bepaald.Device according to claim 11 or 12, characterized in that the position of the pawl is determined by a cam surface co-acting with the pawl. 14. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de heen en weer schuifbare drager een schuifplaat is.Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the reciprocally slidable carrier is a sliding plate. 15. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de heen en weer schuifbare drager is voorzien van persluchtkanalen om een gevormd produkt van een vormdeel los te blazen.Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the reciprocable carrier is provided with compressed air ducts for blowing off a molded product from a molded part. 16. Toepassing van een inrichting volgens één der con-cusies 1 t/m 3 voor de vervaardiging van kratvormige kunststof produkten.Use of a device according to any one of claims 1 to 3 for the manufacture of crate-shaped plastic products. 17. Toepassing van een inrichting volgens één der conclusies 1 t/m 13 voor de vervaardiging van emmervormige produkten.Use of a device according to any one of claims 1 to 13 for the manufacture of bucket-shaped products. 18. Inrichting volgens één der conclusies 1 t/m 3, met het kenmerk, dat de heen en weer schuifbare drager is voorzien van een aantal kernen, welke kernen beweegbaar zijn in een richting, die zich dwars uitstrekt op de richting, waarin de matrijs wordt geopend en gesloten, en waarbij de kernen kunnen samenwerken met een aantal complementaire vormholtes in de beide matrijsdelen voor het vormen van een één of meer spuitgietholtes; dat het matrijsdeel, dat de heen en weer schuifbare drager draagt is voorzien van middelen om de schuifbare drager over enige afstand van het bijbehorende matrijsdeel af te bewegen om een verschuiving van de schuifbare drager ien de kernen in dwarsrichting mogelijk te maken; en dat de schuifbare drager een aantal kernen draagt dat een veelvoud is van het aantal kernen dat tijdens een spuitgiet-cyclus nodig is voor samenwerking met de vormholtes tijdens een spuitgietcyclus. »19. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de kernen zijn voorzien van aangrijpingsorganen, die bij het sluiten van de matrijs automatisch in aangri jping komen met corresponderende kernbedienings-middelen, die nabij de opneeminrichtingen zijn geplaatst ,en die de kernen uit de gevormde produkten kunnen verwijderen.18. Device as claimed in any of the claims 1-3, characterized in that the reciprocable carrier is provided with a number of cores, which cores are movable in a direction extending transversely to the direction in which the mold is opened and closed, and the cores can cooperate with a number of complementary mold cavities in the two mold parts to form one or more injection mold cavities; that the die part, which carries the reciprocable slide carrier, is provided with means for moving the slide slide carrier some distance from the associated die piece to allow a displacement of the slide slide carrier in the cores in the transverse direction; and that the slidable carrier carries a plurality of cores that are a multiple of the number of cores required during an injection molding cycle to cooperate with the mold cavities during an injection molding cycle. »19. Device according to claim 18, characterized in that the cores are provided with engaging members, which automatically engage with corresponding core operating means, which are placed near the pick-up devices, when the mold is closed, and which cores from the molded products can remove. 20. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de kernbedieningsmiddelen tenminste één cilinder omvatten met een zuigerstang die is voorzien van één of meer nokorganen die met de aangrijpingsorganen van de kernen samenwerken.20. Device as claimed in claim 19, characterized in that the core operating means comprise at least one cylinder with a piston rod which is provided with one or more cam members which cooperate with the engaging members of the cores. 21. Inrichting volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat de opneeminrichtingen één of meer afstroop-organen omvatten, die de gevormde produkten tenminste tijdens het verwijderen van de kernen vasthouden.Device according to claim 19 or 20, characterized in that the receiving devices comprise one or more stripping members, which retain the formed products at least during the removal of the cores. 22. Toepassing van een inrichting volgens één der conclusies 18 t/m 21 voor de vervaardiging van verbindings-moffen voor buizen.Use of a device according to any one of claims 18 to 21 for the manufacture of pipe joints.
NL9402219A 1994-06-20 1994-12-27 Device for manufacturing plastic products by injection molding. NL9402219A (en)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9402219A NL9402219A (en) 1994-06-20 1994-12-27 Device for manufacturing plastic products by injection molding.
NL1000618A NL1000618C1 (en) 1994-06-20 1995-06-20 Injection moulding hollow articles in moulds having male and female mould halves
DE29510004U DE29510004U1 (en) 1994-06-20 1995-06-20 Injection molding device for the production of hollow objects made of plastic
NL1001495A NL1001495C1 (en) 1994-12-27 1995-10-24 Injection moulding hollow articles in moulds having male and female mould halves
DE29517714U DE29517714U1 (en) 1994-12-27 1995-11-08 Device for the production of plastic products by injection molding

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401007 1994-06-20
NL9401007A NL9401007A (en) 1994-06-20 1994-06-20 Injection molding machine for the production of hollow plastic objects.
NL9402219 1994-12-27
NL9402219A NL9402219A (en) 1994-06-20 1994-12-27 Device for manufacturing plastic products by injection molding.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9402219A true NL9402219A (en) 1996-02-01

Family

ID=26647226

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9402219A NL9402219A (en) 1994-06-20 1994-12-27 Device for manufacturing plastic products by injection molding.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE29510004U1 (en)
NL (1) NL9402219A (en)

Also Published As

Publication number Publication date
DE29510004U1 (en) 1995-10-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5453237A (en) Method for thermoforming and stacking hollow objects
NL1005872C2 (en) Injection molding machine for injection molding preforms for plastic bottles and similar containers.
JPS61263723A (en) Method and device for receiving molded shape from injection molding machine continuously molding article and collecting it in same arrangement and direction
NL8403480A (en) REMOVAL DEVICE FOR OBJECTS OBTAINED USING A HEAT-DEFORMING DEVICE.
JPH0686084B2 (en) Molding equipment for molded products
US6135756A (en) Differential pressure forming, trimming and stacking apparatus
US5744088A (en) Method and apparatus for manufcturing hollow objects, in particular plastic preforms
CN115417109B (en) Automatic control equipment for transferring injection molding finished products
AU649286B2 (en) Collating apparatus
EP2100835B1 (en) Machine and process for stacking thermoformed articles
JP2007515357A (en) Method and apparatus for handling rod-like objects
US4991741A (en) Pail separating mechanism for an automatic filling machine
NL9402219A (en) Device for manufacturing plastic products by injection molding.
JPH0818363B2 (en) Mechanism for stripping hollow plastic products from holding means
US5439634A (en) Method and device for separating runners/sprues from parts as they are ejected from a mold
CZ20033481A3 (en) Vertical shell molding machine
CN210651736U (en) Extruding machine with automatic production capacity
NL1003683C2 (en) Automatic removal of objects produced in injection moulding apparatus
NL8100826A (en) PACKAGING MACHINE FOR EASILY DAMAGABLE, BULB-shaped wares, especially fruit.
CN220594018U (en) Plastic bottle shaping packaging production line
CN214824681U (en) Automatic boxing device
JPH1119982A (en) Method for dismounting molding from vertical rubber injection molding machine
CN111344129B (en) Molded article removing device
NL1017134C2 (en) Device and method for supplying products, in particular sheet-shaped products such as in mold labels.
NL1020757C2 (en) Molding machine, especially for expandable polystyrene products, has mold identifying device connected to control system for mold filling, steaming, cooling and discharge devices