NL9402065A - Telecommunicatiesysteem, alsmede telecommunicatiecentrale, alsmede werkwijze. - Google Patents

Description

Telecommunicatiesysteem, alsmede telecommunicatiecentrale, alsmedewerkwijze A Achtergrond van de uitvinding

De uitvinding betreft een telecommunicatiesysteem omvattende - ten minste één telecommunicatiecentrale die is voorzien van tenminste één door een processor bestuurbare schakelmatrix voor koppelingmet telecommunicatieverbindingen, en - ten minste één met de schakelmatrix koppelbare opslaginrichting voorhet opslaan van een bericht, welke opslaginrichting is voorzien vanontvangmiddelen voor het ontvangen van een van de schakelmatrixafkomstig eerste stuursignaal en voor het ontvangen van een van deschakelmatrix afkomstig tweede stuursignaal en welke opslaginrichtingis voorzien van geheugenmiddelen voor het in responsie op het eerstestuursignaal opslaan van het van de schakelmatrix afkomstige berichten is voorzien van genereermiddelen voor het in responsie op hettweede stuursignaal genereren van het via de schakelmatrix en via eentelecommunicatieverbinding te verzenden bericht.

Een dergelijk telecommunicatiesysteem is van algemenebekendheid. De telecommunicatiecentrale beschikt over de door deprocessor bestuurbare schakelmatrix die is gekoppeld mettelecommunicatieverbindingen. Een via een eerste telecommunicatieverbinding gearriveerd signaal zoals bijvoorbeeld eendoor een bellende abonnee gekozen telefoonnummer wordt via deschakelmatrix doorgegeven aan de processor, die dit signaal analyseerten in responsie daarop de schakelmatrix dusdanig aanstuurt dat deeerste telecommunicatieverbinding met een tweede telecommunicatieverbinding wordt doorverbonden. Hierbij kan het via deeerste telecommunicatieverbinding gearriveerde signaal al dan niet viade tweede telecommunicatieverbinding worden verzonden. De met deschakelmatrix koppelbare opslaginrichting is bijvoorbeeld eenzogenaamd voice-response-systeem en beschikt over de ontvangmiddelen,de geheugenmiddelen en de genereermiddelen. Het van de bellende abonnee afkomstige en via de eerste telecommunicatieverbindingontvangen tweede stuursignaal, zoals bijvoorbeeld het door de bellendeabonnee gekozen telefoonnummer, wordt via de schakelmatrix doorgegevenaan de processor, die dit tweede stuursignaal analyseert en inresponsie daarop de schakelmatrix dusdanig aanstuurt dat het tweedestuursignaal wordt doorgegeven aan de ontvangmiddelen van deopslaginrichting. Deze ontvangmiddelen sturen in responsie daarop degeheugenmiddelen en de genereermiddelen dusdanig aan dat het in degeheugenmiddelen opgeslagen bericht door de genereermiddelen wordtgegenereerd, welk bericht dan via de schakelmatrix en via de eerstetelecommunicatieverbinding naar de bellende abonnee wordt toegezonden.Hierna kan al dan niet de eerste telecommunicatieverbinding met detweede telecommunicatieverbinding worden doorverbonden.

Indien bijvoorbeeld een adverterende abonnee zijn voor bellendeabonnees bestemde en door de genereermiddelen van de opslaginrichtingte genereren bericht wenst te wijzigen, genereert deze adverterendeabonnee het eerste stuursignaal, zoals bijvoorbeeld een door deadverterende abonnee gekozen ander telefoonnummer. Dit eerstestuursignaal wordt via de schakelmatrix doorgegeven aan de processor,die dit eerste stuursignaal analyseert en in responsie daarop deschakelmatrix dusdanig aanstuurt dat het eerste stuursignaal wordtdoorgegeven aan de ontvangmiddelen van de opslaginrichting. Dezeontvangmiddelen sturen in responsie daarop de geheugenmiddelendusdanig aan dat een van de adverterende abonnee afkomstig en via deeerste telecommunicatieverbinding en via de schakelmatrix arriverendnieuw bericht in deze geheugenmiddelen wordt opgeslagen. Wanneervervolgens de bellende abonnee het tweede stuursignaal via de eerstetelecommunicatieverbinding genereert, wordt dit via de schakelmatrixdoorgegeven aan de processor, die dit tweede stuursignaal analyseerten in responsie daarop de schakelmatrix dusdanig aanstuurt dat hettweede stuursignaal wordt doorgegeven aan de ontvangmiddelen van deopslaginrichting. Deze ontvangmiddelen sturen in responsie daarop degeheugenmiddelen en de genereermiddelen dusdanig aan dat het in degeheugenmiddelen opgeslagen nieuwe bericht door de genereermiddelenwordt gegenereerd, welk nieuwe bericht dan via de schakelmatrix en viade eerste telecommunicatieverbinding naar de bellende abonnee wordttoegezonden.

Een dergelijk telecommunicatiesysteem heeft onder meer alsnadeel, dat de opslaginrichting, zoals bijvoorbeeld een voice- response-systeem, slechts een beperkt aantal abonnees (vrijwel)tegelijkertijd van dienst kan zijn, waardoor een adverterende abonneeer soms niet in zal slagen zijn bericht te wijzigen. Hiervan isbijvoorbeeld zowel sprake indien teveel adverterende abonnees elk hunbericht op hetzelfde moment wensen te wijzigen, als wanneer eenadverterende abonnee zijn bericht wenst te wijzigen op een moment datreeds het maximale aantal bellende abonnees elk een ander berichtkrijgen toegevoerd, als wanneer een adverterende abonnee zijn berichtwenst te wijzigen op een moment dat reeds een bellende abonnee het tewijzigen bericht krijgt toegevoerd.

B Samenvatting van de uitvinding

De uitvinding stelt zich onder meer ten doel eentelecommunicatiesysteem van de in de aanhef vermelde soort teverschaffen waarbij een adverterende abonnee onafhankelijk van debezettingsgraad en/of de capaciteit van de opslaginrichting zijnbericht kan wijzigen.

Daartoe heeft het telecommunicatiesysteem volgens de uitvindinghet kenmerk, dat het telecommunicatiesysteem een met detelecommunicatiecentrale koppelbare verdere opslaginrichting omvat dieis voorzien van - verdere ontvangmiddelen voor het ontvangen van een verderstuursignaal, - verdere geheugenmiddelen voor het in responsie op het verderestuursignaal opslaan van het bericht, en - verdere genereermiddelen voor het genereren van het naar deopslaginrichting te verzenden eerste stuursignaal en voor hetgenereren van het naar de opslaginrichting te verzenden bericht.

Door het telecommunicatiesysteem uit te breiden met de verdereopslaginrichting die met de telecommunicatiecentrale koppelbaar is viaeen aantal tussengelegen telecoramunicatieverbindingen, kan eenadverterende abonnee onafhankelijk van de bezettingsgraad en/of decapaciteit van de opslaginrichting zijn bericht wijzigen, doortijdelijk het nieuwe bericht in de verdere opslaginrichting op telaten slaan. Daartoe bezit de verdere opslaginrichting verdereontvangmiddelen voor het eventueel via de schakelmatrix ontvangen vanhet verdere stuursignaal, dat bijvoorbeeld afkomstig is van deadverterende abonnee of in responsie op een bepaalde handeling van deadverterende abonnee wordt gegenereerd, verdere geheugenmiddelen voor het in responsie op het verdere stuursignaal opslaan van het nieuwebericht, en verdere genereeraiddelen voor het genereren van het naarde opslaginrichting te verzenden eerste stuursignaal en voor hetgenereren van het naar de opslaginrichting te verzenden bericht.

Als gevolg van de aanmerkelijk grotere mogelijkeopslagcapaciteit van de verdere opslaginrichting (doordat deze opminder directe wijze met de schakelmatrix wordt gekoppeld) en alsgevolg van het aanmerkelijk grotere mogelijke aantal tussengelegentelecommunicatieverbindingen ten opzichte van het beperkte aantalabonnees dat de opslaginrichting van dienst kan zijn, zal deslagingskans van het door een adverterende abonnee bij de verdereopslaginrichting terecht kunnen veel groter zijn dan de slagingskansvan het door een adverterende abonnee bij de opslaginrichting terechtkunnen.

De uitvinding berust onder meer op het inzicht, dat nieuweberichten ter vervanging van oude berichten alvorens de vervangingdaadwerkelijk plaatsvindt elders (in de verdere opslaginrichting)tijdelijk kunnen worden opgeslagen, en dat het telecommunicatiesysteemdan wanneer het het beste uitkomt kan besluiten de vervanging via detussengelegen telecommunicatieverbindingen te laten plaatsvinden.

Aldus wordt het probleem van een soms minder goedetoegangsmogelijkheid tot de opslaginrichting van eentelecommunicatiesysteem opgelost door uitbreiding van dittelecommunicatiesysteem met de verdere opslaginrichting die over eenbetere toegangsmogelijkheid beschikt. Van verder voordeel wordt hettelecommunicatiesysteem door de verdere opslaginrichting uit tebreiden met een door een adverterende abonnee in te stellentijdmechanisme, waarbij pas op een door deze adverterende abonneeingesteld tijdstip de daadwerkelijke vervanging van het oude berichtdoor het nieuwe bericht plaatsvindt.

Een eerste uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteemvolgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat hettelecommunicatiesysteem ten minste één met een door een volgendeprocessor bestuurbare volgende schakelmatrix koppelbare volgendeopslaginrichting omvat voor het opslaan van het bericht, welkevolgende opslaginrichting is voorzien van volgende ontvangmiddelenvoor het ontvangen van een van de volgende schakelmatrix afkomstigvolgend eerste stuursignaal en voor het ontvangen van een van devolgende schakelmatrix afkomstig volgend tweede stuursignaal en welke volgende opslaginrichting is voorzien van' volgende geheugenroiddelenvoor het in responsie op het volgende eerste stuursignaal opslaan vanhet van de volgende schakelmatrix afkomstige bericht en is voorzienvan volgende genereermiddelen voor het in responsie op het volgendetweede stuursignaal genereren van het via de volgende schakelmatrix envia een telecommunicatieverbinding te verzenden bericht, waarbij deverdere opslaginrichting is voorzien van een tabelgeheugen voor hetaan elkaar gerelateerd opslaan van het eerste stuursignaal en hetvolgende eerste stuursignaal, en waarbij de verdere genereermiddelenhet naar de opslaginrichting te verzenden eerste stuursignaal en hetnaar de opslaginrichting te verzenden bericht genereren en het naar devolgende opslaginrichting te verzenden volgende eerste stuursignaal enhet naar de volgende opslaginrichting te verzenden bericht genereren.

Dit telecommunicatiesysteem bezit dus in totaal ten minste tweeopslaginrichtingen die elk met een andere schakelmatrix zijngekoppeld. Normaal gesproken had een adverterende abonnee doorgeneratie van het eerste stuursignaal zoals bijvoorbeeld een door deadverterende abonnee gekozen telefoonnummer en door generatie van hetvolgende eerste stuursignaal zoals bijvoorbeeld een door deadverterende abonnee gekozen volgend telefoonnummer beide onderlingovereenkomende berichten in beide opslaginrichtingen dienen tewijzigen. Door toepassing van het tabelgeheugen in de verdereopslaginrichting behoeft de adverterende abonnee nog slechts éénmaalhet verdere stuursignaal te genereren of nog slechts éénmaal eenbepaalde handeling te verrichten in responsie waarop dit verderestuursignaal dan wordt gegenereerd.

Een tweede uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteemvolgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat hettelecommunicatiesysteem ten minste één met de door de processorbestuurbare schakelmatrix koppelbare weer volgende opslaginrichtingomvat voor het opslaan van het bericht, welke weer volgendeopslaginrichting is voorzien van weer volgende ontvangmiddelen voorhet ontvangen van een van de schakelmatrix afkomstig weer volgendeerste stuursignaal en voor het ontvangen van een van de schakelmatrixafkomstig weer volgend tweede stuursignaal en welke weer volgendeopslaginrichting is voorzien van weer volgende geheugenmiddelen voorhet in responsie op het weer volgende eerste stuursignaal opslaan vanhet van de schakelmatrix afkomstige bericht en is voorzien van weervolgende genereermiddelen voor het in responsie op het weer volgende tweede stuursignaal genereren van het via de schakelmatrix en via eentelecomraunicatieverbinding te verzenden bericht, waarbij de verdereopslaginrichting is voorzien van een tabelgeheugen voor het aan elkaargerelateerd opslaan van het eerste stuursignaal en het weer volgendeeerste stuursignaal, en waarbij de verdere genereermiddelen het naarde opslaginrichting te verzenden eerste stuursignaal en het naar deopslaginrichting te verzenden bericht genereren en het naar de weervolgende opslaginrichting te verzenden weer volgende eerstestuursignaal en het naar de weer volgende opslaginrichting teverzenden bericht genereren.

Dit telecommunicatiesysteem bezit dus in totaal ten minste tweeopslaginrichtingen die elk met dezelfde schakelmatrix zijn gekoppeld.Normaal gesproken had een adverterende abonnee door generatie van heteerste stuursignaal zoals bijvoorbeeld een door de adverterendeabonnee gekozen telefoonnummer en door generatie van het weer volgendeeerste stuursignaal zoals bijvoorbeeld een door de adverterendeabonnee gekozen weer volgend telefoonnummer beide onderlingovereenkomende berichten in beide opslaginrichtingen dienen tewijzigen. Door toepassing van het tabelgeheugen in de verdereopslaginrichting behoeft de adverterende abonnee nog slechts éénmaalhet verdere stuursignaal te genereren of nog slechts éénmaal eenbepaalde handeling te verrichten in responsie waarop dit verderestuursignaal dan wordt gegenereerd.

De uitvinding betreft verder een telecommunicatiecentralevoorzien van - ten minste één door een processor bestuurbare schakelmatrix voorkoppeling met telecommunicatieverbindingen, en - ten minste één met de schakelmatrix koppelbare opslaginrichting voorhet opslaan van een bericht, welke opslaginrichting is voorzien vanontvangmiddelen voor het ontvangen van een van de schakelmatrixafkomstig eerste stuursignaal en voor het ontvangen van een van deschakelmatrix afkomstig tweede stuursignaal en welke opslaginrichtingis voorzien van geheugenmiddelen voor het in responsie op het eerstestuursignaal opslaan van het van de schakelmatrix afkomstige berichten is voorzien van genereermiddelen voor het in responsie op hettweede stuursignaal genereren van het via de schakelmatrix en via eentelecommunicatieverbinding te verzenden bericht.

De telecommunicatiecentrale volgens de uitvinding heeft hetkenmerk, dat de telecommunicatiecentrale een verdere opslaginrichting omvat die is voorzien van - verdere ontvangmiddelen voor het ontvangen van een verderstuursignaal, - verdere geheugenmiddelen voor het in responsie op het verderestuursignaal opslaan van het bericht, en - verdere genereermiddelen voor het genereren van het naar deopslaginrichting te verzenden eerste stuursignaal en voor hetgenereren van het naar de opslaginrichting te verzenden bericht.

Een eerste uitvoeringsvorm van de telecommunicatiecentralevolgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat detelecommunicatiecentrale ten minste één met een door een volgendeprocessor bestuurbare volgende schakelroatrix koppelbare volgendeopslaginrichting omvat voor het opslaan van het bericht, welkevolgende opslaginrichting is voorzien van volgende ontvangmiddelenvoor het ontvangen van een van de volgende schakelmatrix afkomstigvolgend eerste stuursignaal en voor het ontvangen van een van devolgende schakelmatrix afkomstig volgend tweede stuursignaal en welkevolgende opslaginrichting is voorzien van volgende geheugenmiddelenvoor het in responsie op het volgende eerste stuursignaal opslaan vanhet van de volgende schakelmatrix afkomstige bericht en is voorzienvan volgende genereermiddelen voor het in responsie op het volgendetweede stuursignaal genereren van het via de volgende schakelmatrix envia een telecommunicatieverbinding te verzenden bericht, waarbij deverdere opslaginrichting is voorzien van een tabelgeheugen voor hetaan elkaar gerelateerd opslaan van het eerste stuursignaal en hetvolgende eerste stuursignaal, en waarbij de verdere genereermiddelenhet naar de opslaginrichting te verzenden eerste stuursignaal en hetnaar de opslaginrichting te verzenden bericht genereren en het naar devolgende opslaginrichting te verzenden volgende eerste stuursignaal enhet naar de volgende opslaginrichting te verzenden bericht genereren.

Een tweede uitvoeringsvorm van de telecommunicatiecentralevolgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat detelecommunicatiecentrale ten minste één met de door de processorbestuurbare schakelmatrix koppelbare weer volgende opslaginrichtingomvat voor het opslaan van het bericht, welke weer volgendeopslaginrichting is voorzien van weer volgende ontvangmiddelen voorhet ontvangen van een van de schakelmatrix afkomstig weer volgendeerste stuursignaal en voor het ontvangen van een van de schakelmatrixafkomstig weer volgend tweede stuursignaal en welke weer volgende opslaginrichting is voorzien van weer volgende geheugenmiddelen voorhet in responsie op het weer volgende eerste stuursignaal opslaan vanhet van de schakelmatrix afkomstige bericht en is voorzien van weervolgende genereermiddelen voor het in responsie op het weer volgendetweede stuursignaal genereren van het via de schakelmatrix en via eentelecommunicatieverbinding te verzenden bericht, waarbij de verdereopslaginrichting is voorzien van een tabelgeheugen voor het aan elkaargerelateerd opslaan van het eerste stuursignaal en het weer volgendeeerste stuursignaal, en waarbij de verdere genereermiddelen het naarde opslaginrichting te verzenden eerste stuursignaal en het naar deopslaginrichting te verzenden bericht genereren en het naar de weervolgende opslaginrichting te verzenden weer volgende eerstestuursignaal en het naar de weer volgende opslaginrichting teverzenden bericht genereren.

De uitvinding betreft weer verder een werkwijze voor het in eenopslaginrichting opslaan van een bericht, welke opslaginrichting meteen door een processor bestuurbare schakelmatrix voor koppeling mettelecommunicatieverbindingen koppelbaar is, welke schakelmatrixonderdeel is van een telecoramunicatiecentrale, welke opslaginrichtingen welke telecommunicatiecentrale onderdelen zijn van eentelecommunicatiesysteem, en welke werkwijze de stappen omvat van - het door de opslaginrichting ontvangen van een van de schakelmatrixafkomstig eerste stuursignaal, - het door de opslaginrichting in responsie op het eerste stuursignaalopslaan van het van de schakelmatrix afkomstige bericht voor het inresponsie op een tweede stuursignaal genereren van het via deschakelmatrix en via een telecommunicatieverbinding te verzendenbericht.

De werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat dewerkwijze de stappen omvat van - het door een verdere opslaginrichting ontvangen van een verderstuursignaal, - het door de verdere opslaginrichting in responsie op het verderestuursignaal opslaan van het bericht, - het door de verdere opslaginrichting genereren van het naar deopslaginrichting te verzenden eerste stuursignaal, en - het door de verdere opslaginrichting genereren van het naar deopslaginrichting te verzenden bericht.

Een eerste uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat het telecommunicatiesysteem eenvolgende opslaginrichting omvat voor het opslaan van het bericht,welke volgende opslaginrichting met een door een volgende processorbestuurbare volgende schakelmatrix voor koppeling mettelecommunicatieverbindingen koppelbaar is, welke volgendeschakelmatrix onderdeel is van de telecommunicatiecentrale, welkevolgende opslaginrichting en welke telecommunicatiecentrale onderdelenzijn van het telecommunicatiesysteem, en welke werkwijze de stappenomvat van - het door de volgende opslaginrichting ontvangen van een van devolgende schakelmatrix afkomstig volgend eerste stuursignaal, - het door de volgende opslaginrichting in responsie op het volgendeeerste stuursignaal opslaan van het van de volgende schakelmatrixafkomstige bericht voor het in responsie op een volgend tweedestuursignaal genereren van het via de volgende schakelmatrix en viaeen telecommunicatieverbinding te verzenden bericht, - het door de verdere opslaginrichting genereren van het naar devolgende opslaginrichting te verzenden volgende eerste stuursignaal, - het door de verdere opslaginrichting genereren van het naar devolgende opslaginrichting te verzenden bericht, waarbij het eerste stuursignaal en het volgende eerste stuursignaalaan elkaar gerelateerd in een tabelgeheugen van de verdereopslaginrichting zijn opgeslagen.

Een tweede uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens deuitvinding heeft het kenmerk, dat het telecommunicatiesysteem een weervolgende opslaginrichting omvat voor het opslaan van het bericht,welke weer volgende opslaginrichting met de door de processorbestuurbare schakelmatrix voor koppeling met telecommunicatieverbindingen koppelbaar is, welke schakelmatrixonderdeel is van de telecommunicatiecentrale, welke weer volgendeopslaginrichting en welke telecommunicatiecentrale onderdelen zijn vanhet telecommunicatiesysteem, en welke werkwijze de stappen omvat van - het door de weer volgende opslaginrichting ontvangen van een van deschakelmatrix afkomstig weer volgend eerste stuursignaal, - het door de weer volgende opslaginrichting in responsie op het weervolgende eerste stuursignaal opslaan van het van de schakelmatrixafkomstige bericht voor het in responsie op een weer volgend tweedestuursignaal genereren van het via de schakelmatrix en via eentelecommunicatieverbinding te verzenden bericht, - het door de verdere opslaginrichting genereren van het naar de weervolgende opslaginrichting te verzenden weer volgende eerstestuursignaal, - het door de verdere opslaginrichting genereren van het naar de weervolgende opslaginrichting te verzenden bericht, waarbij het eerste stuursignaal en het weer volgende eerstestuursignaal aan elkaar gerelateerd in een tabelgeheugen van deverdere opslaginrichting zijn opgeslagen.

Uit WO 01/15916 is een systeem voor het via een telefoonlijnafspelen van opgenomen spraakboodschappen bekend, en uit GB 2 213 349is een apparaat bekend voor het visueel weergegeven van opgenomenspraaksignalen. De uitvinding waarbij nieuwe berichten ter vervangingvan oude berichten alvorens de vervanging daadwerkelijk plaatsvindtelders (in de verdere opslaginrichting) tijdelijk kunnen wordenopgeslagen, en waarbij het telecommunicatiesysteem dan wanneer het hetbeste uitkomt kan besluiten de vervanging via de tussengelegentelecoramunicatieverbindingen te laten plaatsvinden, is niet uit dezereferenties bekend.

C Referenties WO 01/15916 GB 2 213 349

Alle referenties worden beschouwd als te zijn geïncorporeerd indeze octrooiaanvrage.

D Uitvoeringsvoorbeeld

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een inde figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Daarbij toont: figuur 1 een telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding,figuur 2 een opslaginrichting voor toepassing in hettelecommunicatiesysteem, en figuur 3 een verdere opslaginrichting voor toepassing in hettelecommunicatiesysteem.

Het in figuur 1 weergegeven telecommunicatiesysteem volgens deuitvinding omvat vier telecommunicatiecentrales 1, 2, 3respectievelijk 4, die elk zijn voorzien van een schakelmatrix 11, 12,13 respectievelijk 14, van een met de schakelmatrix 11, 12, 13respectievelijk 14 verbonden opslaginrichting 21, 22, 23respectievelijk 24, en van een met de schakelmatrix 11, 12, 13 respectievelijk 14 verbonden opslaginrichting 31, 32, 33respectievelijk 34. Verder omvat het in figuur 1 weergegeventelecommunicatiesysteem volgens de uitvinding viertelecommunicatiecentrales 5, 6, 7 respectievelijk 8, die elk zijnvoorzien van een schakelmatrix 15, 16, 17 respectievelijk 18, en vaneen met de schakelmatrix 15, 16, 17 respectievelijk 18 verbondenprocessor 45, 46, 47 respectievelijk 48. Het in figuur 1 weergegeventelecommunicatiesysteem volgens de uitvinding beschikt tevens over eenverdere inrichting 9, die is voorzien van een verdere schakelmatrix19, van een met de verdere schakelmatrix 19 gekoppelde verdereopslaginrichting 29, en van een met de verdere schakelmatrix 19 en metde verdere opslaginrichting 29 gekoppelde verdere processor 49.Schakelmatrices 11, 12, 13 en 14 zijn elk via eentelecommunicatieverbinding gekoppeld met schakelmatrix 15, metschakelmatrix 16, met schakelmatrix 17, met schakelmatrix 18 en metschakelmatrix 19. Schakelmatrices 11 en 12 zijn elk via eentelecommunicatieverbinding gekoppeld met een niet in figuur 1weergegeven knooppuntcentrale 10, en zijn elk via eentelecommunicatieverbinding gekoppeld met een niet in figuur 1weergegeven knooppuntcentrale 20. Schakelmatrices 13 en 14 zijn elkvia een telecommunicatieverbinding gekoppeld met een niet in figuur 1weergegeven knooppuntcentrale 30, en zijn elk via eentelecommunicatieverbinding gekoppeld met een niet in figuur 1weergegeven knooppuntcentrale 40.

De werking van.het reeds lang bekende gedeelte van het in figuur1 weergegeven telecommunicatiesysteem, dat wil zeggen van het gedeeltevan het telecommunicatiesysteem waarin inrichting 9 ontbreekt, is alsvolgt. Een bijvoorbeeld via de niet in figuur 1 weergegevenknooppuntcentrale 10 en bijvoorbeeld via een eerste telecommunicatieverbinding bij telecommunicatiecentrale 1 gearriveerdsignaal zoals bijvoorbeeld een door een bellende abonnee gekozentelefoonnummer wordt via schakelmatrix 11 doorgegeven aantelecommunicatiecentrale 5, waarbij processor 45 dit signaal viaschakelmatrix 15 ontvangt en analyseert en in responsie daaropschakelmatrix 11 dusdanig aanstuurt dat de met de niet in figuur 1weergegeven knooppuntcentrale 10 gekoppelde eerste telecommunicatieverbinding met bijvoorbeeld een met de niet in figuur1 weergegeven knooppuntcentrale 20 gekoppelde tweede telecommunicatieverbinding wordt doorverbonden. Hierbij kan het via de eerste telecommunicatieverbinding gearriveerde signaal al dan niet viade tweede telecommunicatieverbinding worden verzonden.

De met schakelmatrix 11 gekoppelde opslaginrichting 21 isbijvoorbeeld een zogenaamd voice-response-systeera. Een van de bellendeabonnee afkomstig en bijvoorbeeld via de eerste telecommunicatieverbinding te ontvangen tweede stuursignaal, zoalsbijvoorbeeld een door de bellende abonnee gekozen telefoonnummer,wordt via schakelmatrix 11 doorgegeven aan telecommunicatiecentrale 5,waarbij processor 45 dit signaal via schakelmatrix 15 ontvangt enanalyseert en in responsie daarop schakelmatrix 11 dusdanig aanstuurtdat het tweede stuursignaal wordt doorgegeven aan opslaginrichting 21.In responsie hierop wordt een in opslaginrichting 21 opgeslagenbericht gegenereerd, welk bericht dan via schakelmatrix 11 en via deeerste telecommunicatieverbinding naar de bellende abonnee wordttoegezonden. Hierna kan al dan niet de eerste telecommunicatieverbinding met de tweede telecommunicatieverbindingworden doorverbonden.

Indien bijvoorbeeld een adverterende abonnee zijn voor bellendeabonnees bestemde en door opslaginrichting 21 te genereren berichtwenst te wijzigen, genereert deze adverterende abonnee een eerstestuursignaal, zoals bijvoorbeeld een door de adverterende abonneegekozen ander telefoonnummer. Dit eerste stuursignaal wordtbijvoorbeeld via de eerste telecommunicatieverbinding en viaschakelmatrix 11 doorgegeven aan telecommunicatiecentrale 5, waarbijprocessor 45 dit signaal via schakelmatrix 15 ontvangt en analyseerten in responsie daarop schakelmatrix 11 dusdanig aanstuurt dat heteerste stuursignaal wordt doorgegeven aan opslaginrichting 21. Inresponsie hierop wordt een van de adverterende abonnee afkomstig envia de eerste telecommunicatieverbinding en via schakelmatrix 11arriverend nieuw bericht in opslaginrichting 21 opgeslagen. Wanneervervolgens de bellende abonnee het tweede stuursignaal viabijvoorbeeld de eerste telecommunicatieverbinding genereert, wordt ditvia schakelmatrix 11 doorgegeven aan telecommunicatiecentrale 5,waarbij processor 45 dit signaal via schakelmatrix 15 ontvangt enanalyseert en in responsie daarop schakelmatrix 11 dusdanig aanstuurtdat het tweede stuursignaal wordt doorgegeven aan opslaginrichting 21.In responsie hierop wordt het in opslaginrichting 21 opgeslagen nieuwebericht gegenereerd, welk nieuwe bericht dan via schakelmatrix 11 envia de eerste telecommunicatieverbinding naar de bellende abonnee wordt toegezonden. Hierna kan al dan niet de eerstetelecommunicatieverbinding met de tweede telecommunicatieverbindingworden doorverbonden.

Aangezien in de opslaginrichtingen 21, 22, 23, 24, 31, 32, 33 en34 per adverterende abonnee hetzelfde bericht wordt opgeslagen, dientdeze adverterende abonnee dan acht maal zijn oude bericht door hetnieuwe bericht te vervangen, waarbij dus bijvoorbeeld achtverschillende telefoonnummers achtereenvolgens dienen te wordengekozen. Dit is erg klant-onvriendelijk. Bovendien bestaat demogelijkheid dat de adverterende abonnee tijdelijk geen toegang krijgttot ten minste één der opslaginrichtingen 21, 22, 23, 24, 31, 32, 33en 34, bijvoorbeeld doordat teveel adverterende abonnees elk hunbericht op hetzelfde moment wensen te wijzigen, en/of doordat eenadverterende abonnee zijn bericht wenst te wijzigen op een moment datreeds het maximale aantal bellende abonnees elk een ander berichtkrijgen toegevoerd, en/of doordat een adverterende abonnee zijnbericht wenst te wijzigen op een moment dat reeds een bellende abonneehet te wijzigen bericht krijgt toegevoerd. Daarnaast is soms fysiekonmogelijk voor een abonnee om achtereenvolgens via één bepaaldeknooppuntcentrale toegang te krijgen tot alle telecommunicatiecentrales 1, 2, 3 en 4. Zo is het voor een abonnee inhet in figuur 1 weergegeven telecommunicatiesysteem onmogelijk om viaknooppuntcentrale 10 verbonden te worden met telecommunicatiecentrales3 en 4, waardoor het wijzigen van in opslaginrichtingen 23, 33, 24 en34 opgeslagen berichten vanaf knooppuntcentrale 10 per definitieónmogelijk is (schakelmatrices 15, 16, 17 en 18 kunnen hier namelijkniet voor worden gebruikt). Al deze genoemde problemen doen zich bijhet telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding echter niet meervoor.

De werking van het in figuur 1 weergegeventelecommunicatiesysteem volgens de uitvinding, dat wil zeggen van hettelecommunicatiesysteem waaraan inrichting 9 is toegevoegd, is alsvolgt. Indien bijvoorbeeld een adverterende abonnee zijn voor bellendeabonnees bestemde en door één der opslaginrichtingen 21, 22, 23, 24, 31, 32, 33 en 34 (afhankelijk van welke abonnee waarvandaan en op welktijdstip belt) te genereren bericht wenst te wijzigen, genereert dezeadverterende abonnee het eerste stuursignaal, zoals bijvoorbeeld hetdoor de adverterende abonnee gekozen andere telefoonnummer. Dit eerstestuursignaal wordt bijvoorbeeld via de eerste telecommunicatieverbinding en via schakelmatrix 11 doorgegeven aantelecomnunicatiecentrale 5, waarbij processor 45 dit signaal viaschakelmatrix 15 ontvangt en analyseert en in responsie daarop één derschakelmatrices 11, 12, 13 en 14 dusdanig aanstuurt dat een vanteleconmunicatiecentrale 5 afkomstig verder stuursignaal wordtdoorgegeven aan inrichting 9. In responsie op dit verderestuursignaal, dat hetzij gelijk is aan het eerste stuursignaal hetzijverschilt van dit eerste stuursignaal, wordt een van de adverterendeabonnee afkomstig en via de eerste telecommunicatieverbinding en viaschakelmatrix 11 arriverend nieuw bericht via verdere schakelmatrix 19in verdere opslaginrichting 29 opgeslagen. Vervolgens genereertinrichting 9 op een moment dat het het telecommunicatiesysteem hetbeste uitkomt en/of op een moment dat door de adverterende abonnee isingesteld voor telecommunicatiecentrales 1, 2, 3 respectievelijk 4bestemde eerste stuursignalen, die tegelijkertijd (en dan eventueeltweevoudig) of achtereenvolgens (en dan eventueel tweemaal) naar alletelecommunicatiecentrales 1, 2, 3 respectievelijk 4 worden toegevoerd(dus vier of acht verschillende telefoonnummers die bijvoorbeeld aanelkaar gerelateerd zijn opgeslagen in een in verdere processor 49aanwezig en niet in figuur 1 weergegeven tabelgeheugen). Deze eerstestuursignalen worden via schakelmatrix 19 en via schakelmatrices 11,12, 13 respectievelijk 14 doorgegeven aan telecommunicatiecentrales 5,6, 7 respectievelijk 8, waarbij processoren 45, 46, 47 respectievelijk48 deze signalen via schakelmatrices 15, 16, 17 respectievelijk 18ontvangen en analyseren en in responsie daarop schakelmatrices 11, 12,13 respectievelijk 14 dusdanig aansturen dat deze eerste stuursignalenworden doorgegeven aan opslaginrichtingen 21 en 31, 22 en 32, 23 en 33respectievelijk 24 en 34. In responsie hierop wordt het van inrichting9 afkomstige en via schakelmatrices 11, 12, 13 respectievelijk 14arriverende nieuwe bericht in de opslaginrichtingen 21 en 31, 22 en32, 23 en 33 respectievelijk 24 en 34 opgeslagen. Wanneer vervolgenseen bellende abonnee het tweede stuursignaal via bijvoorbeeld eenderde telecommunicatieverbinding genereert, wordt dit viaschakelmatrix 14 doorgegeven aan telecommunicatiecentrale 8, waarbijprocessor 48 dit signaal via schakelmatrix 18 ontvangt en analyseerten in responsie daarop schakelmatrix 14 dusdanig aanstuurt dat hettweede stuursignaal wordt doorgegeven aan opslaginrichting 24 of 34.

In responsie hierop wordt het in opslaginrichting 24 of 34 opgeslagennieuwe bericht gegenereerd, welk nieuwe bericht dan via schakelmatrix 14 en via de derde telecommunicatieverbinding naar de bellende abonneewordt toegezonden. Hierna kan al dan niet de derde telecommunicatieverbinding met een vierde telecommunicatieverbindingworden doorverbonden.

De in £iguur 2 weergegeven bekende opslaginrichting 21 voortoepassing in bekende telecommunicatiesystemen en/oftelecommunicatiesystemen volgens de uitvinding omvat ontvangmiddelen50, 51 respectievelijk 52, waarvan ingangen zijn aangesloten opverbindingen 100, 101 respectievelijk 102 voor het ontvangen vaneerste en tweede stuursignalen. Eerste stuuruitgangen vanontvangmiddelen 50, 51 respectievelijk 52 zijn via verbindingen 103,104 respectievelijk 105 aangesloten op stuuringangen vangeheugenmiddelen 53, waarvan drie data-ingangen zijn aangesloten opverbindingen 100, 101 respectievelijk 102 voor het in responsie opeerste stuursignalen ontvangen van op te slaan nieuwe berichten. Driedata-uitgangen van geheugenmiddelen 53 zijn via verbindingen 109, 110respectievelijk 111 aangesloten op genereermiddelen 54, 55respectievelijk 56, waarvan uitgangen zijn aangesloten op verbindingen100, 101 respectievelijk 102 voor het in responsie op tweedestuursignalen genereren van berichten. Stuuringangen vangenereermiddelen 54, 55 respectievelijk 56 zijn via verbindingen 106,107 respectievelijk 108 aangesloten op tweede stuuruitgangen vanontvangmiddelen 50, 51 respectievelijk 52.

De werking van de in figuur 2 weergegeven opslaginrichting 21 isals volgt. Een vanaf schakelmatrix 11 via verbinding 100 arriverendtweede stuursignaal wordt door ontvangmiddelen 50 ontvangen. Inresponsie hierop sturen ontvangmiddelen 50 via verbinding 103geheugenmiddelen 53 zodanig aan dat geheugenmiddelen 53 via verbinding109 een in geheugenmiddelen 53 opgeslagen bericht aan genereermiddelen54 toevoeren, die dit bericht via verbinding 100 genereren in derichting van schakelmatrix 11. Een vanaf schakelmatrix 11 viaverbinding 100 arriverend eerste stuursignaal wordt doorontvangmiddelen 50 ontvangen. In responsie hierop sturenontvangmiddelen 50 via verbinding 103 geheugenmiddelen 53 zodanig aandat geheugenmiddelen 53 een van schakelmatrix 11 afkomstig en viaverbinding 100 arriverend nieuw bericht opslaan.

De in figuur 3 weergegeven verdere opslaginrichting 29 voortoepassing in het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding omvatverdere ontvangmiddelen 60, 61 respectievelijk 62, waarvan ingangen zijn aangesloten op verbindingen 120, 121 respectievelijk 122 voor hetontvangen van verdere stuursignalen. Stuuruitgangen van verdereontvangmiddelen 60, 61 respectievelijk 62 zijn via verbindingen 124, 126 respectievelijk 128 aangesloten op stuuringangen van verderegeheugenmiddelen 66, waarvan drie data-ingangen via verbindingen 125, 127 respectievelijk 129 zijn aangesloten op uitgangen vanbuffergeheugens 63, 64 respectievelijk 65, waarvan ingangen zijnverbonden met verbindingen 120, 121 respectievelijk 122 voor het inresponsie op verdere stuursignalen ontvangen van op te slaan nieuweberichten. Een datauitgang van verdere geheugenmiddelen 66 is viaverbinding 130 aangesloten op een ingang van verdere genereermiddelen67, waarvan een uitgang is aangesloten op verbinding 131 voor hetgenereren van eerste stuursignalen en berichten die bijvoorbeeld vanverdere geheugenmiddelen 66 en/o£ processor 49 afkomstig zijn. Eenstuurin/uitgang van verdere genereermiddelen 67 en stuurin/uitgangenvan verdere ontvangmiddelen 60, 61 en 62 zijn via verbinding 123aangesloten op verdere processor 49.

De werking van de in figuur 3 weergegeven verdereopslaginrichting 29 is als volgt. Een vanaf verdere schakelmatrix 19via verbinding 120 arriverend verder stuursignaal wordt door verdereontvangmiddelen 60 ontvangen. In responsie hierop informeren verdereontvangmiddelen 60 via verbinding 123 verdere processor 49 van deaankomst van dit verdere stuursignaal, waarna verdere processor 49 viaverbinding 123 verdere geheugenmiddelen 66 zodanig aanstuurt datverdere geheugenmiddelen 66 een via verbinding 120 arriverend nieuwbericht opslaan. Dit nieuwe bericht wordt eventueel eerst noggebufferd in buffergeheugen 63. Vervolgens genereert verdere processor49 op een moment dat het het telecommunicatiesysteem het beste uitkomten/of op een moment dat door de adverterende abonnee is ingesteld(welke informatie bijvoorbeeld via informatie in het verderestuursignaal aan inrichting 9 wordt toegevoerd) voortelecommunicatiecentrales 1, 2, 3 en 4 bestemde eerste stuursignalen,die bijvoorbeeld achtereenvolgens (en dan eventueel tweemaal) viaverbinding 123 en via verdere genereermiddelen 67 en via verdereschakelmatrix 19 naar alle telecommunicatiecentrales 1, 2, 3respectievelijk 4 worden toegevoerd (dus vier of acht verschillendetelefoonnummers die bijvoorbeeld aan elkaar gerelateerd zijnopgeslagen in een in verdere processor 49 aanwezig en niet in figuur 1weergegeven tabelgeheugen). Per te genereren eerste stuursignaal stuurt verdere processor 49 via verbinding 123 verderegeheugenmiddelen 66 aan, die in responsie daarop het bericht viaverbinding 130 toevoeren aan verdere genereemiddelen 67, zodat per teverzenden eerste stuursignaal daarnaast ook het bericht wordtmeegezonden naar de telecommunieatiecentrales 1, 2, 3 en 4, die ditnieuwe bericht dan eventueel ter vervanging van een oud bericht inopslaginrichtingen 21 en 31, 22 en 32, 23 en 33, en 24 en 34 kunnenopslaan.

Het door de bellende abonnee te kiezen telefoonnummer en hetdoor de adverterende abonnee te kiezen andere telefoonnummer zoudenelk eventueel met een extra code kunnen worden uitgebreid, om daarmeehet aantal mogelijke verschillende advertenties per telefoonnummer tevergroten. Via het voice-response-systeem zou de bellende abonneerespectievelijk de adverterende abonnee dan na het telefoonnummerrespectievelijk het andere telefoonnummer gekozen te hebben door hetvoice-response-systeem kunnen worden verzocht om deze extra code teselecteren.

De geheugenlocaties in de opslaginrichtingen 21 (oftewel in degeheugenmiddelen 53), 22, 23, 24, 31, 32, 33 en 34 en in de verdereopslaginrichting 29 (oftewel in de verdere geheugenmiddelen 66) wordenbijvoorbeeld als volgt bepaald. Indien de adverterende abonnee zijnvoor bellende abonnees bestemde bericht wenst te wijzigen, genereertdeze adverterende abonnee het eerste stuursignaal, zoals bijvoorbeeldhet door de adverterende abonnee gekozen andere telefoonnummer,eventueel uitgebreid met de extra code. Dit eerste stuursignaal wordtbijvoorbeeld via de eerste telecommunicatieverbinding en viaschakelmatrix 11 doorgegeven aan telecommunicatiecentrale 5, waarbijprocessor 45 dit signaal via schakelmatrix 15 ontvangt en analyseerten in responsie daarop 6én der schakelmatrices 11, 12, 13 en 14aanstuurt opdat een van telecommunicatiecentrale 5 afkomstig verderstuursignaal wordt doorgegeven aan inrichting 9. Dit verderestuursignaal zou bijvoorbeeld kunnen bestaan uit een toegangsnummervoor inrichting 9, aangevuld met het andere telefoonnummer dateventueel is uitgebreid met de extra code. Ook zou het verderestuursignaal bijvoorbeeld kunnen bestaan uit het toegangsnummer voorinrichting 9, aangevuld met een door processor 45 in responsie op hetandere telefoonnummer dat eventueel is uitgebreid met de extra codegegenereerd uniek nummer. Daarnaast zou het verdere stuursignaalbijvoorbeeld kunnen bestaan uit een door processor 45 in responsie op het andere telefoonnummer dat eventueel is uitgebreid met de extracode gegenereerd uniek inkiesnummer voor inrichting 9. In deze drierespectieve gevallen bepalen het andere telefoonnummer dat eventueelis uitgebreid met de extra code, het unieke nummer en het uniekeinkiesnummer de geheugenlocatie in de verdere opslaginrichting 29oftewel in de verdere geheugenmiddelen 66. De vier of achtverschillende telefoonnummers die bijvoorbeeld aan elkaar gerelateerdzijn opgeslagen in een in verdere processor 49 aanwezig en niet infiguur 1 weergegeven tabelgeheugen en die door inrichting 9 als voortelecommunicatiecentrales 1, 2, 3 respectievelijk 4 bestemde eerstestuursignalen naar alle telecommunicatiecentrales 1, 2, 3respectievelijk 4 worden toegevoerd zouden dan de geheugenlocaties inde opslaginrichtingen 21 (oftewel in de geheugenmiddelen 53), 22, 23,24, 31, 32, 33 en 34 kunnen bepalen.

In de in figuur 3 weergegeven verdere opslaginrichting 29bevinden zich de buffergeheugens 63, 64 en 65, die achterwege zoudenkunnen worden gelaten indien verdere geheugenmiddelen 66 via tenminste twee der verbindingen 120, 121 en 122 ongeveer gelijktijdigarriverende berichten op min of meer hetzelfde tijdstip kunnenopslaan, en/of indien bijvoorbeeld via verdere processor 49 wordtvoorkomen dat ten minste twee berichten ongeveer gelijktijdigarriveren. Verdere ontvangroiddelen 60, 61 en 62 zouden in verdereprocessor 49 kunnen worden geïntegreerd, waarbij deze dan op meerdirecte wijze de verbindingen 120, 121 en 122 via verbinding 123 gaatbewaken. Verdere genereerroiddelen 67 zouden ten minste gedeeltelijk inverdere processor 49 kunnen worden geïntegreerd, waarbij verdereprocessor 49 dan via verbinding 123 de vier of acht eerstestuursignalen dient te genereren en deze via verbinding 131 dient telaten verzenden, met per eerste stuursignaal een dusdanige aansturingvan verdere geheugenmiddelen 66 dat per via verbinding 131 teverzenden eerste stuursignaal het bijbehorende bericht via verbinding130 wordt meeverzonden.

In de praktijk zou het van voordeel kunnen zijn om voor iedereopslaginrichting 21, 22, 23, 24, 31, 32, 33 en 34 een aparteverbinding 131 te creëren, waardoor op volledig parallelle wijzeeerste stuursignalen en bijbehorende berichten naar de genoemdeopslaginrichtingen kunnen worden verzonden. In de in figuur 2weergegeven bekende opslaginrichting 21 zijn drie sets van elk eenverbinding met daarop aangesloten ontvangmiddelen en genereermiddelen weergegeven. In werkelijkheid zullen er bijvoorbeeld vierenzestig setsaanwezig kunnen zijn, en zou het verder van voordeel kunnen zijn omeen scheiding aan te brengen in geheugenmiddelen 53 teneinde eenopslag door een met een advertentie adverterende beller van een nieuwbericht en een generatie op verzoek van een op dezelfde advertentiereagerende beller van een oud bericht gelijktijdig te kunnen latenplaatsvinden binnen één en dezelfde opslaginrichting.

Het initiatief voor het gaan vervangen van in opslaginrichtingen21, 22, 23, 24, 31, 32, 33 en 34 aanwezige oude berichten door een ininrichting 9 opgeslagen nieuw bericht zou zowel afkomstig kunnen zijnvan inrichting 9 als van ten minste één der telecommunicatiecentrales1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8, en zou verder afhankelijk kunnen zijn vaneen door bijvoorbeeld een adverterende beller ingesteldtijdmechanisme. Het in contact komen door inrichting 9 met ten minsteéén der telecommunicatiecentrales 1, 2, 3 en 4 via ten minste één dertelecommunicatiecentrales 5, 6, 7 en 8 is in principe nietnoodzakelijk en zou vermeden kunnen worden door herdefiniëring van devier of acht verschillende telefoonnummers (per advertentie) diebijvoorbeeld aan elkaar gerelateerd zijn opgeslagen in een in verdereprocessor 49 aanwezig en niet in figuur 1 weergegeven tabelgeheugen.

Vanneer in een eerste gedeelte van het telecommunicatiesysteemgebruik wordt gemaakt van analoge technieken voor wat betreft designalering en/of de spraak en in een tweede gedeelte van hettelecommunicatiesysteem gebruik wordt gemaakt van digitale techniekenvoor wat betreft de signalering en/of de spraak zullen voor de vakmanbekende signaalomzettingen benodigd zijn middels bekende analoog-digitaal-converters en digitaal-analoog-converters, en bijvoorbeeldDTMF (Dual-Tone-Multi-Frequency) detectoren en DTMF generatoren. Metname inrichting 9 zal uiteraard bij voorkeur volledig digitaal wordenuitgevoerd.

Claims (9)

1. Telecommunicatiesysteem omvattende - ten minste één telecommunicatiecentrale die is voorzien van tenminste één door een processor bestuurbare schakelmatrix voor koppelingmet telecommunicatieverbindingen, en - ten minste één met de schakelmatrix koppelbare opslag inrichting voorhet opslaan van een bericht, welke opslaginrichting is voorzien vanontvangmiddelen voor het ontvangen van een van de schakelmatrixafkomstig eerste stuursignaal en voor het ontvangen van een van deschakelmatrix afkomstig tweede stuursignaal en welke opslaginrichtingis voorzien van geheugenmiddelen voor het in responsie op het eerstestuursignaal opslaan van het van de schakelmatrix afkomstige berichten is voorzien van genereermiddelen voor het in responsie op hettweede stuursignaal genereren van het via de schakelmatrix en via eentelecommunicatieverbinding te verzenden bericht, met het kenmerk, dathet telecommunicatiesysteem een met de telecommunicatiecentralekoppelbare verdere opslaginrichting omvat die is voorzien van - verdere ontvangmiddelen voor het ontvangen van een verderstuursignaal, - verdere geheugenmiddelen voor het in responsie op het verderestuursignaal opslaan van het bericht, en - verdere genereermiddelen voor het genereren van het naar deopslaginrichting te verzenden eerste stuursignaal en voor hetgenereren van het naar de opslaginrichting te verzenden bericht.

2. Telecommunicatiesysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk,dat het telecommunicatiesysteem ten minste één met een door eenvolgende processor bestuurbare volgende schakelmatrix koppelbarevolgende opslaginrichting omvat voor het opslaan van het bericht,welke volgende opslaginrichting is voorzien van volgendeontvangmiddelen voor het ontvangen van een van de volgendeschakelmatrix afkomstig volgend eerste stuursignaal en voor hetontvangen van een van de volgende schakelmatrix afkomstig volgendtweede stuursignaal en welke volgende opslaginrichting is voorzien vanvolgende geheugenmiddelen voor het in responsie op het volgende eerstestuursignaal opslaan van het van de volgende schakelmatrix afkomstigebericht en is voorzien van volgende genereermiddelen voor het inresponsie op het volgende tweede stuursignaal genereren van het via devolgende schakelmatrix en via een telecommunicatieverbinding te verzenden bericht, waarbij de verdere opslaginrichting is voorzien vaneen tabelgeheugen voor het aan elkaar gerelateerd opslaan van heteerste stuursignaal en het volgende eerste stuursignaal, en waarbij deverdere genereermiddelen het naar de opslaginrichting te verzendeneerste stuursignaal en het naar de opslaginrichting te verzendenbericht genereren en het naar de volgende opslaginrichting teverzenden volgende eerste stuursignaal en het naar de volgendeopslaginrichting te verzenden bericht genereren.

3. Telecommunicatiesysteem volgens conclusie 1 of 2, met hetkenmerk, dat het telecommunicatiesysteem ten minste één met de door deprocessor bestuurbare schakelmatrix koppelbare weer volgendeopslaginrichting omvat voor het opslaan van het bericht, welke weervolgende opslaginrichting is voorzien van weer volgendeontvangraiddelen voor het ontvangen van een van de schakelmatrixafkomstig weer volgend eerste stuursignaal en voor het ontvangen vaneen van de schakelmatrix afkomstig weer volgend tweede stuursignaal enwelke weer volgende opslaginrichting is voorzien van weer volgendegeheugenmiddelen voor het in responsie op het weer volgende eerstestuursignaal opslaan van het van de schakelmatrix afkomstige berichten is voorzien van weer volgende genereermiddelen voor het inresponsie op het weer volgende tweede stuursignaal genereren van hetvia de schakelmatrix en via een telecommunicatieverbinding teverzenden bericht, waarbij de verdere opslaginrichting is voorzien vaneen tabelgeheugen voor het aan elkaar gerelateerd opslaan van heteerste stuursignaal en het weer volgende eerste stuursignaal, enwaarbij de verdere genereermiddelen het naar de opslaginrichting teverzenden eerste stuursignaal en het naar de opslaginrichting teverzenden bericht genereren en het naar de weer volgendeopslaginrichting te verzenden weer volgende eerste stuursignaal en hetnaar de weer volgende opslaginrichting te verzenden bericht genereren.

4. Telecommunicatiecentrale voorzien van - ten minste één door een processor bestuurbare schakelmatrix voorkoppeling met telecommunicatieverbindingen, en - ten minste één met de schakelmatrix koppelbare opslaginrichting voorhet opslaan van een bericht, welke opslaginrichting is voorzien vanontvangmiddelen voor het ontvangen van een van de schakelmatrixafkomstig eerste stuursignaal en voor het ontvangen van een van de schakelmatrix afkomstig tweede stuursignaal en welke opslag inrichtingis voorzien van geheugenmiddelen voor het in responsie op het eerstestuursignaal opslaan van het van de schakelmatrix afkomstige berichten is voorzien van genereermiddelen voor het in responsie op hettweede stuursignaal genereren van het via de schakelmatrix en via eentelecommunicatieverbinding te verzenden bericht, met het kenmerk, datde telecommunicatiecentrale een verdere opslag inrichting omvat die isvoorzien van - verdere ontvangmiddelen voor het ontvangen van een verderstuursignaal, - verdere geheugenmiddelen voor het in responsie op het verderestuursignaal opslaan van het bericht, en - verdere genereermiddelen voor het genereren van het naar deopslaginrichting te verzenden eerste stuursignaal en voor hetgenereren van het naar de opslaginrichting te verzenden bericht.

5. Telecommunicatiecentrale volgens conclusie 4, met het kenmerk,dat de telecommunicatiecentrale ten minste één met een door eenvolgende processor bestuurbare volgende schakelmatrix koppelbarevolgende opslaginrichting omvat voor het opslaan van het bericht,welke volgende opslaginrichting is voorzien van volgendeontvangmiddelen voor het ontvangen van een van de volgendeschakelmatrix afkomstig volgend eerste stuursignaal en voor hetontvangen van een van de volgende schakelmatrix afkomstig volgendtweede stuursignaal en welke volgende opslaginrichting is voorzien vanvolgende geheugenmiddelen voor het in responsie op het volgende eerstestuursignaal opslaan van het van de volgende schakelmatrix afkomstigebericht en is voorzien van volgende genereermiddelen voor het inresponsie op het volgende tweede stuursignaal genereren van het via devolgende schakelmatrix en via een telecommunicatieverbinding teverzenden bericht, waarbij de verdere opslaginrichting is voorzien vaneen tabelgeheugen voor het aan elkaar gerelateerd opslaan van heteerste stuursignaal en het volgende eerste stuursignaal, en waarbij deverdere genereermiddelen het naar de opslaginrichting te verzendeneerste stuursignaal en het naar de opslaginrichting te verzendenbericht genereren en het naar de volgende opslaginrichting teverzenden volgende eerste stuursignaal en het naar de volgendeopslaginrichting te verzenden bericht genereren.

6. Telecorarounicatiecentrale volgens conclusie 4 of 5, met hetkenmerk, dat de telecommunlcatiecentrale ten minste één met de door deprocessor bestuurbare schakelmatrix koppelbare weer volgendeopslaginrichting omvat voor het opslaan van het bericht, welke weervolgende opslaginrichting is voorzien van weer volgendeontvangmiddelen voor het ontvangen van een van de schakelmatrixafkomstig weer volgend eerste stuursignaal en voor het ontvangen vaneen van de schakelmatrix afkomstig weer volgend tweede stuursignaal enwelke weer volgende opslaginrichting is voorzien van weer volgendegeheugenmiddelen voor het in responsie op het weer volgende eerstestuursignaal opslaan van het van de schakelmatrix afkomstige berichten is voorzien van weer volgende genereermiddelen voor het inresponsie op het weer volgende tweede stuursignaal genereren van hetvia de schakelmatrix en via een telecommunicatieverbinding teverzenden bericht, waarbij de verdere opslaginrichting is voorzien vaneen tabelgeheugen voor het aan elkaar gerelateerd opslaan van heteerste stuursignaal en het weer volgende eerste stuursignaal, enwaarbij de verdere genereermiddelen het naar de opslaginrichting teverzenden eerste stuursignaal en het naar de opslaginrichting teverzenden bericht genereren en het naar de weer volgendeopslaginrichting te verzenden weer volgende eerste stuursignaal en hetnaar de weer volgende opslaginrichting te verzenden bericht genereren.

7. Werkwijze voor het in een opslaginrichting opslaan van eenbericht, welke opslaginrichting met een door een processor bestuurbareschakelmatrix voor koppeling met telecommunicatieverbindingenkoppelbaar is, welke schakelmatrix onderdeel is van eentelecommunicatiecentrale, welke opslaginrichting en welketelecommunicatiecentrale onderdelen zijn van eentelecommunicatiesysteem, en welke werkwijze de stappen omvat van - het door de opslaginrichting ontvangen van een van de schakelmatrixafkomstig eerste stuursignaal, - het door de opslaginrichting in responsie op het eerste stuursignaalopslaan van het van de schakelmatrix afkomstige bericht voor het inresponsie op een tweede stuursignaal genereren van het via deschakelmatrix en via een telecommunicatieverbinding te verzendenbericht, met het kenmerk, dat de werkwijze de stappen omvat van - het door een verdere opslaginrichting ontvangen van een verderstuursignaal, - het door de verdere opslaginrichting in responsie op het verderestuursignaal opslaan van het bericht, - het door de verdere opslaginrichting genereren van het naar deopslaginrichting te verzenden eerste stuursignaal, en - het door de verdere opslaginrichting genereren van het naar deopslaginrichting te verzenden bericht.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat hettelecommunicatiesysteem een volgende opslaginrichting omvat voor hetopslaan van het bericht, welke volgende opslaginrichting met een dooreen volgende processor bestuurbare volgende schakelmatrix voorkoppeling met telecommunicatieverbindingen koppelbaar is, welkevolgende schakelmatrix onderdeel is van de telecommunicatiecentrale,welke volgende opslaginrichting en welke telecommunicatiecentraleonderdelen zijn van het telecommunicatiesysteem, en welke werkwijze destappen omvat van - het door de volgende opslaginrichting ontvangen van een van devolgende schakelmatrix afkomstig volgend eerste stuursignaal, - het door de volgende opslaginrichting in responsie op het volgendeeerste stuursignaal opslaan van het van de volgende schakelmatrixafkomstige bericht voor het in responsie op een volgend tweedestuursignaal genereren van het via de volgende schakelmatrix en viaeen telecommunicatieverbinding te verzenden bericht, - het door de verdere opslaginrichting genereren van het naar devolgende opslaginrichting te verzenden volgende eerste stuursignaal, - het door de verdere opslaginrichting genereren van het naar devolgende opslaginrichting te verzenden bericht, waarbij het eerste stuursignaal en het volgende eerste stuursignaalaan elkaar gerelateerd in een tabelgeheugen van de verdereopslaginrichting zijn opgeslagen.

9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat hettelecommunicatiesysteem een weer volgende opslaginrichting omvat voorhet opslaan van het bericht, welke weer volgende opslaginrichting metde door de processor bestuurbare schakelmatrix voor koppeling mettelecommunicatieverbindingen koppelbaar is, welke schakelmatrixonderdeel is van de telecommunicatiecentrale, welke weer volgendeopslaginrichting en welke telecommunicatiecentrale onderdelen zijn vanhet telecommunicatiesysteem, en welke werkwijze de stappen omvat van - het door de weer volgende opslaginrichting ontvangen van een van deschakelmatrix afkomstig weer volgend eerste stuursignaal, - het door de weer volgende opslaginrichting in responsie op het weervolgende eerste stuursignaal opslaan van het van de schakelmatrixafkomstige bericht voor het in responsie op een weer volgend tweedestuursignaal genereren van het via de schakelmatrix en via eentelecommunicatieverbinding te verzenden bericht, - het door de verdere opslaginrichting genereren van het naar de weervolgende opslaginrichting te verzenden veer volgende eerstestuursignaal, - het door de verdere opslaginrichting genereren van het naar de weervolgende opslaginrichting te verzenden bericht, waarbij het eerste stuursignaal en het weer volgende eerstestuursignaal aan elkaar gerelateerd in een tabelgeheugen van deverdere opslaginrichting zijn opgeslagen.