NL9401761A - Houder voor waterplanten. - Google Patents
Houder voor waterplanten. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9401761A NL9401761A NL9401761A NL9401761A NL9401761A NL 9401761 A NL9401761 A NL 9401761A NL 9401761 A NL9401761 A NL 9401761A NL 9401761 A NL9401761 A NL 9401761A NL 9401761 A NL9401761 A NL 9401761A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- walls
- container
- holder
- inner space
- pond
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/02—Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
- A01G9/029—Receptacles for seedlings
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
Description
Korte aanduiding: Houder voor waterplanten
De uitvinding heeft betrekking op een houder met wanden die in opslagtoestand een binnenruimte met daarin vijvergrond in hoofdzaak gesloten omsluiten.
Het is uit de praktijk bekend voor het plaatsen van waterplanten in vijvers als volgt te werk te gaan.
Een houder met vijvergrond van het in de aanhef beschreven type, welke houder in het algemeen is uitgevoerd als een plastic zak, wordt geopend. Deze bekende houders zijn uitgevoerd als plastic zakken die in opslagtoestand in hoofdzaak gesloten zijn, zodat de vijvergrond in de binnenruimte wordt gehouden, maar kunnen zijn voorzien van enige beluchtingsper-foraties in de wanden. Een geschikte hoeveelheid vijvergrond (tuinaarde met 15-40% klei) wordt uit de geopende zak gehaald en geplaatst in een planthouder, welke veelal is vervaardigd uit jute. Verder wordt een of een aantal waterplanten in de vijvergrond in de planthouder gepoot. De planthouder is voorzien van een flap, welke langs de oever van een vijver wordt vastgezet, bijvoorbeeld met pennen of zware objecten. Aldus kunnen waterplanten ook in vijvers met een harde bodem worden aangebracht.
Een bezwaar van deze wijze van bevestigen van waterplanten is, dat de vijvergrond gemakkelijk uit de planthouder spoelt. Een verder bezwaar van deze wijze van aanbrengen van waterplanten is, dat speciale planthouders benodigd zijn en dat het vullen en aanbrengen van de planthouders nogal omslachtig is. Waarschijnlijk het belangrijkste bezwaar van de toepassing van deze planthouders is, dat deze uitsluitend geschikt zijn voor het aanbrengen van waterplanten langs de rand van de vijver. Wanneer men de planthouders op de bodem zou plaatsen zou de grond er uit vallen.
Doel van de uitvinding is, een mogelijkheid te scheppen waterplanten op zeer eenvoudige wijze zowel langs de randen van een vijver als op afstand van de randen op de bodem te planten, waarbij een stabiele verankering van de waterplanten wordt verkregen, een goede bescherming tegen wegspoelen van de grond wordt verkregen en geen afzonderlijke planthouders nodig zijn.
Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt, door een houder van het in de aanhef beschreven type uit te rusten met ten minste een verankeringsflap die met de genoemde wanden is verbonden en die in een van de binnenruimte af uitstekende gebruikstoestand te brengen is.
Dankzij de aanwezigheid van deze flap kan een houder die dient als verpakking van de vijvergrond tevens worden gebruikt als houder voor waterplanten, zodat geen extra planthouders nodig zijn en de vijvergrond niet vanuit de verpakking in een andere houder hoeft te worden overgebracht.
De houder kan door middel van de verankeringsflap op elke gewenste plaats in de vijver worden aangebracht en afhankelijk van de verkregen of beoogde oriëntatie van de houder, kan centraal of nabij een rand een of meer incisies in de wand van de houder worden gemaakt. Hierdoor kan de houder zowel voor het aanbrengen van waterplanten langs de rand van de vijver als voor het plaatsen van waterplanten meer centraal op de bodem van de vijver worden gebruikt. De waterplant kan via deze incisie in de vijvergrond in de houder gepoot worden en, in tegengestelde richting door de incisie naar buiten groeien.
Doordat de afmetingen van de incisie aangepast kunnen worden aan de afmetingen van de te poten waterplant en doordat de houder uit in hoofdzaak dicht materiaal is vervaardigd, wordt wegspoelen van grond bijzonder effectief tegengegaan. Voorts kan de incisie zonder bezwaar betrekkelijk klein worden gelaten, omdat deze niet hoeft te worden gebruikt voor het in de houder brengen van de vijvergrond.
Aldus vormt de verpakking volgens de uitvinding een universeel toepasbare geprefabriceerde basis voor waterplanten die slechts hoeft te worden voorzien van een incisie teneinde de waterplant in de vijvergrond te kunnen steken.
Een verder voordeel van de uitvinding is, dat de mogelijkheid van verder gebruik van de verpakking ter vervanging van afzonderlijke planthouders een bijdrage levert aan het bestrijden van het afvalvolume.
Navolgend wordt de uitvinding nader toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden, waarbij wordt verwezen naar de tekening. Daarbij toonts fig. 1 een perspectivisch aanzicht van vooral de presen- tatie-zijde van een houder volgens de uitvinding in opslagtoe- ✓ stand, fig. 2 een perspectivisch aanzicht van vooral de andere zijde van de houder volgens fig. 1, fig. 3 een aanzicht overeenkomstig fig. 2 in gebruiks-toestand, fig. 4 een aanzicht overeenkomstig fig. 3 met een opengevouwen incisie, fig. 5 een aanzicht volgens fig. 3 van de houder in geplaatste toestand, fig. 6 een perspectivisch aanzicht van een vijver met een aantal houders volgens de uitvinding in gebruikstoestand, fig. 7 een zijaanzicht in doorsnede van een tweede vijver met een aantal houders volgens de uitvinding in gebruikstoestand, en fig. 8 een bovenaanzicht van een houder volgens de uitvinding met een patroon van ventilatie-perforaties.
De uitvinding zal eerst nader worden beschreven en toegelicht aan de hand van het in de figuren 1-5 in verschillende toestanden getoonde uitvoeringsvoorbeeld. Vervolgens zullen enige varianten worden besproken.
De houder getoond in de figuren 1-5 is voorzien van wanden 1 die in opslagtoestand (fig. 1) een binnenruimte met daarin vijvergrond 2 (zie fig. 4) omsluiten. De houder is verder voorzien van een verankeringsflap 3 die met de genoemde wanden is verbonden en die in een van de binnenruimte af uitstekende gebruiksstand te brengen is (zie figuren. 3-5).
De houder wordt in de in de fig. 1 weergegeven toestand opgeslagen en verkocht. Wanneer men de houder in gebruik wenst te nemen brengt men deze in de in fig. 2 weergegeven stand, waarbij de flap 3 zich aan de bovenzijde van de houder bevindt. De flap 3 kan nu van een tegenovergelegen gedeelte van de wanden 1 af worden gevouwen, zoals volgens de afbeelding in fig. 2 al voor een klein gedeelte is gebeurd. De flap 3 wordt bij voorkeur tijdens opslag in het gebied van zijn vrije uiteinde roet kleefstof, tape, elastiek, touw of dergelijke tegen de wanden 1 gehouden, zodat de flappen bij het verladen van de houders op hun plaats blijven.
Vervolgens wordt de flap 3 verder omgevouwen zoals in fig. 3 is aangeduid roet een pijl 4. Vervolgens kan met een mes 5 of dergelijke een incisie 6 op elke gewenste plaats in de wand 1 aangebracht worden. Doordat de houder is gevuld met aarde, kan de incisie gemakkelijk worden aangebracht, zonder dat een onderlegger noodzakelijk is of gevaar bestaat dat tevens in de tegenovergelegen wand 1 een incisie wordt aangebracht. Wanneer men de houder op een vlakke bodem wil plaatsen en één plant wil poten, zal men de incisie centraal aanbrengen, zoals in de tekening is getoond. Wanneer men de houder voor het plaatsen van een plant hangend aan de rand van de vijver wil gebruiken, zal men een geschikte incisie dichter de flap 3 aanbrengen, op een zodanige hoogte dat de vijvergrond juist tot de incisie reikt, voor het plaatsen van meerdere waterplanten in een houder kunnen meerdere incisies 6 worden aangebracht, zoals is getoond in de figuren 6 en 7.
Teneinde een waterplant 7 gemakkelijk te kunnen plaatsen, worden gedeeltes 8 van de wand 1 van de houder bij voorkeur teruggeslagen, zodat een opening met een voldoende grote doorsnede wordt verkregen. Nadat de plant 7 is geplaatst kunnen de teruggeslagen gedeeltes 8 van de wand 1 weer dicht gevouwen worden, teneinde de opening in het gebied van de waterplant 7 zoveel mogelijk te verkleinen en zo wegspoelen van vijvergrond uit de houder tegen te gaan.
Dankzij de aanwezigheid van deze flap 3 kan de houder gemakkelijk worden verankerd op elke gewenste plaats. Hiertoe kan bijvoorbeeld een steen 9 (figuren 5-7) of een met vijvergrond 2 gevuld gedeelte 1 van een andere houder gebruikt wor den (figuren 6 en 7). De houder kan ook worden verankerd door pennen of staken door de flap 3 in de bodem te steken.
Zoals blijkt uit het voorgaande dient de houder volgens de uitvinding eerst als verpakking van de vijvergrond en vervolgens als houder voor waterplanten, zodat geen extra planthouders nodig zijn en de vijvergrond niet vanuit de verpakking in een andere houder hoeft te worden overgebracht.
De afmetingen van de incisies 6 kunnen aangepast worden aan de afmetingen van de te poten waterplanten 7, zodat de opening waardoor de waterplant 7 uit de houder naar buiten steekt zo klein mogelijk kan worden gehouden. Verder is de houder, die tevens dient als verpakking voor de vijvergrond, uit in hoofdzaak dicht materiaal vervaardigd. Door de kleine opening voor de waterplant en de in hoofdzaak dichte aard van het materiaal van de wanden 1 wordt wegspoelen van grond bijzonder effectief tegengegaan.
Bij de getoonde houder steekt de verankeringsflap 3 in gebruikstoestand over een afstand van ongeveer twee derde van de lengte van de binnenruimte uit vanaf die binnenruimte. Hierdoor wordt een optimale verankeringsmogelijkheid verkregen. Indien met minder verankeringsmogelijkheden wordt volstaan, kan bijvoorbeeld worden volstaan met een verankeringsflap die over een afstand van een derde of de helft van de breedte van de binnenruimte van die binnenruimte af uitsteekt.
Doordat de verankeringsflap 3 in opslagtoestand tegen de wanden 1 is gevouwen en een in opslagtoestand naar buiten gekeerd gedeelte 10 van de verankeringsflap 3 is voorzien van een bedrukking, kan de naar de buitenzijde van de houder gekeerde zijde van de verankeringsflap in de opslagtoestand dienen als oppervlak waarop produkt- en gebruiksinformatie is aangebracht. Wanneer de verankeringsflap 3 in de gebruiksstand is gebracht, bevindt de bedrukte zijde 10 zich aan de onderzijde van de verankeringsflap 3, zodat deze niet zichtbaar is en derhalve het uiterlijk van de vijver niet negatief beïnvloedt. De houder zelf is uit donker materiaal vervaardigd, dan wel voorzien van een donkere kleur, zodat deze onder water niet of althans niet duidelijk zichtbaar is en ook de overige delen van de houder het uiterlijk van de vijver niet verstoren. Eventueel kan de houder ook zijn vervaardigd uit transparant materiaal, dat eveneens onder water niet goed zichtbaar is.
De houder heeft verder een zijde 11 die in opslagtoe-stand tegenover de verankeringsflap 3 is gelegen en die eveneens is voorzien van een bedrukking. Ook deze zijde kan aldus van produkt- en/of gebruiksinformatie zijn voorzien en ook deze zijde is in de gebruikstoestand omlaag gekeerd (zie figuren 3-7) en derhalve niet zichtbaar wanneer de houder in een vijver is geplaatst. Aldus kan de houder aan beide zijden zijn voorzien van produkt- en gebruiksinformatie, waardoor een opvallende presentatie van de houder en de gebruiksmogelijkheden daarvan mogelijk is, zonder dat de bedrukking zichtbaar is wanneer de houder in gebruikstoestand in een vijver is geplaatst. Hetzelfde zou ook kunnen worden bereikt door bijvoorbeeld een wegneembare, bedrukte huls om de houder aan te brengen, maar dit zou extra materiaal vergen.
De verankeringsflap kan in de opslagstand overigens ook opgerold of omgevouwen zijn, maar kan dan weinig of geen bedrukking dragen. Indien de verankeringsflap in opslagstand ook uitsteekt vanaf de wanden die de binnenruimte begrenzen en tevens is voorzien van een gat waardoor men de vingers van een hand kan steken, kan de verankeringsflap tevens dienen als handgreep voor het dragen van de houder.
Teneinde het aanbrengen van geschikte gevormde incisies van geschikte afmetingen voor onervaren gebruikers te vergemakkelijken, zijn de wanden 1 bij voorkeur voorzien van markeringen voor het aanbrengen van de incisies 6 in de wanden 1. Aldus kan in de meeste gevallen worden voorkomen, dat de gebruiker een grotere incisie aanbrengt dan voor de te plaatsen waterplant nodig is.
De markeringen zijn bij voorkeur uitgevoerd als uitsparingen in een donkere bedrukking van de naar omlaag te keren zijde van de houder, waarbij de wanden zijn vervaardigd uit materiaal met een lichtere kleur.
De markeringen kunnen ook zijn uitgevoerd als in geschikte patronen aangebrachte ventilatie-perforaties 12 (fig. 8), zodat daartoe geen extra bedrukking nodig is. Een verder voordeel van het gebruik van perforaties 12 als markering is, dat indien een incisie 6 eindigt in een perforatie 12 met een afgeronde vorm, bijvoorbeeld als is weergegeven in fig. 8, deze minder gemakkelijk verder inscheurt dan een incisie met een kerfvormig uiteinde. Het is ook mogelijk, de ventilatie-perforaties zodanig uit te voeren, dat deze verzwakkingslijnen vormen, waarlangs de wanden beheerst ingescheurd kunnen worden voor het verkrijgen van geschikt gevormde openingen, waar de waterplanten doorheen gestoken kunnen worden.
Langs de randen van de wanden 1 die de binnenruimte van de houder begrenzen is een serie beluchtingsgaten 13 aangebracht. Via deze beluchtingsgaten 13 kan bij het vullen van de houder lucht ontsnappen, waardoor het vullen sneller en met minder verlies door stuiven kan worden uitgevoerd. Bij het plaatsen van de houder in het water wordt dankzij de beluchtingsgaten 13 een gelijkmatige toestroom van water verkregen, waardoor uitspoelen van vijvergrond bij het plaatsen van de houder wordt tegengegaan. Wanneer de houder eenmaal geplaatst is, heeft via de beluchtingsgaten uitwisseling van zuurstofrijker water voor minder zuurstofrijk water plaats en kunnen waterplanten wortels via de beluchtingsgaten 13 uit de binnenruimte van de houder naar buiten steken. Hierbij is het van bijzonder voordeel, dat de beluchtingsgaten 13 vooral langs de randen van de wanden 1 zijn aangebracht, omdat veel waterplanten vooral in zijdelingse richting in het water uitstekende wortels ontwikkelen.
Volgens fig. 8 zijn de beluchtingsgaten 13 langs alle vier de randen van de wanden 1 die de binnenruimte begrenzen aangebracht. Het is echter ook mogelijk, de beluchtingsgaten 13 uitsluitend langs één, twee of drie van deze vier randen aan te brengen.
Eventueel kan een verpakking voor vijvergrond ook worden aangepast voor gebruik als planthouder, zonder deze uit te voeren met de hiervoor beschreven verankeringsflap, maar uitsluitend door deze te voorzien van series beluchtingsgaten langs de randen van de wanden die de binnenruimte begrenzen en/of markeringen voor het aanbrengen van de incisies aan te brengen. In dat geval moeten voor het verankeren van de houder echter afzonderlijke maatregelen getroffen worden.
De wanden 1 van de getoonde houders zijn vervaardigd uit zodanig dun materiaal, dat deze een zak vormen. Een zak vormt een tegen lage kosten te vervaardigen verpakking, waarin bij een gegeven volume van de binnenruimte een minimum aan materiaal is verwerkt, maar die voor het doel van het bieden van een basis voor een waterplant toch voldoende stabiliteit biedt. De wanden zijn bij voorkeur vervaardigd uit PE, dat goedkoop en onder water relatief duurzaam is. Indien een meer stabiele houder gewenst is, is het echter ook mogelijk de wanden 1 die de binnenruimte begrenzen te vervaardigen uit dikker materiaal, zodat de houder is uitgevoerd als een doos.
De verankeringsflap heeft bij de getoonde houder een rechthoekige vorm. Het is echter ook mogelijk de verankeringsflap een andere vorm te geven en/of deze uit ander materiaal dan de wanden 1 die de binnenruimte begrenzen te vervaardigen, bijvoorbeeld uit netvormig materiaal. Een aantal voorbeelden 3 zijn in fig. 5 met onderbroken lijnen als extra verankerings-flappen 3 weergegeven. Voorts is het uiteraard mogelijk in plaats van één verankeringsflap 3 meerdere verankeringsflappen aan te brengen, bijvoorbeeld twee tegenover elkaar gelegen verankeringsflappen of verankeringsflappen langs alle vier de randen van de wanden 1 die de binnenruimte begrenzen. Daarbij kan ook de binnenruimte in bovenaanzicht elke gewenste vorm hebben en bijvoorbeeld rond, driehoekig of grillig dan wel organisch gevormd zijn.
Claims (9)
1. Houder met wanden die in opslagtoestand een binnenruimte met daarin vijvergrond in hoofdzaak gesloten omsluiten, gekenmerkt door ten minste een verankeringsflap (3) die met de genoemde wanden (1) is verbonden en die in een van de bin- * nenruimte af uitstekende gebruikstoestand te brengen is.
2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verankeringsflap (3) in gebruikstoestand over een afstand van ten minste een derde van de breedte van de binnenruimte van die binnenruimte af uitsteekt.
3. Houder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de verankeringsflap (3) in opslagtoestand tegen de genoemde wanden (1) is gevouwen en een in opslagtoestand naar buiten gekeerd gedeelte (10) van de verankeringsflap (3) is voorzien van een bedrukking.
4. Houder volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een zijde (11) van de houder die in opslagtoestand tegenover de verankeringsflap (3) is gelegen eveneens is voorzien van een bedrukking.
5. Houder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wanden (1) zijn voorzien van markeringen (12) voor het aanbrengen van incisies (6) in de wanden.
6. Houder volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de markeringen zijn uitgevoerd als in geschikte patronen aangebrachte ventilatie-perforaties (12).
7. Houder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wanden (1) zijn vervaardigd uit zodanig dun materiaal, dat deze een zak vormen.
8. Houder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste een van de wanden (1) is voorzien van een incisie (6), waarbij een waterplant (7) door de incisie (6) uit de binnenruimte uitsteekt.
9. Samenstel van houder volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat een van de wanden (1) van de binnenruimte van ten minste een van de houders op een verankeringsflap (3) van de andere houder steunt.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9401761A NL9401761A (nl) | 1994-10-21 | 1994-10-21 | Houder voor waterplanten. |
NL1001481A NL1001481C2 (nl) | 1994-10-21 | 1995-10-23 | Houder voor waterplanten. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9401761A NL9401761A (nl) | 1994-10-21 | 1994-10-21 | Houder voor waterplanten. |
NL9401761 | 1994-10-21 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9401761A true NL9401761A (nl) | 1996-06-03 |
Family
ID=19864820
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9401761A NL9401761A (nl) | 1994-10-21 | 1994-10-21 | Houder voor waterplanten. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL9401761A (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP2926648A4 (en) * | 2012-11-30 | 2016-06-22 | Giménez Yago Alonso | FLEXIBLE, ONE-PIECE, INDEPENDENT MULTI-PURPOSE CONTAINER WITH AN IMPROVED FERTILIZED SUBSTRATE FOR WATER PLANTS AND SUMP PLANTS, AND METHOD OF PRODUCTION THEREOF |
Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB1459193A (en) * | 1973-10-10 | 1976-12-22 | Fisons Ltd | Plant growth container |
US4114316A (en) * | 1976-06-07 | 1978-09-19 | Merrill Cohen | Growing plants in an aquarium |
GB2068204A (en) * | 1979-12-18 | 1981-08-12 | Underworld Prod Ltd | Plant growing systems for use in aquaria |
DE8525057U1 (de) * | 1985-09-02 | 1987-01-15 | H. Von Gimborn Gmbh, 4240 Emmerich | Packung mit keimfähigem Saatgut |
EP0403348A1 (fr) * | 1989-06-15 | 1990-12-19 | Isover Saint-Gobain | Substrats de culture hors-sol |
US5241783A (en) * | 1990-08-30 | 1993-09-07 | Krueger Scott D | Apparatus and process for growing plants |
FR2693079A1 (fr) * | 1992-07-01 | 1994-01-07 | Franclet Bore | Procédé de fabrication de mottes de culture destinées à être utilisées en pépinières. |
WO1994000975A1 (fr) * | 1992-07-10 | 1994-01-20 | Florence Poret | Dispositif de germination retardee aisement transportable |
-
1994
- 1994-10-21 NL NL9401761A patent/NL9401761A/nl not_active Application Discontinuation
Patent Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB1459193A (en) * | 1973-10-10 | 1976-12-22 | Fisons Ltd | Plant growth container |
US4114316A (en) * | 1976-06-07 | 1978-09-19 | Merrill Cohen | Growing plants in an aquarium |
GB2068204A (en) * | 1979-12-18 | 1981-08-12 | Underworld Prod Ltd | Plant growing systems for use in aquaria |
DE8525057U1 (de) * | 1985-09-02 | 1987-01-15 | H. Von Gimborn Gmbh, 4240 Emmerich | Packung mit keimfähigem Saatgut |
EP0403348A1 (fr) * | 1989-06-15 | 1990-12-19 | Isover Saint-Gobain | Substrats de culture hors-sol |
US5241783A (en) * | 1990-08-30 | 1993-09-07 | Krueger Scott D | Apparatus and process for growing plants |
FR2693079A1 (fr) * | 1992-07-01 | 1994-01-07 | Franclet Bore | Procédé de fabrication de mottes de culture destinées à être utilisées en pépinières. |
WO1994000975A1 (fr) * | 1992-07-10 | 1994-01-20 | Florence Poret | Dispositif de germination retardee aisement transportable |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP2926648A4 (en) * | 2012-11-30 | 2016-06-22 | Giménez Yago Alonso | FLEXIBLE, ONE-PIECE, INDEPENDENT MULTI-PURPOSE CONTAINER WITH AN IMPROVED FERTILIZED SUBSTRATE FOR WATER PLANTS AND SUMP PLANTS, AND METHOD OF PRODUCTION THEREOF |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5044773A (en) | Container for receiving and holding an object including support member therefor | |
US6375037B1 (en) | Bag construction for distributing material | |
US5772247A (en) | Art kit in book form | |
DE6934694U (de) | Blumenschoner. | |
GB2207905A (en) | Shoe display and storage device | |
NL9100438A (nl) | Vouwbare decoratieve verpakking voor een bloempot. | |
CA2324483A1 (en) | Chamber for aeroponic culture | |
US6371366B1 (en) | Collectibles display box | |
CA1053465A (en) | Seedling plant propagation container | |
US3025952A (en) | Dispenser package | |
NL1027530C1 (nl) | Verfrollerbak gevouwen uit een vlakke plaat. | |
NL9401761A (nl) | Houder voor waterplanten. | |
US5419282A (en) | Litter sifter tray with angularly adjustable side walls | |
US6270006B1 (en) | Container | |
NL1000939C1 (nl) | Plantencontainer met etikethouder. | |
US5706947A (en) | Gift container | |
JP7325476B2 (ja) | ゴルフボール用パッケージングシステム | |
US5054235A (en) | Nursery plant containers | |
US20190307076A1 (en) | Collapsible Planting Pot | |
CA2092853A1 (en) | Biodegradable bird feeder | |
EP1752068B1 (en) | Transport and display tray | |
NL1023516C2 (nl) | Draaginrichting voor bloemen en planten. | |
JP2004051141A (ja) | 観賞植物包装用容器 | |
EP0462332A1 (en) | Pencil holders | |
WO1995018526A1 (en) | Carrying device for bags for animal excrements |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |