NL9401207A - Bus met deksel. - Google Patents

Description

BPS MET DEKSEL·

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bus met deksel, zoals bijvoorbeeld een verfbus.

Er zijn in het algemeen twee soorten van dergelijke bussen te onderscheiden. Bij de eerste soort is bovenin een ring gefelst, waarin een deksel vastgeklemd kan worden. De tweede soort heeft niet een dergelijke ring en het deksel past daarbij direct tegen de binnenkant van de zijwand van de bus.

De eerste soort heeft het voordeel dat het deksel gemakkelijk verwijderd en weer aangebracht kan worden, zodat de inhoud in fasen opgebruikt kan worden. Daarbij vormt de ring een goed bevestigingsmiddel voor opzetstukken. Dit vindt bijvoorbeeld zijn toepassing bij verf mengmachines, waarmee een gewenste kleur verf kan worden samengesteld uit een aantal basiskleuren. Deze basiskleuren worden toegeleverd in bussen van de onderhavige soort en in de machine geplaatst met op de opening een bij de machine behorend deksel waaraan een roerorgaan en een afzuigleiding is bevestigd.

Het nadeel van deze eerste soort bus is dat deze niet genest kan worden, en dat het lastig is om de bus geheel te legen. Een klein restant van de inhoud blijft achter de ring opgesloten, wanneer de bus uitgeschonken wordt. Dit is bezwaarlijk aangezien de inhoud van een dergelijke bus, bijvoorbeeld wanneer het een verfbus betreft, milieubelastend kan zijn en het niet uit de bus verwijderde restant als afval in het milieu terecht kan komen.

De tweede soort kan wel volledig leeg gemaakt worden zonder dat enig restant daarin achterblijft. Het bezwaar van deze bus is dat een opzetstuk zoals hierboven bedoeld, niet zonder meer op deze bussen aangebracht kan worden.

De uitvinding beoogt nu een bus te verschaffen waarin de voordelen van beide soorten worden verenigd.

Bij de bus volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de bus een losneembare ring bevat, waarin een afzon-i derlijk klemdeksel opgenomen kan worden.

Voordat de bus gevuld is kan het basisdeel daarvan genest worden, als de wand van de bus conisch is. Na het vullen wordt de ring met het daarin reeds opgenomen deksel op de bus geplaatst, teneinde de bus af te sluiten, i Wanneer men bij de inhoud wil, kan eenvoudig het klemdeksel op de gebruikelijke wijze worden geopend en naderhand weer worden gesloten.

Een opzetstuk van bijvoorbeeld een verfmengmachine kan zonder meer op de bus worden geplaatst en aan de ring > worden vastgeklemd.

Wanneer de bus nagenoeg leeg is en het laatste restant van de inhoud daaruit moet worden verwijderd, wordt de losneembare ring van de bus afgenomen en kan de bus volledig worden geleegd en schoongemaakt.

) Eventueel kan de bus worden hergebruikt. Doordat de rand van de bus tijdens het gebruik beschermd is door de ring blijft deze intact en voor hergebruik geschikt. De bus kan zeer goed worden gereinigd, hetgeen voor hergebruik een voorwaarde is.

5 Een goede uitvoeringsvorm, waarbij de ring be trouwbaar af gedicht met de bus is verbonden, wordt gekenmerkt’ in conclusie 2.

Bijzonder geschikt is daarbij de maatregel van conclusie 3.

) Een geschikte uitvoeringsvorm van de klemmiddelen wordt gekenmerkt in conclusie 4. Sluitbanden zijn op zichzelf bekend om het deksel van een bus van de in de aanhef genoemde tweede soort voor transportdoeleinden stevig met de bus te verbinden. Voor het openen van de bus wordt de sluit-3 band in dat geval verwijderd. Bij de bus volgens de uitvinding wordt de sluitband pas verwijderd als de bus bijvoorbeeld schoongemaakt moet worden en de losneembare ring van de bus afgenomen moet worden.

Volgens een verdere geschikte uitvoering kan de sluitband van het type met een knevel zijn. De klemband kan dan zelf ook hergebruikt worden.

Een andere geschikte uitvoeringsvorm van de bus volgens de uitvinding is gekenmerkt in conclusie 7. Hierbij snapt de ring in de in- of uitstulping van de buswand. De montagehandelingen zijn op gunstige wijze beperkt en ook het naderhand losnemen van de ring kan eenvoudig geschieden.

Een geschikte uitvoeringsvorm van de bus volgens de uitvinding voor gebruik in een verfmengmachine is gekenmerkt in conclusie 8. De ring van deze uitvoeringsvorm is geschikt voor vele malen hergebruik en waarborgt telkenmale een goede afdichting in de bus en een goede aangrijping van het opzetstuk van de verfmengmachine.

Een verdere ontwikkeling van de bus volgens de uitvinding is gekenmerkt in conclusie 9. Bij het monteren van de ring worden de lippen om de kraal rand gebogen, waardoor de ring aan de bus wordt vastgeklemd. Voor de losnemen van de ring behoeven slechts de lippen naar buiten gebogen te worden.

Om een goede aangrijping op de lippen van buitenaf mogelijk te maken, wordt bij voorkeur de maatregel van conclusie 10 toegepast.

Door toepassing van de maatregel van conclusie 11, kunnen de lippen korter worden uitgevoerd, waardoor een materiaalbesparing wordt bereikt.

Het verwijderen van de ring kan, zoals opgemerkt, geschieden door de lippen uit te buigen. In die gevallen, waarin van grote aantallen bussen de ring moet worden ver-i wijderd, wordt bij voorkeur een gereedschap gebruikt zoals gekenmerkt in conclusie 12. Door het indrukken van de ring buigen de lippen open en kan de ring eenvoudig worden verwijderd.

Bij voorkeur wordt daarbij de maatregel van con-i clusie 13 toegepast. De grijper houdt de ring vast nadat de lippen daarvan uitgebogen zijn door de werking van het druk-stuk. De ring wordt vervolgens met de grijper verwijderd.

De uitvinding zal verder worden toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de bij gevoegde figuren.

Figuur i toont een gedeeltelijke doorsnede van een bus volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 2 toont het corresponderende deel van een gereedschap waarmee de bus van figuur 1 kan worden gesloten.

Figuur 3 toont een enigszins gewijzigde uitvoeringsvorm van de bus van figuur 1 op grotere schaal.

Figuur 4 en 5 tonen twee andere uitvoeringsvormen van de uitvinding.

Figuur 6 en 7 tonen weer andere uitvoeringsvormen, in combinatie met een opzetstuk.

Figuur 8 toont een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van een bus volgens een verdere ontwikkeling van de uitvinding.

Figuur 9 toont een doorsnede op grotere schaal volgens IX-IX in figuur 8.

Figuur 10-12 tonen met figuur 9 overeenkomende aanzichten van andere uitvoeringsvormen.

Figuur 13 toont schematisch de werking van een gereedschap voor het verwijderen van een ring bij een bus volgens één van de figuren 8-12.

De bus 1 zoals getoond in figuur 1 omvat een cilindrische wand 2 waarin een bodem 3 is gefelst. Aan de bovenkant van de wand 2 is een kraalrand 4 gevormd.

Op de kraalrand 4 is een ring 5 geplaatst waarin een gootprofiel 8 is aangebracht, en waarin een deksel 9 op gebruikelijke wijze opgenomen kan worden.

Aan de buitenrand is de ring 5 voorzien van een omgekeerd gootprofiel waarin een afdichtingsmassa 7 aangebracht is, die de afdichting vormt tussen de ring 5 en de kraalrand 4. Voor het bevestigen van de ring 5 op de buswand 2 is een sluitband 10 voorzien die een bovenste, naar binnen gerichte kraalrand 11 heeft waarmee de sluitband 10 op de ring 5 aanligt en een onderste, naar buiten gerichte kraal-rand 12, die met behulp van het in figuur 2 getoonde gereedschap 15 in de richting van pijl 13 wordt vervormd, zodat deze sluitend onder de kraalrand 4 wordt gedrukt.

Het gereedschap 15 omvat een aandrukker 16 die door een geschikte profilering eerst de kraalrand 11 enigszins vervormt en vervolgens de ring 5 te zamen met de kraalrand 11 op de buswand 2 drukt, waardoor een goed contact tussen de afdichtingsmassa 7 en de kraalrand 4 tot stand komt.

Het gereedschap 15 omvat verder een vervormingsor-gaan 17, dat over het aangedrukte samenstel naar beneden wordt bewogen, waarbij een afgeronde rand 18 in contact komt met de onderste kraalrand 12 van de sluitband 10. Bij een verdergaande neerwaartse beweging van het vervormingsorgaan 17 wordt de kraalrand 12 op de genoemde wijze in de richting van pijl 13 onder de kraalrand 4 gedrukt, waardoor de ring 5 afgedicht en met voorspanning op de kraalrand 4 is bevestigd.

Tijdens gebruik kan de bus 1 herhaaldelijk geopend en weer gesloten worden door middel van het deksel 9. Nadat de inhoud is opgebruikt, wordt de sluitband 10 losgebroken en kan de ring 5 uit de bus 1 worden genomen, zodat de bus gemakkelijk schoongemaakt kan worden.

De bus 1 is weergegeven met een cilindrische wand. Het is uiteraard ook mogelijk om deze uit te voeren met een met streeplijnen aangegeven conische wand 20, zodat deze in de nog niet gevulde toestand, voordat de ring 5 is aangebracht, nestbaar is. In de conische wand 20 wordt hiertoe een uitstekende rand 21 gevormd, waarmee elke bovenliggende bus op de kraalrand 4 van de onderliggende bus steunt in de geneste toestand.

De bus 25 van figuur 3 heeft een enigszins andere vorm van de ring 26. De goot 27 waarin het deksel 28 aangrijpt, sluit direct aan tegen de wand van de bus 25.

In figuur 3 is de sluitband 29 in de vervormde toestand weergegeven. De kraal 32 is, zoals getoond, enigs zins platgedrukt, en de kraal 33 is onder de kraalrand van de bus gedrukt.

In de binnenwand van de bus is vlak onder de kraalrand een rondoutlopende instulping 30 aangebracht. De ring 26 is voorzien van een corresponderende uitstulpende rand 31. Bij het op zijn plaats aanbrengen van de ring 26, valt de uitstulping 31 in de instulping 30, zodat een nauwkeurige positionering van de ring ten opzichte van de bus wordt verkregen.

Figuur 4 en 5 tonen een andere losneembare bevestiging van de ring in de bus. De bus 40 is ook hier voorzien van een kraalrand 41 aan zijn bovenrand. Aan de binnenkant van de bus is vlak onder de kraalrand 41 een uitstulping 43 gevormd en in de ring 42 is een overeenkomstige instulping 44 gevormd. De uitstulping 43 en instulping 44 zijn zodanig gedimensioneerd dat, wanneer de ring 42 op de bus 40 wordt gedrukt, de ring op zekere wijze op de bus 40 wordt vastgehouden. De aldus gevormde snapverbinding 45 kan naderhand eenvoudig worden losgenomen door een stuk gereedschap, i bijvoorbeeld een schroevedraaier, tussen de bovenrand van de ring 42 en de kraalrand 41 te steken en de ring 42 op te wippen.

De uitstulping 43 en instulping 44 kunnen afzonderlijke indrukkingen zijn maar kunnen ook een rondomlopende : rand vormen.

Figuur 5 toont een alternatieve uitvoering waarbij de snapverbinding 46 gevormd wordt door een instulping 47 van de binnenwand van de bus en een uitstulping 48 van de ring.

i De bus 51 van figuur 6 omvat een ring 52 die uit een gietstuk van aluminiumlegering bestaat. In een omtreks-groef hiervan is een afdichting 53 opgenomen, die aanligt tegen de binnenkant van de wand van de bus 51. De ring 52 is door middel van een klemband 54 op de bus 51 bevestigd. Deze ► klemband kan op geschikte wijze van een type zijn met een knevel, zodat deze eenvoudig losneembaar is zonder dat de klemband of andere delen van de bus worden beschadigd.

In figuur 6 is een opzetstuk 55 van een roersys-teem van een verfmengmachine weergegeven, aangebracht op de ring 52. Het opzetstuk 55 heeft een rand 56 die in een uitsparing van de ring 52 past.

Het opzetstuk 55 is voorzien van een aantal grendels 57 die door middel van een hefboom 58 van bovenaf verdraaibaar onder het opzetstuk 55 zijn aangebracht. Door de grendel 57 met behulp van de hefboom 58 onder de ring te draaien, wordt het opzetstuk 55 op de bus 51 vergrendeld.

Nadat de inhoud van de bus 51 is verbruikt, wordt het opzetstuk 55 verwijderd door de grendel 57 los te nemen. Daarna kan de ring 52 van de bus 51 worden verwijderd door het losnemen van de klemband 54 en kunnen de respectieve onderdelen goed gereinigd worden voor hergebruik.

Figuur 7 toont een bus 60 met een enigszins anders gevormde ring 61 die echter ook kan samenwerken met een uitstekende rand 63 en een grendel 62 van een sluitstuk van een roersysteem.

Bij de in figuur 8 getoonde bus 65 volgens de uitvinding is de ring 67 op de wand 66 geklemd door middel van lippen 69 die om de kraalrand 72 aan de bovenrand van de wand 66 is gevormd. In de ring 67 is een deksel 68 vastgeklemd.

Zoals de figuren 8 en 9 laten zien zijn de lippen 69 voorzien van een kraalrand 70. In de met streeplijnen aangegeven niet gebogen toestand 71 van de lippen 69 kan de ring op de kraalrand 72 van de bus worden gelegd. De lippen 69 kunnen met een gereedschap analoog aan dat wat getoond is in figuur 2, om de kraalrand 72 worden gebogen. Hierbij wordt afdichtingsmateriaal 73. wat in de flens van de ring 67 is opgenomen enigszins samengedrukt, zodat een goede afdichting ontstaat.

Voor het in gedeelten uit de bus uitnemen van de inhoud kan het deksel 68 worden opengemaakt en weer worden aangebracht. Na het ledigen van de bus kan de ring 67 worden verwijderd door de lippen 69 uit te buigen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren met een tang die op de kraalrand 70 aangrijpt. Nadat de kraalrand weer teruggebogen is in de in figuur 9 met streeplijnen aangegeven stand 71 kan de ring 67 van de bus worden afgenomen.

In figuur 10 is een bus volgens de uitvinding weergegeven waarbij in de kraalrand 75 een indrukking 76 is aangebracht in het onderste gedeelte van de kraalrand 75. De lip 77 valt bij het vervormen daarvan in deze indrukking 76. De lip 77 kanf zoals uit een vergelijking met figuur 9 eenvoudig is in te zien, korter worden uitgevoerd zodat een materiaalbesparing kan worden bereikt.

Figuur 11 toont een bus 80 volgens de uitvinding waarbij de wand 81 onder het de kraalrand 83 dragende bovenste gedeelte 82 enigszins is uitgezet. Hierdoor heeft de bus 80 een grotere inhoud dan de vergelijkbare bus van figuur 9, zonder dat hiervoor extra materiaal benodigd is. Uiteraard kan ook een materiaalbesparing worden bereikt wanneer een bus met dezelfde inhoud als die van figuur 9 wordt gemaakt.

Bij de uitvoering van figuur 12 is de lip 85 niet voorzien van een kraalrand. De lip 85 wordt vanuit de met streeplijnen aangegeven ongebogen toestand 86 onder de kraalrand 87 gebogen, bijvoorbeeld met een rolbewerking door middel van een zijdelings aangrijpende rol. Bij deze bewerking wordt de ring 91 op de kraalrand 87 van de bus gedrukt, waardoor het pakkingmateriaal enigszins wordt samengedrukt en een goede afdichting wordt bereikt.

Van een bus met de uitvoering van figuur 12 kan de ring 91 uiteraard ook worden verwijderd door de lippen 86 met een tang uit te buigen. Het is echter lastiger om de lippen aan te grijpen dan wanneer deze voorzien zijn van een kraalrand zoals in de voorgaande figuren.

In omstandigheden waarin veel bussen volgens de uitvinding worden gebruikt en hiervan telkens de ring moet worden verwijderd, kan op gunstige wijze een gereedschap worden toegepast zoals schematisch aangeduid in figuur 13. Dit gereedschap omvat een drukstuk 88 met een werkzame diameter die kleiner is dan de diameter van de wand 92 van de bus. Het drukstuk 88 grijpt juist binnen de flens 93 op de ring 91 aan. Door nu een neerwaartse kracht met het drukstuk 88 uit te oefenen, draait de flens 93 om de kraal- rand 87 naar binnen, waarbij de lip 85 langs de buitenkant van de kraalrand omhoog beweegt. Hierdoor komt de lip 85 vrij van onder de kraalrand 87 en kan de ring 91 van de bus worden afgenomen.

Dit gebeurt bij voorkeur met behulp van een grijper 89 die op een aantal plaatsen verdeeld over de omtrek aangrijpt onder een kraalrand 90 van de ring 91. Zodra de lippen 85 voldoende uitgebogen zijn kan de ring 91 met de grijper 89 van de bus worden afgetild.

Claims (13)

1. Bus met deksel waarvan de bus omvat een bodem, een langs de omtrek daarmee verbonden opstaande wand en een met de bovenrand van de opstaande wand verbonden ring die een opening bepaalt voor het daarin opnemen van het deksel, waarbij de ring losneembaar met de wand is verbonden.

2. Bus volgens conclusie 1, waarbij de bovenrand van de wand een naar buiten gekeerde kraalrand heeft en de ring een op de kraalrand rustende flens heeft en waarbij klemmiddelen aanwezig zijn voor het op de kraalrand klemmen van de flens.

3. Bus volgens conclusie 2, waarbij de flens een ondiepe omgekeerd U-vormige doorsnede heeft waarin een afdichtingsmateriaal is opgenomen.

4. Bus volgens conclusie 2 of 3, waarbij de klemmiddelen gevormd worden door een sluitband die de kraalrand en de flens omvat.

5. Bus volgens conclusie 4, waarbij de sluitband van het type met een knevel is.

6. Bus met deksel volgens één van de conclusies 1-3, waarbij de ring in de door de bovenrand van de wand gevormde opening vastklemt.

7. Bus volgens conclusie 6, waarbij de klemmiddelen gevormd worden door een in de wand, op een afstand van de bovenrand en evenwijdig daarmee aangebrachte, zich rondom uitstrekkende in- of uitstulping en een daarin resp. daarop aangrijpende, corresponderende uit- resp. instulping van de ring.

8. Bus volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de ring een gietstuk van een aluminiumlegering is, in een omtreksgroef waarvan een afdichtend tegen de binnenkant van de wand van de bus aanliggende afdichting is opgenomen.

9. Bus volgens conclusie 2 of 3, waarbij de klem-middelen worden gevormd door een aantal om de kraalrand gebogen lippen aan de flens.

10. Bus volgens conclusie 9, waarbij de lippen aan hun buitenrand voorzien zijn van een kraalrand.

11. Bus volgens conclusie 9 of 10, waarbij de kraalrand aan zijn omtrek en onder het midden voorzien is van een indrukking.

12. Gereedschap voor het van een bus volgens één van de conclusies 9-11 losnemen van de ring, omvattende een drukstuk met een werkzame diameter die kleiner is dan de diameter van de wand en dat een kracht evenwijdig aan de wand op de ring kan uitoefenen, op een binnen de omtrek van de wand liggend gedeelte van de ring.

13. Gereedschap volgens conclusie 12, omvattende een op de ring aangrijpende grijper.