NL9400990A - Elektrisch isolerende pijpkoppeling. - Google Patents

Description

Elektrisch isolerende pijpkoppeling

De uitvinding heeft betrekking op een elektrisch isolerende pijpkoppeling, voorzien van een mof en daarin opsluit-bare isolerende pijpaansluitmiddelen van elektrisch isolerend materiaal.

Een dergelijke elektrisch isolerende pijpkoppeling is bijvoorbeeld bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 8601210. De koppeling bestaat daarbij uit twee tegenoverliggende pijpstukken die met behulp van vijf opsluitende en isolerende pijpaansluitelementen in de mof passen die door vervorming tenslotte de ingebrachte pijpstukken ten opzichte van elkaar borgt. Alhoewel deze pijpkoppeling goed voldoet, omvat de pijpkoppeling een groot aantal onderdelen en is ook de montage ingewikkeld omdat eerst alle onderdelen inclusief de pijpstukken in de mof moeten worden gebracht voordat deze door persen hieromheen wordt gevormd voor het opsluiten van de onderdelen.

De onderhavige uitvinding heeft thans ten doel een pijpkoppeling met minder onderdelen en een eenvoudigere montage te verschaffen.

Hiertoe wordt de elektrisch isolerende pijpkoppeling volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de isolerende pijpaansluitmiddelen zijn gevormd uit een bus met schroefdraad voor schroefverbinding met aansluitende pijpdelen.

Doordat de aansluitende pijpdelen door schroeven met de bus kunnen worden verbonden, is het mogelijk de bus in de mof op te sluiten voordat de pijpdelen zijn gemonteerd. Dit vereenvoudigt de montage aanzienlijk. De enkelvoudige of uit slechts enkele onderdelen bestaande bus kan zodanig worden ontworpen dat zowel tussen de pijpdelen onderling als tussen de pijpdelen en de mof een goede hydraulische afdichting en elektrische isolatie ontstaat.

Het is gunstig indien de bus bestaat uit twee draai-vast met elkaar verbonden busdelen.

Dergelijke busdelen zijn vormgevingtechnisch gemakkelijker door gieten te vervaardigen, terwijl het mogelijk is busdelen met verschillende soorten schroefdraad met elkaar te combineren.

Fabricagetechnisch is het voordelig indien de bus-delen aan de naar elkaar toegekeerde uiteinden zijn voorzien van identieke uitsteeksels resp. uitsparingen die eikaars negatief vormen, waarbij bij voorkeur het uitsteeksel een cir-kelsegment van 180° is en de uitsparing zich over de resterende 180° van de omtrek van het betreffende busdeel uitstrekt.

Op deze wijze wordt met identieke busdelen een draai-vaste verbinding daartussen bereikt. Voor een extra borging van de onderdelen van de pijpkoppeling is het gunstig indien de busdelen met elkaar, met de mof en met de pijpdelen door lijmen zijn verbonden.

Een voorkeursuitvoering van de pijpkoppeling volgens de uitvinding is voorzien van pijpvormige hulpstukken die aan een uiteinde zijn voorzien van schroefdraad die in ingrijping kan worden gebracht met de schroefdraad van het bijbehorende busdeel, terwijl het andere uiteinde is voorzien van verbindingsmiddelen voor verbinding van een pijpleiding.

Op deze wijze kan een standaard pijpkoppeling worden gebruikt voor verbinding met allerlei soorten pijpen door ter plekke de juiste pijpvormige hulpstukken in de busdelen te schroeven teneinde door een flens-, schroef- of lasverbinding in de pijpleiding te worden opgenomen.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening die uitvoeringsvoorbeelden van de pijp-koppeling volgens de uitvinding weergeeft.

Fig. 1 en 2 zijn een perspectivisch schuin, gedeeltelijk weggesneden, onder- resp. bovenaanzicht van twee identieke busdelen voor een pijpkoppeling volgens de uitvinding.

Fig. 3 is een perspectivisch aanzicht van een mof voor toepassing in de pijpkoppeling.

Fig. 4 is een zijaanzicht, met doorgesneden mof, van de pijpkoppeling met de onderdelen van fig. 1-3 tijdens de montage.

Fig. 5 is een gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht van de pijpkoppeling na samenvoeging van de onderdelen van de fig. 1-3.

Fig. 6 is een halve doorsnede van een enigszins gewijzigde uitvoering van de pijpkoppeling van fig. 5.

Fig. 7, 8 en 9 zijn gedeeltelijk doorgesneden zijaanzichten van pijpvormige hulpstukken voor toepassing in de pijpkoppeling van fig. 5.

De fig. 1 en 2 tonen twee identieke busdelen 1, 1' van elektrisch isolerend kunststof materiaal en met een hoge mechanische weerstand. Elk busdeel 1, 1' bezit een cilindrische vorm en is voorzien van een doorlaat 2, 2'. Vanaf één uiteinde is in de doorlaat 2, 2' een inwendige schroefdraad 3, 3' gevormd voor verbinding met een aansluitend pijpdeel met bijpassende schroefdraad. De schroefdraad 3, 3' is taps of cilindrisch en van een afdichtende soort. Doordat de diameter van de schroefdraad 3; 3' groter is dan die van de doorlaat 2, 2' ontstaat aan het einde van de schroefdraad een schouder waartegen het ingeschroefde pijpdeel kan aanliggen terwijl de inwendige doorlaat van het pijpdeel kan aansluiten op de diameter van de doorlaat 2, 2'. Aan het schroefdraaduiteinde van de busdelen 1, 1' is een uitwendig taps gedeelte 4, 4' gevormd ten behoeve van de verbinding met de nog te beschrijven mof.

Aan het tegenoverliggende uiteinde zijn de busdelen 1, 1' uitgevoerd met zich over de halve omtrek uitstrekkende uitsteeksels 5, 5' resp. uitsparingen 6, 6'. Het uitsteeksel 5, 5' en de uitsparing 6, 6' vormen eikaars negatief in verhouding tot een kopvlak 7, 7' zodat de busdelen over 180° om hun hartlijn verdraaid met de uitsteeksels 5, 5' in de uitsparingen 6, 6' passen, zodanig dat de kopvlakken 7, 7' afdichtend tegen elkaar liggen. Hierdoor wordt een verdraaivaste ingrijping verkregen. Tussen de kopvlakken 7, 7' kan nog een afdichtende pakking worden geplaatst.

Fig. 3 toont een metalen mof 8 die bedoeld is voor aanbrenging om de beide busdelen 1, 1' teneinde deze tot een eenheid samen te voegen. De binnendiameter van de mof 8 is althans ongeveer gelijk aan de buitendiameter van de busdelen 1, 1', zodanig dat de mof 8 nauwsluitend om de busdelen 1, 1' past. De mof 8 is aan één uiteinde 9 reeds voorzien van een naar een kleinere diameter taps toelopend gedeelte dat om het uitwendig tapse gedeelte 4 van het busdeel 1 past. Het tegenoverliggende uiteinde 9' is nog cilindrisch teneinde de busdelen 1, 1' in de mof 8 te kunnen aanbrengen.

Fig. 4 toont het aanbrengen van de twee verdraaivast in elkaar grijpende en door lijmen geborgde busdelen 1, 1' in de roof 7, terwijl fig. 5 de situatie toont nadat ook het uiteinde 9' van de mof 8 door persen een tapse vorm heeft gekre- gen die om het tapse gedeelte 4' van het busdeel 1' klemt zodat de busdelen 1, 1' en de mof 8 tot één geheel zijn samengevoegd. Ook tussen de busdelen 1, 1' en de binnenzijde van de mof 8 is lijm aangebracht voor het verkrijgen van een extra borging en een koppeling met een hoge weerstand tegen mechanische spanningen.

Fig. 6 toont een met fig. 5 overeenkomende pijpkoppe-ling, waarbij echter bij het busdeel 1' de diameter van de inwendige doorlaat 2' en van de schroefdraad 3' zijn verminderd voor verbinding met een aansluitend pijpdeel van kleinere diameter.

De fig. 7-9 tonen drie uitvoeringen van pijpvormige hulpstukken 10, 13, 15 die dienen voor de aansluiting van de busdelen 1, 1' van de pijpkoppeling op de pijpleiding.

Het pijpvormige hulpstuk 10 volgens fig. 4 is aan het ene uiteinde voorzien van uitwendige schroefdraad 11 dat in de schroefdraad 3, 3' van de busdelen 1, 1' past, terwijl het andere uiteinde van het pijpvormige hulpstuk 10 is uitgevoerd met een zelfde of een andere soort schroefdraad 12 voor een schroefverbinding met de aangrenzende pijpleiding.

Het pijpvormige hulpstuk 13 bezit aan het ene uiteinde eveneens de schroefdraad 11 voor verbinding met het busdeel 1 of 1', terwijl het tegenoverliggende uiteinde in dit geval is bedoeld voor een lasverbinding met het aangrenzende uiteinde van de pijpleiding.

Tenslotte toont fig. 9 het pijpvormige hulpstuk 15 met aan één uiteinde de schroefdraad 11 voor verbinding met het busdeel 1 of 1' en aan het andere uiteinde een flens 16 voor de flensverbinding met een eindflens van de pijpleiding.

Uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat de uitvinding een zeer eenvoudig te fabriceren en te monteren pijpkop-peling bezit die universeel toepasbaar is en op allerlei verschillende manieren met een pijpleiding kan worden verbonden.

De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekening weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoor-beelden, die op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kunnen worden gevarieerd. Zo kunnen de busdelen 1, 1' aan de binnenzijde zijn voorzien van een coating van elektrisch isolerend materiaal voor gebruik in een pijpleiding voor het transporteren van elektrisch geleidende fluïda.

Claims (8)

1. Elektrisch isolerende pijpkoppeling, voorzien van een mof (8) en daarin opsluitbare isolerende pijpaansluitmid-delen (1, 1') van elektrisch isolerend materiaal, met het kenmerk, dat de isolerende pijpaansluitmiddelen zijn gevormd uit een bus (1, 1') met schroefdraad (3, 3') voor schroefverbinding met aansluitende pijpdelen.

2. Pijpkoppeling volgens conclusie 1, waarbij de bus (1, 1') bestaat uit twee draaivast met elkaar verbonden busde-len (1 en 1').

3. Pijpkoppeling volgens conclusie 2, waarbij de bus-delen (1, 1') aan de naar elkaar toegekeerde uiteinden zijn voorzien van identieke uitsteeksels (5, 5') resp. uitsparingen (6, 6') die eikaars negatief vormen.

4. Pijpkoppeling volgens conclusie 3, waarbij het uitsteeksel (5, 5') een cirkelsegment van 180° is en de uitsparing (6, 6*) zich over de resterende 180° van de omtrek van het betreffende busdeel (1, 1') uitstrekt.

5. Pijpkoppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de schroefdraad (3, 3') van de busdelen (1, 1') uit een inwendige schroefdraad bestaat.

6. Pijpkoppeling volgens conclusie 5, waarbij de schroefdraad (3, 3') van de beide busdelen (1, 1') verschillend is, bijvoorbeeld een andere diameter heeft.

7. Pijpkoppeling volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van pijpvormige hulpstukken (10, 13, 15) die aan een uiteinde zijn voorzien van schroefdraad (11) die in ingrijping kan worden gebracht met de schroefdraad (3, 3') van het bijbehorende busdeel (1, 1'), terwijl het andere uiteinde is voorzien van verbindingsmiddelen (12, 14, 16) voor verbinding van een pijpleiding.

8. Pijpkoppeling volgens een der conclusies 2-7, waarbij de busdelen (1, 1') met elkaar, met de mof (7) en eventueel met de hulpstukken (10, 13, 15) door lijmen zijn geborgd.