NL9400975A - Sorteerinrichting. - Google Patents

Description

Sorteerinrichtina

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een sorteerinrichting voor het sorteren van een mengsel van bijvoorbeeld afval, voorzien van tenminste een eerste en een tweede steunrol, voor het steunen van een met dwarsribben uitgeruste transportband, waarbij de eerste steunrol hoger is geplaatst dan de tweede steunrol; en van aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de transportband in een eerste aandrijfrichting, zodanig dat van een op de transportband gelegen mengsel het fijner afval nabij de eerste steunrol wordt afgeworpen.

De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het sorteren van een mengsel van bijvoorbeeld afval, waarbij het mengsel wordt gestort op een in een transportrichting geneigde, van dwarsribben voorziene transportband en waarbij fijner afval door de dwarsribben wordt afgevoerd.

Een sorteerinrichting van dit type is bekend uit het octrooischrift EP-B-0 265 669. De daar beschreven sorteerinrichting heeft eveneens als doel afval te scheiden. Bij de bekende inrichting is de transportband bovendien in de breedte geneigd, waardoor grof afval, dat niet door de dwarsribben kan worden meegevoerd, op den duur de transportband aan de laagstgelegen zijde verlaat.

Een bezwaar bij de bekende inrichting is dat het moment waarop dit grof afval de transportband verlaat niet te kiezen is. Dit moment wordt feitelijk bepaald door de neiging in de breedte, welke neiging vast ligt.

De sorteerinrichting volgens de onderhavige uitvinding heft dit bezwaar op. Ze is voorzien van een in de breedte niet geneigde transportband en heeft als kenmerk, dat de aandrijfmiddelen zijn ingericht voor het aandrijven van de transportband in een tweede aandrijfrichting voor het afwerpen van resterend grover afval nabij de tweede transportrol.

De werkwijze volgens de uitvinding heeft als kenmerk, dat als het fijner afval althans in hoofdzaak is afgevoerd de transportrichting van de transportband wordt omgekeerd voor afvoer van het restant.

Een gunstige uitvoeringsvorm van de sorteerinrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk, dat de transportband in de lengterichting een progressieve neiging bezit. Hierdoor wordt enerzijds een goede vulling met fijn afval verkregen, terwijl anderzijds het grover afval, dat ruim boven de dwarsribben uitsteekt, steeds terugvalt en vrijwel onmogelijk de eerste steunrol kan bereiken.

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft als kenmerk, dat de aandrijfmiddelen aangrijpen op tenminste een steunrol. Men kan bijvoorbeeld een hydraulische motor direct op een as van een steunrol monteren. Bij toepassing van een enkele motor komt hiervoor bij voorkeur de eerste steunrol in aanmerking.

Een verder bezwaar van de bekende inrichting is dat incidenteel een lang object, bijvoorbeeld een balk of een boomstam, met een uiteinde tussen twee opeenvolgende dwarsribben kan worden geklemd en zo met het fijner afval kan worden meegevoerd, waardoor potentieel gevaarlijke situaties zouden kunnen ontstaan.

De sorteerinrichting volgens de uitvinding komt in belangrijke mate aan dit bezwaar tegemoet en heeft als kenmerk, dat de dwarsribben in doorsnee een wigvorm bezitten met een basis nabij de transportband, waarmee een inklemming vrijwel onmogelijk wordt. Bij voorkeur wordt de tophoek van de wigvorm daarbij dusdanig gekozen dat voor elke optredende neiging van de transportband een afstand tussen twee opeenvolgende dwarsribben nabij de toppen groter is dan nabij de basis.

Een nog verdere gunstige uitvoeringsvorm met bovengenoemde eigenschappen heeft als additioneel voordeel dat de transportband ondanks de wigvormige doorsnede van de dwarsribben relatief licht en sterk is. Ze heeft als kenmerk dat de transportband een opeenvolging van scharnierend bevestigde metalen strips omvat, elk voorzien van een in doorsnede wigvormig profiel. Een buitengewoon sterke constructie wordt verkregen door genoemde metalen strips te bevestigen op tenminste twee van scharnieren voorziene kettingen.

Een complicatie die zich kan voordoen is dat een balk of boomstam of enig ander lang, slank object door de transportband kan worden meegevoerd, waarbij het object op en parallel aan een dwarsrib ligt. Ook hierbij kan dit object op een transportband voor het fijner afval belanden. Een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding heft dit bezwaar op en heeft als kenmerk, dat is voorzien in tenminste een boven de transportband geplaatst, in de lengterichting van de transportband verlopend deelorgaan, welk deelorgaan de neiging van de transportband nauwkeurig volgt en daarbij het oppervlak boven de transportband in de breedte deelt.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarbij:

Fig. 1 een schematische weergave is van een sorteer-inrichting volgens de uitvinding;

Fig. 2 een schematische weergave is van enkele wigvorroige dwarsribben, gemonteerd op een ketting;

Fig. 3 een schematische weergave is van een deelorgaan zijaanzicht;

Fig. 4 een schematische weergave is van twee deelorganen in vooraanzicht.

Fig. 1 toont een mogelijke uitvoeringsvorm van de sorteerinrichting volgens de uitvinding, waarbij een oneindige transportband 1, voorzien van dwarsribben 2 wordt geleid over een eerste steunrol 3 en een tweede steunrol 4, bij voorkeur zodanig dat transportband 1 nabij eerste steunrol 3 een progressieve neiging bezit. Wordt nu nabij het meer vlakke deel van transportband 1 een mengsel van grover afval en fijner afval gestort, dan zal het fijner afval door dwarsribben 2 worden meegevoerd, terwijl grover afval voortdurend terugtuimelt en zich op het meer vlakke deel van transportband 1 verzamelt. Als het fijner afval in voldoende mate is afgevoerd kan het grover afval dat zich op het meer vlakke deel van transportband 1 heeft verzameld worden afgevoerd door de aandrijfrichting van transportband 1 even om te keren, waardoor het grover afval bij tweede steunrol 4 transportband 1 verlaat. Op die wijze kan men, afhankelijk van het type afval, of na visuele inspectie, het tijdstip kiezen waarop een voldoende scheiding is verkregen. Hierdoor wordt een optimale doorstroming van het produkt verkregen.

Fig. 2 toont een schematische weergave van enkele wigvormige dwarsribben 2 volgens de uitvinding, gemonteerd op kettingen 5, die van scharnieren 6 zijn voorzien en die samenwerken met uitsparingen 7 op bijvoorbeeld eerste steunrol 3.

Doorgaans zal tenminste een van de steunrollen 3,4 worden aangedreven en zo transportband 1 aandrijven. Gezien de sterk wisselende last en de eis van omkeerbaarheid is een hydraulische motor hier zeer geschikt.

Nabij eerste steunrol 3 geldt zeker dat de afstand tussen twee opeenvolgende dwarsribben nabij de toppen groter is dan nabij de basis. Volgens de uitvinding wordt aan deze voorwaarde tevens voldaan daar waar transportband 1 de grootste neigig bezit. Daardoor is het vrijwel onmogelijk dat een object tussen twee opeenvolgende dwarsribben wordt geklemd, omdat deze opeenvolgende dwarsribben steeds uiteenwi jken.

Tevens toont Fig. 2 hoe dwarsribben 2 zijn vervaardigd uit stripvormig materiaal dat van een geschikt wigvormig profiel is voorzien.

Om te voorkomen dat incidenteel een lang slank object, bijvoorbeeld een balk, liggend op een dwarsrib wordt meegevoerd, kan men de sorteerinrichting uitrusten met een aantal deelorganen, zoals schematisch in zijaanzicht getoond in Fig. 3 en in vooraanzicht in Fig. 4. De deelorganen 8 zijn over de lengterichting van de transportband verlopende profielen, die nauwkeurig de neiging van de transportband volgen en daarmee voorkomen dat een lang object zich in de holte achter een dwarsrib nestelt. Hel kan het voorkomen dat een willekeurig object tussen het deelorgaan 8 en de transportband 1 terecht komt. Om beschadiging van de sorteerinrichting te voorkomen kan men deelorgaan 8 roteerbaar opstellen om een as 9, die parallel verloopt met de eerste steunrol 3. Het object kan dan deelorgaan 8 waar nodig optillen. Deelorgaan 8 eindigt dan nabij tweede steunrol 4 op een arreteerorgaan 10 dat bij voorkeur een instelling van deelorgaan 8 mogelijk maakt, zodanig dat deelorgaan 8 vlak boven transportband 1 verloopt zonder hem te raken.

Claims (12)

1. Sorteerinrichting voor het sorteren van een mengsel van bijvoorbeeld afval, voorzien van tenminste een eerste en een tweede steunrol, voor het steunen van een met dwarsribben uitgeruste transportband, waarbij de eerste steunrol hoger is geplaatst dan de tweede steunrol; en van aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de transportband in een eerste aandrijfrichting, zodanig dat van een op de de transportband gelegen mengsel het fijner afval nabij de eerste steunrol wordt afgeworpen, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen zijn ingericht voor het aandrijven van de transportband in een tweede aandrijfrichting voor het afwerpen van resterend grover afval nabij de tweede transportrol.

2. Werkwijze voor het sorteren van een mengsel van bijvoorbeeld afval, waarbij het mengsel wordt gestort op een in een transportrichting geneigde, van dwarsribben voorziene transportband en waarbij fijner afval door de dwarsribben wordt afgevoerd, met het kenmerk, dat als het fijner afval althans in hoofdzaak is afgevoerd de transportrichting van de transportband wordt omgekeerd voor de afvoer van het restant.

3. Sorteerinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de transportband nabij de eerste steunrol een progressieve neiging bezit.

4. Sorteerinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen aangrijpen op tenminste een steunrol.

5. Sorteerinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen hydraulische aandrijfmiddelen omvatten.

6. Sorteerinrichting volgens een der conclusies 3 t/m 5, met het kenmerk, dat de dwarsribben in doorsnede een wigvorm bezitten met een basis nabij de transportband.

7. Sorteerinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat een tophoek van de wigvorm dusdanig is gekozen dat voor elke optredende neiging van de transportband een afstand tussen twee opeenvolgende dwarsribben nabij de toppen groter is dan nabij de bases.

8. Sorteerinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de transportband omvat een opeenvolging van scharnierend bevestigde metalen strips, elk voorzien van tenminste een dwarsrib.

9. Sorteerinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat is voorzien in tenminste twee, onder de metalen strips verlopende metalen kettingen, waarbij elke metalen strip is bevestigd op de tenminste twee kettingen.

10. Sorteerinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de steunrollen aangrijpen op de kettingen.

11. Sorteerinrichting volgens een der conclusies 3 t/m 10, met het kenmerk, dat is voorzien in tenminste een boven de transportband in de lengterichting verlopend deelorgaan, welk deelorgaan de neiging van de transportband nauwkeurig volgt en daarbij het oppervlak boven de transportband in de breedte deelt.

12. Sorteerinrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het deelorgaan kan roteren om een boven de eerste steunrol geplaatste, parallel met de eerste steunrol verlopende as.