NL9400891A - Motorvoertuig. - Google Patents

Description

Titel: Motorvoertuig

Beschrijving

De uitvinding heeft betrekking op een motorvoertuig voorzien van een chassis en een door een chassis ondersteunde bestuurderscabine, die vanuit een gebruiksstand omhoog te kantelen is om een nabij de voorzijde van het chassis gelegen en zich dwars op de lengterichting van het voertuig uitstrekkende scharnieras.

Indien een dergelijk motorvoertuig wordt gebruikt door de brandweer, hulpverleningsdiensten of dergelijke, is achter de cabine veelal een opbouw aangebracht, welke in het algemeen gebruikt wordt voor het vervoer van hulppersoneel dat naast de bestuurder en de bijrijder met het motorvoertuig moet worden vervoerd. Daarbij verdient het de voorkeur dat de cabine en de opbouw in open verbinding met elkaar staan.

Daarbij is het denkbaar, de opbouw vast op een chassis aan te brengen. In een dergelijk geval moeten speciale voorzieningen worden getroffen om in de normale gebruiksstand van de cabine te waarborgen, dat de aansluiting tussen de achterzijde van de cabine en de voorzijde van de opbouw stof-en waterdicht is. De hiertoe benodigde afdichtmiddelen zullen echter gevoelig zijn voor beschadiging en\of slijtage, zodat dergelijke afdichtmiddelen veel onderhoud zullen vereisen en ondanks dat toch na verloop van tijd niet gewaarborgd kan worden, dat de effectieve afdichting tussen cabine en opbouw wordt gehandhaafd.

Volgens de uitvinding is nu het voertuig voorzien van een achter de cabine opgestelde uit kunststof vervaardigde, een verlenging van de cabine vormende opbouw in tenminste een zijwand waarvan een deur is aangebracht en welke opbouw nabij zijn naar de bestuurderscabine toegekeerde uiteinde aan de achterzijde van de cabine is bevestigd, zodanig, dat de cabine en de opbouw samen om de scharnieras verzwenkbaar zijn.

Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan zodoende een solide en dichte verbinding tussen de achterzijde van de cabine en voorzijde van de opbouw worden verkregen, terwijl de opbouw dankzij zijn door toepassing van kunststof lichte constructie zonder problemen samen met de onderscharnieras kan worden verzwenkt. Een verder voordeel hiervan is nog, dat de opbouw in de omhooggezwenkte stand de toegankelijkheid van de motor van het motorvoertuig en het daarmee samenhangende aggregaat niet belemmert, dit in tegenstelling tot de toepassing van een vast opgestelde opbouw, welke deze gewenste toegankelijkheid tot de aandrijfmotor en het daarmee samenhangende aggregaat toch tenminste in zekere mate zal belemmeren. Fig. 5 en 6 tonen in detail de konstruktie van de verbinding tussen de bestuurderscabine en de opbouw of manschappencabine.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in de bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een zijaanzicht op een voorste gedeelte van een motorvoertuig.

Figuur 2 toont in bovenaanzicht een doorsnede over het in figuur 1 weergegeven gedeelte van het motorvoertuig op twee verschillende niveaus.

Figuur 3 toont aan de rechterzijde een aanzicht op de opbouw gezien in de richting volgens pijl E en aan de linkerzijde een aanzicht op de opbouw gezien in de richting volgens pijl G.

Figuur 4 toont een aanzicht op de achterwand van de cabine gezien in de richting volgens pijl G.

In figuur 1 is een zijaanzicht weergegeven op een voorste gedeelte van een motorvoertuig (1), dat is voorzien van een chassis (2) en bestuurbare voorwielen (3). Op het voorste gedeelte van het chassis is de bestuurderscabine (4) aangebracht, die op op zichzelf algemeen bekende wijze vanuit de in de figuren 1 en 2 weergegeven normale bedrijfsstand van de cabine om een nabij de voorzijde van het chassis (2) gelegen en zich dwars op de lengterichting van het voertuig uitstrekkende horizontale as in de richting volgens pijl A verzwenkbaar is, teneinde toegang te verkrijgen tot de motor en het daarmee samenhangende aggregaat. Een dergelijke constructie is algemeen gebruikelijk en zal dan ook hier niet nader behoeven te worden uitgelegd.

Zoals in figuur 4 is weergegeven is in de achterkant van de cabine een rechthoekige opening (5) aangebracht, waarvan de randen zijn versterkt door een rechthoekig raam (6), de uitvoering is daarbij zodanig getroffen, dat ook de zijwanden van de cabine, die aansluiten op deel (7) van de achterwand gehandhaafd zijn.

Achter de cabine is een opbouw (8) opgesteld. Deze opbouw (8) vormt een verlenging van de cabine (4) en is ondermeer voorzien van zijwanden (9,) dak (10), een voorwand (11), een achterwand (12) en een vloer (13).

In de voorwand is een door een aan de voorwand (11) bevestigd raam (14) begrensde opening (15) aangebracht, welke qua afmetingen overeenkomt met de opening (5). In de zijwanden (9) van de opbouw zijn deur (16) en ramen (17) aangebracht. In het inwendige van de opbouw zijn banken (18) opgesteld waarop hulppersoneel kan plaatsnemen.

De opbouw (8) is geheel uit kunststof, bij voorkeur gewapend polyester, opgebouwd zodat het totale gewicht van de opbouw verhoudingsgewijs laag zal zijn.

De opbouw (8) is in het bijzonder onder gebruikmaken van de rechthoekige raam (6) en (14) met zijn voorwand vast bevestigd aan de achterwand van de cabine, bijvoorbeeld onder gebruikmaken van bout- en\of lijmverbindingen. Het zal duidelijk zijn, dat hierbij op eenvoudige wijze een stevige en goed afgedichte verbinding tussen de voorwand van de opbouw en de achterwand van de cabine (4) te bewerkstelligen is. Daarbij kan door de lichte uitvoering van de uit gewapende kunststof vervaardigde opbouw, de opbouw zonder problemen met de cabine vanuit de in figuren weergegeven gebruikstand in de richting volgens pijl A omhooggezwenkt worden.

Zoals ook in het bijzonder uit figuur 2 blijkt, is de overgang tussen een zijwand van een cabine en de achterwand, bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld gehandhaafde delen (7) van de achterwand gekromd uitgevoerd. Het tegenover de gehandhaafde zijdelen van de achterwand gelegen gedeelte van de voorzijde van de opbouw (8) is op enige afstand van de gehandhaafde delen (7) van de achterwand opgesteld, zodat ter hoogte van deze delen (7) van de achthoek tussen de achterwand van de cabine en de voorwand van de auto zich in hoogterichting uitstrekkende uitsparingen (19) zijn gevormd. Deze uitsparingen kunnen worden afgedekt met transparante panelen (20), waarbij in de uitsparing lampen kunnen worden aangebracht, die, indien ingeschakeld, al dan niet kunnen knipperen. Een dergelijke opstelling van lampen zou van bijzonder voordeel zijn bij gebruik van het motorvoertuig als bijvoorbeeld brandweerauto of een wagen die bijvoorbeeld wordt ingezet bij ongevallen en\of werkzaamheden aan de weg en dergelijke, daar met dergelijke lampen een bijzonder goede signaalwerking kan worden bewerkstel1igd.

In de fig. 5 en 6 blijkt, dat de opbouw 8 door middel van een boutverbinding 22 en onder toevoeging van lijm 23 tussen de opbouw 9 en het raamwerk 14,6 aan de bestuurderscabine is bevestigd. De verbindingskonstruktie 21 maakt als zodanig deel uit van een uitvinding. Het raamwerk 14,6 geeft een bijzonder stevige konstruktie. Aan de buitenzijde is een RVS sluitprofiel 24 aangebracht. Door middel van lijmen wordt een (transparant) paneel 20 bevestigd aan het profiel 24 en aan de opbouw 8. Met het verwijzingscijfer 26 is de zijwand van de bestuurderscabine aangegeven. De wanden (zoals 9) van de opbouw 8 bestaan volgens de uitvinding bij voorkeur uit een op zich bekend laminaat van glasvezel-polyester; konstruktieschuim (bij voorkeur PVC); glasvezel-polyester. Aldus ontstaat een bijzonder lichte en toch stevige konstruktie, die bij uitstek geschikt is als opbouw aan een kantelbare cabine.

Claims (7)

1. Motorvoertuig voorzien van een chassis en een door het chassis ondersteunde bestuurderscabine, die vanuit een gebruiksstand omhoog te kantelen is om een nabij de voorzijde van het chassis gelegen en zich dwars op de lengterichting van het voertuig uitstrekkende scharnieras, met het kenmerk, dat het voertuig is voorzien van een achter de cabine opgestelde, uit kunststof vervaardigde, een verlenging van de cabine vormende opbouw in tenminste een zijwand waarvan een deur is aangebracht en welke opbouw nabij zijn naar de bestuurderscabine toegekeerde uiteinde aan de achterzijde van de cabine is bevestigd zodanig dat de cabine en de opbouw samen om de scharnieras verzwenkbaar zijn.

2. Motorvoertuig volgens conclusie l met het kenmerk, dat in de achterwand van de cabine en in de voorwand van de opbouw tenminste in hoofdzaak met elkaar vallende openingen zijn aangebracht.

3. Motorvoertuig volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat de breedte van een opening, gemeten dwars op de lengterichting van het voertuig, kleiner is dan de breedte van de achterwand van de cabine.

4. Motorvoertuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat nabij de zijkanten van de cabine tussen de achterwand van de cabine en de voorzijde van de op zich in hoogterichting uitstrekkende uitsparingen zijn gevormd, die zijn afgedekt met behulp van transparante panelen, terwijl in de uitsparingen lampen zijn aangebracht.

5. Motorvoertuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de opbouw met behulp van een lijmverbinding aan de cabine is bevestigd.

6. Motorvoertuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de opbouw met behulp van een boutverbinding aan de cabine is bevestigd.

7. Opbouw kennelijk bestemd voor toepassing bij een motorvoertuig volgens een der voorgaande conclusies.