NL9400857A - Halsverbinding voor een snaarinstrument uit één stuk en werkwijze ter vervaardiging daarvan. - Google Patents
Halsverbinding voor een snaarinstrument uit één stuk en werkwijze ter vervaardiging daarvan. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9400857A NL9400857A NL9400857A NL9400857A NL9400857A NL 9400857 A NL9400857 A NL 9400857A NL 9400857 A NL9400857 A NL 9400857A NL 9400857 A NL9400857 A NL 9400857A NL 9400857 A NL9400857 A NL 9400857A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- fiber structures
- neck
- neck connection
- connection according
- core
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G10—MUSICAL INSTRUMENTS; ACOUSTICS
- G10D—STRINGED MUSICAL INSTRUMENTS; WIND MUSICAL INSTRUMENTS; ACCORDIONS OR CONCERTINAS; PERCUSSION MUSICAL INSTRUMENTS; AEOLIAN HARPS; SINGING-FLAME MUSICAL INSTRUMENTS; MUSICAL INSTRUMENTS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- G10D1/00—General design of stringed musical instruments
- G10D1/04—Plucked or strummed string instruments, e.g. harps or lyres
- G10D1/05—Plucked or strummed string instruments, e.g. harps or lyres with fret boards or fingerboards
- G10D1/08—Guitars
-
- G—PHYSICS
- G10—MUSICAL INSTRUMENTS; ACOUSTICS
- G10D—STRINGED MUSICAL INSTRUMENTS; WIND MUSICAL INSTRUMENTS; ACCORDIONS OR CONCERTINAS; PERCUSSION MUSICAL INSTRUMENTS; AEOLIAN HARPS; SINGING-FLAME MUSICAL INSTRUMENTS; MUSICAL INSTRUMENTS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- G10D1/00—General design of stringed musical instruments
- G10D1/04—Plucked or strummed string instruments, e.g. harps or lyres
- G10D1/05—Plucked or strummed string instruments, e.g. harps or lyres with fret boards or fingerboards
- G10D1/08—Guitars
- G10D1/085—Mechanical design of electric guitars
-
- G—PHYSICS
- G10—MUSICAL INSTRUMENTS; ACOUSTICS
- G10D—STRINGED MUSICAL INSTRUMENTS; WIND MUSICAL INSTRUMENTS; ACCORDIONS OR CONCERTINAS; PERCUSSION MUSICAL INSTRUMENTS; AEOLIAN HARPS; SINGING-FLAME MUSICAL INSTRUMENTS; MUSICAL INSTRUMENTS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- G10D3/00—Details of, or accessories for, stringed musical instruments, e.g. slide-bars
- G10D3/06—Necks; Fingerboards, e.g. fret boards
-
- G—PHYSICS
- G10—MUSICAL INSTRUMENTS; ACOUSTICS
- G10D—STRINGED MUSICAL INSTRUMENTS; WIND MUSICAL INSTRUMENTS; ACCORDIONS OR CONCERTINAS; PERCUSSION MUSICAL INSTRUMENTS; AEOLIAN HARPS; SINGING-FLAME MUSICAL INSTRUMENTS; MUSICAL INSTRUMENTS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- G10D3/00—Details of, or accessories for, stringed musical instruments, e.g. slide-bars
- G10D3/22—Material for manufacturing stringed musical instruments; Treatment of the material
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T29/00—Metal working
- Y10T29/49—Method of mechanical manufacture
- Y10T29/4957—Sound device making
- Y10T29/49574—Musical instrument or tuning fork making
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Acoustics & Sound (AREA)
- Multimedia (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Stringed Musical Instruments (AREA)
Description
Halsverbinding voor een snaarinstrument uit één stuk en werkwijze ter vervaardiging daarvan.
De onderhavige uitvinding betreft een halsverbinding voor een snaarinstrument, omvattend tenminste een kast en een hals, waarbij zowel de hals als de kast van kunststof zijn vervaardigd.
Een dergelijke halsverbinding voor een snaarinstrument, bijvoorbeeld een akoestische gitaar, is bekend uit US-A-4.873.907. De kast van de bekende gitaar is vervaardigd uit een aramide-mat, een laag koolstof-vezels en daarover een laag zijde, terwijl het geheel is ingebed in een gel-coat. De hals van de bekende gitaar daarentegen is gemaakt van een schuim, die is overtrokken met een geweven laag, waarover een decoratief weefsel is bevestigd. Ook de hals is ingebed in een gel-coat.
Een nadeel van de bekende halsverbinding is, dat deze uit twee delen bestaat, zodat twee delen nog aan elkaar dienen te worden bevestigd alvorens de uiteindelijke halsverbinding gereed is. Dit brengt onvermijdelijk uitrichttoleranties met zich mee, zodat aldus vervaardigde halsverbindingen altijd enigszins van elkaar verschillen. Bovendien kost het bevestigen van de twee losse delen moeite en geld.
Een snaarinstrument moet aan vele eisen voldoen, waarvan de volgende de meest belangrijke zijn: - een uitstekende klank, waarbij de norm wordt bepaald door standaard houten snaarinstrumenten; - tijdens de produktie instelbare dempingseigenschappen; - hoge weerstand tegen kruip-vervorming in de hals en in het de snaarspanning dragende deel van de kast; de snaren oefenen een duurbe-lasting in de vorm van een buigend moment (bij standaard elektrische gitaren tussen 3 en 5 Nm) en een druklast op de hals (tussen 300 en 500 Nm) uit; - voldoende sterkte bij piekbelastingen, zoals die optreden bij het vallen van het instrument; - zeer geringe doorbuiging van de hals en het de snaarspanning dragende gedeelte van de kast; - laag gewicht van de hals en de kast om een zo hoog mogelijke resonantiefrequentie van de hals te bewerkstelligen en om de vormge-vingsvrijheid zo groot mogelijk te maken; - het vermijden van onbedoelde holten in het produkt om ongewenste resonanties te voorkomen; - er moet plaats zijn voor standaard elektromagnetische opneemele-menten op vooraf bepaalde posities onder de snaren; - minimale toepassing van materialen, die de klank nadelig beïnvloeden.
Voorts is het gewenst dat de vervaardiging in een kontinu-proces en via een seriematige fabrikage kan plaatsvinden en een zo laag mogelijke kostprijs wordt bereikt.
Daarom is het een doelstelling van de onderhavige uitvinding om een halsverbinding uit één stuk te verschaffen, die zoveel mogelijk aan de bovengenoemde eisen voor moderne muziekinstrumenten voldoet en die bijvoorbeeld geschikt is om bij een elektrische gitaar te worden toegepast.
Daartoe voorziet de uitvinding in een halsverbinding voor een snaarinstrument met het kenmerk, dat de kast en de hals uit één stuk zijn en de halsverbinding tenminste vezelstrukturen en zijvezelstruktu-ren ingegoten in de kunstof omvat, welke vezelstrukturen en zijvezelstrukturen zich zowel in de hals als in de kast uitstrekken.
Door toepassing van deze maatregelen is het mogelijk om een snaarinstrument uit één stuk te gieten, terwijl toch de kast en de hals van het snaarinstrument ieder aparte eigenschappen kunnen vertonen met betrekking tot gewicht en stijfheid. Voorts kent een dergelijke halsverbinding geen uitrichttoleranties meer met betrekking tot de positie van de hals ten opzichte van de kast. Bovendien ontstaat zo een zeer starre verbinding tussen de hals en de kast, gebaseerd op een optimale drie-puntsverbinding.
Opgemerkt wordt, dat in: "Sound ideas", Engineering, 231 (juni 1991), nr. 6, blz. 20-21, op zich zelf wordt opgemerkt, dat het spuit-gieten van een complete gitaar uit één stuk in principe mogelijk is. Daarvan worden echter alleen maar nadelen verwacht, omdat de korte vezels de kwaliteit van het geluid zouden verslechteren. Wel zou een dergelijke gitaar kostenbesparend kunnen zijn. In het genoemde artikel worden bovendien geen maatregelen genoemd om een dergelijke gitaar uit één stuk te vervaardigen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm hebben de vezelstrukturen en de zijvezelstrukturen de vorm van een band.
Voorts is in de halsverbinding volgens de uitvinding voorzien in een kern, waarbij de vezelstrukturen en de zijvezelstrukturen tegen de kern kunnen aanliggen en daardoor worden gepositioneerd in de kast. Aldus kunnen de vezelstrukturen en zijvezelstrukturen stevig op een gewenste plaats worden gepositioneerd, terwijl gietmassa in een mal wordt ingebracht, waarmee het snaarinstrument wordt vervaardigd.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding staat het vlak van de de bandvormige zijvezelstrukturen.
In een andere uitvoeringsvorm omvatten de vezelstrukturen vier op elkaar aangebrachte banden en de zijvezelstrukturen twee grotendeels parallel verlopende banddelen omvatten, welke banddelen ieder bestaan uit drie op elkaar aangebrachte banden. Daarbij omvatten de vezelstruk-turen en zijvezelstrukturen bij voorkeur ieder tenminste één band met een eerste lengte, tenminste één band met een tweede lengte en tenminste één band met een derde lengte, waarbij de eerste, tweede en derde lengte niet gelijk zijn aan elkaar.
Voorts kunnen de banden van de vezelstrukturen en de zijvezelstrukturen over hun gehele lengte even breed en even dik zijn, waarbij de breedte bij voorkeur ongeveer 25 mm is.
De banden van de vezelstrukturen en de zijvezelstrukturen zijn bij voorkeur vervaardigd uit een unidirektionele koolstofvezel ingebed in een lamineerhars. Deze koolstofvezels kunnen eenvoudig evenwijdig aan de hypothetische krachtlijnen in de halsverbinding worden gelegd, zodat zij in de goede richting liggen; bovendien kunnen zij op de goede plaats worden gelegd, namelijk als buitenste vezels in een dunwandig kokerpro-fiel. Tenslotte is de doorsnede van de vezels, gezien in een richting loodrecht op de krachtlijnen, eenvoudig aan de buigende momentlijn aan te passen.
De kunststof bestaat bijvoorbeeld uit thermohardende hars gevuld met holle glasbolletjes. Daardoor kan het grootste deel van het toegepaste materiaal licht van gewicht blijven en de struktuur sterk met hout overeenkomstige eigenschappen vertonen. Voorts heeft het materiaal een redelijke flexibiliteit en drukvastheid en heeft het een plezierig dem-pingskarakter.
De thermohardende hars bevat in een voorkeursuitvoeringsvorm zoveel holle glasbolletjes per cm3, dat een totale soortelijke massa van ongeveer 0,5-0,8 kg/1 daarmee wordt bewerkstelligd. Gebruikelijke thermohardende harsen hebben een soortelijk gewicht van 1 a 1,5 kg/1, zodat met deze maatregel een aanzienlijke gewichtsbesparing kan worden bereikt. Daardoor hoeft minder op de hoeveelheid gebruikt materiaal te worden gelet, hetgeen de vormvrijheid voor de kast aanzienlijk vergroot. Daardoor kan de kast een gebruikelijke vorm worden gegeven waarin het volume 3 a 5 1 is en het frontoppervlak ongeveer 0,1 m*, met alle voordelen vandien, zonder dat het totale gewicht nodeloos hoog wordt.
Verder voorziet de uitvinding in een werkwijze voor de vervaardiging van een halsverbinding voor een snaarinstrument van het bij de aanvang genoemde type met het kenmerk, dat deze de volgende stappen omvat: a. aanbrengen van een lossingsmiddel op een mal; b. inleggen van het gewenste aantal vezelstrukturen; c. plaatsen van de kern op de gewenste positie; d. inleggen van de gewenste aantallen zijvezelstrukturen, gebruik makend van de kern als positioneringsmiddel; e. sluiten van de mal; £. koppelen van de mal aan een injektiepomp; g. injekteren van gietmassa in de mal; h. laten uitharden van de gietmassa; i. lossen van de mal.
Door aldus een halsverbinding uit één stuk te maken kunnen de pro-duktiekosten aanzienlijk worden teruggebracht, omdat niet langer twee losse delen (de kast en de hals) aan elkaar hoeven te worden bevestigd.
Tussen de genoemde stappen a en b kan een gel-coat met een kwast of een airless spray-gun in de mal worden aangebracht.
Ook kunnen de stappen b en c worden omgedraaid.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een figuur, waarin een schematische weergave van een snaarinstrument volgens de uitvinding wordt gegeven, die gedeeltelijk de interne struktuur daarvan toont.
In de figuur duidt het verwijzingscijfer 1 op de kast van een snaarinstrument, bijvoorbeeld een elektrische gitaar. De gepresenteerde vorm is slechts bij wijze van voorbeeld gegeven. Elke andere vorm is mogelijk, terwijl de getoonde kast ook voor andere snaarinstrumenten, zoals een viool, kan zijn bestemd. De kast 1 en de hals 2 van het snaarinstrument bestaan uit één stuk.
Binnen de kast bevindt zich een kern 6, die verschillende functies vervult. Ten eerste verschaft de kern 6 een holte in het gietprodukt van de kast 1, waardoor de klank van de kast 1 kan worden aangepast. Ten tweede verschaft de kern 6 een ondersteuning, respectievelijk een positioneringsmiddel voor nog verder te bespreken vezelstrukturen 31-33, 41-43, 51-53. Ten derde verschaft de kern 6 een ruimte voor elektronika voor het elektronische snaarinstrument, die zich, indien de kernwand van een metaal wordt gemaakt die in het produkt aanwezig blijft, bovendien in een kooi van Faraday bevindt ter afscherming van storende straling. Ten slotte kan met de kern het totale gewicht van de kast worden aangepast.
Wegens de optredende vuldruk van gemiddeld 1,5.10* Pa zal de kern drukvast moeten zijn. De kern mag echter niet te stijf zijn of dermate Sterk uitzetten, dat snelle temperatuurwisselingen ten gevolge van de exotherme reactie van de giethars spanningen in het gietprodukt opleveren. Aan deze voorwaarden wordt bijvoorbeeld voldaan door een kern vervaardigd uit aluminium met dieptrekkwaliteit. Een dergelijke aluminium doos bevindt zich tijdens het gietproces, gevuld met glasparels om de druk van de gietmassa op te vangen, in een mal (niet getoond) waarin het snaarinstrument wordt gevormd.
Zoals gezegd wordt de kern 6 onder andere gebruikt om ondersteuning te geven aan vezelstrukturen 31-33, 41-43, 51-53, waarvan de functie nu zal worden toegelicht. De vezelstrukturen bestaan bij voorkeur uit ve-zelbanden, dat wil zeggen uit tot banden geweven vezels, die bij voorkeur bestaan uit koolstofvezels. Het is echter ook mogelijk losse vezels te gebruiken die op de juiste positie met de juiste dikte en lengte worden aangebracht. Deze vezels kunnen eventueel machinaal in de mal tijdens het vervaardigingsproces worden “gesponnen". In het vervolg zal steeds gemakshalve worden gesproken van “vezelbanden", omdat die de voorkeur verdienen, maar de uitvinding is geenszins tot toepassing van bandvormige vezelstrukturen beperkt.
De met lamineerhars geïmpregneerde vezelbanden 31-33, 41-43, 51-53 rondom de kern 6 worden bij voorkeur gepositioneerd zoals in de figuur is aangegeven. In de konstruktie volgens de figuur bevinden drie vezelbanden 41-43 zich tegen de onderzijde van de kern 6. Aan de linkerzijde van de figuur steken de drie vezelbanden 41-43 zich gedeeltelijk uit buiten de kern 6. Aan de rechter bovenzijde van de figuur steken 'de vezelbanden 41-43 eveneens buiten de kern 6 uit, maar tot over een veel grotere afstand, namelijk tot in de hals 2 van het snaarinstrument. Even rechts van de kern 6 bezitten de vezelbanden 41-43 bij voorkeur een gebogen vorm. Daardoor wordt een uitstekende bereikbaarheid van de hoogste posities van de hals bereikt, terwijl het opneemelement zeer dicht tegen de hals geplaatst kan worden.
In de figuur gezien aan de achterzijde van de kern 6 bevinden zich eerste zijvezelbanden 31-33, die aan de linkerzijde enigszins buiten de kern uitsteken. Aan de rechterzijde van de kern 6 hebben de eerste zij-vezelbanden 31-33 een gebogen vorm naar het midden van de kern 6 toe om zich vervolgens via een volgende buiging tot in de hals 2 van het snaarinstrument uit te strekken. De vlakke kant van de zijvezelbanden 31-33 staat althans nagenoeg loodrecht op de vlakke kant van de banden 41-43.
Aan de voorzijde van de figuur bevinden zich tenslotte de tweede zijvezelbanden 51-53, die bij voorkeur dezelfde vorm en struktuur hebben als de eerste zijvezelbanden 31-33, zij het gespiegeld ten opzichte van een vlak parallel aan de eerste zijvezelbanden 41-43 en door het midden van de kern 6. Een konstruktief voordeel van de drie groepen vezelbanden is, dat de vezels 31-33; 41-43; 51-53 tezamen vanuit de hals een drie-puntsbevestiging naar de kast vormen, zodat het lijkt alsof de hals "wortel schiet" in de minder sterke giethars, waarbij de krachten optimaal worden overgedragen aan de klankkast.
De vezels van de diverse vezelbanden 31-33, 41-43, 51-53 kunnen van verschillende materialen worden gemaakt. Zij dienen slechts te voldoen aan de eis, dat zij hechten aan de toegepaste harstypen voor de lami-neerhars en de giethars en voldoende stijfheid opleveren. Voorts dienen de vezels een hoge weerstand tegen vervorming (hoge E-modulus) te hebben en moet de weerstand tegen kruip zo groot mogelijk zijn. Een voorkeursuitvoeringsvorm betreft unidirektionele koolstofvezels. Voor een kunststof gitaar kunnen de vezelbanden bijvoorbeeld 25 mm breed zijn. De breedte van de vezelbanden hoeft niet over de gehele lengte van de banden hetzelfde te zijn. Door de breedte van de banden over de lengte te variëren kan de stijfheid van de halsverbinding van plaats tot plaats apart worden ingesteld. Anders gezegd, de totale doorsnede van de vezels kan per plaats in de hals aan de te verwachten krachtinwerking worden aangepast.
Ook door de lengte A van de vezelbanden 31, 41, 51 anders te kiezen dan de lengte B van de vezelbanden 32, 42, 52, en dan de lengte C van de vezelbanden 33, 43, 53 kan de gewenste stijfheid per zone worden aangepast. In de figuur is aangegeven, dat over de lengte A, B, respectievelijk C het totaal aantal banden aan de onderzijde en de beide zijkanten steeds 1, 2, respectievelijk 3 bedraagt. Deze aantallen kunnen echter ook anders worden gekozen, afhankelijk van de vereiste stijfheid van de kast 1, de hals 2 en de overgang van de kast 1 naar de hals 2. De volgende aantallen gaven in samenwerking met een hardhouten of andere stijve toets goede testresultaten: over de lengte A: 1 ondervezelband 41, 1 zijvezelband 31 en 1 zijvezelband 51; over de lengte B: 2 ondervezelban-den 41/42, 2 zijvezelbanden 31/32 en 2 zijvezelbanden 51/52; over de lengte C: 4 ondervezelbanden 41/42/43 (de vezelband 43 is dan dubbel uitgevoerd) en 3 zijvezelbanden 31/32/33 en 3 zijvezelbanden 51/52/53. Uiteraard is het ook mogelijk om de diverse vezelbanden verschillende dikten te geven, zodat daardoor de stijfheid per plaats kan worden gevarieerd. Het zelfs mogelijk om de dikte van een vezelband over diens lengte te variëren om de stijfheid op de gewenste waarde te brengen. Indien geen vezelbanden, maar losse vezels worden toegepast, kan een dergelijke 'verjongde' struktuur uiteraard worden verkregen door op de juiste plaatsen meer of minder van dergelijke vezels te plaatsen.
Om het totale gewicht van de halsverbinding zo laag mogelijk te maken wordt een met holle glasbolletjes gevulde kunststof, die bij voorkeur een thermohardende hars is, als gietmassa gebruikt. Voor de holle glasbolletjes kan daarbij gebruik worden gemaakt van 3M glassbubbles met bijvoorbeeld een nominale diameter van 50 a 70 ym en een wanddikte van 1 a 3 ym. Als thermohardende harsen zijn bijvoorbeeld geschikt: UP (onverzadigde polyester), PU (polyurethaan), EP (epoxy) of vinylester met MEKP-verharder. Deze harssoorten zijn zowel geschikt voor de lamineer-hars van de vezelbanden 31, 32, 33; 41, 42, 43; 51, 5253, als voor de giethars. Ook andere harssoorten zijn denkbaar. Door een geschikte keuze van aantallen bolletjes per cm3 kan aldus een lage soortelijke massa van 0,5-0,8 kg/1 worden verkregen.
Lagedruk injektietechniek is een goede keus voor het oervormen (= gieten) met glasbolletjes. De druk hoeft niet zeer hoog te zijn, want de bolletjes kunnen goed over elkaar glijden, zodat een beter gietende en vullende gietmassa ontstaat. De enige reden dat er druk wordt gebruikt, is het zeer lage gewicht. Zonder druk, dus op zwaartekracht, duurt het te lang voordat een mal gevuld is.
Ter vervaardiging van een snaarinstrument met een halsverbinding uit één stuk worden de volgende werkwijzestappen uitgevoerd: a. aanbrengen van een lossingsmiddel op een mal (niet getoond); b. inleggen van het gewenste aantal ondervezelbanden 41, 42, 43; c. plaatsen van een kern 6 op de gewenste positie; d. inleggen van de gewenste aantallen zijvezelbanden 31,32, 33, respectievelijk 51, 52, 53, gebruik makend van de kern 6 als positione- ringsmiddel; e. sluiten van de mal; f. koppelen van de mal aan een (niet getoonde) injektiepomp; g. injekteren van de gietmassa in de mal; h. laten uitharden van de gietmassa; i. lossen van de mal.
In principe is het snaarinstrument dan gereed voor verdere afwerking. De kern 6 is zodanig aangebracht, dat deze na uitharding enigszins uit de halsverbinding uitsteekt, zodat deze kan worden geopend. De zich daarin bevindende glasparels worden dan verwijderd, waarna de kern 6 geschikt is om bijvoorbeeld elektronica op te nemen. Voorts is de kern 6 zoveel hoger dan de breedte van de zijvezelbanden 31, 32, 33,51, 52, 53, dat in de mal voldoende ruimte voor de gietmassa aanwezig is om langs de kern 6 en langs de zijvezelbanden 31, 32, 33, 51, 52, 53 in de ruimte achter de kern 6 nabij de hals 2 te kunnen vloeien. Evenzo zijn de vezelbanden 41, 42, 43 smaller dan de breedte van de kern 6, zodat ook onder de kern 6 door gietmassa in de richting van de hals 2 kan vloeien.
Indien gewenst kan tussen de boven genoemde stappen a en b nog een gel-coat met een kwast of een airless spray-gun in de mal worden aangebracht. Als alternatief voor de geschetste werkwijze kunnen ook de stappen b en c worden omgedraaid, zodat de vezelbanden 41, 42, 43 zich tegen de bovenzijde van de kern 6 bevinden. Dan moet de mal zodanig zijn gevormd, dat de kern na uitharding aan de onderzijde uit de halsverbin-ding uitsteekt.
Claims (14)
1. Halsverbinding voor een snaarinstrument, omvattend tenminste een kast en een hals, waarbij zowel de hals als de kast van kunststof zijn vervaardigd, met het kenmerk, dat de kast (1) en de hals (2) uit één stuk zijn en de halsverbinding tenminste vezelstrukturen (41, 42, 43) en zijvezelstrukturen (31, 32, 33; 51, 52, 53) ingegoten in de kunststof omvat, welke vezelstrukturen (41, 42, 43) en zijvezelstrukturen (31, 32, 33; 51, 52, 53) zich zowel in de hals (2) als in de kast (1) uitstrekken.
2. Halsverbinding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vezelstrukturen (41, 42, 43), respectievelijk zijvezelstrukturen (31, 32, 33; 51, 52, 53) de vorm van een band hebben.
3. Halsverbinding volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat in de kast (1) voorts een kern (6) is aangebracht.
4. Halsverbinding volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de vezelstrukturen (41, 42, 43) en de zijvezelstrukturen (31, 32, 33; 51, 52, 53) tegen de kern (6) aanliggen en daardoor worden gepositioneerd in de kast (1).
5. Halsverbinding volgens een van de conclusies 2 tot 4, met het kenmerk, dat het vlak van de bandvormige vezelstrukturen (41, 42,43) althans nagenoeg loodrecht staat op het vlak van de bandvormige zijve-zelstrukturen (31, 32, 33; 51, 52, 53).
6. Halsverbinding volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de vezelstrukturen (41, 42, 43) en zijvezelstrukturen (31,32, 33; 51,52, 53. ieder tenminste één band (31, 41, resp. 51) omvatten met een eerste lengte (λ), tenminste één band (32, 42, resp. 52) met een tweede lengte (B) en tenminste één band (33, 43, resp. 53) met een derde lengte (C), waarbij de eerste, tweede en derde lengte niet gelijk zijn aan elkaar.
6. Halsverbinding volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vezelstrukturen (41, 42, 43) vier op elkaar aangebrachte banden omvatten en de zijvezelstrukturen (31, 32, 33; 51,52, 53) twee grotendeels parallel verlopende banddelen (31, 32, 33; resp. 51, 52, 53) omvatten, welke banddelen ieder bestaan uit drie op elkaar aangebrachte banden.
7. Halsverbinding volgens een van de conclusies 2 tot 6, met het kenmerk, dat de banden van de vezelstrukturen (41, 42, 43) en de zijvezelstrukturen (31, 32, 33; 51, 52, 53) over hun gehele lengte even breed en even dik zijn.
8. Halsverbinding volgens een van de conclusies 2 tot 7, met het kenmerk, dat de banden van de vezelstrukturen (41, 42, 43) en de zijve-zelstrukturen (31, 32, 33; 51, 52, 53) over hun gehele lengte een breedte van ongeveer 25 mm hebben.
9. Halsverbinding volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vezelstrukturen (41, 42, 43) en de zijvezelstrukturen (31, 32, 33; 51, 52, 53) zijn vervaardigd uit een unidirektionele kool-stofvezel ingebed in een lamineerhars.
10. Halsverbinding volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kunststof bestaat uit thermohardende hars gevuld met holle glasbolletjes.
11. Halsverbinding volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de thermohardende hars zoveel holle glasbolletjes bevat per cm3, dat een totale soortelijke massa van ongeveer 0,5-0,8 kg/1 daarmee wordt bewerkstelligd.
12. Werkwijze voor de vervaardiging van een halsverbinding voor een snaarinstrument volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze de volgende stappen omvat: a. aanbrengen van een lossingsmiddel op een mal; b. inleggen van het gewenste aantal vezelstrukturen (41,42, 43) ingebed in een lamineerhars; c. plaatsen van de kern (6) op de gewenste positie; d. inleggen van de gewenste aantallen zijvezelstrukturen (31, 32, 33, resp. 51, 52, 53) ingebed in een lamineerhars, gebruik makend van de kern (6) als positioneringsmiddel; e. sluiten van de mal; f. koppelen van de mal aan een injektiepomp; g. injekteren van gietmassa in de mal; h. laten uitharden van de gietmassa; i. lossen van de mal.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat tussen stappen a en b een gel-coat met een kwast of een airless spray-gun in de mal wordt aangebracht.
14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de stappen b en c worden omgedraaid.
Priority Applications (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9400857A NL9400857A (nl) | 1994-05-25 | 1994-05-25 | Halsverbinding voor een snaarinstrument uit één stuk en werkwijze ter vervaardiging daarvan. |
DE69506103T DE69506103T2 (de) | 1994-05-25 | 1995-05-23 | Verbindung eines aus einem stueck bestehenden saiteninstruments und verfahren zu seiner herstellung |
EP95918776A EP0760994B1 (en) | 1994-05-25 | 1995-05-23 | Neck connection for a stringed instrument made in one piece, and method for the production thereof |
AU24560/95A AU2456095A (en) | 1994-05-25 | 1995-05-23 | Neck connection for a stringed instrument made in one piece, and method for the production thereof |
PCT/NL1995/000178 WO1995032494A1 (en) | 1994-05-25 | 1995-05-23 | Neck connection for a stringed instrument made in one piece, and method for the production thereof____ |
US08/737,790 US5911168A (en) | 1994-05-25 | 1995-05-23 | Neck connection for a stringed instrument made in one piece, and method for the production thereof |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9400857 | 1994-05-25 | ||
NL9400857A NL9400857A (nl) | 1994-05-25 | 1994-05-25 | Halsverbinding voor een snaarinstrument uit één stuk en werkwijze ter vervaardiging daarvan. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9400857A true NL9400857A (nl) | 1996-01-02 |
Family
ID=19864240
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9400857A NL9400857A (nl) | 1994-05-25 | 1994-05-25 | Halsverbinding voor een snaarinstrument uit één stuk en werkwijze ter vervaardiging daarvan. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US5911168A (nl) |
EP (1) | EP0760994B1 (nl) |
AU (1) | AU2456095A (nl) |
DE (1) | DE69506103T2 (nl) |
NL (1) | NL9400857A (nl) |
WO (1) | WO1995032494A1 (nl) |
Families Citing this family (14)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6372970B1 (en) | 2000-05-19 | 2002-04-16 | Kaman Music Corporation | Stringed musical instrument body and neck assembly |
US6294718B1 (en) | 2000-05-19 | 2001-09-25 | Kaman Music Corporation | Stringed musical instrument top member |
US6686522B2 (en) | 2000-06-22 | 2004-02-03 | Shinko Corporation | Musical instrument with a body made of polyurethane foam |
US6657113B2 (en) * | 2002-01-30 | 2003-12-02 | Alexander Béla Herman | Molded fretboard and guitar |
US6809245B2 (en) * | 2002-06-06 | 2004-10-26 | Rks Design, Inc. | Musical instrument having exchangeable components |
FI113902B (fi) * | 2002-10-08 | 2004-06-30 | Acusto Oy | Jousi- ja kielisoitinrakenne |
JP4611301B2 (ja) * | 2003-07-31 | 2011-01-12 | ウィルソン−クック・メディカル・インコーポレーテッド | 複数の医療装置を導入するためのシステム及び方法 |
US20060156912A1 (en) * | 2005-01-19 | 2006-07-20 | Annis Ross A | Electric guitar with cascaded voice and mode controls and laminated through body and method thereof |
US7842868B2 (en) * | 2006-11-23 | 2010-11-30 | Avant-Garde Guitars Limited | Stringed instrument neck structure adjusting arrangement |
US7795513B2 (en) * | 2007-01-03 | 2010-09-14 | Luttwak Joseph E | Stringed musical instruments, and methods of making the same |
US7763784B2 (en) * | 2007-01-03 | 2010-07-27 | Luttwak Joseph E | Stringed musical instruments and methods of making thereof |
US7893330B1 (en) | 2008-09-05 | 2011-02-22 | Andreasen Randy G | Stringed instrument construction |
US8710337B1 (en) | 2010-03-31 | 2014-04-29 | Fernando R. Gomes | Tone enhancement bracket |
US11978424B2 (en) * | 2018-11-15 | 2024-05-07 | .Boaz Innovative Stringed Instruments Ltd | Modular string instrument |
Family Cites Families (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2037049A (en) * | 1977-08-05 | 1980-07-02 | Kirby K | Guitars |
JPS54119910A (en) * | 1978-03-10 | 1979-09-18 | Nippon Gakki Seizo Kk | Sound plate for stringed instrument such as guitar |
US4213370A (en) * | 1978-06-22 | 1980-07-22 | WMI Corporation | Molded plastic guitars |
US4290336A (en) * | 1979-03-28 | 1981-09-22 | Peavey Hartley D | Molded guitar structure and method of making same |
US4359923A (en) * | 1981-09-28 | 1982-11-23 | Brunet James W | Unitary guitar construction |
US4873907A (en) * | 1987-07-31 | 1989-10-17 | Kuau Technology, Ltd. | Composite-materials acoustic stringed musical instrument |
US4846039A (en) * | 1988-03-07 | 1989-07-11 | Moses, Inc. | Neck for stringed musical instruments |
US5616873A (en) * | 1989-05-15 | 1997-04-01 | Fishman; Lawrence R. | Stringed musical instrument |
US5125312A (en) * | 1989-05-15 | 1992-06-30 | Korg/Fishpark Associates | Stringed musical instrument |
US5054356A (en) * | 1990-09-13 | 1991-10-08 | Farnell Jr Alfred D | Guitar |
JP3017837B2 (ja) * | 1991-05-31 | 2000-03-13 | 株式会社日立製作所 | 電子機器装置 |
-
1994
- 1994-05-25 NL NL9400857A patent/NL9400857A/nl not_active Application Discontinuation
-
1995
- 1995-05-23 AU AU24560/95A patent/AU2456095A/en not_active Abandoned
- 1995-05-23 DE DE69506103T patent/DE69506103T2/de not_active Expired - Fee Related
- 1995-05-23 US US08/737,790 patent/US5911168A/en not_active Expired - Lifetime
- 1995-05-23 EP EP95918776A patent/EP0760994B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1995-05-23 WO PCT/NL1995/000178 patent/WO1995032494A1/en active IP Right Grant
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US5911168A (en) | 1999-06-08 |
DE69506103D1 (de) | 1998-12-24 |
EP0760994A1 (en) | 1997-03-12 |
AU2456095A (en) | 1995-12-18 |
EP0760994B1 (en) | 1998-11-18 |
DE69506103T2 (de) | 1999-05-06 |
WO1995032494A1 (en) | 1995-11-30 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL9400857A (nl) | Halsverbinding voor een snaarinstrument uit één stuk en werkwijze ter vervaardiging daarvan. | |
US4976490A (en) | Reinforced composite structure | |
Amiri et al. | Design and manufacturing of a hybrid flax/carbon fiber composite bicycle frame | |
US7258113B2 (en) | Thermoplastic composite bow riser, limb, and cam | |
US7598444B2 (en) | Molded stringed instrument body with wooden core | |
US4084819A (en) | Golf club shaft for irons | |
US4983242A (en) | Tennis racquet having a sandwich construction, vibration-dampening frame | |
US20150307044A1 (en) | Architected automotive impact beam | |
US5269284A (en) | Bow grip | |
US3740301A (en) | Elongated lightweight structure | |
US7795513B2 (en) | Stringed musical instruments, and methods of making the same | |
US20150298443A1 (en) | Low energy process for making curved sandwich structures with little or no residual stress | |
JPH06511407A (ja) | 取付プレートを有するスキー | |
US20090264034A1 (en) | Sport boards with tubular carbon fiber stringers | |
US6683236B2 (en) | One piece composite guitar body | |
US7531729B1 (en) | Neck assembly for a musical instrument | |
US4807969A (en) | Method of manufacturing a reflector of a fiber-reinforced plastic material | |
US6294718B1 (en) | Stringed musical instrument top member | |
US10105941B2 (en) | Stiffening and/or strengthening a structural member using a pre-made microtruss insert | |
JPS60233254A (ja) | 壁要素 | |
US5634861A (en) | Golf club shaft and method of manufacturing the same | |
US20160347119A1 (en) | Molded wheel device | |
US9884436B2 (en) | Method for making a curved sandwich structure using a reconfigurable UV source mounting element | |
JPH06506137A (ja) | スキーストック | |
ITVI20010143A1 (it) | Metodo di realizzazione di una struttura di pedivella per biciclette e veicoli similari, nonche' struttura di pedivella ottenuta con tale me |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed |