NL9400541A - Werkwijze en inrichting voor het beheersen van een buffervoorraad platte objecten. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het beheersen van een buffervoorraad platte objecten. Download PDF

Info

Publication number
NL9400541A
NL9400541A NL9400541A NL9400541A NL9400541A NL 9400541 A NL9400541 A NL 9400541A NL 9400541 A NL9400541 A NL 9400541A NL 9400541 A NL9400541 A NL 9400541A NL 9400541 A NL9400541 A NL 9400541A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
thickness
objects
value
detector
memory
Prior art date
Application number
NL9400541A
Other languages
English (en)
Inventor
Bertus Karel Edens
Gerhard Hidding
Original Assignee
Hadewe Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19864031&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL9400541(A) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Hadewe Bv filed Critical Hadewe Bv
Priority to NL9400541A priority Critical patent/NL9400541A/nl
Priority to DE69506607T priority patent/DE69506607T2/de
Priority to US08/417,672 priority patent/US5584472A/en
Priority to EP95200876A priority patent/EP0676349B1/en
Publication of NL9400541A publication Critical patent/NL9400541A/nl
Priority to US08/766,986 priority patent/US6024355A/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H7/00Controlling article feeding, separating, pile-advancing, or associated apparatus, to take account of incorrect feeding, absence of articles, or presence of faulty articles
    • B65H7/02Controlling article feeding, separating, pile-advancing, or associated apparatus, to take account of incorrect feeding, absence of articles, or presence of faulty articles by feelers or detectors
    • B65H7/06Controlling article feeding, separating, pile-advancing, or associated apparatus, to take account of incorrect feeding, absence of articles, or presence of faulty articles by feelers or detectors responsive to presence of faulty articles or incorrect separation or feed
    • B65H7/12Controlling article feeding, separating, pile-advancing, or associated apparatus, to take account of incorrect feeding, absence of articles, or presence of faulty articles by feelers or detectors responsive to presence of faulty articles or incorrect separation or feed responsive to double feed or separation
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2511/00Dimensions; Position; Numbers; Identification; Occurrences
    • B65H2511/10Size; Dimensions
    • B65H2511/13Thickness
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2511/00Dimensions; Position; Numbers; Identification; Occurrences
    • B65H2511/40Identification
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2511/00Dimensions; Position; Numbers; Identification; Occurrences
    • B65H2511/50Occurence
    • B65H2511/52Defective operating conditions
    • B65H2511/524Multiple articles, e.g. double feed
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2557/00Means for control not provided for in groups B65H2551/00 - B65H2555/00
    • B65H2557/20Calculating means; Controlling methods
    • B65H2557/23Recording or storing data

Landscapes

  • Controlling Sheets Or Webs (AREA)
  • Sorting Of Articles (AREA)

Description

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het beheersen van een buffervoorraad platte objecten
De uitvinding betreft een werkwijze voor het tijdelijk opslaan van platte objecten in de vorm van vellen, enveloppen of samenstellingen daaruit.
Teneinde een poststuk te vervaardigen kunnen verschillende handelingen in-line uitgevoerd worden. Het is bijvoorbeeld bekend, gemechaniseerd, in-line, documenten en bijlages zoals voorgedrukte vellen en retourenvelopes te verzamelen, te vouwen voor of na het verzamelen en tenslotte de aldus verkregen samenstellingen in enveloppen te verpakken. De stations voor het gemechaniseerd uitvoeren van deze bewerkingen zijn speciaal voor dit doel en voor onderlinge samenwerking ontworpen, zodat de stroom poststukken in wording door een centraal besturingsorgaan of door onderlinge communicatie tussen de stations beheerst kan worden en ophopingen van opeenvolgende, voor verschillende poststukken bestemde componenten kunnen worden voorkomen.
Indien het echter gewenst is, de documenten in-line te printen, dient stroomopwaarts van de op elkaar afgestemde stations een printer te worden, geplaatst. Dit zijn apparaten met een specifieke technologie. Het is derhalve in het algemeen aantrekkelijker, hiervoor in de handel verkrijgbare printers toe te passen dan speciaal daartoe een printer te ontwikkelen of aan te passen, voor veel gebruikers biedt de mogelijkheid een standaard printer te gebruiken bovendien het voordeel, dat een reeds aanwezige printer kan worden gebruikt in combinatie met de inrichting voor het samenstellen van poststukken voor het in-line printen en afwerken van geprinte documenten tot poststukken. Printers voor algemeen gebruik zijn echter typi-scherwijs niet ingericht voor samenwerking met stroomafwaarts daarvan geplaatste inrichtingen, zodat voorzieningen nodig zijn voor het tijdelijk opslaan van overschotten gedrukt materiaal welke worden verkregen indien de printer tijdelijk meer objecten per tijdseenheid afgeeft dan de inrichting voor het samenstellen van poststukken kan verwerken.
Bij printers doet zich bovendien het probleem voor, dat soms een dubbel of meervoudig object wordt afgegeven, doordat objecten bij het afgeven vanuit een voorraadhouder van de printer niet van elkaar zijn gescheiden. Dit dubbele object bestaat dan uit een bedrukt eerste object en een niet bedrukt tweede object, waarbij de objecten geheel of gedeeltelijk op elkaar liggen.
Ook bij het afgeven van objecten na tijdelijke opslag kan het voorkomen, dat dubbele objecten worden afgegeven. Deze kunnen dezelfde samenstelling hebben als de aangevoerde dubbele objecten of bestaan uit twee bedrukte objecten, indien de objecten voorafgaand aan de tijdelijke opslag afzonderlijk waren aangevoerd.
Indien door de printer een dubbel object wordt afgegeven en dit object na tijdelijk te zijn opgeslagen wordt afgegeven in de vorm van twee afzonderlijke enkele objecten of indien twee afzonderlijk aangevoerde objecten worden afgegeven als een dubbel object, kunnen op verschillende manieren fouten in de verdere verwerking van de objecten ontstaan.
Indien de objecten bijvoorbeeld telkens paarsgewijs worden verzameld voor gezamenlijke verzending als eerste en tweede blad van eenzelfde poststuk, zal een als onderdeel van een dubbel blad door de printer afgegeven onbedrukt blad als eerste of tweede blad van een poststuk worden verwerkt, waardoor het tweede blad van dat poststuk als eerste blad van een volgend poststuk zal worden verwerkt. Indien geen verdere onregelmatigheden optreden zullen daardoor verder alle volgende poststukken bestaan uit het tweede blad van het voorafgaande poststuk en het eerste blad. Hierdoor zal een groot aantal geadresseerden een voor een andere geadresseerde bestemd blad zullen ontvangen. Een vergelijkbaar effect kan ook optreden indien na de tijdelijke opslag afzonderlijk aangevoerde bladen als een dubbel blad worden afgegeven. Indien aan opeenvolgende enkele of tot sets verzamelde objecten selectief verschil lende, vooraf bepaalde bijlagen dienen te worden toegevoegd, kunnen de hiervoor geschetste storingen ertoe leiden, dat een groot aantal bijlagen aan de verkeerde bedrukte objecten wordt toegevoegd.
Het zal duidelijk zijn, dat dit bijzonder ongewenste effecten zijn, vooral indien de bedrukte objecten en/of de bijlagen speciaal voor de geadresseerde bestemde gegevens bevatten.
Het is op zich bekend, te bewaken of dubbele bladen worden aangevoerd door af te tasten of de dikte van een bepaald object een bepaalde grenswaarde overschrijdt. Deze grenswaarde moet echter ingesteld worden in overeenstemming met de dikte van de passerende objecten en is derhalve niet geschikt voor het bewaken van in een willekeurige volgorde passerende objecten met verschillende diktes, zoals bijvoorbeeld nodig is, indien een printer meerdere voorraadhouders heeft, die elk vellen met een andere dikte bevatten en zonder vaste regelmaat vellen uit verschillende voorraadhouders worden bedrukt.
De uitvinding heeft als doel bij een werkwijze voor tijdelijke opslag van platte objecten, de toevoer en afvoer van objecten met verschillende diktes die in een volgorde zonder vaste regelmaat worden aangevoerd te kunnen bewaken teneinde de aanwezigheid van dubbele objecten te signaleren.
Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt door het tijdelijk opslaan van platte objecten uit te voeren door middel van de werkwijze volgens conclusie 1.
Doordat voor elk ontvangen object een van de dikte van dat object afhankelijke code wordt bepaald en referentie-gege-vens in overeenstemming met genoemde code worden opgeslagen in overeenstemming met de volgorde van ontvangst van de objecten, is bij afgifte van elk object aan de hand van de referentie-gegevens bekend welke dikte-waarde daarbij hoort of tot welke dikte-categorie het object dient te behoren. Bij het stuksgewijs afvoeren van de ontvangen objecten - dat in het algemeen tegelijk met het stuksgewijs ontvangen van verdere objecten wordt uitgevoerd - kan derhalve, voor elk object dat wordt af gevoerd de gedetecteerde waarde van een van de dikte daarvan afhankelijke grootheid worden vergeleken met een referentiewaarde behorend bij of gerepresenteerd door de gelezen refe-rentie-gegevens, d.w.z. direct of indirect met de bij dat object behorende dikte-waarde.
Door een eerste bedrijfsstatus te kiezen indien ten minste een vooraf bepaalde mate van overeenstemming tussen de vergeleken waardes is vastgesteld of een andere bedrijfsstatus te kiezen indien minder dan de vooraf bepaalde mate van overeenstemming tussen de vergeleken waardes is vastgesteld, kan de inrichting voor het samenstellen van poststukken bijvoorbeeld in een stand-by stand (de andere bedrijfsstatus) gebracht worden, zodra de gedetecteerde dikte van een object teveel afwijkt van de dikte die dat object volgens de referen-tie-gegevens zou moeten hebben. De andere bedrijfsstatus kan ook verdere maatregelen in verband met de melding van een foutief aangevoerd object met zich meebrengen, zoals het afvoeren van het object dat het laatst is gedetecteerd naar een afvoer-positie en/of het geven van een alarmsignaal. De eerste bedrijfsstatus zal in het algemeen bestaan uit het op normale wijze verder werken van de printer, de inrichting voor het samenstellen van poststukken en de bufferinrichting.
In plaats van of in aanvulling op het printen van objecten kunnen stroomopwaarts van de inrichting voor het samenstellen van poststukken ook andere handelingen worden uitgevoerd, zoals speciale vouwbehandelingen, het aan elkaar hechten van bladen of het schrijven van gegevens in een strook magnetiseerbaar materiaal of in een in het vlakke object geïntegreerde chip.
De uitvinding kan tevens zijn belichaamd in een bufferinrichting volgens conclusie 8, welke speciaal is ingericht voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding.
Navolgend wordt de uitvinding nader toegelicht aan de hand van enkele praktische uitwerkingen en uitvoeringsvoor-beelden, waarbij wordt verwezen naar de tekening. Daarbij toont:
Fig. 1 een schematisch zijaanzicht van een bufferinrich-ting volgens de uitvinding in geplaatste toestand tussen een printer en een inrichting voor het samenstellen van poststukken,
Fig. 2 een stroomschema van een onderdeel van de werkwijze volgens de uitvinding,
Fig. 3 een stroomschema van een verder onderdeel van de werkwijze volgens de uitvinding, en
Fig. 4 een schematisch zijaanzicht volgens Fig. 1 echter met een alternatieve uitvoeringsvorm van de bufferinrichting volgens de uitvinding.
In fig. 1 is een uitvoeringsvorm van een bufferinrichting volgens de uitvinding weergegeven die momenteel de meeste voorkeur geniet. De stroomschema's in de fign. 2 en 3 repere-senteren deelroutines voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding die momenteel de meeste voorkeur genietende .
In fig. 1 is een bufferinrichting 1 volgens de uitvinding weergegeven, die stroomopwaarts van een inrichting voor het samenstellen van poststukken en stroomafwaarts van een printer 2 is geplaatst. De hoofdrichting waarin bestanddelen van de samen te stellen poststukken in bedrijf worden getransporteerd is aangeduid met een pijl 7. De getoonde inrichting voor het samenstellen van poststukken bestaat uit een inserter-station 3, een vouwstation 4 en een feeder-station 5. Het vouwstation 4 en het feederstation 5 zijn geplaatst op een transporteur 6. Het gedeelte van de transporteur 6 stroomopwaarts van het feeder-station 5 is ingericht voor het gestapeld verzamelen van door de bufferinrichting 1 afgegeven objecten, zoals vellen en enveloppen. Als stations 3, 4, 5 en transporteur 6 kunnen in de handel verkrijgbare componenten van de Neopost "System 7" produktlijn worden toegepast.
De bufferinrichting 1 is bestemd voor het stuksgewijs ontvangen van door de printer 2 afgegeven, bedrukte objecten, het tijdelijk opslaan van de ontvangen objecten indien deze niet onmiddellijk aan de inrichting voor het samenstellen van poststukken kunnen worden afgegeven en het stuksgewijs afgeven van platte objecten aan de inrichting voor het samenstellen van poststukken, zodra deze gereed is voor het ontvangen van nieuwe objecten.
De bufferinrichting 1 omvat een toevoerbaan 8 voor het stuksgewijs ontvangen van de objecten, een bufferruimte 9 voor het opslaan van de ontvangen objecten en een afvoerbaan 10 met middelen voor het stuksgewijs afvoeren van in de bufferruimte 9 opgeslagen objecten. De middelen voor het stuksgewijs afvoeren van objecten vanuit de bufferruimte 9 zijn uitgevoerd volgens het bottom-feed principe voor het stuksgewijs van onderaf afgeven van vellen. Daartoe omvatten deze middelen een toe-voerrol 40, een transportrol 16 en een separatierol 17. Van dergelijke separatie-systemen zijn diverse voorbeelden bekend, onder meer op het gebied van gemechaniseerde poststuksamenstelling.
Langs de afvoerbaan is een detector 11 voor het voor elk passerend object detecteren van een waarde van een van de dikte daarvan afhankelijke grootheid aangebracht. Bij de getoonde detector 11 is de bedoelde grootheid de verplaatsing van een met een aftastrol verbonden ophangingselement. Als alternatief kunnen echter ook andere grootheden worden gemeten, zoals de capaciteit van een condensator gevormd door twee aan weerszijden van de afvoerbaan aangebrachte condensatorplaten en een object (waarvan de dikte afgetast moet worden) tussen die platen, de intensiteit van licht dat door een object dringt of het gewicht van een object.
De bufferinrichting 1 omvat verder een geheugen voor het ontvangen en opslaan van signalen die elk een bij een van de objecten behorende referentie-waarde representeren. Dit geheugen is schematisch weergeven als een buiten de inrichting gelegen geheugen-blok 12. Met het geheugen 12 en de detector 11 gekoppelde vergelijkingsmiddelen voor het ontvangen en vergelijken van signalen afkomstig van het geheugen 12 en van de detector 11 zijn schematisch weergegeven als een comparator-blok 13. Besturingsmiddelen die zijn gekoppeld met de detector 11, met het geheugen 12 en met de vergelijkingsmiddelen 13, zijn schematisch weergegeven als een besturingssysteem-blok 14. Deze besturingsmiddelen 14 zijn ingericht voor het in overeenstemming met het afvoeren van objecten aan de vergelijkingsmiddelen 13 toevoeren van in het geheugen 12 opgeslagen referentie-waardes behorende bij die objecten, voor het kiezen van een eerste bedrijfsstatus indien door de vergelijkingsmiddelen 13 meer dan een bepaalde mate van overeenstemming tussen daaraan toegevoerde waardes is vastgesteld, en voor het kiezen van een andere, tweede bedrijfsstatus indien door de vergelijkingsmiddelen 13 minder dan een bepaalde mate van overeenstemming tussen daaraan toegevoerde waardes is vastgesteld.
Voor het geheugen 12, de vergelijkingsmiddelen 13 en de besturingsmiddelen 14 geldt, dat deze slechts duidelijkheidshalve als buiten de behuizing van de bufferinrichting gelegen blokken zijn weergegeven, maar in de praktijk uiteraard bij voorkeur binnen de behuizing van de bufferinrichting 1 zijn ondergebracht. In het bijzonder zijn het geheugen 12, de comparator 13 en het besturingssysteem 14 bij voorkeur geïntegreerd in een enkel, geschikt geprogrammeerde processor-samen-stel.
Langs de toevoerbaan 8 is een verdere detector 15 aangebracht voor het detecteren van de waarde van een van de dikte van een toegevoerd object afhankelijke grootheid. Volgens het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is deze detector identiek aan de langs de afvoerbaan 10 aangebrachte detector 11. Het geheugen 12 is gekoppeld met de langs de toevoerbaan 8 aangebrachte detector 15 voor het opslaan van door die detector 15 gedetecteerde waardes. Overzichtelijkheidshalve zal de langs de afvoerbaan 10 aangebrachte detector 11 hierna worden aangeduid als de afvoerdetector 11 en de de langs de toevoerbaan 8 aangebrachte detector 15 hierna worden aangeduid als de toevoer-detector 15.
Teneinde met de besturingsmiddelen van de inrichting voor het samenstellen van poststukken te kunnen communiceren, onder meer teneinde de afgifte van objecten vanuit de buffer- inrichting te besturen, is het besturingssysteem gekoppeld met de besturingsmiddelen van de inrichting voor het samenstellen van poststukken. Deze verbinding is in de tekening schematisch aangeduid met de pijl 32. Voor het besturen van de afgifte van documenten, is het besturingssysteem verbonden met middelen voor het bedienen van de aandrijving van de transportrol 16. Deze verbinding is weergegeven door de verbindingslijn 33.
Bij de navolgende beschrijving van de werking van de bufferinrichting volgens de getoonde uitvoeringsvorm wordt ervan uitgegaan, dat de verwerkte, platte objecten losse vellen zijn, hoewel dit ook andere objecten kunnen zijn, zoals enveloppen, kunststof kaarten van het type dat onder meer als credit-card wordt gebruikt of samenstellingen uit verschillende platte onderdelen, zoals dragers met daaraan gehechte uitnodigingskaarten, kortingsbonnen enz.. De werking wordt beschreven met verwijzing naar de Fign. 3 en 4. Hierin zijn stroomschema's van routines van de werkwijze volgens het hierna beschreven voorbeeld weergegeven. Fig. 2 toont de stappen die betrekking hebben op het ontvangen vellen en Fig. 3 toont de stappen die betrekking hebben op het afgeven van vellen.
Na het in bedrijf stellen of resetten van de bufferinrichting worden de tellers n en e voor het tellen van binnenkomende resp. uitgaande vellen op 1 gesteld (stappen 16 resp. 17) en wordt nagegaan of in het gebied van de toevoerbaan 8 een vel aanwezig is, hetgeen is weergegeven als stap 18. Deze stap kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd door te toetsen of door de toevoerdetector 15 een dikte-waarde boven een bepaalde grenswaarde wordt gesignaleerd of door te toetsen of de intensiteit van door een lichtgevoelige sensor ontvangen licht onder een bepaalde grenswaarde daalt. Zolang geen vel ter plaatse van de ingang wordt gedetecteerd, wordt stap 18 herhaalt zoals is weergegeven door middel van verbindingspijl 19.
Indien de printer 2 op de beoogde wijze functioneert, worden stuksgewijs vellen afgegeven. Deze vellen worden via de toevoerbaan 8 aan de bufferinrichting 1 toegevoerd. De aanwezigheid van een vel ter plaatse van de ingang leidt ertoe, dat het resultaat van de toetsing 18 verandert, waardoor over wordt gegaan tot de volgende stap: het bepalen van een van de dikte van het ontvangen vel afhankelijke code. Deze code is in het onderhavige voorbeeld afhankelijk van de door de toevoer-detector 15 bij het aftasten van het object gedetecteerde waarde. Deze stap is weergeven als functie-blok 20.
Nadat de dikte-waarde a is bepaald, wordt worden refe-rentie-gegevens opgeslagen in overeenstemming met genoemde code en met de volgorde van ontvangst van de vellen. Bij de werkwijze volgens het beschreven voorbeeld bestaat deze door blok 21 weergegeven stap eruit, dat de bij het zojuist afgetaste vel behorende dikte-waarde a wordt opgeslagen in associatie met de aktuele waarde van de teller n, die het volgnummer van binnenkomst van het vel vormt, als referentie-gegeven rn. Hierna wordt de aktuele waarde van de teller n verhoogt (stap 22). De met het ontvangen van vellen gemoeide routine is nu afgerond en er wordt teruggekeerd naar de status, waarin regelmatig wordt getoetst of ter plaatse van de ingang een vel aanwezig is. Deze terugkeer is weergegeven met verbindingspijl 23. Zodra de dikte-waarde van een vel afgetast is, kan het af-getaste vel naar de bufferruimte 9 worden getransporteerd. Eventueel kan in de routine een vertraging worden opgenomen, teneinde te vermijden, dat van eenzelfde vel meer dan eens de dikte-waarde wordt bepaald. Hiertoe kan ook de routine echter ook zo ingericht worden, dat eerst ten minste één keer moet zijn vastgesteld, dat geen vel ter plaatse van de ingang aanwezig is, voordat over wordt gegaan tot het bepalen van een volgende dikte-waarde a.
Wanneer door de transportbaan 6 een volgend vel kan worden ontvangen, wordt overgegaan tot het separeren en afvoeren van een van de ontvangen vellen. Hiertoe wordt de toevoerrol 40 aangedreven, waardoor een ondergelegen vel via de transportbaan 10 naar de tegenover elkaar aan weerszijden van de transportbaan aangebrachte transportrol 16 en separatierol 17 wordt gevoerd. Indien een vel met het ondergelegen vel wordt meegevoerd, zal dit, indien de sepratiemiddelen op de beoogde wijze functioneren, door de separatierol 17 worden tegengehouden, teneinde uitsluitend het ondergelegen vel langs de af-voer-detector 11 en naar de transporteur 6 te voeren.
Regelmatig wordt getoetst of in het gebied van de detector 11 een vel in de afvoerbaan 10 aanwezig is. Dit is weergegeven door de ruit 24 in fig. 3. Zolang geen vel aanwezig is, wordt de toetsing herhaald, als is weergegeven met verbin-dingspijl 25.
Wanneer wel een vel dat wordt afgevoerd in de afvoerbaan 10 aanwezig is, zal de toetsing van aanwezigheid van een vel ter plaatse van de uitgang een positief resultaat opleveren. Voor elk vel dat wordt afgevoerd wordt door de afvoerdetector de dikte afgetast, hetgeen resulteert in het afgeven van een signaal, dat een waarde van de afgetaste dikte representeert.
In reactie op de vastgestelde aanwezigheid van een vel in de afvoerbaan 10, wordt de door de afvoerdetector 11 gesignaleerde waarde b gelezen, als is weergegeven door blok 26.
Tevens worden de in associatie met de aktuele waarde van de teller e, die het volgnummer van afvoer van het afgevoerde vel weergeeft, opgeslagen referentie-gegevens gelezen (blok 27). In het onderhavige geval representeren deze referentie-gegevens re de bij het volgnummer e behorende dikte-waarde.
Vervolgens wordt de door de afvoerdetector 11 afgetaste waarde vergeleken met de gelezen, bij het aktuele volgnummer behorende referentie-waarde. Dit is weergegeven door ruit 28. Volgens het onderhavige voorbeeld wordt getoetst of de door de afvoerdetector 11 gedetecteerde dikte-waarde b binnen een marge plus of min t rondom de opgeslagen, bij het aktuele volgnummer e behorende referentie-waarde re ligt. De waarde van t kan vast zijn, bijvoorbeeld overeenkomend met de helft van de dikte van een dunste verwerkbaar vel, of variabel zijn en bijvoorbeeld overeen komen met een kwart van de waarde van re of b.
Indien de door de afvoerdetector 11 gedetecteerde dikte-waarde b binnen een marge plus of min t rondom de opgeslagen, bij het aktuele volgnummer e behorende referentie-waarde re ligt, wordt een eerste bedrijfsstatus gekozen, die er in essentie uit bestaat, dat de inrichting op normale wijze verder opereert en het afgetaste vel verder wordt afgevoerd naar de transporteur 6. De teller e wordt opgehoogd (blok 29) en er wordt teruggekeerd naar het stadium waarin regelmatig wordt getoetst of een vel in de afvoerbaan 10 aanwezig is (vefbindingspij1 30).
Indien de door de afvoerdetector 11 gedetecteerde dikte-waarde b niet binnen een marge plus of min t rondom de opgeslagen, bij het aktuele volgnummer e behorende referentiewaarde re ligt, wordt een tweede bedrijfsstatus gekozen, waarin het transport van het vel wordt gestaakt (blok 31) eventueel kan tevens een alarmsignaal worden gegeven, maar in het algemeen zal personeel dat het systeem bedient spoedig merken, dat door de bufferinrichting 1 geen vellen worden afgegeven. Bij voorkeur is in een display aangegeven, dat voor het vel in de afvoerbaan 10 onvoldoende overeenstemming tussen de bij de in-gangsdetectie en de uitgangsdetectie gevonden dikte-waardes is vastgesteld.
Doordat voor elk ontvangen vel een van de dikte van dat vel afhankelijke code wordt bepaald en referentie-gegevens in overeenstemming met genoemde code worden opgeslagen in overeenstemming met de volgorde van ontvangst van de vellen, is bij afgifte van elk vel aan de hand van de referentie-gegevens bekend binnen welk dikte-gebied de dikte daarvan dient te liggen. Bij het stuksgewijs afvoeren van de ontvangen vellen - dat in het algemeen tegelijk met het stuksgewijs ontvangen van verdere objecten wordt uitgevoerd - kan derhalve, voor elk vel dat wordt afgevoerd de gedetecteerde dikte-waarde worden vergeleken met een referentie-dikte-waarde behorend bij dat vel.
Door een eerste bedrijfsstatus te kiezen indien ten minste een vooraf bepaalde mate van overeenstemming tussen de vergeleken waardes is vastgesteld of een tweede bedrijfsstatus te kiezen indien minder dan de vooraf bepaalde mate van overeenstemming tussen de vergeleken waardes is vastgesteld, kan een vel vastgehouden worden in de buf ferinrichting, indien de gedetecteerde dikte van dat vel teveel afwijkt van de dikte die het volgens de referentie-gegevens zou moeten hebben. Dat het verschil tussen de door de toevoerdetector 15 en de door de afvoerdetector 11 gedetecteerde waardes groter is dan dit volgens de beoogde mate van overeenstemming dient te zijn, wijst erop dat óf door de printer 2 óf door de separatiemidde-len van de bufferinrichting 1 een dubbel of meervoudig blad is afgegeven, terwijl de bestanddelen van het meervoudige blad door de separatiemiddelen van de bufferinrichting 1 resp. door de printer 2 wel of althans anders zijn gesepareerd. Zou het systeem nu normaal verder werken, dan zou het volgnummer van afgevoerde vellen niet meer overeenstemmen met het bij toevoer aan die vellen toegekende volgnummer, waardoor in elke set vellen zouden worden opgenomen die bestemd zijn voor een set die daaraan vooraf gaat of daarop volgt. Doordat echter een vel met een onvoldoende met de referentie-waarde overeenstemmende dikte-waarde niet wordt afgevoerd naar de transporteur 6, wordt dit voorkomen. Personeel, dat het systeem bedient krijgt dan gelegenheid de foutief verwerkte vellen uit het systeem te verwijderen vellen, teneinde na een herstart weer vellen te vergaren tot sets met de beoogde samenstelling.
Teneinde de verwerking van vellen na een foutmelding op de beoogde wijze te hervatten kunnen bovendien alle vellen volgend op de foutief verwerkte vellen uit de bufferinrichting 1 en de printer 2 worden verwijderd en na herstart opnieuw worden gedrukt. In dat geval verdient het de voorkeur indien in de tweede bedrijfstoestand, d.w.z. na een melding van onvoldoende overeen stemmende dikte, ook de printer wordt gestopt, zodat zo min mogelijk overbodige vellen worden gedrukt. In plaats daarvan is het ook mogelijk, de teller e bij te stellen in overeenstemming met het aantal verwijderde documenten en de plaats waar een dubbel of meervoudig blad was afgegeven. De verwijderde vellen kunnen dan bijvoorbeeld met de hand worden verwerkt tot poststukken.
De andere bedrijfsstatus kan ook een automatische herstelprocedure omvatten, waarbij indien is gedetecteerd, dat een meervoudig vel is ontvangen en als enkelvoudig vellen wordt afgevoerd, de teller e wordt vastgehouden in overeenstemming met het verschil tussen de aantallen afzonderlijk ontvangen en afgevoerde objecten. Dit verschil kan worden bepaald uit het verschil in dikte tussen de aangevoerde en de afgevoerde objecten. Er wordt dan geaccepteerd, dat een poststuk een leeg vel kan bevatten. Indien is gedetecteerd dat een meervoudig vel wordt afgevoerd, waarbij alle daarin opgenomen vellen voor eenzelfde set bestemd zijn, kan de teller e verhoogd worden in overeenstemming met het aantal extra vellen, dat volgens het gemeten dikteverschil in het meervoudige vel wordt meegevoerd.
Doordat het bepalen van de van de dikte van elk vel afhankelijke codes wordt uitgevoerd door de vellen langs een toevoer-detector 15 te voeren en door middel van die detector 15 waardes van een van de dikte van de vellen afhankelijke grootheid af te tasten, wordt voor elk nieuw object automatisch een nieuwe referentie-waarde bepaald, zodat geen afzonderlijke instelfase voor het invoeren van die waardes nodig is, het gevaar van verloop van de referentie-waarde zeer klein is en vellen van verschillende, vooraf niet bekende diktes, althans binnen een bepaald bereik, in een willekeurige volgorde door elkaar kunnen worden verwerkt. Een verder voordeel is, dat de reactietijd tussen afgifte van een meervoudig blad door de printer 2 en het overgaan naar de tweede bedrijfstoe-stand relatief kort is. Voor een meervoudig blad wordt een met de dikte daarvan corresponderende referentie-waarde opgeslagen. Indien bij afgifte het meervoudige blad anders wordt gesepareerd, bijvoorbeeld uitsluitend in afzonderlijke, individuele vellen, zal de door de afvoerdetector gedetecteerde waarde die wordt vergeleken met de referentie-waarde behorend bij de het volgnummer van het meervoudige vel een veel kleinere dikte-waarde aangeven dan de referentie-waarde, zodat direct over wordt gegaan in de tweede bedrijfstoestand en de af gifte van documenten vanuit de bufferinrichting 1 tot nader order wordt onderbroken.
Indien de bestanddelen van het meervoudige vel zodanig vast aan elkaar zitten, dat het meervoudige vel in dezelfde samenstelling wordt afgevoerd als de samenstelling waarin het werd aangevoerd, zullen de door de toevoerdetector 15 en de afvoerdetector 11 gedetecteerde dikte-waardes in essentie overeen stemmen, zodat geen foutmelding door overgang naar de tweede bedrijfstoestand volgt. Dit gedrag van de bufferinrichting 1 is voordelig, omdat in dit geval de onjuiste separatie niet leidt tot het opnemen van bedrukte vellen in andere sets dan de sets waarvoor deze zijn bestemd. Het gevolg is slechts, dat de set die het meervoudige document bevat een of meer onbedrukte vellen bevat.
In plaats van of in aanvulling op het printen van objecten kunnen stroomopwaarts van de inrichting voor het samenstellen van poststukken ook andere handelingen worden uitgevoerd, zoals speciale vouwbehandelingen, het aan elkaar hechten van bladen of het schrijven van gegevens, bijvoorbeeld in een strook magnetiseerbaar materiaal of in een in het vlakke object geïntegreerde chip.
In fig. 4 is een besturingssysteem 35 van de printer 2 weergegeven, dat via verbindingen 36, 37 is verbonden met be-dieningsorganen 41, 42 van separatie- en transportmiddelen die elk bij één van twee voorraadbakken 38, 39 behoren.
De in fig. 4 getoonde bufferinrichting 1 is voorzien van middelen voor het in associatie met elk ontvangen object invoeren van een bij het object behorende code. Deze middelen zijn uitgevoerd als een verbinding 34 met het besturingssysteem 35 van de printer 2.
Het bepalen van de codes die van de dikte van elk object afhankelijk zijn wordt uitgevoerd door het vanuit het besturingssysteem invoeren van een bij het object behorende code, die aangeeft uit welke van de voorraadbakken 38, 39 het object is aangevoerd. In het geheugen 12 van de bufferinrichting is opgeslagen welke dikte-waarde bij elk van de voorraadbak-codes behoort, zodat voor elk object dat aan de bufferinrichting 1 is toegevoerd via het volgnummer en de bijbehorende voorraad-bak-code kan worden bepaald wat de referentie-waarde is, waarmee bij het afvoeren van het object met hetzelfde volgnummer de door de afvoerdetector gedetecteerde dikte-waarde moet worden vergeleken.
De afvoerdetector 11 is verbonden met het geheugen 12 voor het opslaan van door die detector 11 gedetecteerde waardes van een van de dikte van de objecten afhankelijke grootheid in associatie met codes die elk een type object representeren. Hierdoor kan het invoeren van de bij de voorraadbak-co-des behorende dikte-waardes geschieden door tijdens een instel fase, monsters van de te verwerken objecten in de buffer-ruimte 9 te plaatsen, stuksgewijs langs de detector 11 te voeren, voor elk monster een waarde van een van de dikte van dat object afhankelijke grootheid te detecteren en in het geheugen 12 op te slaan in associatie met een code, die dat type object of de voorraadbak 38 of 39 waarin dat type object wordt geplaatst representeert. Na de instelfase volgt de bedrijfsfase waarin het bepalen van de van de dikte van elk ontvangen object afhankelijke codes wordt uitgevoerd door het uit het geheugen 12 lezen van de bij dat object behorende code.
Een andere mogelijkheid voor het invoeren van referen-tie-waardes of -gebieden behorende bij objecten die vanuit een bepaalde bron worden toegevoerd is, dikte-waardes voor bepaalde types objecten op te slaan in een geheugen, bijvoorbeeld het geheugen 12, in associatie met een typecode. Door aan te geven welke typecode behoort bij de objecten die in een bepaalde houder worden geplaatst, kan bepaald worden, met welke referentie-waarde of met welk referentiegebied de dikte-waarde moet worden vergeleken, die is verkregen door het aftasten van een uit de bufferruimte 9 afgevoerd object dat oorspronkelijk afkomstig is uit die houder.
Ondanks, dat bij gebruik van de inrichting volgens fig.
4 de dikte van de toegevoerde objecten niet wordt afgetast bij ontvangst van de objecten, kunnen door de printer 2 afgegeven, meervoudige objecten toch worden gedetecteerd, ook indien deze bij afvoer vanuit de bufferruimte 9 wel individueel worden afgevoerd. Doordat objecten met verschillende diktes uit verschillende voorraadbakken in een bekende volgorde zijn toegevoerd, zal afgifte van een meervoudig object door de printer 2 en individuele afvoer van deze objecten uit de bufferruimte 9 er toe leiden, dat ten minste bij het aftasten van volgende objecten op het moment dat een object uit een andere voorraad-bak dient te worden afgevoerd, nog een object uit de voorgaande voorraadbak wordt afgevoerd. De afgetaste dikte zal hierdoor minder dan de vereiste mate van overeenstemming met de referentie-waarde vertonen. In reactie daarop zal de buf-ferinrichting 1 overgaan in de tweede bedrijfstoestand die, zoals hiervoor beschreven, een foutmelding inhoudt. Indien de objecten uit beide voorraadbakken een zodanig gelijke dikte hebben, zal toch overeenstemming wordt waargenomen, ook al wordt in plaats van een object uit de ene voorraadbak een object uit de andere voorraadbak afgevoerd. In dat geval kunnen door de printer 2 afgegeven meervoudige objecten niet zonder detectie van objecten bij ontvangst door de bufferinrichting 1, worden gedetecteerd.
Zoals uit het voorgaande blijkt, kunnen de bij een aan de bufferinrichting 1 toegevoerd object behorende codes elk verwijzen naar in het geheugen 12 opgeslagen dikte-waarde en worden gelezen voor het bepalen van een bijbehorende dikte-waarde. Deze dikte-waarde wordt gebruikt als referentie-waarde en wordt vergeleken met de bij het afvoeren van het object met hetzelfde volgnummer afgetaste waarde van een van de dikte van het afgevoerde object afhankelijke grootheid. Zoals bleek uit het voorbeeld, waarbij de referentie-waarde behorend bij een object wordt bepaald door de dikte van dat object af te tasten, kunnen de codes echter ook rechtstreeks dikte-waardes representeren.
Bij de hiervoor beschreven voorbeelden worden de opgeslagen objecten steeds afgegeven volgens het first-in-first-out principe. Dit biedt het voordeel, dat bij een juiste wer- king van de printer 2 en de bufferinrichting 1 de volgorde van binnenkomst van de objecten gelijk is aan de volgorde van afvoer van de objecten, waardoor deze eenvoudig te beheersen is en een eventuele ordening op postcode gehandhaafd blijft. Het is echter ook mogelijk, de objecten naar wens volgens het first-in-last-out principe of in een willekeurige volgorde volgens beide principes af te voeren, indien de aan de af te voeren objecten toe te kennnen nummers overeenkomstig worden geselecteerd, teneinde voor elk object overeenstmming met het daaraan toegekende volgnummer van ontvangst te handhaven.

Claims (11)

1. Werkwijze voor het tijdelijk opslaan van platte objecten in de vorm van vellen, enveloppen of samenstellingen daaruit, omvattende de volgende handelingen: stuksgewijs ontvangen van objecten; voor elk ontvangen object: bepalen van een van de dikte van dat object afhankelijke code, opslaan van referentie-gege-vens in overeenstemming met genoemde code en opslaan van de objecten, waarbij de referentie-gegevens worden opgeslagen in overeenstemming met de volgorde van ontvangst van de objecten; stuksgewijs afvoeren van ten minste een aantal van de ontvangen objecten; en voor elk object dat wordt afgevoerd: detecteren van een waarde van een van de dikte daarvan afhankelijke grootheid, lezen van de bij het afgevoerde objecten behorende referentie-gegevens, vergelijken van de gedetecteerde waarde met een re-ferentie-waarde behorend bij of gerepresenteerd door de gelezen referentie-gegevens, en kiezen van een eerste bedrijfssta-tus indien ten minste een vooraf bepaalde mate van overeenstemming tussen de vergeleken waardes is vastgesteld of kiezen van een andere bedrijfsstatus indien minder dan de vooraf bepaalde mate van overeenstemming tussen de vergeleken waardes is vastgesteld.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het bepalen van de van de dikte van elk ontvangen object afhankelijke codes wordt uitgevoerd door waardes van een van de dikte van de objecten afhankelijke grootheid te detecteren.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het bepalen van de van de dikte van elk object afhankelijke codes wordt uitgevoerd door het telkens invoeren van een bij een ontvangen object behorende code.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende: een instelfase, waarin voor elk te verwerken type object een waarde van een van de dikte van de objecten afhankelijke grootheid wordt gedetecteerd en in associatie met een dat type representerende code in een geheugen (12) wordt opgeslagen; en een bedrijfsfase waarin het bepalen van de van de dikte van elk object afhankelijke codes wordt uitgevoerd door het uit het geheugen (12) lezen van een bij het object behorende code.
5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, waarbij de codes dikte-waardes representeren.
6. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, waarbij de codes verwijzen naar in een geheugen (12) opgeslagen dikte-waardes en worden gelezen voor het selecteren van een bij een bepaalde code behorende dikte-waarde, welke dikte-waarde wordt vergeleken met de gedetecteerde waarde van een van de dikte van het bij de code behorende object afhankelijke grootheid.
7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de opgeslagen objecten worden afgegeven volgens het first-in-first-out principe.
8. Bufferinrichting voor het stuksgewijs ontvangen, tijdelijk opslaan en stuksgewijs afgeven van platte objecten in de vorm van vellen, enveloppen of samenstellingen daaruit, omvattende : een toevoerbaan (8) voor het stuksgewijs ontvangen van de objecten, een bufferruimte (9) voor het opslaan van de ontvangen objecten, een afvoerbaan (10) met middelen (16, 17, 40) voor het stuksgewijs afvoeren van objecten vanuit de bufferruimte (9), een langs de afvoerbaan (10) aangebrachte detector (11) voor het voor elk passerend object detecteren van een waarde van een van de dikte daarvan afhankelijke grootheid, een geheugen (12) voor het ontvangen en opslaan van signalen die elk een bij een van de objecten behorende referen-tie-waarde representeren of daarnaar verwijzen, met het geheugen (12) en de detector (11) gekoppelde processor-middelen (13) voor het ontvangen en vergelijken van signalen afkomstig van het geheugen (12) en van de detector (11), en besturingsmiddelen (14) gekoppeld met de detector (11), het geheugen (12) en de vergelijkingsmiddelen (13), welke besturingsmiddelen (14) zijn ingericht voor het in overeenstemming met het afvoeren van objecten aan de vergelijkingsmiddelen (13) toevoeren van in het geheugen (12) opgeslagen refe-rentie-waardes behorende bij die objecten, voor het kiezen van een eerste bedrijfsstatus indien de vergelijkingsmiddelen (13) meer dan een bepaalde mate van overeenstemming tussen daaraan toegevoerde waardes heeft vastgesteld, en voor het kiezen van een andere bedrijfsstatus indien de vergelijkingsmiddelen (13) minder dan een bepaalde mate van overeenstemming tussen daaraan toegevoerde waardes heeft vastgesteld.
9. Bufferinrichting volgens conclusie 8, omvattende een langs de toevoerbaan (8) aangebrachte detector (15) voor het voor elk ontvangen object detecteren van de waarde van een van de dikte van dat object afhankelijke grootheid omvat.
10. Bufferinrichting volgens conclusie 8, omvattende middelen (14, 34) voor het in associatie met elk ontvangen object invoeren van een bij het object behorende code.
11. Bufferinrichting volgens conclusie 10, omvattende een met de detector (11) langs de afvoerbaan (10) verbonden geheugen (12) voor het opslaan van door die detector (11) gedetecteerde waardes van een van de dikte van de objecten afhankelijke grootheid in associatie met codes die elk een type object representeren.
NL9400541A 1994-04-06 1994-04-06 Werkwijze en inrichting voor het beheersen van een buffervoorraad platte objecten. NL9400541A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400541A NL9400541A (nl) 1994-04-06 1994-04-06 Werkwijze en inrichting voor het beheersen van een buffervoorraad platte objecten.
DE69506607T DE69506607T2 (de) 1994-04-06 1995-04-06 Verfahren und Vorrichtung zum Steuern eines Puffervorrats von flachen Gegenständen
US08/417,672 US5584472A (en) 1994-04-06 1995-04-06 Method and apparatus for controlling a buffer stock of flat objects
EP95200876A EP0676349B1 (en) 1994-04-06 1995-04-06 Method and apparatus for controlling a buffer stock of flat objects
US08/766,986 US6024355A (en) 1994-04-06 1996-12-16 Method and apparatus for controlling a buffer stock of flat objects

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400541 1994-04-06
NL9400541A NL9400541A (nl) 1994-04-06 1994-04-06 Werkwijze en inrichting voor het beheersen van een buffervoorraad platte objecten.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9400541A true NL9400541A (nl) 1995-11-01

Family

ID=19864031

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9400541A NL9400541A (nl) 1994-04-06 1994-04-06 Werkwijze en inrichting voor het beheersen van een buffervoorraad platte objecten.

Country Status (4)

Country Link
US (2) US5584472A (nl)
EP (1) EP0676349B1 (nl)
DE (1) DE69506607T2 (nl)
NL (1) NL9400541A (nl)

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9400541A (nl) * 1994-04-06 1995-11-01 Hadewe Bv Werkwijze en inrichting voor het beheersen van een buffervoorraad platte objecten.
US5988629A (en) * 1996-09-30 1999-11-23 Eastman Kodak Company Control for a sheet stack supporting platform
US5806843A (en) * 1997-01-13 1998-09-15 Xerox Corporation Multi tray and buffer tray misfeed detector with voltage response adjustment
US5836580A (en) * 1997-01-13 1998-11-17 Xerox Corporation Single tray and multi tray misfeed detector with voltage response adjustment
US5769407A (en) * 1997-01-13 1998-06-23 Xerox Corporation Misfeed detector with voltage response adjustment
US5913656A (en) * 1997-11-14 1999-06-22 Collins; Michael A. Method and apparatus for merging shingled signature streams
NL1007942C2 (nl) * 1997-12-31 1999-07-01 Hadewe Bv In-lijn verwerking van vlakke voorwerpen.
US6991130B2 (en) * 2002-09-13 2006-01-31 Avery Dennison Corporation Versatile label sheet and dispenser
US7128236B2 (en) * 2002-09-13 2006-10-31 Avery Dennison Corporation Versatile label sheet and dispenser
JP4033844B2 (ja) * 2004-03-15 2008-01-16 富士通株式会社 紙葉類の繰出装置
JP4572091B2 (ja) 2004-06-14 2010-10-27 日本電気株式会社 複数送り検知装置及び区分機
US20060094999A1 (en) * 2004-11-01 2006-05-04 Cropper Dean E Apparatus for and method of diagnosing and treating patello-femoral misalignment
JP4706763B2 (ja) * 2009-01-29 2011-06-22 ブラザー工業株式会社 画像読取装置

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0392867A1 (en) * 1989-04-14 1990-10-17 BELL & HOWELL PHILLIPSBURG COMPANY In-line rotary inserter
US5027587A (en) * 1990-09-05 1991-07-02 Pitney Bowes Inc. Methods and apparatus for controlling an inserter
JPH0656311A (ja) * 1992-08-07 1994-03-01 Fujitsu Kiden Ltd 媒体の二重繰出し検出方法

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3791392A (en) * 1972-09-28 1974-02-12 Pitney Bowes Inc Currency dispenser
JPS5648346A (en) * 1979-09-28 1981-05-01 Toshiba Corp Removal failure detecting system in one of paper sheets removing apparatus
DE3424665A1 (de) * 1984-07-05 1986-02-06 Kolbus GmbH & Co KG, 4993 Rahden Verfahren zum ueberwachen von druckbogeneinheiten
JP2670298B2 (ja) * 1988-06-30 1997-10-29 株式会社東芝 郵便物処理装置
JP2773497B2 (ja) * 1991-11-29 1998-07-09 富士通株式会社 紙葉類厚さ検出機構
NL9400541A (nl) * 1994-04-06 1995-11-01 Hadewe Bv Werkwijze en inrichting voor het beheersen van een buffervoorraad platte objecten.
US5586755A (en) * 1995-02-13 1996-12-24 Xerox Corporation Misfeed detector for a stack of different weight sheets
US5503382A (en) * 1995-02-13 1996-04-02 Xerox Corporation Misfeed detector for multi-tray and intermediate tray sheet feeders

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0392867A1 (en) * 1989-04-14 1990-10-17 BELL & HOWELL PHILLIPSBURG COMPANY In-line rotary inserter
US5027587A (en) * 1990-09-05 1991-07-02 Pitney Bowes Inc. Methods and apparatus for controlling an inserter
JPH0656311A (ja) * 1992-08-07 1994-03-01 Fujitsu Kiden Ltd 媒体の二重繰出し検出方法

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 18, no. 294 (M - 1616) 6 June 1994 (1994-06-06) *

Also Published As

Publication number Publication date
DE69506607D1 (de) 1999-01-28
EP0676349B1 (en) 1998-12-16
EP0676349A1 (en) 1995-10-11
US6024355A (en) 2000-02-15
DE69506607T2 (de) 1999-06-24
US5584472A (en) 1996-12-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1013084C2 (nl) Instellen van een systeem voor het samenstellen van poststukken.
US5842577A (en) Method and apparatus for sorting and acquiring image data for documents
EP0571308B1 (en) Apparatus and method for automated mail extraction and remittance processing
NL9400541A (nl) Werkwijze en inrichting voor het beheersen van een buffervoorraad platte objecten.
US8393472B2 (en) Method and apparatus for automated mail processing
US5659481A (en) Dynamic insertion system and method for including selected enclosures/inserts in mailed statements
AU743422B2 (en) Sorting and acquiring image data for documents
CA2109039C (en) Postal tray label apparatus and method
US20020104782A1 (en) Method and apparatus for sorting and acquiring image data for documents
NL9200294A (nl) Werkwijze voor het samenstellen van een poststuk alsmede systeem en uitlijnstation voor het uitvoeren van die werkwijze.
CA2157170A1 (en) Apparatus for the automated processing of bulk mail having varied characteristics
US4733359A (en) Document collating and inserting system having displays for document count verification
US6547078B1 (en) Automated mail extraction and remittance processing
EP0575032A2 (en) Paper sheet handling apparatus
JP2002519196A (ja) 総合スタックを形成する装置及び方法
US6519503B2 (en) Collation system and method
EP0447581A1 (en) Reading mechanism
US5842693A (en) Automated mail extraction and remittance processing
NL9301429A (nl) Werkwijze en inrichting voor het samenstellen van een set documenten.
DE69433025T2 (de) System zum Sortieren von blattförmigen oder ähnlichen Materialien entsprechend der Austeilstreckenfolge
US10968068B1 (en) Retail edge marker accumulation and collation system
EP2298457A1 (en) Mail sorting device
JPS5845072B2 (ja) 多能書類処理装置
JP3313831B2 (ja) 郵便物検査仕分け装置
JP3212871B2 (ja) 紙葉類処理装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed