NL9400403A - Inrichting voor het ledigen van houders. - Google Patents

Description

INRICHTING VOOR HET LEDIGEN VAN HOUDERS

De uitvinding ligt op het terrein van het ledigen van houders.

Bekend is het door middel van medium onder druk, bijvoorbeeld water, schoonspuiten van het binnenoppervlak.

Ook wordt wel gebruik gemaakt van een althans aan zijn omtrek enigszins flexibele zuiger, die langs het binnenoppervlak van de houder kan bewegen. Door middel van zuigmiddelen wordt de door de zuiger afgeschraapte, in het bijzonder viskeuze restmassa in de houder afgevoerd.

Doel van de uitvinding is het verschaffen van een ledigingsinrichting, die een eenvoudige opbouw combineert met een grote effectiviteit van de bewerking.

In verband met het bovenstaande verschaft de uitvinding een inrichting voor het ledigen van een omwentelings-symmetrische houder met een mondopening, welke inrichting omvat: positioneringsmiddelen voor het in een verhoogde schuine stand brengen en houden van een houder, zodanig dat de mondopening zich aan de onderzijde bevindt; eerste aandrijfmiddelen voor het rond zijn hartlijn roteren van de houder; en in de houder te brengen en in de richting van de hartlijn daarvan door middel van tweede aandrijfmiddelen aandrijfbare schraapmiddelen; zodanig dat tijdens de werking van de eerste en de tweede aandrijfmiddelen het binnenoppervlak van de houder wordt schoongeschraapt.

Het een dergelijke inrichting kan een houder worden geledigd en worden ontdaan van een daarin aanwezige massa, bijvoorbeeld een viskeuze restmassa, zonder dat deze wordt vervuild of vermengd met andere stoffen, zoals een reinigingsvloeistof, terwijl de restmassa gecontroleerd in een verzamelhouder kan worden gestort, bijvoorbeeld voor hergebruik.

Teneinde de inrichting zoveel mogelijk automatisch te kunnen laten werken kan de inrichting zijn voorzien van hefmiddelen voor het in de verhoogde stand brengen van een houder. De hefmiddelen controleren de hellingshoek van de houder en daarmee de doseersnelheid.

Teneinde een positieve, zoveel mogelijk slipvrije aandrijving te waarborgen, ook bij relatief lichte, bijvoorbeeld kunststof, houders, kan de inrichting de bijzonderheid vertonen dat de aandrijfmiddelen ten minste één vrijdraaiende, tegen de houder te drukken drukrol, alsmede een tegen de houder te drukken aandrijfvlak, bijvoorbeeld het mantelvlak van een aandrijfrol, omvatten.

Zeer effectief is in dit verband die uitvoering gebleken, waarin het aandrijfvlak het oppervlak van een eindloze band, riem of snaar is.

Een zeer effectieve schraapbewerking is verzekerd met een uitvoering, waarin de schraapmiddelen een soepele schraper omvatten. Een soepele schraper heeft verder het voordeel, zich gemakkelijk naar de vorm van het binnenoppervlak van een houder te voegen. In het bijzonder bij niet-cilindrische houders is dit een voordeel.

Een voorkeursuitvoering vertoont de bijzonderheid, dat hefmiddelen tevens de positioneringsmiddelen omvatten.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening. Hierin tonen: figuur 1 een inrichting voor het gedoseerd afgeven van een vloeibare of pasteuze massa uit een houder, gedeeltelijk in perspectivisch aanzicht, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede; en figuur 2 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een reinigingsinrichting volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een houder 1, die is gevuld met een pasteuze massa 2. Voor het gedoseerd afgeven van deze massa 2 is het vat 1 aan zijn onderzijde voorzien van een door een bedieningshandgreep 3 te openen kraan 4. Aan de bovenzijde kan de door de bovenrand 5 bepaalde mondopening van het vat 1 worden afgesloten door middel van een deksel 6, dat door middel van een buis 7 en een daaraan aansluitende flexibele leiding 8 in verbinding staat met een persluchtbron. Op deze wijze kan de inhoud van het vat 1 onder druk worden gezet.

Door bediening van de handgreep 2 kan via de kraan 4 gedoseerd massa 2 worden afgegeven aan een opvanghouder 9.

Door middel van een pneumatische cilinder 10 met holle doorgaande stang kan het deksel 6 op en neer worden bewogen. Tevens kan op deze wijze een omlaag gerichte aandrukkracht door het deksel 6 van afdichtmiddelen voorziene rand 5 worden uitgeoefend.

De cilinder 10, en daarmee het deksel 6, wordt gedragen door een gestel 11.

Figuur 2 toont een reinigingsinrichting 12 volgens de uitvinding. De inrichting is geschikt voor het reinigen van een omwentelingssymmetrische houder 13 van in hoofdzaak willekeurige vorm en afmeting. De houder 13 vertoont een mondopening 14. Een gestel omvat een viertal rails, respectievelijk 15, 16 en 17, 18, waarlangs wielen, respectievelijk 19, 20 kunnen rollen. De wielen 19, 20 dragen een wagen 21. Een kabel 22 dient voor het omhoog en omlaag verplaatsen van de wagen 21. In de niet-getekende onderste ruststand strekt de wagen 21 zich verticaal uit. In die positie kan het vat 13 worden geplaatst. Het vat 13 steunt dan tegen twee rollen 23, 24 en een door een motor 25 aangedreven snaar 26. De snaar wordt veerkrachtig ingedrukt om intensief contact te maken met het buitenoppervlak van het vat 13 door aandrukking van twee vrijdraaiende rollen 27, 28 aan de buitenzijde van het vat. Deze rollen worden naar de in figuur 2 getoonde positie gebracht door pneumatische cilinders 29.

Door de gebogen vorm volgens figuur 2 van de rails 17, 18 vindt bij de omhoog gerichte verplaatsing van de wagen 21 door het uitoefenen van een trekkracht op de kabel 22 een kanteling van het vat 13 naar de getoonde stand plaats. In deze positie is de aan de onderzijde gelegen mondopening 14 toegankelijk voor een schraper 29 met twee flexibele schraperbladen 30, 31. De schraper 29 wordt gedragen door de zuigerstang 32 van een hydraulische op pneumatische cilinder 33 die zwenkbaar in een scharnier 34 is opgehangen en een hoekstand inneemt, die wordt bepaald door de bekrachtigingstoestand van een cilinder 35. Door de gelijktijdige bekrachtiging van de motor 24 en de cilinder 33 vindt enerzijds een gedwongen rotatie van de houder 13 en een axiale verplaatsing van de schraperbladen 30, 31 plaats, waardoor in een schroeflijnvormige aftastbeweging het hele binnenvlak van de houder wordt gereinigd. De bodem wordt gereinigd door de schraper 29. Een flens 36 dient als lekring.

De getekende uitvoering volgens figuur 2 kan tevens zodanig zijn uitgevoerd, dat de snaar 36 dient voor aandrijving van de rollen 23, 24 en zelf geen aandrijvende functie bezit.

De afgeschraapte massa verlaat de houder 13 via de mondopening 14 en wordt gestort in het daaronder geplaatste vat 1. Dit vat 1 kan door middel van een transporteur 37 verder worden getransporteerd naar de inrichting volgens f iguur 1.

Claims (8)

1. Inrichting voor het ledigen van een omwentelings-symmetrische houder met een mondopening, welke inrichting omvat: positioneringsmiddelen voor het in een verhoogde schuine stand brengen en houden van een houder, zodanig dat de mondopening zich aan de onderzijde bevindt; eerste aandrijfmiddelen voor het rond zijn hartlijn roteren van de houder; en in de houder te brengen en in de richting van de hartlijn daarvan door middel van tweede aandrijfmiddelen aandrijfbare schraapmiddelen; zodanig dat tijdens de werking van de eerste en de tweede aandrijfmiddelen het binnenoppervlak van de houder wordt schoongeschraapt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, omvattende hefmiddelen voor het in de verhoogde stand brengen van een houder.

3. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de aandrijfmiddelen ten minste één vrijdraaiende, tegen de houder te drukken drukrol, alsmede een tegen de houder te drukken aandrijfvlak, bijvoorbeeld het mantelvlak van een aandrijfrol, omvatten.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarin het aandrijfvlak het oppervlak van een eindloze band, riem of snaar is.

5. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de schraapmiddelen een soepele schraper omvatten.

6. Inrichting volgens conclusie 2, waarin de hefmiddelen tevens de positioneringsmiddelen omvatten.

7. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een onder de mondopening van de houder in de verhoogde schuine stand daarvan aanwezige weeginrichting, waarop een opvanghouder geplaatst kan worden, zodanig dat door controle van de de schuine stand bepalende hoek en de tijd, gedurende welke de houder zich in de genoemde schuine stand bevindt de hoeveelheid uitstromende massa beheerst wordt.

8. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een onder de mondopening van de houder in de verhoogde schuine stand daarvan aanwezige weeginrichting, waarop een opvanghouder geplaatst kan worden, zodanig dat door controle van de de schuine stand bepalende hoek en de tijd, gedurende welke de houder zich in de genoemde schuine stand bevindt de hoeveelheid uitstromende massa beheerst wordt, welke weeginrichting is geplaatst en ingericht voor het bepalen van de uit de houder uitgestroomde en door de opvanghouder opgevangen massa.