NL9400174A - Transportvoertuig. - Google Patents

Description

Transportvoertuig

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een transportvoertuig, zoals een oplegger of aanhangwagen, voorzien van een door een truck voortbeweegbaar chassis dat is uitgevoerd met een in de lengterichting van het transportvoertuig verplaatsbaar, aan de truck koppelbaar voorste deel en ten minste een verder deel.

Bij een dergelijke uit de praktijk bekend, als oplegger uitgevoerd transportvoertuig is een verschuifbaar achterdeel voorzien van een spindelaandrijving die via een slinger met de hand wordt bediend.

De uitvinding beoogt thans een transportvoertuig van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen dat ten aanzien van het in- en uitschuiven van de delen is verbeterd.

Hiertoe wordt de oplegger volgens de uitvinding gekenmerkt door koppelmiddelen voor het selectief koppelen en ontkoppelen van het voorste deel ten opzichte van het verdere deel.

Door deze koppelmiddelen is het mogelijk het in- en uitschuiven van de delen te bewerkstelligen met behulp van de truck, waarvan de verplaatsingen via het voorste deel kunnen worden overgebracht op het verdere deel of delen. Hiermee vervalt het zware handwerk, terwijl toch geen afzonderlijke motorische aandrijvingen nodig zijn.

Bij voorkeur zijn de koppelmiddelen pneumatisch be-dienbaar, waarbij dan de reeds voor het bedienen van de remmen van het transportvoertuig aanwezige perslucht ook voor de koppelmiddelen kan worden gebruikt. In deze uitvoering kunnen de koppelmiddelen bijvoorbeeld uit een persbalg bestaan die is ingericht voor het tot stand brengen van een klemverbinding tussen de delen.

Indien de delen meerdere uitschuifstanden kennen, dan is het gunstig indien de oplegger is voorzien van, bij voorkeur pneumatisch, activeerbare aanslagorganen voor het begrenzen van de verschillende uitschuiflengten.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening die een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding weergeeft.

Fig. 1 is een zijaanzicht van een als oplegger uitgevoerd transportvoertuig volgens de uitvinding met een daarvoor gekoppelde truck.

Fig. 2 en 3 zijn zijaanzichten van de oplegger van fig. 1 in verschillende uitschuifstanden.

Fig. 4a-d zijn zeer schematische horizontale doorsneden van geleidings- en koppelmiddelen van de delen van de oplegger van fig. 1-3.

De fig. 1-3 tonen het uitvoeringsvoorbeeld van een oplegger 1 die kan worden gekoppeld aan een truck 2. De oplegger 1 omvat een chassis met een onderstel 3.

Het chassis van de oplegger 1 is opgebouwd uit een aan de truck 2 te koppelen voorste deel 4, een met het onderstel 3 uitgevoerde middelste deel 5 en een achterste deel 6. Het voorste deel 4 en het achterste deel 6 zijn in de lengterichting verschuifbaar met het middelste deel 5 verbonden, zoals later nog zal worden toegelicht. De delen 4, 5 en 6 zijn aan weerszijden evt. uitgevoerd met twist-locks 7 die als kop-pelorganen voor één of meer containers 8 dienen. De twist-locks 7 zijn op een zodanige plaats en met een zodanig aantal aangebracht, dat bij verschillende uitschuiflengten van de delen 4 en 6 ten opzichte van het middelste deel 5 één of twee containers van verschillende lengteafmetingen op de oplegger 1 kunnen worden vastgezet. De fig. 1, 2 en 3 tonen drie mogelijkheden, waarbij evenwel wordt opgemerkt dat nog meer soorten containers kunnen worden meegenomen.

Ten behoeve van de verschuiving van de delen 4, 5 en 6 zijn zij voorzien van geleidingselementen, die in dit geval bestaan uit in de lengterichting verlopende kokerbalken 9, 10 respectievelijk 11.

Fig. 4 toont op welke wijze de kokerbalken 9, 10 en 11 ten opzichte van elkaar zijn geleid. Te zien is dat de ko-kerbalk 11 van het achterste deel 6 continu in de kokerbalk 9 van het voorste deel 4 is geleid, terwijl de kokerbalken 9 en 11 in de slechts zeer gedeeltelijk weergegeven kokerbalk 10 van het middelste deel 5 zijn opgenomen. Opgemerkt wordt dat fig. 4 slechts een zeer schematische weergave van de kokerbalken is en eigenlijk slechts het principe weergeeft. In de praktijk zal uiteraard worden gewaarborgd dat een goede en blijvende geleiding plaatsvindt.

De kokerbalken 9 en 11 van het voorste en achterste deel 4, 6 kunnen volgens de uitvinding tijdelijk met elkaar worden gekoppeld door middel van koppelmiddelen 12, die in dit geval bestaan uit een in de kokerbalk 11 gemonteerde persbalg 13 die via een leiding 14 met bedieningsklep 15 bijvoorbeeld kan zijn aangesloten op het persluchtreservoir van de remin-stallatie van de oplegger 1. Met behulp van de persbalg 13 kan een enigszins flexibel wanddeel van de kokerbalk 11 tegen de binnenzijde van de daarbuiten gelegen kokerbalk 9 van het voorste deel 4 worden geklemd, zodat de kokerbalken 9 en 11 en derhalve het voorste en achterste deel 4, 6 een eenheid vormen. De bedieningsklep 15 kan aan de oplegger 1 of vanaf de bestuurdersplaats in de truck 2 worden bediend.

De fig. 4a-d laten zien op welke wijze met behulp van de koppelmiddelen volgens de uitvinding de oplegger kan worden versteld.

In fig. 4a bevinden het voorste deel 4 en de achterste deel 6 zich in hun geheel ingeschoven stand, zoals is weergegeven in fig. 1.

In fig. 4b is bij ontkoppelde koppelmiddelen 12 het voorste deel 4 door de truck 2 naar voren verplaatst, terwijl het middelste deel 5 met het onderstel 3 op zijn plaats is blijven staan. Hierbij kunnen de remmen van het onderstel 3 worden bediend, zodat het onderstel 3 geen ongewenste verplaatsing ondergaat. In de stand volgens fig. 4b wordt vervolgens de bedieningsklep 15 bediend, zodat de persbalg 13 van de koppelmiddelen 12 de kokerbalken 9 en 11 koppelt.

In fig. 4c is de truck 2 naar achteren gereden, waardoor het voorste deel 4 is ingeschoven en door koppeling van de kokerbalken 9 en 11 het achterste deel 6 tot de uiterste of eventueel een door aanslagmiddelen bepaalde tussenstand is geschoven. De persbalg 13 van de koppelmiddelen 12 wordt dan weer ontlast.

In fig. 4d is na het ontlasten van de persbalg 13 de truck 2 naar voren gereden en daarbij is het voorste deel 4 geheel uitgetrokken. De oplegger 1 heeft dan de stand volgens fig. 3 bereikt. Ook het voorste deel 4 kan slechts tot een tussenstand worden uitgeschoven, teneinde bijvoorbeeld de stand van de oplegger 1 volgens fig. 2 te bereiken.

Het weer inschuiven van het voorste en achterste deel 4, 6 vindt op omgekeerde wijze plaats.

Uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat de uitvinding een transportvoertuig verschaft dat een snelle en gemak-kelijke verstelling van de delen van het transportvoertuig toestaat.

De uitvinding is niet beperkt tot het in de tekening weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoor-beeld dat op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kan worden gevarieerd. Zo zou het bijvoorbeeld ook mogelijk zijn het voorste deel te verstellen door verplaatsing van het achterste deel met behulp van een truck of dergelijke. Ook kan het transportvoertuig voor vervoer van andere lading dan containers, zoals prefab elementen of dergelijke, worden gebruikt, terwijl het getrokken transportvoertuig ook als aanhangwagen kan zijn uitgevoerd.

Claims (9)

1. Transportvoertuig (1), zoals een oplegger of aanhangwagen, voorzien van een door een truck (2) voortbeweegbaar chassis dat is uitgevoerd met een in de lengterichting van het transportvoertuig (1) verplaatsbaar, aan de truck (2) koppel-baar voorste deel (4) en tenminste een verder deel (5, 6), gekenmerkt door koppelmiddelen (12) voor het selectief koppelen en ontkoppelen van het voorste deel (4) ten opzichte van het verdere deel (6) .

2. Transportvoertuig volgens conclusie 1, waarbij het chassis is voorzien van een met een onderstel (3) uitgevoerd middelste deel (5), het ten opzichte hiervan voorwaarts uitschuif bare voorste deel (4) en een ten opzichte van het middelste deel (5) achterwaarts uitschuifbaar achterste deel (6).

3. Transportvoertuig volgens conclusie 2, waarbij de voorste en achterste delen (4, 6) zijn voorzien van in de lengterichting verlopende geleidingselementen (9, 11), welke aangrenzend aan elkaar verlopen.

4. Transportvoertuig volgens conclusie 3, waarbij de geleidingselementen (9, 11) elk bestaan uit ten minste een kokerbalk, waarbij de ene kokerbalk in de andere is geleid.

5. Transportvoertuig volgens conclusie 3 of 4, waarbij de koppelmiddelen (12) samenwerken met de geleidingselementen (9, 11) van de verschuifbare delen (4, 6).

6. Transportvoertuig volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de koppelmiddelen (12) pneumatisch bedienbaar zijn.

7. Transportvoertuig volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de koppelmiddelen (12) vanuit de truck bedienbaar zijn.

8. Transportvoertuig volgens conclusie 6 of 7, waarbij de koppelmiddelen zijn voorzien van een persbalg (13) die is ingericht voor het tot stand brengen van een klemverbinding tussen de delen (4, 6).

9. Transportvoertuig volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van, bij voorkeur pneumatisch, activeerbare aanslagorganen voor het begrenzen van verschillende uitschuif-lengten.