NL9302272A - Afdichting voor armaturen. - Google Patents
Afdichting voor armaturen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9302272A NL9302272A NL9302272A NL9302272A NL9302272A NL 9302272 A NL9302272 A NL 9302272A NL 9302272 A NL9302272 A NL 9302272A NL 9302272 A NL9302272 A NL 9302272A NL 9302272 A NL9302272 A NL 9302272A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- sealing body
- seal according
- support
- recess
- resp
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16K—VALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
- F16K1/00—Lift valves or globe valves, i.e. cut-off apparatus with closure members having at least a component of their opening and closing motion perpendicular to the closing faces
- F16K1/32—Details
- F16K1/34—Cutting-off parts, e.g. valve members, seats
- F16K1/46—Attachment of sealing rings
- F16K1/465—Attachment of sealing rings to the valve seats
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16K—VALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
- F16K15/00—Check valves
- F16K15/02—Check valves with guided rigid valve members
- F16K15/04—Check valves with guided rigid valve members shaped as balls
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Gasket Seals (AREA)
Description
Afdichting voor armaturen
De uitvinding heeft betrekking op afdichtingen voor armaturen met een huis en een afsluitlichaam. In het bijzonder heeft ze betrekking op alle hydranten met dubbele afsluiting, die Op bekende wijze naar beneden en naar boven een opening vormen, Waarbij de in het inloophuis verankerde afdichting in samenwerking met een extra afsluitlichaam de extra afdichting van de hydrant overneemt.
Bekende constructies lossen dit probleem op door de toepassing van uit zacht rubber bestaande gietlichamen of uit zacht rubber bestaande vlotterkogels, die na het sluitproces in de hydrant de extra afdichting in samenwerking met een geëmailleerd zittingedeelte of metalen bus overnemen.
Deze constructies bezitten het nadeel, dat hetzij een de aanpersdruk opwekkende extra drukveer vereist is of een zeer dure, uit zacht rubber vervaardigde metalen kogel moet worden toegepast.
Met de heden ten dage gebruikelijke hydrant-construc-ties kan het nagestreefde doel, een geëmailleerde zitting voor hoofdafsluiting, een eendelige mantelbuis resp. kolom-benedendeel en de toepassing van een goedkope een aantal kamers bezittende kunststof kogel niet worden bereikt.
Proefnemingen met een aantal kamers bezittende kogels uit samengesteld kunststofmateriaal (polyesterelastomeer) met een elastisch oppervlak hebben opgeleverd, dat de vereiste Shore hardheid (max. 80 Sh A), alsmede het foutloze kogeloppervlak niet kan worden bereikt.
Andere proefnemingen met afdichtingen uit kunststof of elastomeer zonder wapening, voorgespannen in een met de vorm corresponderende uitsparing gelegd zijn eveneens mislukt, aangezien deze afdichtingen in de smoorstand van het afsluitlichaam en de hierbij optredende hoge stromingssnelheden uit de rondlopende uitsparing worden getrokken.
De onderhavige uitvinding beoogt een afdichting voor armaturen te verschaffen, die goedkoop kan worden vervaardigd, eenvoudig is opgebouwd en betrouwbaar werkt.
Deze doelstelling wordt bij afdichtingen van de in de aanhef genoemde soort bereikt door een of een aantal in de huis-mantel aangebrachte uitsparing(en) met een aanslagvlak en een daarnaar toegekeerd steunvlak, en een afdichtingslichaam, waarvan de buitenomvang tenminste gedeeltelijk aanligt tegen de binnenomvang van de huismantel, waarvan het eindgebied tenminste gedeeltelijk aanligt tegen het aanslagvlak en die een of een aantal radiale uitsteeksels bezit, die uitsteken in de uitsparing(en) en waarvan de tegengestelde zijde gedeeltelijk op het steunvlak ligt.
Ter montage wordt het afdichtingslichaam in de huismantel gevoerd, die zich axiaal versmald. Hierbij wordt het afdichtingslichaam met zijn radiaal uitsteeksel of uitsteeksels samengedrukt. Wanneer dit resp. deze radiale uitsteeksels de binnenste rand van het steunvlak passeren zet het afdichtingslichaam schok-vormig uit. Hierbij komt het resp. de uitsteeksels met één zijde tot aanslag tegen het steunvlak van de uitsparing van het mantel-huis, waardoor het afdichtingslichaam vormsluitend wordt verankerd. De verankering van de afdichting geschiedt radiaal door de montage-voorspanning en axiaal door een voorspanning tegen het aanslagvlak.
Het ene gedeelte van het afdichtingslichaam is zodanig bemeten, dat één zijde tenminste gedeeltelijk tegen het aanslagvlak wordt gedrukt.
Door de van binnen naar buiten werkende bedrijfsdruk op het afsluitlichaam wordt het afdichtingslichaam naar buiten tegen de binnenzijde van de huismantel gedrukt. Hoe hoger de druk op het afsluitlichaam is, des te beter wordt de afdichtwerking.
Wanneer de armatuur door het verschuiven of verdraaien van het afsluitlichaam wordt geopend, kan het afdichtingslichaam niet verschuiven, omdat het resp. de radiale uitsteeksels van het steunlichaam met één zijde gedeeltelijk op het steunvlak van de uitsparing van de huismantel liggen en hierdoor worden tegengehouden.
Aangezien het eindgebied van het afdichtingslichaam gedeeltelijk onder druk aanligt tegen het aanslagvlak van de uitsparing van de huismantel, kan ook in de geopende toestand van de armatuur geen stromingsmiddel tussen het afdichtingslichaam en de daarnaar toegekeerde binnenzijde van de huismantel komen. Ook door een tegendruk vanaf de andere zijde kan het afdichtingslichaam niet uit zijn zitting worden verwijderd.
Op doelmatige wijze geldt, dat de buitendiameter van het afdichtingslichaam in de ontspannen toestand vanaf zijn onderste rand tot aan de binnenrand van het steunvlak groter is dan de corresponderende binnenwerkse breedte van het daarna toegekeerde huismantelgebied.
Volgens een andere uitvoeringsvorm geldt, dat het afdichtingslichaam zich naar beneden versmallend lipvormig tegen de huismantel aanliggend is uitgevoerd. Hierdoor werkt de druk van het door de armatuur afgesloten medium volledig op de binnenzijde van het afdichtingslichaam en perst dit met zijn buitenzijde tegen de binnenzijde van de huismantel. In de gemonteerde toestand wordt derhalve een aandrukkracht tegen het binnenoppervlak van de huis-aantel verschaft.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding geldt, dat het resp. de uitsteeksels van het afdichtingslichaam eendelig daarmee zijn gevormd. Hierbij is het mogelijk, dat het afdichtingslichaam in de buurt van de uitsteeksels wapeningen bezit.
Volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is ervoor gezorgd, dat aan de buitenomvang van het afdichtingslichaam een aantal opneemuitsparingen voor het opnemen van uitstekende steunstiften zijn toegepast. Deze uitvoeringsvorm maakt het mogelijk om uitstekende steunlichamen toe te passen, die uit een ander materiaal bestaan dan het afdichtingslichaam zelf.
Om de buitenomvang van het afdichtingslichaam kunnen een aantal segmentvormige opneemuitsparingen zijn toegepast voor het opnemen van naar buiten gedeeltelijk uitstekende segmenten. Deze bezitten grotere draagvlakken, die tegen de steunvlakken drukken.
In de binnenomvang van de huismantel kunnen aan de uitstekende stiften resp. segmentvormige lichamen complementaire uitsparingen zijn toegepast.
Volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding geldt, dat in het buitengebied van het afdichtingslichaam een rondlopende opneemuitsparing is toegepast voor het opnemen van een of een aantal gesleufde steunringen. Het van een sleuf voorzien van de ring, enkelvoudig of tweevoudig, dient ter vereenvoudiging van de montage. Hierbij wordt, wanneer het afdichtingslichaam in- geschoven wordt en hierbij wordt gemonteerd, de steunring samengedrukt. De breedte van de sleuf resp. sleuven bepaalt de maximale vermindering van de buitenomvang van de steunring.
De toepassing van een steunring levert bijzondere voordelen op: na de montage van het afdichtingslichaam neemt de ring, die zich in de groefvormige uitsparing van de huismantel bevindt, zijn oorspronkelijke vorm aan.
Overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de ring zodanig bemeten, dat zijn binnenomvang duidelijk op een afstand is gelegen van het daarnaar toegekeerde binnenoppervlak van de opneemuitsparing van het afdichtingslichaam en dat zijn buitenomvang op een duidelijke afstand ligt van het daarnaar toegekeerde oppervlak van de groefvormige uitsparing van de huismantel. De steunring bezit derhalve zowel radiaal naar binnen alsmede radiaal naar buiten een speling. Deze speling staat een corresponderend grote vervorming van het afdichtingslichaam door de naar boven drukkende afdichtkogel toe, zonder een gedwongen verdringing van de steunring naar buiten. Op deze wijze wordt een aandrukken van de steunring met zijn buitenomvang tegen de binnenwand van de groefvormige uitsparing van de huismantel en derhalve een beschadiging van laatstgenoemde op betrouwbare wijze vermeden. Deze uitvoeringsvorm is van bijzonder belang, wanneer de uitsparing van de huismantel aan de binnenzijde bekleed is, bijv. met emaille.
De uitsparingen in de huismantel kunnen complementair zijn aan de uitsteeksels van het afdichtingslichaam. Doch zelfs dan, wanneer vanuit het afdichtingslichaam een aantal steunlicha-men uitsteken, kan de uitsparing in de huismantel als rondlopende groef worden uitgevoerd.
Het resp. de steunlichamen kunnen uit metaal of kunststof bestaan en tenminste gedeeltelijk bekleed zijn.
Overeenkomstig een bijzondere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is het mogelijk, dat de binnenste rand van het steunvlak van de uitsparing van de huismantel ten opzichte van de binnenste rand van het aanslagvlak van de uitsparing radiaal naar buiten is versprongen. Hierdoor wordt de montage van het afdichtingslichaam vereenvoudigd.
Het buitenvlak van het resp. de radiale uitsteeksels van het afdichtingslichaam kan naar binnen hellen. Het vormt derhalve bij de montage een glijvlak en vereenvoudigt hierdoor de montage. Op doelmatige wijze geldt, dat het gebied van het aan-slagvlak van het afdichtingslichaam zodanig van afmeting is, dat dit zich bij sterke druk van het afsluitlichaam gedeeltelijk tussen dit en de binnenste rand van het aanslagvlak bevindt. Hierdoor worden zowel het afsluitlichaam alsmede de binnenste rand van het aanslagvlak door het materiaal van het afdichtingslichaam tegen beschadigingen beschermd.
De toepassing van twee achter elkaar geplaatste ge-sleufde ringen als steunlichamen veroorzaakt speciale voordelen: wanneer de gesleufde ringen zodanig worden aangebracht, dat de sleuven tegenover elkaar liggen, ontstaat een gesloten ringvorm, die ter montagedoeleinden samendrukbaar is, en die na montage een over de gehele omvang gelijkmatige aandruk- en afdichtingskracht veroorzaakt.
In een gebied van het afdichtingslichaam kan een vrije verdringingsruimte, bijv, een verdringingsgroef ter opname van verdrongen afdichtingslichaammassa zijn toegepast.
Overeenkomstig een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding geldt, dat het resp. de steunlichamen naar binnen tegen de terugtrekrichting stijgend zijn aangebracht. Op doelmatige wijze is ervoor gezorgd, dat het steunvlak resp. steunvlakken naar binnen tegen de terugtrekrichting stijgend helt. Deze uitvoeringsvorm volgens de uitvinding verhoogt de steunkracht en zorgt hierdoor voor een betere borging van de afdichting in de armatuur.
De afdichting volgens de uitvinding kan zowel als enkelvoudige afdichting in een armatuur alsmede als in een armatuur met dubbele afsluiting worden toegepast.
Binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding vallen tevens de toepassing van de afdichting in een armatuur alsmede armaturen zelf, die een dergelijke afdichting gebruiken.
De uitvinding wordt hierna aan de hand van een uitvoe-ringsvoorbeeld in samenhang met de tekening nader toegelicht. Hierin tonen:
Fig. 1 een dwarsdoorsnede door een hydrantzuil-benedendeel,
Fig. 2 een dwarsdoorsnede door een afdichtingslichaam volgens de uitvinding,
Fig. 3 een dwarsdoorsnede door een andere uitvoeringsvorm van een afdichtingslichaam,
Fig. 4 een gedeeltelijke dwarsdoorsnede door een hydrantzuil- benedendeel volgens de onderhavige uitvinding,
Fig. 5 een horizontale dwarsdoorsnede door een afdichtingslichaam met acht steunstiften,
Fig. 6 een horizontale dwarsdoorsnede door een afdichtingsli-chaam met vier steunsegmenten,
Fig. 7 een horizontale dwarsdoorsnede door een afdichtingsli-chaam met twee gesleufde ringen,
Fig. 8 een horizontale dwarsdoorsnede door een afdichtingsli-chaam met een aantal versprongen steunsegmenten, en Fig. 9 een langsdoorsnede door een afsluitarmatuur met geïntegreerd afdichtingslichaam.
Fig. 1 toont een verticale dwarsdoorsnede door een benedendeel van een gebruikelijke hydrant. In het huis 2 bevindt zich een afdichtkogel 4, die met de zittingbus 6 en de afdichtke-gel 8 een dubbele afsluiting vormt. De hoofdafsluiting bestaat in hoofdzaak uit een metalen buis, waarvan het benedenste eindgedeel-te in een afdichting is gelagerd, en uit de afdichtkegel 8.
Fig. 2 toont een dwarsdoorsnede door een afdichtingslichaam 12 volgens de uitvinding, aan de rechter buitenzijde waarvan een gedeelte 14 uitsteekt, dat een benedenste draagvlak 16 bezit. Het buitenvlak 18 van het uitsteeksel 14 is in axiale richting naar boven binnenwaarts hellend uitgevoerd, zodat een glijvlak wordt gevormd, zoals hierna nader zal worden beschreven.
De rechter buitenzijde 20 onder het uitsteeksel 18, dat een steundeel vormt, komt in de gemonteerde stand tegen de binnenzijde van het huis te liggen. Dit onderste gedeelte van het afdichtingslichaam 12 gaat naar beneden en naar buiten over in een afdichtingslip. Aan zijn bovenzijde bezit het afdichtingslichaam 12 een aandrukgedeelte 22, waarnaast een verdringingsgroef 24 is gevormd. De laatstgenoemde dient voor het opnemen van verdrongen volume van het afdichtingslichaam, wanneer dit door de druk van de afdichtingskogel wordt gecomprimeerd.
Het binnenvlak van het afdichtingslichaam is voorzien van het verwijzingscijfer 3.
In het gebied van het uitsteeksel 18, dat eendelig met het afdichtingslichaam en uit hetzelfde materiaal is gevormd, bevindt zich een wapening 26 uit metaal, die de steunkracht van het draagvlak 16 aanzienlijk verhoogt.
Fig. 3 toont een andere uitvoeringsvorm van het afdich- tingslichaam 12 volgens de uitvinding, waarbij gelijke resp. op gelijke wijze werkende delen gelijke verwijzingscijfers bezitten. Het wezenlijke verschil bestaat hieruit, dat het naar buiten uitstekende gedeelte van het afdichtingslichaam een steunlichaam 27 omvat, dat in een corresponderend gevormde opneemopening 32 van het afdichtingslichaam 12 is geplaatst. Het steunlichaam 27 is in zijn uitstekende gedeelte bekleed, zodat het ook in de gemonteerde toestand bij een contact met het hydranthuis dit laatstgenoemde niet kan beschadigen.
In de opneemuitsparing 32 is in het binnenste eindge-bied een ruimte 34 vrijgelaten. Deze dient als speling, om bij een compressie van het afdichtingslichaam te verhinderen dat het steunlichaam 27 tegen het dit omringende huis wordt gedrukt en dit, dat in het algemeen met emaille is bekleed, beschadigd. In deze fig. 3 is verder weergegeven, dat het steunlichaam een ge-sleufde ring omvat.
Fig. 4 toont een gedeeltelijke dwarsdoorsnede door een hydrantzuil-benedendeel overeenkomstig de onderhavige uitvinding. In de huiswand 34 van het benedendeel van de hydrant is een uitsparing 32 gevormd, die groefvormig rondom het gehele binnenvlak van het huis loopt. Deze uitsparing is aan de bovenzijde door een aanslagvlak 36 en aan de benedenzijde door een steunvlak 38 begrensd. De binnenste rand van het steunvlak 38 is ten opzichte van de binnenste rand van het aanslagvlak 36 naar buiten toe versprongen .
In deze uitsparing 32 bevindt zich het bovenste gedeelte van het afdichtingslichaam 12 en in het bijzonder van het uitstekende deel van het steunlichaam 14 resp. 27, waarvan het benedenste uitstekende vlak aanligt tegen het steunvlak 38 van de uitsparing en door dit gehinderd wordt om naar beneden uit de uitsparing 32 te worden gedrukt.
Het bovenste buitenste gedeelte 22 van het afdichtingslichaam 12 wordt tegen het bovenste aanslagvlak 36 geperst. Deze perszitting verhindert, dat bij een geopende hydrant het medium van boven tussen het afdichtingslichaam 12 en de binnenwand van het huis 34 kan binnendringen.
In deze figuur 4 ziet men verder de uit kunststof bestaande afdichtkogel 4 en de als hoofdafsluiting werkende kegel 8. De afdichtkogel 4 ligt ongeveer ter plaatse van 28 aan tegen het afdichtingslichaam 12.
Het afdichtingslichaam 12 van dit uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 4 bezit een rondlopende opneemopening 38, waarin een eveneens rondlopende gesleufde ring als steunlichaam 27 is geplaatst. Deze vormgeving als ringvorm bezit het voordeel, dat de ring na de montage in onbelaste toestand van zichzelf uit zijn oorspronkelijke vorm aanneemt. Hij is zodanig bemeten, dat hij hierbij aan de binnenzijde ten opzichte van de daarna toegekeerde zijde van de opneemuitsparing 38 in het afdichtingslichaam 12 alsmede aan de buitenzijde in de richting van de aangrenzende binnenwand van het huis 34 speling bezit.
Wanneer de afdichtkogel met een grote kracht naar boven wordt gedrukt en het afdichtingslichaam 12 wordt gecomprimeerd, verhindert deze speling, dat het steunlichaam 27 met zijn buitenzijde tegen de geëmailleerde binnenzijde van het huis 34 wordt gedrukt. Deze wordt derhalve door de beschreven plaatsing van het steunlichaam 27 beschermd. In deze fig. 4 ziet men verder, dat het bovenste binnenste gedeelte van het afdichtingslichaam zodanig is uitgevoerd, dat het bij grote druk op het afdichtingslichaam gedeeltelijk naar buiten in de verdringingsgroef 24, doch ook gedeeltelijk naar binnen tussen de binnenste rand van het aanslag-vlak 36 en de afdichtkogel 4 wordt geschoven. Op deze wijze wordt de binnenste rand van het aanslagvlak ook bij een zeer hoge druk op het afdichtingslichaam 12 tegen beschadiging beschermd.
Ter montage wordt, bij verwijderde afdichtkogel 4, het afdichtingslichaam 12 met daarin geplaatst steunlichaam 27 door middel van een hulpinrichting, bijv. metalen buis met stootcilin-der, axiaal van beneden naar boven ingevoerd. Hierbij wordt het afdichtingslichaam toenemend gecomprimeerd, waarbij de naar binnen lopende buitenzijde 18 van het steunlichaam 27 als glijvlak fungeert. Wanneer de buitenste onderrand van het afdichtingslichaam 12 voorbij de binnenrand van het steunvlak 38 komt, zet het steunlichaam opnieuw uit, en treedt de groef binnen, waarbij zijn onderzijde 16 in contact komt met het steunvlak 38.
De verankering van het afdichtingslichaam 27 geschiedt radiaal door de montagevoorspanning en axiaal door een voorspan-ning van het bovenste gedeelte 22 van het afdichtingslichaam tegen het aanslagvlak 36 enerzijds en van de onderzijde 16 van het uitstekende gedeelte 27 van het afdichtingslichaam anderzijds.
Fig. 5 toont een horizontale dwarsdoorsnede door een afdichtingslichaam met acht steunstiften 42, die gelijkmatig over de omvang zijn aangebracht.
Fig. 6 toont een horizontale dwarsdoorsnede door een afdichtingslichaam met vier steunsegmenten 44.
Fig. 7 toont een andere uitvoeringsvorm van de afdichting volgens de uitvinding, waarbij twee gesleufde ringen 46 versprongen boven elkaar in het afdichtingslichaam 12 zijn gelegd. De sleuven 48 zijn zodanig versprongen, dat een gesloten ringvlak ontstaat, dat enerzijds ter vereenvoudiging van de montage flexibel samendrukbaar is en anderzijds de vereiste afdichtwerking naar boven toe garandeert.
Fig. 8 toont een horizontale dwarsdoorsnede door een afdichtingslichaam met een aantal versprongen geplaatste steunsegmenten 50.
Fig. 9 toont een horizontale doorsnede door een af-sluitarmatuur met een geïntegreerd afdichtingslichaam 12 volgens de uitvinding en een niet-kogelvormig afsluitlichaam 22.
Claims (25)
1. Afdichting voor armaturen met een huis en een af-sluitlichaam, gekenmerkt door een of een aantal in de huismantel (34) aangebrachte uitsparing(en) (32) met een aanslagvlak (36) en een daarnaar toegekeerd steunvlak (38), en een afdichtingslichaam (12), waarvan de buitenomvang tenminste gedeeltelijk aanligt tegen de binnenomvang van de huismantel, waarvan het eindgebied (22) tenminste gedeeltelijk aanligt tegen het aanslagvlak (36) en die een of een aantal radiale uitsteeksels (14, 27) bezit, die uitsteken in de uitsparing(en) (32) en waarvan de tegengestelde zijde gedeeltelijk op het steunvlak (38) ligt.
2. Afdichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de buitendiameter van het afdichtingslichaam (12) in de ontspannen toestand vanaf zijn onderste rand tot aan de binnenrand van het steunvlak (38) groter is dan de corresponderende binnenwerkse breedte van het daarnaar toegekeerde huismantelgebied.
3. Afdichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afdichtingslichaam (12) zich naar beneden versmallend lipvormig tegen de huismantel (34) aanliggend is uitgevoerd.
4. Afdichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het resp. de uitsteeksels van het afdichtingslichaam (12) eendelig daarmee zijn gevormd.
5. Afdichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afdichtingslichaam (12) in de buurt van de uitsteeksels wapeningen (26) bezit.
6. Afdichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afdichtingslichaam (12) een of een aantal opneemuitsparingen (33) bezit, waarin steunlichamen (27) radiaal naar buiten uitstekend kunnen worden opgenomen.
7. Afdichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de buitenomvang van het afdichtingslichaam (12) een aantal opneemuitsparingen (33) voor het opnemen van uitstekende steunstiften zijn toegepast.
8. Afdichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat om de buitenomvang van het afdichtingslichaam een aantal opneemuitsparingen (33) zijn toegepast voor het opnemen van segmentvormige uitstekende steunlichamen (27).
9. Afdichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het buitengebied van het afdichtings-lichaam (12) een rondlopende opneemuitsparing (33) is toegepast voor het opnemen van een of een aantal gesleufde steunringen.
10. Afdichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de uitsparingen (32) in de huismantel (34) complementair aan de in de opneemuitsparingen (33) van het afdichtingslichaam (12) aangebrachte stiften of steunsegmenten (27) zijn uitgevoerd.
11. Afdichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de uitsparing (32) in de huismantel (34) een rondlopende groef is.
12. Afdichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het resp. de steunlichamen (14, 27) uit metaal bestaan.
13. Afdichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het resp. de steunlichamen (14, 27) uit een kunststof of elastomeer bestaan.
14. Afdichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het resp. de steunlichamen (14, 27) tenminste gedeeltelijk bekleed zijn.
15. Afdichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de binnenste rand van het steunvlak (38) van de uitsparing (32) van de huismantel (34) ten opzichte van de binnenste rand van het aanslagvlak (36) van de uitsparing radiaal naar buiten is versprongen.
16. Afdichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het buitenvlak van het resp. de radiale uitsteeksels (14, 27) van het afdichtingslichaam (12) naar binnen helt.
17. Afdichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gebied van het aanslagvlak (36) van het afdichtingslichaam (12) zodanig van afmeting is, dat dit zich bij sterke druk van het afsluitlichaam (4) gedeeltelijk tussen dit en de binnenste rand van het aanslagvlak (36) bevindt.
18. Afdichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het gebied van het aanslagvlak (36) van het afdichtingslichaam (12) een vrije verdringingsruimte, bijv. een verdringingsgroef (24) is toegepast.
19. Afdichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze in een armatuur met dubbele afsluiting is geplaatst.
20. Afdichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat twee gesleufde steunringen (46) zodanig achter elkaar zijn geplaatst, dat de sleuven (48) zich in de rondlopende opneemuitsparing (32) tegenover elkaar bevinden.
21. Afdichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een aantal steunsegmenten (59) zodanig versprongen is aangebracht, dat een gesloten ringvlak ontstaat.
22. Afdichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het resp. de steunlichamen (14, 27) naar binnen tegen de terugtrekrichting stijgend zijn aangebracht.
23. Afdichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het steunvlak resp. steunvlakken (38) naar binnen tegen de terugtrekrichting stijgend helt.
24. Afsluit- en/of regelarmatuur met een afdichting volgens een der voorgaande conclusies.
25. Hydrant met een afdichting volgens een der voorgaande conclusies.
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE4301004 | 1993-01-15 | ||
DE19934301004 DE4301004C2 (de) | 1993-01-15 | 1993-01-15 | Dichtung für Armaturen |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9302272A true NL9302272A (nl) | 1994-08-01 |
NL192344B NL192344B (nl) | 1997-02-03 |
NL192344C NL192344C (nl) | 1997-06-04 |
Family
ID=6478300
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9302272A NL192344C (nl) | 1993-01-15 | 1993-12-28 | Samenstel van een afdichtingsorgaan en een armatuur. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE4301004C2 (nl) |
NL (1) | NL192344C (nl) |
Families Citing this family (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CH692208A5 (de) * | 1995-07-14 | 2002-03-15 | Von Roll Holding Ag | Hydrant. |
DE19731557A1 (de) * | 1997-07-23 | 1999-01-28 | Mann & Hummel Filter | Ventil |
CH694969A5 (de) * | 1999-10-14 | 2005-10-14 | Von Roll Infranet Sa | Dichtung für eine Zusatzabsperrung und eine entsprechende Zusatzabsperrung für einen Hydranten, sowie einen entsprechenden Hydranten. |
DE102004058302A1 (de) * | 2004-09-17 | 2006-03-23 | Bosch Rexroth Aktiengesellschaft | Dichtbuchse, hydraulisches Gerät und Rückschlagventil |
DE102019130714A1 (de) * | 2019-11-14 | 2021-05-20 | Pierburg Gmbh | Regel- oder Schaltventil für einen Kühlmittelkreislauf eines Kraftfahrzeugs |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3127714A1 (de) * | 1981-07-14 | 1983-02-03 | Friedrich Grohe Armaturenfabrik Gmbh & Co, 5870 Hemer | Mengenregulierventil |
US4560142A (en) * | 1982-11-12 | 1985-12-24 | Charles Winn (Valves) Limited | Butterfly and ball valves |
DE3816736A1 (de) * | 1988-05-17 | 1989-11-30 | Warner Lewis Jr Ind Filter Gmb | Kugelhahn |
DE4119104C2 (de) * | 1991-03-22 | 1996-03-28 | Bopp & Reuther Armaturen | Unterflurhydrant |
-
1993
- 1993-01-15 DE DE19934301004 patent/DE4301004C2/de not_active Expired - Fee Related
- 1993-12-28 NL NL9302272A patent/NL192344C/nl not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE4301004C2 (de) | 1995-02-16 |
NL192344B (nl) | 1997-02-03 |
DE4301004A1 (de) | 1994-07-28 |
NL192344C (nl) | 1997-06-04 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5346230A (en) | Seal for a reciprocating rod | |
RU2309316C2 (ru) | Прокладочное кольцо | |
JP2695021B2 (ja) | 家具用蝶番 | |
CA2380795C (en) | Primary rod and piston seal | |
PL80095B1 (nl) | ||
US7878714B2 (en) | Clutch release bearing device | |
US4523516A (en) | Actuator having Belleville washer configuration operating in concert with a piston cylinder member | |
KR850001387A (ko) | 밸브 스템 패킹 어셈블리(Valve Stem Packing Assembly) | |
EP0589684A1 (en) | Sealings rings and sealed assemblies | |
BR9806103A (pt) | Amortecedor compacto a gás. | |
JP2000517042A (ja) | ベローズ状の弾性的なシール部材 | |
KR930013534A (ko) | 증압형 유체압 실린더 | |
JPH0221042A (ja) | ガスばねのピストン棒のためのシール部材 | |
NL9302272A (nl) | Afdichting voor armaturen. | |
US5195562A (en) | Pipe-end protector | |
CA2002852A1 (en) | Toilet sealing ring | |
US4768889A (en) | Sealed bearing assemblies | |
US6089618A (en) | Sealing device for pipes | |
NL194400C (nl) | Brandkraan. | |
KR950003668A (ko) | 회전밸브와 나비밸브 | |
US4509764A (en) | Sealing arrangement | |
SK49896A3 (en) | Lip seal | |
KR900011637A (ko) | 디스크 브레이크 및 이에 사용되는 밀폐부트 | |
US4988075A (en) | Seal for valves or flanges, in particular for vacuum technology | |
US4077636A (en) | Self-aligning cable rod seal |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20000701 |