NL9302227A - Elektrische connector met een de aansluitpennen positionerend lichaam. - Google Patents

Elektrische connector met een de aansluitpennen positionerend lichaam. Download PDF

Info

Publication number
NL9302227A
NL9302227A NL9302227A NL9302227A NL9302227A NL 9302227 A NL9302227 A NL 9302227A NL 9302227 A NL9302227 A NL 9302227A NL 9302227 A NL9302227 A NL 9302227A NL 9302227 A NL9302227 A NL 9302227A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bending
connector
pins
anvil
terminal
Prior art date
Application number
NL9302227A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Connector Systems Tech Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Connector Systems Tech Nv filed Critical Connector Systems Tech Nv
Priority to NL9302227A priority Critical patent/NL9302227A/nl
Priority to US08/666,357 priority patent/US5833475A/en
Priority to JP7517327A priority patent/JPH09510818A/ja
Priority to DE69417263T priority patent/DE69417263T2/de
Priority to EP95903036A priority patent/EP0736229B1/en
Priority to SG1996006692A priority patent/SG49141A1/en
Priority to PCT/NL1994/000313 priority patent/WO1995017775A1/en
Priority to TW083111995A priority patent/TW274644B/zh
Publication of NL9302227A publication Critical patent/NL9302227A/nl
Priority to US08/936,363 priority patent/US6050306A/en

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R43/00Apparatus or processes specially adapted for manufacturing, assembling, maintaining, or repairing of line connectors or current collectors or for joining electric conductors
    • H01R43/20Apparatus or processes specially adapted for manufacturing, assembling, maintaining, or repairing of line connectors or current collectors or for joining electric conductors for assembling or disassembling contact members with insulating base, case or sleeve
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R12/00Structural associations of a plurality of mutually-insulated electrical connecting elements, specially adapted for printed circuits, e.g. printed circuit boards [PCB], flat or ribbon cables, or like generally planar structures, e.g. terminal strips, terminal blocks; Coupling devices specially adapted for printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures; Terminals specially adapted for contact with, or insertion into, printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures
    • H01R12/70Coupling devices
    • H01R12/71Coupling devices for rigid printing circuits or like structures
    • H01R12/712Coupling devices for rigid printing circuits or like structures co-operating with the surface of the printed circuit or with a coupling device exclusively provided on the surface of the printed circuit

Description

Elektrische connector met een de aansluitpennen positionerend lichaam.
De uitvinding heeft betrekking op een elektrische connector, omvattende een behuizing van elektrisch isolerend materiaal met een aansluitzijde en een contactzijde en voorzien van een aantal contactele-menten van elektrisch geleidend materiaal, elk met een aan de contactzijde van de behuizing zich bevindend contacteinde voor het contacteren van een verdere connector en een aansluiteinde voorzien van een L-vormige aansluit-pen voor de montage op een printplaat, waarbij de aansluitpennen zich vanaf de tegenover de contactzijde liggende aansluitpen-uitvoerzijde van de behuizing en met de vrije uiteinden tot voorbij de loodrecht op de aansluitpen-uitvoerzijde verlopende aansluitzijde van de behuizing uitstrekken en een positioneringslichaam van elektrisch isolerend materiaal voor het in de juiste positie houden van de aansluitpennen, door boringen waarvan tenminste een gedeelte van de aansluitpennen zijn doorgevoerd.
Elektrische connectoren voorzien van een positioneringslichaam van elektrisch isolerend materiaal dat de aansluitpennen omgeeft voor het in positie houden daarvan zijn op zichzelf in de praktijk bekend en worden in de vakliteratuur dikwijls "wafer" genoemd.
In de praktijk kunnen twee typen, de aansluitpennen van een connector omgevende positioneringslichamen worden onderscheiden, t.w. lichamen welke in hoofdzaak de aansluiteinden van de aansluitpennen omgeven en lichamen welke zich over de gehele aansluitzijde van de connector tussen de aansluitpennen uitstrekken.
Lichamen van het eerstgenoemde type zijn bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US-A-4,686,607 en hebben in hoofdzaak ten doel om afwijkingen in de voorafbepaalde onderlinge steekafstand tussen de aansluiteinden, b.v. als gevolg van verbuiging hiervan tijdens transport of assemblage van de connector, te verhinderen teneinde de elektrische verbinding van de aansluiteinden van de aansluitpennen in corresponderend gelegen openingen en/of met aansluitvlakjes op een plaat met gedrukte bedrading te vergemakkelijken, hetgeen in het bijzonder van voordeel is bij de connectoren met een groot aantal contactelementen en bij machinale montage via b.v. een assemblage-robot.
De lichamen van het tweede type zijn bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US-A-4,986,772 en verschaffen naast de gewenste positionering van de aansluiteinden van de aansluitpennen ook een elektrische en mechanische bescherming van de aansluitpennen, zodat b.v. kortsluiting tussen aansluitpennen onderling effektief wordt voorkomen. Ook ongewenste aanraking van één of meer aansluitpennen kan op deze wijze effektief worden verhinderd. Het zal duidelijk zijn dat de lichamen van het tweede type een grotere omvang hebben dan de lichamen van het boven beschreven eerste type. De lichamen van het tweede type kunnen ook worden toegepast om de contact-elementen in de behuizing in te brengen.
Teneinde een optimale positionering van de aansluiteinden van de aansluitpennen te garanderen, is het voordelig om het lichaam tijdens transport en assemblage van de connectoren zo dicht mogelijk bij de uiteinden van de aansluitpennen te houden. Bij montage op een plaat met gedrukte bedrading moet dan het lichaam langs de aansluiteinden omhoog worden geschoven, zodat dit op de plaat rust. De aansluiteinden zijn dan vrij voor het met de betreffende aansluitvlakjes van de plaat met gedrukte bedrading elektrisch verbinden daarvan.
Zogenaamde rechthoekige connectoren, d.w.z. connectoren met rechthoekige aansluitpennen worden dikwijls door consumenten gevraagd, in het bijzonder connectoren met een kleine steekafstand. Hierdoor is het moeilijk om de correcte posities van de delen van de aansluitpennen zowel tijdens de fabricage als bij de verpakking en het transport, over de gehele lengte van de connectoren te handhaven om een juiste positionering van de soldeeruiteinden van de aansluitpennen ten opzichte van gaten in een plaat met gedrukte bedrading mogelijk te maken. Aanvullende complicaties zijn de kromming van de plaat met gedrukte bedrading, de juiste positie van de soldeeruiteinden van de aansluitpennen bij in het bijzonder een kleine steekafstand, hetgeen gepaard gaat met gaten van kleine diameter.
Voorts wordt bij de produktie van de genoemde connectoren met kleine steekafstand het probleem ondervonden bij het nauwkeurig volgens een rechte hoek buigen van de aansluitpennen om daarbij de juiste positie van de soldeeruiteinden van de aansluitpennen te bereiken.
De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een elektrische connector van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de hierboven genoemde problemen worden vermeden en op eenvoudige en nauwkeurige wijze de aansluitpennen onder een zodanige rechte hoek kunnen worden gebogen, dat de juiste positie van de aansluiteinden van de aansluitpennen ook na de buighandeling wordt aangehouden.
Voorts heeft de uitvinder zich tot doel gesteld het aanbrengen van de connectoren op platen met gedrukte bedrading te vergemakkelijken en te vermijden dat bij montage het positioneringslichaam moet worden verschoven.
Dit doel wordt volgens de uitvinding daardoor bereikt, dat het positioneringslichaam met een zijde grenst aan de aansluitpen-uitvoerzijde, waarbij de aan het aansluiteinde van de contactelementen grenzende vaste benen van de aansluitpennen door de boringen van het positioneringslichaam verlopen en dat dit lichaam aan de van de aansluitpen-uitvoerzijde afgekeerde zijde is voorzien van een buigaanbeeld voor het L-vormig buigen van de aansluitpennen.
Hierdoor wordt bereikt, dat de soldeerbenen van de aansluitpennen in de juiste positie worden uitgericht wanneer deze nog niet zijn gebogen, waarna deze op nauwkeurige wijze onder een hoek van 90° worden gebogen en deze correct gebogen benen vervolgens worden beschermd en opgenomen in het buigaanbeeld.
De samenstelling bestaande uit de connector, het positioneringslichaam en het aanbeeld kan dan als één geheel zonder aanvullende handelingen op de plaat met gedrukte bedrading worden geplaatst voorafgaand aan het soldeerproces.
Bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding is het naar buiten gerichte buigvlak van het buigaanbeeld voorzien van groeven die zich loodrecht op de lengterichting van het buigaanbeeld uitstrekken en elk een vrij been van een aansluitpen opnemen. De in de goten opgenomen aansluitpennen zijn hierdoor beschermd tegen uitwendige krachten.
Indien de behuizing van de connector is voorzien van een aantal rijen connectorelementen en de aansluitpennen daarvan in rijen en met van rij tot rij versprongen positie zijn gerangschikt, is bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding het naar buiten gerichte buigvlak van het buigaanbeeld voorzien van groeven die zich loodrecht op de lengte-richting van het buigaanbeeld uitstrekken en elk een vrij been van een aansluitpen opnemen, waarbij de diepte van de voor de aansluitpennen van de ene rij bestemde groeven afwijkt van de diepte van de groeven voor de aansluitpennen van de aangrenzende rij.
Teneinde de aansluitpennen op nauwkeurige wijze met een voorafbepaalde kromming rechthoekig te buigen, gaat de bodem van elke groef via een gebogen deel geleidelijk over in de daarbijbehorende boring in het positioneringslichaam.
Om te voorkomen dat de aansluitpennen na het buigen daarvan enigszins terugveren, is de bodem van het op het gebogen deel aansluitende deel van de groef dieper dan het hoogste punt van het vlak van het gebogen deel. Hierdoor kan bij het buigen enigszins worden doorgedrukt.
Bij voorkeur vormen het positioneringslichaam en het buigaanbeeld één geheel, zodat de montage van de positioneringslichaam en het aanbeeld in één handeling kan plaatsvinden.
Teneinde het vrije been van de aansluitpennen beter in de juiste uitgelijnde positie vast te houden, worden de aansluitpennen tenminste plaatselijk klemmend in de groeven opgenomen.
De krachten van het buigen van de aansluitpennen in de groeven kan worden verminderd, doordat tenminste één wand van de groeven nabij de uittredeplaats van het vrije been van de aansluitpennen een verdikking heeft, die loodrecht op de groefbodem loopt.
Bij een bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm grijpt het vrije been van de aansluitpennen in gebogen toestand achter tenminste een wandverdikking van de daarbij behorende groef. Hierdoor zal het vrije been met enige voorspanning tegen de verdikking aanliggen, waardoor de nauwkeurig uitgelijnde positie van het soldeereinde van de aansluitpen wordt gehandhaafd, terwijl bovendien het soldeereinde niet per ongeluk uit de groef kan worden getrokken.
Om zijdelingse krachten bij de buighandeling op te vangen wordt een vaste positie van het positioneringslichaam en aanbeeld vastgehouden, doordat het naar de aansluitpen-uitvoerzijde van de connector toegekeerde vlak van het positioneringslichaam is voorzien van zich loodrecht op het genoemde lichaamsvlak uitstrekkende flenzen die grijpen over de daarbij behorende zijvlakken van de connectorbehuizing.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een buigdoorn voor het in samenwerking met het buigaanbeeld buigen van de aansluitpennen van de connector, welke het kenmerk heeft, dat het naar buiten gerichte buigvlak van het buigaanbeeld en het daarmee samenwerkende buigvlak van de doorn een onderlinge complementaire vorm hebben.
Bij een uitvoeringsvorm van de buigdoorn is het buigvlak van de doorn voorzien van loodrecht op het buigvlak opstaande ribben, waarvan de dikte overeenkomt met de breedte van de groeven in het buigvlak van het buigaanbeeld, waarbij de ribbe bestaat uit een eerste deel met een evenwijdig aan het buigvlak van de doorn verlopende rand en uit een daarop aansluitend tweede deel met een gebogen rand waarvan de krommingsstraal overeenkomt met die van het gebogen deel van de groef in het buigvlak van het buigaanbeeld.
Bij een verdere uitwerking daarvan eindigt het gebogen deel van de ribbe in een piekvormig deel, waarbij de boring in het positioneringslichaam en buigaanbeeld voor het doorvoeren van de aansluitpennen, aan de tegenover het gebogen groefdeel gelegen zijde van het buigaanbeeld breder wordt volgens een hoek die overeenkomt met de hoek van de buitenzijde van de piek.
Aangezien het positioneringslichaam en buigaanbeeld los kunnen worden geleverd, worden hierbij rechten gevraagd voor deze componenten of combinatie van componenten die bestemd zijn voor een connector volgens de uitvinding.
De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen. In de tekeningen tonen:
Fig. 1 een aanzicht van de aansluitzijde van een uitvoeringsvorm van de connector volgens de uitvinding;
Fig. 2 een zijaanzicht gedeeltelijk in doorsnede van de uitvoeringsvorm volgens fig. 1, gezien op de naar de plaat met gedrukte bedrading toegekeerde zijde;
Fig. 3 een doorsnede volgens de lijn III-III van fig. 2;
Fig. 4 een doorsnede volgens de lijn IV-IV van fig. 2;
Fig. 5 een doorsnede volgens de lijn V-V van fig. 2;
Fig. 6 een aanzicht van het positioneringslichaam en buigaanbeeld volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding gezien op de insteekzijde voor de aansluitpennen, zoals aangegeven met pijl P in fig. 7;
Fig. 7 een zijaanzicht van de uitvoeringsvorm volgens fig. 6;
Fig, 8 een doorsnede volgens de lijn VIII-VIII van fig. 6;
Fig. 9 op vergrote schaal het doorgesneden gedeelte van de uitvoeringsvorm van fig. 2;
Fig. 10 aan de linker zijde een dwarsdoorsnede door een uitvoeringsvorm van de connector volgens de uitvinding en aan de rechter zijde een dwarsdoorsnede door het daarop in te steken positioneringslichaam en buigaanbeeld;
Fig. 11 de op elkaar ingestoken onderdelen van fig. 10;
Fig. 12 links de uitvoeringsvorm van fig. 11 en rechts in doorsnede een buigdoorn voor het buigen van de aansluitpennen van de connector volgens de uitvinding;
Fig. 13 een gerede uitvoeringsvorm van de connector en positioneringslichaam en buigaanbeeld volgens de uitvinding;
Fig. 14 een deeldoorsnede door een contactelement van de connector volgens fig. 13 dat grenst aan en zich bevindt in de aangrenzende rij;
Fig. 13 een uitvoeringsvorm van de connector volgens de uitvinding met opneemcontacten;
Fig. 16 een zijaanzicht gedeeltelijk in doorsnede van de uitvoeringsvorm van fig. 15;
Fig. 17 een doorsnede volgens de lijn XVII-XVII van fig. 16; en
Fig. 18 een doorsnede volgens de lijn XVIII-XVIII van fig. 16.
In de figuren 1-5 en 9 is een elektrische connector volgens een bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm van de uitvinding getoond. Deze connector 1 omvat een behuizing 2 uit elektrisch isolerend materiaal, bij voorkeur kunststof. De behuizing 2 is voorzien van flenzen 3 die voorzien zijn van bevestigingsorganen k. In de behuizing 2 zijn kanalen 5 aangebracht, waarin contactelementen 6 zijn opgenomen. Deze zijn het duidelijkst in fig. 9 die op vergrote schaal is getekend, te zien. Bij deze uitvoeringsvorm zijn twee rijen kanalen 5 resp. daarin opgenomen contactelementen 6 toegepast. De posities van de kanalen 3 van de ene rij zijn in rijrichting versprongen ten opzichte van de posities van de kanalen 5 in de andere rij. Het is duidelijk dat elke configuratie van kanaalposities mogelijk is, b.v. één rij of meer dan twee rijen, al dan niet met versprongen kanaalposities.
De contactelementen zijn van elektrisch geleidend materiaal en hebben contacteinden 7 die bij de getoonde uitvoering de vorm hebben van contact-pennen 7 voor het contacteren van contracontacten van een verdere connector. Deze contactpennen 7 bevinden zich in een ruimte die door wanden van de behuizing 2 zijn omgeven, maar vanaf de contactzijde 8 toegankelijk zijn voor de contracontacten en een deel van een verdere connector. In dit geval zal het gaan om een verdere connector met opneemcontacten, waarbij een gedeelte van het huis van de verdere connector in de hierboven genoemde ruimte wordt opgenomen om de opneemcontacten over de contactpennen 7 te schuiven.
De contactelementen 6 hebben aan het tegenover de contactpennen 7 gelegen einde een aansluiteinde dat voorzien is van L-vormige aansluitpennen 9 voor de montage op een plaat met gedrukte bedrading, hierna printplaat genoemd. De aansluitpennen 9 bestaan uit een vast been 10 dat met het bijbehorende contactelement 6 is verbonden eft een loodrecht daarop staand vrij been 12. Deze aansluitpennen 9 strekken zich met het ene vaste been 10 vanaf de tegenover de contactzijde 8 liggende aansluitpen-uitvoerzijde 11 van de behuizing 2 in de richting van het contactelement 6 naar buiten uit. De vrije benen 12 van de aansluitpennen 9 strekken zich in hoofdzaak loodrecht op de benen 10 daarvan uit tot voorbij de aansluitzijde 13 van de connectorbehuizing 2 uit. De aansluitzijde 13 van de behuizing 2 verloopt loodrecht op de aansluitpen-uitvoerzijde 11 en de contactzijde 8 van de connectorbehuizing 2.
De elektrische connector is voorts aan de aansluitpen-uitvoerzijde van de connectorbehuizing 2 voorzien van een positioneringslichaam 14 en een buigaanbeeld 15, die in de getoonde voorkeursuitvoering één geheel vormen. Het positioneringslichaam 14 en het buigaanbeeld 15 zijn uit elektrisch isolerend materiaal vervaardigd en dient voor het in positie houden van de aansluitpennen 9 die daartoe door boringen 16, zie in het bijzonder fig. 9, zijn doorgevoerd.
Zoals vermeld vormen het positioneringslichaam 14 en het buigaanbeeld 15 één geheel, dat wil zeggen positioneer- en buiglichaam, hetgeen tot voordeel heeft dat dit geheel met één handeling over de pennen kan worden geschoven.
Het positioneringslichaam 14 grenst dus met één zijde aan de aansluitpen-uitvoerzijde 13, terwijl de aan het aansluiteinde van de contactelementen 6 grenzende vaste benen 10 door de boringen 16 van het positioneringslichaam 14 verlopen. Het buigaanbeeld 15, in dit geval het gecombineerde positioneer- en buiglichaam dient voor het L-vormig buigen van de aansluitpennen 9· Het buigen daarvan geschiedt door middel van een buigdoorn, waarvan verderop een voorkeursuitvoeringsvorm zal worden beschreven. Bij het buigen wordt het vaste been in de boring 16 van het positioneringslichaam 14 vastgehouden. Na het buigen van de aansluit-pennen blijven het positioneringslichaam l4 en het buigaanbeeld 15 in de definitieve positie. Zonder verdere extra handeling kan de elektrische connector 1 op een printplaat worden geplaatst, waarbij de soldeer-uiteinden van de aansluitpennen door gaten in de printplaat worden gestoken, waarna deze soldeeruiteinden aan de contactvlakken op de printplaat kunnen worden gesoldeerd.
Het naar buiten gerichte buigvlak 16 (zie fig. 4 en 5) van het buigaanbeeld 15 is voorzien van groeven 17, die zich loodrecht op de lengterichting van het buigaanbeeld uitstrekken. De breedte van de groeven komt overeen met de breedte van het vrije been 12 van de daarin op te nemen aansluitpen 9· Doordat de aansluitpennen 9 grotendeels in de daarbij behorende groeven 17 zijn opgenomen, zijn de aansluitpennen 9 goed beschermd tegen uitwendige krachten, waardoor de correcte positie van het vrije been 12 van de aansluitpennen 9 nauwkeurig wordt aangehouden. De diepte van de groeven is afhankelijk van de gekozen configuratie van de gaten in de printplaat, waardoorheen de soldeeruiteinden van de aansluitpennen 9 moeten worden gestoken. In verband met miniaturisering is een versprongen configuratie gekozen, evenals voor de configuratie van de posities van de contactelementen. Uiteraard is elke configuratie mogelijk, b.v. een configuratie van in één rij liggende gaten in de printplaat of verscheidene rijen met niet versprongen gaten. Bij de in de figuren getoonde voorkeursuitvoering is gekozen voor de versprongen configuratie, waarbij de diepte van de groeven voor de aansluitpennen 9 van de ene rij dieper zijn dan de groeven voor het opnemen van de aansluitpennen in de andere rij.
De bodem van elke groef 17 gaat via een gebogen deel 18 over in de boring 16 in het positioneringslichaam. Hierdoor wordt een buigvlak voor de aansluitpennen 9 verkregen, die zorgt voor een goed gedefiniëerde buiging van de aansluitpennen 9. Het gedeelte van de groef dat uitmondt aan de aansluitzijde van de connector ligt bij voorkeur enigszins dieper dan het gebogen deel 18. Deze maatregel vergemakkelijkt het nauwkeurig buigen van de aansluitpennen 9 ter plaatse van de bocht tussen de twee benen 10 en 12 daarvan.
Teneinde de vrije benen 12 van de aansluitpennen 9 (zie ook fig. 13 en 15) nauwkeurig in de juiste uitgerichte positie vast te houden is de breedte van de groef tenminste plaatselijk zo smal dat deze de vrije benen 12 na de buighandeling in de juiste uitgerichte positie worden geklemd. Deze versmalling kan op niet-getoonde wijze worden voortgebracht door tenminste één van de wanden van de groeven nabij de uittredeplaats van het vrije been 12 van de aansluitpennen 9 te voorzien van een smalle verdikkingsribbe die loodrecht staat op de groeibodem.
Bij de in de tekening getoonde uitvoeringsvorm is een verdikking 19 (zie fig. 9 en 10) in de wanden van de groeven aangebracht, waarachter het vrije been van de aansluitpennen 9 na het buigen grijpt. Wanneer na de buighandeling het vrije been 12 enigszins de neiging heeft terug te veren, wordt het vrije been met een voorspanning tegen de verdikking aangedrukt, waarbij een nauwkeurige uitgelijnde positie van het vrije been van de aansluitpen wordt gewaarborgd.
Voorts is het positioneringslichaam 1*1 voorzien van flenzen 20 (zie fig. 11) die bij het plaatsen van het positioneringslichaam over de daarbij behorende vlakken van de connectorbehuizing schuiven. Hierdoor wordt gegarandeerd dat het positioneringslichaam ik en het buigaanbeeld 15 of gecombineerd lichaam ook bij het buigen van de aansluitpen een goed gedefiniëerd vaste positie blijven innemen. Immers worden de zijdelingse componenten van de buigkrachten door de flenzen opgevangen. Wanneer zoals in de voorkeurs-uitvoeringsvorm het positioneringslichaam 1*1 en het buigaanbeeld 15 één geheel vormen, wordt daardoor automatisch zonder extra maatregelen ook de goed gedefiniëerde vaste positie van het buigaanbeeld 15 gewaarborgd.
De connectorbehuizing 2 is verder nog voorzien van bevestigingsmiddelen 21 (zie fig. 1 en 3) voor het bevestigen van de connector op de printplaat. Hierdoor behoeven de eventueel op de connector uitgeoefende krachten niet uitsluitend te worden opgevangen door de aansluitpennen 9·
In de figuren 6, 7 en 8 zijn het positioneringslichaam en het buigaanbeeld die als een positioneer- en buiglichaam 22 uit één stuk zijn uitgevoerd, weergegeven. De boringen 10 zijn aan de naar de connectorbehuizing toegekeerde zijde en van deze zijde af taps toelopend uitgevoerd om het insteken van de aansluitpennen 9 in de boringen 10 te vergemakkelijken. In fig. 7 zijn ter verduidelijking de aansluitpennen 9 en in fig. 8 de aansluitpennen 9 en een gedeelte van de connectorbehuizing 2 ingetekend. In de figuren 7 en 8 zijn de gebogen delen van de groeven in het buigvlak van het positioneer- en buiglichaam duidelijk te zien. Het positioneer- en buiglichaam 22 heeft flenzen 20, waarbij in de binnenwand uitsteeksels 23 zijn aangebracht die samenwerken met sleuven in de daarbij behorende wanden van de connectorbehuizing 2. Hierdoor wordt het positioneer- en buiglichaam ook in lengterichting goed in positie gehouden bij de buigbewerking van de aansluitpennen 9· Dezelfde funktie hebben bovendien nog de nokken 24 aan de onderzijde van het positioneer- en buiglichaam 22. Ook uit deze figuren blijkt duidelijk dat de groeven om en om verschillende diepten hebben.
Thans zal aan de hand van de figuren 10, 11, 12, 13 en 14 de funktie van het positioneer- en buiglichaam worden toegelicht.
Links van fig. 10 is de connector 1 in dwarsdoorsnede door één van de connectorelementen 6 weergegeven, welke connector een behuizing 2 omvat. In de behuizing 2 zijn twee rijen kanalen 5 aangebracht, waarin de connectorelementen 6 zijn opgenomen. Deze connectorelementen 6 zijn voorzien van een lip 25 die grijpt aan een wand van het kanaal 5 om het connector-element 6 in het kanaal te vergrendelen. Het connectorelement 6 is aan de contactzijde voorzien van een contactpen 7 en aan de aansluitzijde van een aansluitpen 9 die in fig. 10 nog in de gestrekte toestand is.
Rechts van fig. 10 is het positioneer- en buiglichaam 26 geïllustreerd. Dit lichaam 26 is voorzien van boringen 10 voor het opnemen van aansluitpennen 9· De boringen 10 gaan via een gebogen deel 18 over in het rechte deel 17 van een in het buigvlak 16 aangebrachte groeven voor het door middel van een buigdoorn buigen van de door de boringen 10 gestoken aansluitpennen 9 en voor het beschermd en eventueel vergrendelen van de vrije benen 10 van de aansluitpennen 9· In fig. 10 is duidelijk te zien dat de rechte delen 27 van de groeven 17 lager zijn dan het hoogste punt van het gebogen deel 18. Voorts blijkt uit fig. 10 dat de boring 10 in de richting van het buigvlak 16 aan de andere zijde van het gebogen deel 18 taps (28) uitloopt. Duidelijkheidshalve zijn schematisch de aansluitpennen 9 in het positioneer- en buiglichaam 26 weergegeven.
Het lichaam 26 heeft flenzen 20 die over de zijvlakken van de connectorbehuizing 2 moeten grijpen. De nokken 24 dienen voor het waarborgen van de vaste positie van het lichaam 26 op de connectorbehuizing 2.
In fig. 11 is de fabricagefase getoond, waarbij het positioneer- en buigaanbeeldlichaam 26 op de connectorbehuizing 2 is aangebracht. De aansluitpennen 9 verlopen dan door de boringen 10 in het lichaam 26. Duidelijkheidshalve is met de lijnen 9' schematisch de gebogen toestand van de aansluitpennen 9 aangegeven.
In fig. 12 is links de samengestelde connector 1 en positioneer- en buiglichaam 26 getoond en rechts van deze figuur de buigdoorn 29. Uit fig. 12 blijkt duidelijk dat het buigvlak van het lichaam 26 en van de buigdoorn 29 complementair zijn . In het bijzonder is de buigdoorn 29 voorzien van loodrecht op het buigvlak opstaande ribben 30 en 31 die passen in de daarbij behorende groeven in het buigvlak van het positioneer- en buigaanbeeldlichaam 26. De ribbe 31 steekt ten opzichte van het vlak 34 meer uit dan de ribbe 30, omdat de groef voor de onderste aansluitpen 9 die ook korter is dan de daarboven liggende aansluitpen 9, dieper ligt dan de groef voor de bovenste aansluitpen 9· De dikte van de ribben is een fractie kleiner dan de breedte van de groeven in het buigvlak van het lichaam 26. Elke ribbe 30, 31 bestaat uit een eerste deel 32 resp. 33 waarvan de buitenrand evenwijdig aan het buigvlak 34 van de buigdoorn 29 verloopt. Op de genoemde rechte delen 32, 33 van de ribben sluit een tweede deel 35 resp. 36 aan, waarvan de rand gebogen is met een krommingsstraal die overeenkomt met die van het gebogen deel 18 van de groef in het buigvlak van het lichaam 26. De gebogen ribbedelen 35 en 36 eindigen in pieken 37 resp. 38. De vlakken 39 en 40 die tegenover de gebogen vlakken van de pieken 37 resp. 38 liggen, staan onder een hoek die overeenkomt met de hoek van de tapse delen 28 die grenzen aan de boringen 10 van het lichaam 26.
Om de aansluitpennen 9 rechthoekig te buigen wordt de doorn 29 op het buigvlak 16 van het positioneer- en buiglichaam 26 gedrukt. De aansluitpennen 9 worden tijdens deze buigbewerking langs de ribberanden 35. 32 resp. 36, 33 geleid en door de wanden van de groeven in het lichaam 26 in het juiste vlak gehouden.
In fig. 13 is de gerede samenstelling van connector 1 en een positioneer- en buiglichaam 26 getoond. Hierbij liggen de aansluitpennen 9 in de groeven van het lichaam 26 opgesloten. In deze toestand grijpen de vrije benen van de aansluitpennen achter de verdikkingen 19 in de wanden van de groeven 17, hetgeen duidelijk in fig. 9 te zien is.
In fig. 14 is een doorsnede door een contactelement 6 van de onderste rij getoond.
Uit de tekeningen blijkt duidelijk dat de aansluitpennen in de gebogen toestand nauwkeurig aanliggen tegen de gebogen delen 18 van de groeven in het lichaam 26. De vrije benen 12 van de L-vormig gebogen aansluitpennen 9 liggen echter op een kleine afstand van de bodem van het rechte deel 27 van de groeven 17 in het buigvlak van het lichaam 26. Deze afstand maakt het nauwkeurig buigen van de aansluitpennen 9 mogelijk en waarborgt dat na de buitenwerking de vrije benen van de aansluitpennen 9 niet te ver terugveren, zodat een nauwkeurig uitgelijnde positie van de soldeeruiteinden van de aansluitpennen 9 wordt bereikt.
In de figuren 1'5, 16, 17 en 18 is een andere uitvoeringsvorm van de connector volgens de uitvinding getoond. Bij deze uitvoeringsvorm worden contactelementen 6 toegepast, die aan de contactzijde van de connectorbehui-zing 2 is voorzien van opneemcontacten 39· Ook bij deze uitvoeringsvorm zijn lippen 25 uit het lichaam van het contactelement 6 geponst en gebogen om de contactelementen 6 in de daarbij behorende kanalen 5 te vergrendelen.
De onderdelen van de connector en het positioneer- en buiglichaam die in de beschrijving aan de hand van de figuren 10-18 niet zijn genoemd, komen overeen met soortgelijke onderdelen van de figuren 1-9 zodat hierop verder niet wordt ingegaan.
Uit voorgaande beschrijving blijkt duidelijk, dat de uitvinding is gebaseerd op het inzicht de waferfunktie en buigfunktie te combineren, waardoor een connector met buigwafer wordt bereikt, waarmee de soldeeruiteinden van de aansluitpennen van de connector in de nauwkeurig uitgelijnde posities worden vastgehouden, waarbij omstandigheden bij de fabricage van verpakking, de opslag, het transport en de montage geen nadelige invloed op de correcte uitlijning heeft. Voorts zijn de fabricage van de connector, de montage daarvan op het printpaneel en het daaropvolgende soldeerproces vereenvoudigd.

Claims (13)

1. Elektrische connector, omvattende een behuizing van elektrisch isolerend materiaal met een aansluitzijde en een contactzijde en voorzien van een aantal contactelementen van elektrisch geleidend materiaal, elk met een aan de contactzijde van de behuizing zich bevindend contacteinde voor het contacteren van een verdere connector en een aansluiteinde voorzien van een L-vormige aansluitpen voor de montage op een printplaat, waarbij de aansluitpennen zich vanaf de tegenover de contactzijde liggende aansluitpen-uitvoerzijde van de behuizing en met de vrije uiteinden tot voorbij de loodrecht op de aansluitpen-uitvoerzijde verlopende aansluitzijde van de behuizing uitstrekken en een positioneringslichaam van elektrisch isolerend materiaal voor het in de juiste positie houden van de aansluitpennen, door boringen waarvan tenminste een gedeelte van de aansluitpennen zijn doorgevoerd, met het kenmerk, dat het positioneringslichaam met een zijde grenst aan de aansluitpen-uitvoerzijde, waarbij de aan het aansluiteinde van de contactelementen grenzende vaste benen van de aansluitpennen door de boringen van het positioneringslichaam verlopen en dat dit lichaam aan de van de aansluitpen-uitvoerzijde afgekeerde zijde is voorzien van een buigaanbeeld voor het L-vormig buigen van de aansluitpennen.
2. Connector volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het naar buiten gerichte buigvlak van het buigaanbeeld is voorzien van groeven die zich loodrecht op de lengterichting van het buigaanbeeld en in hetzelfde vlak van de boringen in het positioneringslichaam uitstrekken en elk een vrij been van een aansluitpen opnemen.
3. Connector volgens conclusie 1, waarbij de connectorbehuizing is voorzien van een aantal rijen connectorelementen en de aansluitpennen daarvan in rijen en met van rij tot rij versprongen posities zijn gerangschikt, met het kenmerk, dat het naar buiten gerichte buigvlak van het buigaanbeeld is voorzien van groeven die zich loodrecht op de lengterichting van het buigaanbeeld uitstrekken en elk een vrij been van een aansluitpen opnemen en dat de diepte van de voor de aansluitpennnen van de ene rij bestemde groeven afwijkt van de diepte van de groeven voor de aansluitpennnen van de aangrenzende rij.
4. Connector volgens conclusie 2 of 3* met het kenmerk, dat de bodem van elke groef via een gebogen deel geleidelijk overgaat in de daarbijbehorende boring in het positioneringslichaam.
5. Connector volgens conclusie met het kenmerk, dat de bodem van het op het gebogen deel aansluitende deel van de groef dieper ligt dan het hoogste punt van het vlak van het gebogen deel.
6. Connector volgens een van de conclusies 1-5. “et het kenmerk, dat het positioneringslichaam en het buigaanbeeld een geheel vormen.
7. Connector volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aansluitpennen ten minste plaatselijk klemmend in de groeven worden opgenomen.
8. Connector volgens conclusie 7. “et het kenmerk, dat tenminste een wand van de groeven nabij de uittredeplaats van het vrije benen van de aansluitpennnen een verdikking heeft, die loodrecht op de groeibodem verloopt.
9. Connector volgens een van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het vrije been van de aansluitpennen in de gebogen toestand grijpt achter tenminste een wandverdikking van de daarbijbehorende groef.
10. Connector volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het naar de aansluitpen-uitvoerzijde van de connector toegekeerde vlak van het positioneringslichaam is voorzien van zich loodrecht op het·genoemde lichaamsvlak uitstrekkende flenzen die grijpen over de daarbijbehorende zijvlakken van de connectorbehuizing.
11. Buigdoorn voor het in samenwerking met het buigaanbeeld buigen van de aansluitpennen van de connector volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het naar buiten gerichte buigvlak van het buigaanbeeld en het daarmee samenwerkende buigvlak van de doom een onderling complementaire vorm hebben.
12. Buigdoorn volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het buigvlak van de doorn is voorzien van loodrecht op het buigvlak opstaande ribben, waarvan de dikte overeenkomt met de breedte van de groeven in het buigvlak van het buigaanbeeld, dat de ribbe bestaat uit een eerste deel met een evenwijdig aan het buigvlak van de doorn verlopende rand en uit een daarop aansluitend tweede deel met een gebogen rand waarvan de krommingsstraal overeenkomt met die van het gebogen deel van de groef in het buigvlak van het buigaanbeeld.
13. Buigdoorn volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het gebogen deel van de ribbe eindigt in een piekvormig deel, waarbij de boring in het positioneringslichaam en buigaanbeeld voor het doorvoeren van de aansluitpennen, aan de tegenover het gebogen groefdeel gelegen zijde van het buigaanbeeld breder wordt volgens een hoek die overeenkomt met de hoek van de buitenzijde van de piek. Ik. Positioneringslichaam en aanbeeld bestemd voor het samenstellen van een connector volgens één van de voorafgaande conclusies en het buigen van de aansluitpennen.
NL9302227A 1993-12-21 1993-12-21 Elektrische connector met een de aansluitpennen positionerend lichaam. NL9302227A (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9302227A NL9302227A (nl) 1993-12-21 1993-12-21 Elektrische connector met een de aansluitpennen positionerend lichaam.
US08/666,357 US5833475A (en) 1993-12-21 1994-09-12 Electrical connector with an element which positions the connection pins
JP7517327A JPH09510818A (ja) 1993-12-21 1994-12-09 接続ピンの位置決め部材を備える電気コネクタ
DE69417263T DE69417263T2 (de) 1993-12-21 1994-12-09 Elektrischer steckverbinder mit einer vorrichtung zum positionieren der kontaktstifte
EP95903036A EP0736229B1 (en) 1993-12-21 1994-12-09 Electrical connector with an element which positions the connection pins
SG1996006692A SG49141A1 (en) 1993-12-21 1994-12-09 Electrical connector with an element which positions the connector pins
PCT/NL1994/000313 WO1995017775A1 (en) 1993-12-21 1994-12-09 Electrical connector with an element which positions the connection pins
TW083111995A TW274644B (nl) 1993-12-21 1994-12-21
US08/936,363 US6050306A (en) 1993-12-21 1997-09-24 Bending mandrel for use in manufacturing an electrical connector

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9302227A NL9302227A (nl) 1993-12-21 1993-12-21 Elektrische connector met een de aansluitpennen positionerend lichaam.
NL9302227 1993-12-21

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9302227A true NL9302227A (nl) 1995-07-17

Family

ID=19863292

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9302227A NL9302227A (nl) 1993-12-21 1993-12-21 Elektrische connector met een de aansluitpennen positionerend lichaam.

Country Status (8)

Country Link
US (2) US5833475A (nl)
EP (1) EP0736229B1 (nl)
JP (1) JPH09510818A (nl)
DE (1) DE69417263T2 (nl)
NL (1) NL9302227A (nl)
SG (1) SG49141A1 (nl)
TW (1) TW274644B (nl)
WO (1) WO1995017775A1 (nl)

Families Citing this family (39)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP3506202B2 (ja) * 1997-06-30 2004-03-15 住友電装株式会社 基板用コネクタ
US5978873A (en) * 1997-09-24 1999-11-02 Intel Corporation Computer system including right angle processor and add-on card connectors
US6319023B2 (en) * 1999-12-02 2001-11-20 Tyco Electronics Canada Ltd Press-fit electrical connector
DE10140910C2 (de) * 2001-08-21 2003-07-17 Lumberg Automation Components Elektrischer Steckverbinder
JP2003272751A (ja) * 2002-03-15 2003-09-26 Sumitomo Wiring Syst Ltd 基板用コネクタ
US6790054B1 (en) * 2003-03-18 2004-09-14 Sullins Electronic Corporation Two-piece right angle contact edge card connector
JP4356548B2 (ja) * 2004-07-20 2009-11-04 住友電装株式会社 基板用コネクタ
US7281950B2 (en) 2004-09-29 2007-10-16 Fci Americas Technology, Inc. High speed connectors that minimize signal skew and crosstalk
DE102005007066B3 (de) * 2005-02-16 2006-10-05 Tyco Electronics Amp Gmbh Miniaturisierte elektrische Steckereinheit mit verbesserter Crimpbarkeit
US7112067B1 (en) * 2005-04-11 2006-09-26 Hon Hai Precision Ind. Co., Ltd Connector assembly for printed circuit board interconnection
DE102006026104A1 (de) * 2006-06-03 2007-12-06 Tyco Electronics Amp Gmbh Hochpolige Stiftleiste
US7500871B2 (en) 2006-08-21 2009-03-10 Fci Americas Technology, Inc. Electrical connector system with jogged contact tails
US7721876B2 (en) * 2006-10-27 2010-05-25 Illinois Tool Works Inc. Adjustable side rails for article conveying system, and conveyor and system incorporating same
US7497736B2 (en) 2006-12-19 2009-03-03 Fci Americas Technology, Inc. Shieldless, high-speed, low-cross-talk electrical connector
US7422444B1 (en) * 2007-02-28 2008-09-09 Fci Americas Technology, Inc. Orthogonal header
US7811100B2 (en) 2007-07-13 2010-10-12 Fci Americas Technology, Inc. Electrical connector system having a continuous ground at the mating interface thereof
CN104112929B (zh) * 2007-12-20 2017-11-28 Trw汽车美国有限责任公司 电子组件及其制造方法
US8764464B2 (en) 2008-02-29 2014-07-01 Fci Americas Technology Llc Cross talk reduction for high speed electrical connectors
JP4985498B2 (ja) * 2008-03-20 2012-07-25 住友電装株式会社 基板用コネクタ
US7563103B1 (en) * 2008-05-15 2009-07-21 Tyco Electronics Corporation Connector assembly having a bent in place contact
WO2010056935A1 (en) 2008-11-14 2010-05-20 Molex Incorporated Resonance modifying connector
WO2010068671A1 (en) 2008-12-12 2010-06-17 Molex Incorporated Resonance modifying connector
US9277649B2 (en) 2009-02-26 2016-03-01 Fci Americas Technology Llc Cross talk reduction for high-speed electrical connectors
US8366485B2 (en) 2009-03-19 2013-02-05 Fci Americas Technology Llc Electrical connector having ribbed ground plate
US8267721B2 (en) 2009-10-28 2012-09-18 Fci Americas Technology Llc Electrical connector having ground plates and ground coupling bar
US8616919B2 (en) 2009-11-13 2013-12-31 Fci Americas Technology Llc Attachment system for electrical connector
EP2624034A1 (en) 2012-01-31 2013-08-07 Fci Dismountable optical coupling device
USD718253S1 (en) 2012-04-13 2014-11-25 Fci Americas Technology Llc Electrical cable connector
US8944831B2 (en) 2012-04-13 2015-02-03 Fci Americas Technology Llc Electrical connector having ribbed ground plate with engagement members
US9257778B2 (en) 2012-04-13 2016-02-09 Fci Americas Technology High speed electrical connector
USD727852S1 (en) 2012-04-13 2015-04-28 Fci Americas Technology Llc Ground shield for a right angle electrical connector
USD727268S1 (en) 2012-04-13 2015-04-21 Fci Americas Technology Llc Vertical electrical connector
CN103513144B (zh) 2012-06-29 2016-12-21 联想企业解决方案(新加坡)有限公司 电子系统、连接故障报告系统及相关方法
USD751507S1 (en) 2012-07-11 2016-03-15 Fci Americas Technology Llc Electrical connector
US9543703B2 (en) 2012-07-11 2017-01-10 Fci Americas Technology Llc Electrical connector with reduced stack height
USD745852S1 (en) 2013-01-25 2015-12-22 Fci Americas Technology Llc Electrical connector
USD720698S1 (en) 2013-03-15 2015-01-06 Fci Americas Technology Llc Electrical cable connector
US9431751B2 (en) * 2014-03-25 2016-08-30 Tyco Electronics Brasil Ltda Connector having a pin guide for use with a printed circuit board
CN109411934B (zh) * 2017-08-16 2021-11-19 富士康(昆山)电脑接插件有限公司 电连接器

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0103949A1 (en) * 1982-09-20 1984-03-28 General Motors Corporation Electrical header assembly for a printed circuit board
US4697864A (en) * 1986-06-19 1987-10-06 Amp Incorporated Printed circuit board receptacle for sealed connector
US5032085A (en) * 1990-02-26 1991-07-16 Gte Products Corp. Electrical connector, and housing and contacts therefor
US5112234A (en) * 1990-12-19 1992-05-12 Texas Instruments Incorporated Printed circuit connector apparatus and method of making same

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4400874A (en) * 1981-07-30 1983-08-30 Western Electric Company Wiring connector plugs to produce a wire mult
US4532691A (en) * 1982-12-07 1985-08-06 Thomas & Betts Corporation Wire termination tool
US4686607A (en) * 1986-01-08 1987-08-11 Teradyne, Inc. Daughter board/backplane assembly
US4734042A (en) * 1987-02-09 1988-03-29 Augat Inc. Multi row high density connector
JPH0537435Y2 (nl) * 1988-01-27 1993-09-21
FR2711452B1 (fr) * 1993-10-19 1995-12-08 Framatome Connectors France Elément de connexion comportant un pontet isolant.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0103949A1 (en) * 1982-09-20 1984-03-28 General Motors Corporation Electrical header assembly for a printed circuit board
US4697864A (en) * 1986-06-19 1987-10-06 Amp Incorporated Printed circuit board receptacle for sealed connector
US5032085A (en) * 1990-02-26 1991-07-16 Gte Products Corp. Electrical connector, and housing and contacts therefor
US5112234A (en) * 1990-12-19 1992-05-12 Texas Instruments Incorporated Printed circuit connector apparatus and method of making same

Also Published As

Publication number Publication date
TW274644B (nl) 1996-04-21
DE69417263T2 (de) 1999-09-30
WO1995017775A1 (en) 1995-06-29
EP0736229B1 (en) 1999-03-17
JPH09510818A (ja) 1997-10-28
US6050306A (en) 2000-04-18
DE69417263D1 (de) 1999-04-22
EP0736229A1 (en) 1996-10-09
US5833475A (en) 1998-11-10
SG49141A1 (en) 1998-05-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9302227A (nl) Elektrische connector met een de aansluitpennen positionerend lichaam.
US4275944A (en) Miniature connector receptacles employing contacts with bowed tines and parallel mounting arms
US5584709A (en) Printed circuit board mounted electrical connector
KR950007429B1 (ko) 카드 연부 콘넥터 어셈블리
US5052936A (en) High density electrical connector
US6065951A (en) Mold for use in manufacturing an electrical connector
KR100248214B1 (ko) 인쇄 회로 기판용 모서리 커넥터
EP0561288B1 (en) Edge card connector with biasing means
KR980012730A (ko) 모서리 카드 커넥터용 전기 단자의 제작
NL8003708A (nl) Doosconnector.
KR0141902B1 (ko) 모서리 장착식 회로 기판용 전기 커넥터
KR101381233B1 (ko) 연결 부품
NL8802678A (nl) Contactelement en contactelementsamenstel van elektrisch geleidend materiaal, in het bijzonder voor oppervlaktemontagetechniek.
KR100248032B1 (ko) 인쇄 회로 기판용 모서리 커넥터
KR0152521B1 (ko) 전기 커넥터 시스템
EP0650643A1 (en) Flat back card connector
NL192314C (nl) Connector bevattende een isolatieverplaatsingscontact.
US6074226A (en) Assembly of an electrical connector and ejector unit for connecting IC cards to printed circuit boards
US5032085A (en) Electrical connector, and housing and contacts therefor
JP2004214092A (ja) 可動型コネクタ用補強タブおよびそれを用いた可動型コネクタ
US20020081885A1 (en) Card edge connector
US5685726A (en) Flat back card connector
KR100679501B1 (ko) 커넥터
GB2239135A (en) Mechanical retaining device for electrical connectors
NL192067C (nl) Connector met bevestigingsmiddelen voor montage op een substraat.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed