NL9302221A

NL9302221A - Device for securing doors against unauthorized opening, in particular for the doors of a motor vehicle.

Info

Publication number: NL9302221A
Application number: NL9302221A
Authority: NL
Original assignee: Wilhelmus Antonius Stephanus L
Priority date: 1993-12-21
Filing date: 1993-12-21
Publication date: 1995-07-17
Also published as: EP0659965A3; EP0659965A2

Abstract

In order to prevent a car from being broken into or stolen, the invention proposes a security device which is formed by a lock fitted slidably in each door of the car, which lock is connected to and driven by a drive element (12a, 12b). The lock can be slid by means of said drive element so that it engages with or is disconnected from an opening disposed in the frame of the car door in question. For this purpose, the drive elements are accommodated in an electrical circuit which also contains the voltage supply of the vehicle and a switch element. The security device can be turned on by means of said switch element, in order to lock all car doors securely. This switch element is therefore situated outside the passenger compartment. In another embodiment the security device is suitable in particular for the loading door of a lorry, which door has two locking rods (31,34; 32,35) which are axially slidable in opposite directions to each other, and which each interact with an opening disposed in the doorframe thereof. This embodiment is distinguished by the fact that each locking rod is connected to a drive element (12a, 12b), which drive elements are disposed in opposite directions in order to move the two rods simultaneously in opposite directions. The two drive elements are again accommodated in a control circuit (50) containing a voltage supply and a switch element. <IMAGE>

Description

Inrichting voor het beveiligen van deuren tegen het onbevoegd openen hiervan, in het bijzonder voor de portieren van een motorvoertuig.Device for securing doors against unauthorized opening, in particular for the doors of a motor vehicle.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het beveiligen van deuren tegen het onbevoegd openen hiervan, in het bijzonder voor de portieren van een motorvoertuig, zoals bijvoorbeeld de portieren van een personenauto, de achterdeuren van een vrachtwagen, maar ook de laaddeuren van een container. De inrichting kan echter ook met voordeel worden toegepast voor het beveiligen van rolluiken of van deuren van fabriekshallen en dergelijke.The present invention relates to a device for securing doors against unauthorized opening, in particular for the doors of a motor vehicle, such as, for example, the doors of a passenger car, the rear doors of a truck, but also the loading doors of a container . However, the device can also advantageously be used for securing roller shutters or doors of factory halls and the like.

Een belangrijk oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een extra vergrendelinrichting, die naast de gebruikelijke afsluiting van de deur ook een doelmatige beveiliging biedt tegen inbraak in het voertuig of de container en/of diefstal van het voertuig zelf.An important object of the invention is to provide an additional locking device which, in addition to the usual closing of the door, also provides effective protection against burglary in the vehicle or the container and / or theft of the vehicle itself.

Het stelen van een personenauto geschiedt in het algemeen door of het slot van een deur te forceren of door een ruit in te slaan en vervolgens de deur van binnen uit te openen. De tot op heden bekende inbraakbeveiligingen voor voertuigen of alarminstallaties zijn elektronische systemen, die geluids- en/of lichtsignalen voortbrengen. Deze systemen hebben het nadeel dat ze tamelijk duur zijn. Bovendien is de doelmatigheid hiervan beperkt, daar het publiek bij het afgaan van het alarm nauwelijks reageert of durft te reageren. Daarnaast komt het regelmatig voor dat dergelijke a-larminstallaties onbedoeld in werking treden.Stealing a passenger car is generally done by either forcing the door lock or smashing a window pane and then opening the door from the inside. The hitherto known burglary protection for vehicles or alarm systems are electronic systems that produce sound and / or light signals. These systems have the disadvantage that they are quite expensive. Moreover, the effectiveness of this is limited, as the public hardly reacts or dares to react when the alarm goes off. In addition, it regularly happens that such alarm systems start up unintentionally.

De uitvinding beoogt nu een beveiligingsinrichting te verschaffen, die een doelmatige bescherming tegen inbraak of diefstal biedt zonder dat deze de nadelen van de bekende alarminstallaties heeft. Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt door een inrichting met de in de conclusie 1 aangegeven kenmerken. De conclusie 2 geeft een verdere doelmatige ontwikkeling van de uitvinding aan.The object of the invention is now to provide a security device which offers effective protection against burglary or theft without having the drawbacks of the known alarm systems. According to the invention, this object is achieved by a device having the features indicated in claim 1. Claim 2 indicates a further efficient development of the invention.

De uitvinding is in feite gebaseerd op de gedachte, dat indien de deuren van het voertuig zodanig zijn vergrendeld dat deze niet van binnen kunnen worden geopend en ook niet zijn te forceren, het stelen van het voertuig sterk wordt bemoeilijkt, zo niet onmogelijk wordt gemaakt.The invention is in fact based on the idea that if the doors of the vehicle are locked in such a way that they cannot be opened from the inside and cannot be forced, the stealing of the vehicle will be made more difficult, if not impossible.

Een ander oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een beveiligingsinrichting, die in het bijzonder is bestemd voor de laaddeuren van een vrachtwagen. Een dergelijke inrichting onderscheidt zich door de in conclusie 3 aangegeven kenmerken. De beveiligingsinrichting kan hierbij met voordeel zijn aangesloten op een besturingscircuit, dat er voor kan zorgen dat deze inrichting automatisch in werking treedt nadat de laaddeuren worden gesloten. Zodoende is het bij vergissing niet beveiligen van de laaddeuren uitgesloten.Another object of the invention is to provide a security device, which is in particular intended for the loading doors of a truck. Such a device is distinguished by the features indicated in claim 3. The protection device can advantageously be connected to a control circuit, which can cause this device to automatically operate after the loading doors are closed. It is therefore impossible to secure the loading doors by mistake.

De conclusies 4-6 geven doelmatige verdere details van deze uitvoeringsvorm weer.Claims 4-6 expediently provide further details of this embodiment.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:-The invention is further elucidated with reference to the drawing, in which: -

Figuur 1 schematisch een beveiligingsinrichting volgens de uitvinding toont, zoals die in het bijzonder geschikt is om te worden ingebouwd in een portier van een personenauto;Figure 1 schematically shows a security device according to the invention, such as is particularly suitable for installation in a door of a passenger car;

Figuur 2 schematisch een schakelschema toont voor de beveiligingsinrichting uit fig. 1;Figure 2 schematically shows a circuit diagram for the protection device of Figure 1;

Figuur 3 schematisch een andere uitvoeringsvorm van de beveiligingsinrichting volgens de uitvinding, die in het bijzonder geschikt is voor de laaddeuren van een vrachtwagen; enFigure 3 schematically shows another embodiment of the security device according to the invention, which is particularly suitable for the loading doors of a truck; and

Figuur 4 schematisch een schakelschema toont voor de inrichting uit figuur 3.Figure 4 schematically shows a circuit diagram for the device of figure 3.

Zoals duidelijk zichtbaar is in figuur 1, wordt de beveiligingsinrichting volgens de uitvinding gevormd door een grendel l, bestaande uit een huis 2 met een axiaal hierin verschuifbare grendelschoot 3. Het huis 2 is cilindrisch uitgevoerd, en is voorzien van een uitwendige schroefdraad, waarop een tweetal moeren 4, 4' zijn aangebracht. Met behulp van deze moeren 4, 47 is het huis op de weergegeven wijze bevestigd aan een portier 5 van een motorvoertuig. De constructie met de beide moeren 4, 4' maakt het mogelijk het huis axiaal verstelbaar te monteren, zodat er zorg voor kan worden gedragen dat deze in de naar buiten geschoven stand van de grendelschoot 3 grijpt in een opening 6, die is aangebracht in een aan het betreffende portier 5 grenzende deurstijl 7. In de opening 6 is een beschermhuls 8 aangebracht van een geschikte kunststof, zoals nylon, welke huls de grendelschoot 3 met enige speling kan opnemen.As is clearly visible in figure 1, the safety device according to the invention is formed by a latch 1, consisting of a housing 2 with an axially sliding latch bolt 3. The housing 2 is cylindrical, and is provided with an external screw thread, on which a two nuts 4, 4 'are fitted. With the aid of these nuts 4, 47 the housing is attached to a door 5 of a motor vehicle in the manner shown. The construction with the two nuts 4, 4 'makes it possible to mount the housing axially adjustable, so that it can be ensured that it engages in the extended position of the locking bolt 3 in an opening 6, which is arranged in a door jamb adjacent to the relevant door 5 5. In the opening 6 a protective sleeve 8 of suitable plastic, such as nylon, is arranged, which sleeve can receive the locking bolt 3 with some play.

Een flexibele coaxiale kabel 9, bestaande uit een buitenkabel 10 en een hierbinnen gelegen axiaal verplaatsbare binnenkabel 11, verbindt op hierna te beschrijven wijze de grendel 1 met een aandrijforgaan 12.A flexible coaxial cable 9, consisting of an outer cable 10 and an axially displaceable inner cable 11 located within it, connects the latch 1 to a drive member 12 in a manner to be described below.

Het aandrijf orgaan 12 bestaat uit een huis 13, waarin zich een reciprocerend beweegbaar tandheugel 14 bevindt, die in ingrijping staat met een rondsel 15, dat weer wordt aangedreven door een (niet weergegeven) elektromotor. De tandheugel 14 is op geschikte wijze vast verbonden met het ene uiteinde van de binnenkabel 11 van de coaxiale kabel 9, terwijl het andere uiteinde van de binnenkabel 11 vast is verbonden met de grendelschoot 3.The driving member 12 consists of a housing 13, in which a reciprocating movable rack 14 is engaged, which meshes with a pinion 15, which in turn is driven by an electric motor (not shown). The rack 14 is suitably fixedly connected to one end of the inner cable 11 of the coaxial cable 9, while the other end of the inner cable 11 is fixedly connected to the locking bolt 3.

De buitenkabel 10 is met het ene uiteinde vast verbonden met het huis 2 van de grendelschoot 3, en met het andere uiteinde met een aansluitbus 16. De bus 16 is aan het van de kabel afgelegen einde voorzien van uitwendige schroefdraad, waarop twee moeren 17, 17' zijn aangebracht, waarmee de bus 16 en dus de buitenkabel 10 vast met het huis 13 is verbonden. Het zal dus duidelijk zijn dat een rotatie van het rondsel 15 in de ene of in de andere richting een axiale verplaatsing van de tandheugel en dus van de binnenkabel 11 met de hiermee verbonden grendelschoot 3 tot gevolg heeft. De met de binnenkabel verbonden grendelschoot 3 kan zodoende door middel van het aandrijforgaan 12 in een (weergegeven) naar buiten geschoven werkzame stand en in een ingetrokken ruststand, waarin de grendelschoot binnen het huis 2 is gelegen, en vice versa worden gebracht.The outer cable 10 is fixedly connected at one end to the housing 2 of the latch bolt 3, and at the other end to a connecting sleeve 16. The sleeve 16 is provided at the end remote from the cable with an external thread, on which two nuts 17, 17 ', with which the sleeve 16 and thus the outer cable 10 is fixedly connected to the housing 13. It will therefore be clear that a rotation of the pinion 15 in one or the other direction results in an axial displacement of the rack and thus of the inner cable 11 with the locking bolt 3 connected thereto. The locking bolt 3 connected to the inner cable can thus be brought by means of the actuator 12 into an extended operating position (shown) and in a retracted rest position, in which the locking bolt is located inside the housing 2, and vice versa.

Het huis 13 van het aandrijforgaan is bijvoorbeeld met (niet weergegeven) schroeven bevestigd binnen het betreffende portier van het voertuig. De flexibele kabel 9 verschaft de mogelijkheid het huis 13 op een geschikte plaats binnen het portier te monteren, zodat de inrichting geschikt is voor portieren van elk type. Teneinde nog een extra beveiliging te verschaffen kan om de flexibele coaxiale kabel nog een (niet weergegeven) metalen buis zijn aangebracht, waarmee de mogelijkheid om de beveiligingsinrichting van binnen uit onklaar te maken wordt voorkomen.For example, the housing 13 of the actuator is secured with screws (not shown) within the respective door of the vehicle. The flexible cable 9 provides the option of mounting the housing 13 in a suitable location within the door, so that the device is suitable for doors of all types. In order to provide an additional security, a metal tube (not shown) can be arranged around the flexible coaxial cable, thereby avoiding the possibility of disabling the security device from the inside.

De werking van de beveiligingsinrichting volgens de uitvinding zal hierna worden beschreven aan de hand van de figuren 1 en 2.The operation of the security device according to the invention will be described below with reference to Figures 1 and 2.

In elk portier van het te beveiligen motorvoertuig wordt de in figuur 1 weergegeven eenheid gemonteerd, die bestaat uit de grendel 1 en het via de flexibele kabel 9 hiermee verbonden aandrijforgaan 12. Het in elk portier gemonteerde aandrijforgaan is opgenomen in een elektrisch circuit 18, waarin tevens een spanningsbron 19 van het voertuig is opgenomen. Het circuit 18 bevat vervolgens nog een schakelorgaan 20 voor het bedienen van de beveiligingsinrichting. De spanningsbron 19 wordt normaliter gevormd door de in het voertuig aanwezige accu's van 12 of 24 volt. Dit schakelorgaan is tevens voorzien van afschakelrelais, die in de beide eindstanden van de beveiligingsinrichting de stroomtoevoer naar de aandrijforganen onderbreken.In each door of the motor vehicle to be protected, the unit shown in figure 1 is mounted, which consists of the latch 1 and the drive member 12 connected thereto via the flexible cable 9. The drive member mounted in each door is included in an electrical circuit 18, in which a voltage source 19 of the vehicle is also included. Circuit 18 further includes a switch 20 for operating the protection device. The voltage source 19 is normally constituted by the batteries of 12 or 24 volts present in the vehicle. This switching member is also provided with shutdown relays, which interrupt the power supply to the drive members in both end positions of the protection device.

Het schakelorgaan 20 kan op elke geschikte plaats buiten het compartiment voor de inzittenden zijn aangebracht en kan tevens elke geschikte uitvoering hebben. Zo kan dit zijn uitgevoerd als een met een sleutel bedienbaar contactslot of als een met een gecodeerd radiografisch signaal op afstand bedienbare schakelaar.The switch member 20 may be located at any suitable location outside the passenger compartment and may also be of any suitable design. For example, this can be designed as a key-operated ignition lock or as a remote-controlled switch with an encoded radio signal.

Zodra men het voertuig verlaat stelt men door middel van het schakelorgaan 20 de beveiligingsinrichting in werking, waardoor de aandrijforganen 12 in alle portieren tegelijkertijd worden bekrachtigd en de hiermee verbonden grendels l naar buiten in hun werkzame stand worden geschoven.As soon as one leaves the vehicle, the safety device is actuated by means of the switching member 20, whereby the drive members 12 in all the doors are energized simultaneously and the latches 1 connected thereto are pushed out into their operating position.

In deze eindstand is de stroomtoevoer naar de aandrijforganen onderbroken. Alle portieren zijn nu onverbrekelijk vergrendeld en is het voor onbevoegden nagenoeg onmogelijk om zich nog toegang tot het voertuig te verschaffen. De extra vergrendeling kan worden opgeheven door het weer bedienen van de schakelorgaan 20, waardoor de aandrijforganen 12 in tegengestelde richting worden bekrachtigd en de grendels naar binnen worden geschoven in hun niet werkzame stand. Ook in deze eindstand is de stroomtoevoer naar de aandrijforganen weer onderbroken.In this end position, the power supply to the drive members is interrupted. All doors are now locked unbreakably and it is virtually impossible for unauthorized persons to gain access to the vehicle. The additional lock can be released by operating the switch member 20 again, energizing the actuators 12 in the opposite direction and sliding the latches into their inoperative position. The power supply to the drive members is again interrupted in this end position.

In figuur 3 is schematisch een andere uitvoeringsvorm van de beveiligingsinrichting volgens de onderhavige uitvinding weergegeven, welke inrichting in het bijzonder geschikt is voor het beveiligen van de laaddeuren van een vrachtwagen, de deuren van een container of dergelijke. Zoals zichtbaar is in deze figuur, bestaat deze inrichting in hoofdzaak uit een conventionele spagnolet-sluiting, die wordt gevormd door een tweetal evenwijdig en op onderlinge afstand in een schematisch weergegeven huis 30 geleide staven 31 en 32, die met de naar elkaar toe gerichte uiteinden scharnierend en met enige speling zijn verbonden met een gemeenschappelijke draaibaar in het huis gelagerde schijf 33. Aan de van elkaar afgerichte uiteinden dragen de staven 31 en 32 elk een gren-delstang 34 resp. 35. De staven 31 en 32 zijn zodanig gevormd, dat de grendelstangen 34 en 35 in eikaars verlengde liggen. De constructie is zodanig dat een verdraaiing van de schijf 33 een onderling tegengestelde rechtlijnige verplaatsing van de respectievelijke grendelstangen 34 en 35 tot gevolg heeft.Figure 3 schematically shows another embodiment of the security device according to the present invention, which device is particularly suitable for securing the loading doors of a truck, the doors of a container or the like. As can be seen in this figure, this device consists essentially of a conventional turn-pin closure, which is formed by two bars 31 and 32 guided parallel and spaced apart in a schematically illustrated housing 30, with the ends facing each other hinged and with some play are connected to a common rotatably mounted disc 33 in the housing. At the ends which are turned away from each other, the bars 31 and 32 each carry a locking rod 34 and 32, respectively. 35. The bars 31 and 32 are formed such that the locking bars 34 and 35 are in line with each other. The construction is such that a rotation of the disk 33 results in mutually opposite rectilinear displacement of the respective locking bars 34 and 35.

Het huis 30 wordt bijvoorbeeld met schroeven 36 bevestigd aan de binnenzijde van de te beveiligen deur, waarbij de slechts gedeeltelijk weergegeven grendelstangen op conventionele wijze verschuifbaar langs de deur worden geleid, en met hun vrije uiteinden kunnen grijpen in geschikte in de deurlijst aangebrachte openingen. In de in figuur 3 weergegeven stand is de schijf 33 zodanig gedraaid dat de grendelstangen naar buiten zijn geschoven in hun werkzame stand. In deze stand grijpt een veer 37 met het vrije uiteinde hiervan in een inham 38 van de schijf 33, welke veer met het andere uiteinde vast is verbonden met het huis 30. De veer heeft tot taak om de schijf 33 in deze stand vast te houden, zodat de grendelstangen niet onbedoeld naar binnen kunnen schuiven. De tot nu toe beschreven spagnolet-sluiting is conventioneel, en een dergelijke sluiting wordt normaliter bediend door de schijf 33 te verdraaien met behulp van een hierop aangrijpende en aan de buitenzijde van de deur gelegen handel.For example, the housing 30 is fastened to the interior of the door to be secured with screws 36, the locking bars shown only partially being slidably guided along the door in a conventional manner, and their free ends being able to engage in suitable openings provided in the door frame. In the position shown in Figure 3, the disk 33 is rotated such that the locking bars are slid out into their operative position. In this position, a spring 37 with its free end engages in a recess 38 of the disc 33, the spring with the other end of which is firmly connected to the housing 30. The function of the spring is to hold the disc 33 in this position so that the locking bars cannot slide in unintentionally. The spagnolet closure hitherto described has been conventional, and such a closure is normally operated by rotating the disc 33 using an engaging handle located on the outside of the door.

Zoals weergegeven in figuur 3 heeft elke staaf 31, 32 een zijarm 39 resp. 40, die elk in verbinding staan met een aandrijforgaan 12a resp. 12b. De aandrijforganen 12a en 12b zijn in hoofdzaak identiek aan het aandrijforgaan 12 uit figuur 1, met dien verstande dat de heugel 14 hier is verbonden met een drijfstang 41 resp. 42, die weer vast is verbonden met de betreffende zijarm 39 resp. 40. De aandrijf organen 12a en 12b zijn onderling in tegengestelde richting opgesteld, zodat de drijfstangen 41, 42, die evenwijdig lopen aan de bijbehorende grendelstangen, deze beide grendelstangen steeds in tegengestelde richting aandrijven.As shown in Figure 3, each rod 31, 32 has a side arm 39 and 32, respectively. 40, each of which communicates with a driving member 12a, respectively. 12b. The driving members 12a and 12b are substantially identical to the driving member 12 of Figure 1, with the understanding that the rack 14 is here connected to a connecting rod 41 and 12, respectively. 42, which is again firmly connected to the respective side arm 39 and. 40. The drive members 12a and 12b are arranged in opposite directions, so that the connecting rods 41, 42, which run parallel to the associated locking rods, always drive these two locking rods in the opposite direction.

De inrichting volgens de uitvinding is tevens voorzien van een slot 45, welk slot in het huis 30 is bevestigd en door de te beveiligen deur steekt, zodat het vanaf de buitenzijde van de deur kan worden bediend. Het slot 45 heeft een met een in het slot passende sleutel beweegbare lip 46, die kan samenwerken met een vast aan de staaf 32 bevestigde pen 47. In de weergegeven vergrendelde stand ligt de pen 47 zodanig tegen de lip 46 van het slot 45 aan, dat de staven 31, 32 met de hiermee verbonden grendelstangen ongehinderd kunnen worden verschoven vanuit hun werkzame naar hun niet werkzame stand en vice versa. Het slot 45 heeft slechts tot doel de vergrendeling te kunnen openen indien de aandrijfor-ganen 12a en 12b om de een of andere reden niet functioneren. In dit geval kan men vanaf de buitenzijde van de deur de lip 46 verdraaien door middel van de in het slot passende sleutel. De lip 46 kan dan de staaf 32 en via de schijf 33 ook de staaf 31 naar de stand drukken, waarin de grendel-stangen hun niet werkzame stand innemen en de deur kan worden geopend.The device according to the invention is also provided with a lock 45, which lock is mounted in the housing 30 and protrudes through the door to be secured, so that it can be operated from the outside of the door. The lock 45 has a lip 46 movable with a key fitting in the lock, which can cooperate with a pin 47 fixedly attached to the bar 32. In the shown locked position, the pin 47 rests against the lip 46 of the lock 45, that the bars 31, 32 can be freely moved with their locking bars connected therefrom from their operative to their inactive position and vice versa. The purpose of the lock 45 is to open the lock only if the actuators 12a and 12b fail for some reason. In this case, the lip 46 can be turned from the outside of the door by means of the key fitting in the lock. The lip 46 can then push the rod 32 and via the disc 33 also the rod 31 into the position in which the locking rods assume their inactive position and the door can be opened.

Opgemerkt moet nog worden dat de hier beschreven inrichting is aangebracht naast de gebruikelijke sluiting van de deur. De inrichting is dus uitsluitend bedoeld als extra beveiliging. Dit houdt tevens in dat de grendelstangen 34, 35 met een relatief grote speling in de bijbehorende openin-gen in de deurlijst kunnen grijpen, zodat een lichtlopende bediening van de beveiligingsinrichting is gewaarborgd.It should also be noted that the device described here is arranged adjacent to the usual door closure. The device is therefore only intended as additional security. This also means that the locking bars 34, 35 can engage with a relatively large play in the associated openings in the door frame, so that smooth-running operation of the security device is ensured.

In figuur 4 is schematisch een besturingscircuit voor de beveiligingsinrichting weergegeven, voor het bekrachtigen van de aandrijforganen 12a en 12b van de beveiligingsinrichting uit figuur 3. Het circuit bevat een besturingsmoduul 50 met een zestal aansluitklemmen a, b, c, d, e en f. Op de klemmen a en b is een gelijkstroombron 51 aangesloten, die gebruikelijk wordt gevormd door de in het voertuig aanwezige accu. De elektromotoren M van de beide aandrijforganen 12a en 12b zijn in een onderling parallelle opstelling aangesloten op de klemmen c en d van de besturingsmoduul 50 via leidingen 52 en 53. Daar deze aandrijforganen zijn bevestigd in een laaddeur van het voertuig zijn de leidingen 52 en 53 elk voorzien van een deur schakelaar 54, die de leidingen verbreekt bij geopende deur en bij gesloten deur de verbinding herstelt. Op de aansluitklem e van de besturingsmoduul is een deurschakelaar 55 aangesloten, welke schakelaar anderzijds is verbonden met de aarde. De schakelaar 55 staat in geopende stand als de deur waarop de beveiligingsinrichting is gemonteerd open staat en staat in de gesloten stand als de deur gesloten is. Tenslotte is op de aansluitklem f van de besturingsmoduul 50 het contaktslot 56 van het voertuig aangesloten, welk contactslot anderzijds in verbinding staat met de positieve pool van de stroombron 51 van het voertuig.Figure 4 schematically shows a control circuit for the protection device, for energizing the drive members 12a and 12b of the protection device of figure 3. The circuit comprises a control module 50 with six connection terminals a, b, c, d, e and f. A direct current source 51 is connected to terminals a and b, which is usually formed by the battery present in the vehicle. The electric motors M of the two drive members 12a and 12b are connected in parallel to the terminals c and d of the control module 50 via lines 52 and 53. Since these drive members are mounted in a loading door of the vehicle, the lines 52 and 53 each provided with a door switch 54, which disconnects the lines when the door is opened and restores the connection when the door is closed. A door switch 55 is connected to the terminal e of the control module, which switch, on the other hand, is connected to earth. Switch 55 is in the open position when the door on which the security device is mounted is open and in the closed position when the door is closed. Finally, the contact lock 56 of the vehicle is connected to the terminal f of the control module 50, which ignition switch, on the other hand, is connected to the positive pole of the power source 51 of the vehicle.

De werking van het besturingscircuit is als volgt:The operation of the control circuit is as follows:

Als de chauffeur de laaddeur sluit wordt via de deurschakelaar 55 een signaal afgegeven aan de besturingsmoduul 50, die na een vooraf ingestelde tijdsduur van bijvoorbeeld 5 seconden de motoren van de aandrijf organen 12a en 12b bekrachtigt voor het inwerking stellen van de beveiligingsin— richting. De chauffeur kan de wagen starten en naar een andere lokatie rijden, waarbij de beveiligingsinrichting in de werkzame stand blijft staan. Zodra de chauffeur het contactslot af zet en de sleutel uit het slot neemt zal de be-sturingsmoduul 50 de motoren M bekrachtigen om de beveiligingsinrichting gedurende een aantal seconden (bijvoorbeeld 15 seconden) in de niet werkzame stand zetten, waarin de laaddeur kan worden geopend. Als gedurende deze tijdsduur de deur niet door de chauffeur wordt geopend, wordt na in dit voorbeeld 5 seconden de beveiligingsinrichting automatisch weer in werking gesteld. Indien de chauffeur dan toch nog de laaddeur wil openen behoeft hij slechts het contactslot aan te zetten en meteen weer uit te zetten, waardoor de laaddeur weer gedurende de vooraf ingestelde tijdsduur kan worden geopend.When the driver closes the loading door, a signal is supplied via the door switch 55 to the control module 50, which after a preset period of time, for example 5 seconds, energizes the motors of the drive members 12a and 12b to activate the protection device. The driver can start the car and drive it to another location, leaving the safety device in the active position. As soon as the driver switches off the ignition and takes the key out of the lock, the control module 50 will actuate the motors M to put the safety device in the inactive position for a number of seconds (for example 15 seconds), in which the loading door can be opened. If the door is not opened by the driver during this time, after 5 seconds in this example the protection device is automatically reactivated. If the driver still wants to open the loading door, he only needs to switch on the ignition and immediately switch it off again, so that the loading door can be opened again for the preset time.

Het zal duidelijk zijn dat de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding binnen het kader van de bijgaande conclusies vatbaar zijn voor een groot aantal wijzigingen en varianten. Als de beveiligingsinrichting bijvoorbeeld wordt gebruikt voor het beveiligen van een container zal een speciale batterij hiervoor moeten worden aangebracht, en kan het contactslot 56 bijvoorbeeld zijn vervangen door een andere geschikte schakelaar, zoals bijvoorbeeld een op zich bekende op afstand bedienbare schakelaar. In plaats van met het besturingscircuit uit figuur 4 kan de beveiligingsinrichting volgens figuur 3 ook worden bediend door een circuit, zoals weergegeven in figuur 2. in dit geval kan het schakelorgaan natuurlijk gewoon in de bestuurderscabine zijn aangebracht. Het is natuurlijk ook mogelijk om naast de beveiliging voor de laaddeuren uit fig.It will be clear that the embodiments of the invention shown and described here are susceptible to a large number of modifications and variants within the scope of the appended claims. If the security device is used, for example, for securing a container, a special battery will have to be provided for this, and the ignition lock 56 may, for example, have been replaced by another suitable switch, such as for instance a remotely operable switch known per se. Instead of the control circuit of figure 4, the protection device according to figure 3 can also be operated by a circuit as shown in figure 2. in this case, of course, the switching element can simply be arranged in the driver's cabin. It is of course also possible, in addition to the protection for the loading doors in fig.

3 een beveiliging uit fig. i voor de portieren van de bestuurderscabine aan te brengen.3 fit a safety device from fig. I for the doors of the driver's cabin.

Claims

Device for securing doors of a motor vehicle, characterized in that each door of the vehicle to be secured is provided with an axially displaceable locking bolt, which cooperates with an opening arranged in the respective door frame, which locking bolt communicates with an drive means arranged on this door to bring the locking bolt from an inoperative position to an operating position, in which the locking bolt engages in the opening of the door frame, which driving element is connected to a control circuit, the batteries present on the vehicle, as well as a switching element which switch is located outside the driver's cab of the vehicle.

Device according to claim 1, characterized in that the locking bolt is connected to the end of the inner cable of a flexible coaxial cable, the other end of the inner cable being connected to a linear reciprocating element of the actuator.

3. Device as claimed in claim 1, intended for the loading door of a truck, which door is provided with two substantially mutually elongated axially sliding locking bars, each of which cooperates with an opening arranged in the door frame, characterized in that each locking bar is connected to a actuator, which actuators are arranged in opposite directions to simultaneously slide the two rods out of their inoperative position into the locked position, in which the two rods engage in their respective openings and vice versa, which actuators are included in a control circuit containing the vehicle batteries and a switch member. Device according to claim 3, characterized in that the control circuit comprises a control module to which the vehicle battery, the drive members, a door switch and a switch member are connected.

Device according to claim 3 or 4, characterized in that the switching element is formed by the ignition switch of the vehicle.

6. Device as claimed in claim 3 or 4, characterized in that the switching element is formed by a switch that can be operated remotely with an encoded radio signal.