NL9302188A - Ventilatie-inrichting. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Ventilatie-inrichting.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een ventilatie-inrichting die geschikt is om tezamen met een paneel, in het bijzonder een isolerende glasruit, in een sponning van een kozijn te worden geplaatst, omvattende een huis met ventilatiemiddelen, welk huis aan een zijde is ingericht voor aansluiting op het paneel en aan de daartegenover gelegen zijde is voorzien van twee uitstekende flenzen, die in gemonteerde toestand van de ventilatie-inrichting elk in hoofdzaak in één vlak liggen met het corresponderende vlak van het paneel.

Dergelijke ventilatie-inrichtingen zijn algemeen bekend, zoals bijvoorbeeld uit NL-A - 8401388. Deze bekende ventilatie-inrichting heeft aan zijn onderrand een naar onderen open U-vormig kanaal voor het opnemen van de bovenzijde van een isolerende glasruit. Voorafgaand aan de montage in het kozijn wordt de ventilatie-inrichting met het U-vormige kanaal over de glasruit gebracht, waarbij tussen het U-vormige kanaal en de glasruit rubberen afdichtingsstrips worden geplaatst. Vervolgens wordt het door de glasruit en de ventilatie-inrichting gevormde samenstel als een geheel in het kozijn geplaatst. Om te waarborgen dat dit samenstel niet star door het kozijn wordt ingesloten, zijn de afmetingen van de buitenomtrek van het samenstel zo gekozen dat het samenstel met enige speling rondom in de sponning van het kozijn past. Om deze noodzakelijke speling te handhaven worden in de praktijk zogenaamde beglazingsblokjes gebruikt die verdeeld over de buitenomtrek tussen de buitenomtrek van het samenstel van glasruit en ventilatie-inrichting enerzijds en het kozijn anderzijds worden geplaatst. Deze beglazingsblokjes zijn gewoonlijk kleine rubberen blokjes. Bij de montage worden eerst een aantal beglazingsblokjes op de onderbalk van het kozijn geplaatst waarna het samenstel van de glasruit en de ventilatie-inrichting op deze blokjes wordt geplaatst. In een later stadium moeten aan de bovenzijde beglazingsblokjes tussen het glasruit/ventilatie-inrichting-samenstel en het kozijn worden aangebracht.

In de praktijk treden bij het aanbrengen van de beglazingsblokjes tussen de bekende ventilatie-inrichting en het kozijn problemen op. Deze problemen worden veroorzaakt door de uitvoering van de aan deze zijde van de ventilatie-inrichting aanwezige flenzen. Bij de bekende ventilatie-inrichting strekken de twee flenzen zich namelijk vanaf het huis in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar uit als relatief dunne stroken. De beglazingsblokjes moeten daarbij zo worden geplaatst dat een blokje op de smalle vrije randen van de flenzen steunt. Dit is omslachtig en daardoor komt het vaak voor dat een beglazings-blokje in de ruimte tussen de flenzen valt. Bij een andere bekend ventilatie-rooster is dit probleem opgelost door de ruimte tussen de twee flenzen op te vullen met een kunststof vulstrip. Dit leidt echter tot verhoging van de kostprijs van de ventilatie-inrichting door een groter materiaalgebruik en de montage van een additioneel onderdeel.

De onderhavige uitvinding beoogt derhalve een ventilatie-inrichting te verschaffen die probleemloos gemonteerd kan worden en goedkoop en efficient kan worden vervaardigd.

Dit oogmerk wordt bereikt door een ventilatie-inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die is gekenmerkt doordat ten minste een van de flenzen een oplegvlak vormt voor een of meer beglazingsblokjes. De uitvinding is gebaseerd~op het inzicht dat het produktie-technisch aanmerkelijke voordelen biedt om ten minste een van de flenzen uit te voeren als oplegvlak voor een of meer beglazingsblokjes.

In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft ten minste een van de flenzen een ten opzichte van het aan het huis grenzende deel omgebogen randgedeelte, dat een oplegvlak vormt voor een of meer beglazingsblokjes. Hierbij behoeft het oplegvlak niet noodzakelijkerwijs door het ombuigen van de flens te zijn vervaardigd. In de praktijk worden ventilatie-inrichtingen namelijk vaak vervaardigd uit geextrudeerde profielen, zowel uit aluminium als kunststof, zodat voor het verkrijgen van een omgebogen randgedeelte een geschikte matrijs volstaat. Het is duidelijk dat in het bijzonder bij deze vervaardigingswijze de uitvindingsgedachte grote voordelen biedt aangezien met een geringe aanpassing van de huidige matrijzen kan worden volstaan.

Bijvoorkeur zijn beide flenzen voorzien van een omgebogen randgedeelte, die een oplegvlak vormen voor een of meer beglazingsblokjes. Met voordeel zijn de omgebogen randgedeelten van beide flenzen naar elkaar gericht. Deze maatregel is van bijzonder voordeel bij ventilatie-inrichtingen waarvan de aan het kozijn grenzende zijde is opgebouwd uit twee identieke profielen die elk een van de flenzen vormen.

Bij voorkeur heeft elk oplegvlak een afmeting in de richting van de dikte van de corresponderende flens die groter is dan het tweevoud van de dikte van die flens.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. In de tekening toont: fig. 1 een vertikale doorsnede van een eerste uitvoerings-voorbeeld van de ventilatie-inrichting volgens de uitvinding in gemonteerde toestand, fig. 2 een schematische weergave van de uitvoering van de flenzen van een tweede uitvoeringsvorm van de ventilatie-inrichting volgens de uitvinding, en fig. 3 een weergave overeenkomstig fig. 2 van een derde uitvoeringsvorm van de ventilatie-inrichting volgens de uitvinding.

In fig. 1 is een ventilatie-inrichting 1 getoond die tezamen met een isolerende glasruit 2 in de sponning van een houten kozijn 3 is aangebracht. Van het kozijn 3 zijn alleen de onderbalk 4 en de bovenbalk 5 getoond. De ventilatie-inrichting 1 heeft een huis 6 met niet nader aangeduide ventilatie-middelen, bijvoorbeeld een bedienbare klep en een insectenrooster. Aan de op de glasruit 2 aansluitende zijde vormen twee vanaf het huis 1 naar beneden uitstekende flenzen 8 een opneemkanaal 9 voor de glasruit 2. Daarbij is tussen deze flenzen 8 en de glasruit 2 telkens een rubber afdichtingsstrip 10 aanwezig.

Aan de tegenover de aansluitingszijde voor de glasruit 2 gelegen zijde is het huis 1 voorzien van twee flenzen 12, 13 die resp. deel uitmaken van identieke aluminium extrusiepro-fielen 14, 15. De flenzen 12, 13 zijn zodanig aan het huis 1 aangebracht dat zij in gemonteerde toestand van het glasruit/ven- tilatie-inrichting-samenstel in hoofdzaak in één vlak liggen met het corresponderende vlak van de glasruit 2. Dit maakt een aanpassing van de sponning in het kozijn 3 aan de ventilatie-inrichting 1 overbodig.

Voor het handhaven van de noodzakelijke speling tussen de buitenomtrek van het glasruit/ventilatie-inrichting -samenstel en het kozijn 3 zijn zowel aan de onderzijde als aan de bovenzijde beglazingsblokjes 16 aangebracht. Deze beglazings-blokjes 16 zijn vervaardigd uit rubber, zodat de glasruit 2 spanningsvrij in het kozijn 3 ligt. Bij het plaatsen van het samenstel worden eerst beglazingsblokjes 16 op de onderbalk 4 gelegd, waarna het samenstel in de sponning van het kozijn 3 tegen een afdichtingsstrook 18 wordt gedrukt. Vervolgens worden aan de bovenzijde beglazingsblokjes 16 aangebracht tussen de ventilatie-inrichting en het kozijn 3. Hierbij vormen naar elkaar toe gerichte omgebogen delen 20, 21 van de flenzen 12, 13 het oplegvlak voor de beglazingsblokjes 16 die daardoor probleemloos kunnen worden geplaatst. In het bijzonder bestaat geen gevaar dat de beglazingsblokjes 16 in de ruimte tussen de beide flenzen 12 en 13 vallen.

De in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm van de flenzen 12, 13 heeft met name produktie-technisch grote voordelen doordat met één extrusiematrijs kan worden volstaan. In de praktijk is slechts een geringe aanpassing van de bestaande matrijs, die een vlakke flens voortbrengt, noodzakelijk voor het bereiken van de uitvindingsgedachte. Bij voorkeur heeft elk oplegvlak een afmeting in de richting van de dikte van de corresponderende flens die groter is dan het tweevoud van de dikte van de bijbehorende flens. Dit waarborgt het hiet tussen de flenzen vallen van de beglazingsblokjes.

Het samenstel van glasruit 2 en ventilatie-inrichting 1 is op gebruikelijke wijze in het kozijn 3 vastgezet met glaslatten 22 en flexibele afdichtingsstroken 18.

De figs. 2 en 3 tonen, slechts bij wijze van niet-beperkend voorbeeld, andere mogelijke uitvoeringsvormen van de flenzen aan de in de sponning van een kozijn vallende zijde van het huis van de ventilatie-inrichting volgens de uitvinding.

Claims (5)

1. Ventilatie-inrichting die geschikt is om tezamen met een paneel, in het bijzonder een isolerende glasruit, in een sponning van een kozijn te worden geplaatst, omvattende een huis met ventilatiemiddelen, welk huis aan een zijde is ingericht voor aansluiting op het paneel en aan de daartegenover gelegen zijde is voorzien van twee uitstekende flenzen, die in gemonteerde toestand van de ventilatie-inrichting elk in hoofdzaak in één vlak liggen met het corresponderende vlak van het paneel, met het kenmerk, dat ten minste een van de flenzen een oplegvlak vormt voor een of meer beglazingsblokjes.

2. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ten minste een van de flenzen (12, 13) een ten opzichte van het aan het huis (1) grenzende deel omgebogen randgedeelte heeft, dat een oplegvlak vormt voor een of meer beglazingsblokjes (16).

3. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat beide flenzen (12, 13) zijn voorzien van een omgebogen randgedeelte, die een oplegvlak vormen voor een of meer begfazingsblokjes (16).

4. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de omgebogen randgedeelten van beide flenzen (12, 13) naar elkaar zijn gericht.

5. Ventilatie-inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk oplegvlak een afmeting in de richting van de dikte van de corresponderende flens heeft die groter is dan het tweevoud van de dikte van die flens.