NL9302184A - Ventilatie-inrichting. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Ventilatie-inrichting.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een ventilatie-inrichting die geschikt is om aansluitend op een paneel en tezamen met dat paneel, in het bij zonder een isolerende ruit, in een sponning van een kozijn te worden geplaatst, omvattende een van ventilatiemiddelen voorzien huis, dat een flens heeft, die in de gemonteerde toestand van de ventilatie-inrichting het paneel over in hoofdzaak de gehele naar de ventilatie-inrichting gekeerde zijde overlapt, waarbij de flens zich met een sponningdeel daarvan tot in de sponning van het kozijn uitstrekt.

Dergelijke ventilatie-inrichtingen zijn bekend en worden reeds jaren door aanvraagster en anderen op de markt gebracht. Bij een bepaalde bekende uitvoeringsvorm bestaat het huis uit een middenelement en twee kunststof eindelementen, waarbij het middenelement is ingesloten door de aan beide kopse einden daarvan gelegen eindelementen. De eindelementen omvatten elk een hoofdlichaam en een zich daarvanaf uitstrekkend flensdeel. Hierbij wordt de flens, die bestemd is om een randstrook van een glasruit te overlappen, in een middendeel gevormd door een aluminium profiel van het middenelement van het huis en aan elk einde daarvan door het in het verlengde daarvan gelegen flensdeel van een eindelementen. Het flensdeel van een eindelement van de bekende inrichting bestaat daarbij uit een star deel, dat op het middenelement aansluit, en het sponningdeel.

Bij de bekende ventilatie-inrichting is het tussen de sponningdelen gelegen deel van de flens zodanig geplaatst dat dit deel in de gemonteerde toestand van de ventilatie-inrichting op een afstand van het paneel ligt, waarbij dan tussen dit deel van de flens en het paneel een afdichtingsstrip is aangebracht. Verder is elk sponningdeel zodanig geplaatst dat dit direct tegen het paneel aanligt. De overgang van het door het eindelement gevormde starre deel, dat op een afstand van het paneel ligt, naar het sponningdeel wordt bij de bekende inrichting gevormd door een star en onvervormbaar wanddeel.

Dit heeft het nadeel dat de juiste aanligging van het sponningdeel van de flens tegen het paneel niet is gewaarborgd, met name omdat het star aan het huis aangebrachte sponningdeel niet instaat is toleranties in de dikte van het paneel te compenseren.

De onderhavige uitvinding beoogt derhalve een verbeterde ventilatie-inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen.

Dit oogmerk wordt bereikt door een ventilatie-inrichting van de in de aanhef genoemde soort die is gekenmerkt doordat het sponningdeel flexibel en afdichtend is verbonden met het huis. Aldus wordt bereikt dat het sponningdeel in de richting naar het paneel en daarvandaan kan worden bewogen en daardoor af dichtend tegen het paneel kan worden gedrukt. In de praktijk kan dit op bekende wijze geschieden door een afdichtingsband te plaatsen over de in de sponning van het kozijn vallende rand van het paneel en van het huis van de ventilatie-inrichting, waarna de afdichtingsband wordt aangedrukt met een aan het kozijn te bevestigen glaslat.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvindingsge-dachte zijn beschreven in de afhankelijke conclusies en in de hierna volgende beschrijving van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. In de tekening toont: fig. 1 schematisch een deel van een uitvoer ingsvoorbeeld van de ventilatie-inrichting volgens de uitvinding in de in een sponning van een kozijn geplaatste toestand, fig. 2 de ventilatie-inrichting uit fig. 1 in zijaanzicht, en fig. 3 een doorsnede over de lijn III-III in fig l.

De fig. 1-3 tonen het voor de toelichting van de onderhavige uitvinding relevante deel van een ventilatie-inrichting 1 die geschikt is om aansluitend op een paneel 2 en tezamen met dat paneel2 in een sponning van een kozijn 3 te worden geplaatst. Het paneel 2 is in dit voorbeeld een isolerende glasruit. De getoonde ventilatie-inrichting 1 omvat een huis 4, dat bestaat uit een middenelement 5 en twee uit kunststof vervaardigde eindelementen 6, waarbij het middenelement 4 is ingesloten door aan beide kopse einden daarvan gelegen eindelementen 6. Om te voorkomen dat neerslag en wind tussen de ventilatie-inrichting 1 en het paneel 2 naar binnen kunnen dringen, heeft het huis 4 zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde een flens 7. Vanwege de identieke uitvoering wordt hierna slechts één flens 7 beschreven. De flens 7 is zodanig uitgevoerd dat deze in de gemonteerde toestand, zoals is weergeven in fig. 1 en 3, het paneel 2 over in hoofdzaak de gehele naar de ventilatie-inrichting 1 gekeerde zijde overlapt. Hierbij strekt de flens 7 zich met een sponningdeel 8 daarvan tot in de sponning van het kozijn 3 uit. In de getoonde uitvoeringsvorm van de ventilatie-inrichting 1 wordt de flens 7 gevormd door het middenelement 5 en de beide eindelementen 6. Elk eindelement 6 omvat een hoofdlichaam 9 en een zich daarvanaf uitstrekkend flensdeel 10, dat deel uitmaakt van de flens 7. Het flensdeel 10 bestaat uit een star op het door het middenelement gevormde deel van de flens 7 aansluitend deel 11 en uit het sponningdeel 8.

In fig. 3 is duidelijk te herkennen dat het sponningdeel 8 zodanig is geplaatst dat het sponningdeel 8 van de flens 7 in de gemonteerde toestand direct tegen het paneel 2 aanligt. Het door-het starre deel 11 van het eindelement 6 en het middenelement 5 gevormde deel van de flens 7 ligt op een afstand van het paneel 2. De hier aanwezige tussenruimte is gevuld met een afdichtingsrubber 13. Verder is in fig. 3 te herkennen dat de ventilatie-inrichting 1 tezamen met het paneel 2 op bekende wijze in de sponning van het kozijn 3 is vastgezet. Hierbij is de in de sponning vallende rand van zowel de ventilatie-inrichting 1 als het paneel 2 aan beide zijden ingesloten door afdichtingsstrips 15 en vervolgens ingeklemd met een aan het kozijn 3 bevestigde glaslat 16.

Volgens de onderhavige uitvinding is het sponningdeel 8 van de flens 7 flexibel en afdichtend aan het huis 1 aangebracht. Dit is in de getoonde uitvoeringsvorm enerzijds bereikt door tussen het starre deel 11 en het sponningdeel 8 een flexibele en afdichtende verbinding 20 te voorzien. Deze verbinding 20 bestaat uit een relatief dunwandig en met een gewelfde vorm uitgevoerd deel van het kunststof materiaal van het eindelement 6, welk deel in dit voorbeeld bovendien is voorzien van een enkele scherpe vouw 21. Anderzijds is het sponningdeel 8 aan de bovenzijde daarvan flexibel en af dichtend met het hoofdlichaam 9 verbonden door een geschikte keuze van de afmetingen en het gebruikte kunststof materiaal. Door de aldus verkregen flexibele uitvoering van het sponningdeel 8 kunnen in de praktijk veelvuldig voorkomende afwijkingen van de dikte van het paneel 2 worden gecompenseerd, zoals duidelijk is te zien in fig. 2.

Het is duidelijk dat de afdichtende en flexibele uitvoering van het sponningdeel 8 ook op andere wijzen kan worden gerealiseerd. Zo zou de verbinding 20 van het getoonde voorbeeld bijvoorbeeld ook kunnen bestaan uit een rubberen onderdeel dat tussen het starre deel 11 en het sponningdeel 8 van de flens 7 is ingeklemd.

Claims (7)

1. Ventilatie-inrichting die geschikt is om aansluitend op een paneel en tezamen met dat paneel, in het bijzonder een isolerende ruit, in een sponning van een kozijn te worden geplaatst, omvattende een van ventilatiemiddelen voorzien huis, dat een flens heeft, die in de gemonteerde toestand van de ventilatie-inrichting het paneel over in hoofdzaak de gehele naar de ventilatie-inrichting gekeerde zijde overlapt, waarbij de flens zich met een sponningdeel daarvan tot in de sponning van het kozijn uitstrekt, met het kenmerk, dat het sponningdeel flexibel en afdichtend is verbonden met het huis.

2. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tussen de sponningdelen gelegen deel van de flens zodanig is geplaatst dat het in de gemonteerde toestand op een afstand van het paneel ligt voor het tussen dat deel van de flens en het paneel opnemen van een afdichtingsstrip, en dat het sponningdeel van de flens zodanig is geplaatst dat het in de gemonteerde toestand direct tegen het paneel aanligt, waarbij elk sponningdeel flexibel en afdichtend is verbonden met het tussen de sponningdelen gelegen deel van de flens.

3. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het huis een middenelement en twee eindelementen omvat, waarbij het middenelement is ingesloten door de aan de kopse einden daarvan gelegen eindelementen, waarbij elk eindelement een hoofdlichaam en een zich daarvanaf uitstrekkend flensdeel omvat, welk flensdeel tenminste het sponningdeel omvat.

4. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het zich vanaf het hoofdlichaam uitstrekkende flensdeel van een eindelement een star op het door het middenelement gevormde deel van de flens aansluitend deel omvat, dat flexibel en afdichtend is verbonden met het sponningdeel van de flens.

5. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat elk eindelement als een geheel in kunststof is uitgevoerd en dat de flexibele en afdichtende verbinding tussen het starre deel van de flens en het sponningdeel bestaat uit gewelfd deel van het eindelement.

6. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het gewelfde deel een van een of meer scherpe vouwen voorzien deel is.

7. Ventilatie-inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ventilatie-inrichting twee in hoofdzaak identiek flenzen omvat die in gemonteerde toestand van de ventilatie-inrichting het paneel aan de buitenzijde en aan de binnenzijde overlappen.