NL9301755A - Transportinrichting. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Transportinrichting.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een transportinrichting omvattende een gestel, dat aan zijn bodemzijde is voorzien van een aantal loopwielen, waarbij het gestel kantelbaar is tussen een stand voor het opnemen resp. neerzetten van een lading en een gekantelde stand voor het transporteren van de lading.

Een dergelijke transportinrichting is onder de naam steekwagen bekend, waarbij het gestel aan de bodemzijde is voorzien van twee op een gemeenschappelijke aslijn gelegen loopwielen en een naarvoren buiten de twee loopwielen uitstekend draagvlak waarop een lading kan worden geplaatst. Voor diverse toepassingen blijken steekwagens als transportinrichting niet tevredenstellend te zijn. Zo treden bij het vervoer van biervaten in de horeca met een gebruikelijke steekwagen een aantal problemen op. Het eerste probleem is dat tegelijkertijd het volle vat, dat in de regel 50 kg of meer weegt, enigzins voorover moet worden gekanteld en het draagvlak onder het vat moet worden geschoven om het vat op de steekwagen te plaatsen. Dit is omslachtig en vereist veel kracht. In het kader van de (toekomstige) wetgeving op het gebied van de arbeidsomstandigheden zijn dergelijke belastingen zelfs ontoelaatbaar. Een volgend nadeel is dat het vat vervolgens bij het transport gemakkelijk van de steekwagen kan glijden, bijvoorbeeld bij het over een drempel rijden. Een ander nadeel van de bekende transportmiddelen is dat zij bij niet-gebruik relatief veel opslagruimte in beslag nemen. Een voor het vervoer van een of meer gascilinders bekende steekwagen omvat een vlakke draagplaat en een ketting om de cilinder(s) te borgen. Ook deze meer specifieke uitvoeringsvorm kent de bovengenoemde nadelen.

De onderhavige uitvinding beoogt bovengenoemde problemen op te heffen en een eenvoudige, multi-functioneel uitvoerbare transportinrichting voor het handmatig transporteren van lading te verschaffen, die in het bijzonder in de horeca een oplossing biedt voor de daar voorkomende transportbehoefte.

Dit oogmerk wordt bereikt door een transportinrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die wordt gekenmerkt doordat het gestel is voorzien van haakmiddelen voor het vasthaken en dragen van de lading. Volgens de uitvindingsge-dachte laten een groot aantal ladingen het toe dat zij worden vastgehaakt aan het kantelbare gestel van de transportinrichting door middel van geschikte haakmiddelen en dat zij na het kantelen van het gestel tijdens het transport door de haakmiddelen worden gedragen. Bijvoorbeeld bij het transport van een vat met bier of andere drank kunnen de haakmiddelen aangrijpen op de opstaande kraagrand die bij vrijwel alle bekende vaten aan de bovenzijde aanwezig is. De uitvinding biedt ten opzichte van bekende inrichtingen het belangrijke voordeel dat nu een optillen of voorover kantelen van de lading om de lading op te nemen met de transportinrichting niet meer vereist is. De transportinrichting volgens de uitvinding kan eenvoudig tegen de lading worden aangeplaatst, waarna de lading wordt vastgehaakt en door kantelen van het gestel van de grond wordt getild. Door een geschikte uitvoering van het gestel kan dan de hefboomwerking ten opzichte van de kantelas van het gestel worden benut, waardoor slechts een zeer kleine krachtsinspanning vereist is voor het kantelen en transporteren van de lading. Met name de rugbelasting van de persoon die de transportinrichting bedient is dan minimaal. Overigens kan de lading bestaan uit meer dan één voorwerp afhankelijk van de uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de haakmiddelen gelegen in het middenlangsvlak van het gestel en omvat het gestel tenminste een paar beneden de haakmiddelen en aan weerszijden van het middenlangsvlak van het gestel gelegen steunmiddelen voor de lading. Hierbij steunen de steunmiddelen tegen de omtrek van de lading, d.w.z. de lading staat niet op de steunmiddelen. Aldus wordt de lading stabiel op zijn plaats gehouden bij het transport.

Bij voorkeur omvat het gestel een paar nabij de bodemzijde daarvan gelegen onderste steunmiddelen en een paar nabij de haakmiddelen gelegen bovenste steunmiddelen. Door de aldus verschafte zijwaartse steun wordt elk ongewenst verschuiven van de lading tijdens het transport vermeden.

In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm zijn de haakmiddelen in hoogte verstelbaar aan het gestel aangebracht. Dit maakt een aanpassing mogelijk aan de afmetingen van de lading, bijvoorbeeld de hoogte van het te transporteren vat. De hoogteverstelling kan bijvoorbeeld geschieden door middel van op regelmatige afstanden in het gestel aangebrachte bevestigingsgaten voor de haakmiddelen of door middel van het langs het gestel verschuifbaar en vastzetbaar uitvoeren van de haakmiddelen. Volgens de uitvinding kunnen de steunmiddelen eveneens in hoogte verstelbaar aan het gestel zijn aangebracht ten behoeve van de aanpassing aan de te transporteren lading.

In een voordelige uitvoeringsvorm omvatten de haakmiddelen een haakorgaan, dat twee aan weerszijden van het middenlangsvlak van het gestel gelegen haakvingers heeft. In het bijzonder bij het vasthaken van een cilindrische kraagrand van een vat leidt deze uitvoeringsvorm tot een goede houvast.

In weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm is het gestel voorzien van een paar aan weerszijden van het middenlangsvlak en aan de bodemzijde van het gestel aangebrachte draagvlakken. Deze draagvlakken maken het mogelijk dat de transportinrichting volgens de uitvinding ook kan worden gebruikt op de wijze van een steekwagen, waarbij een lading op de twee draagvlakken kan worden geplaatst.

Bij voorkeur zijn de draagvlakken elk voorzien van een omhoogstaande rand. Deze uitvoeringsvorm is in het bijzonder geschikt voor het vervoer van stoelen, zoals een stapel terrasstoelen, hetgeen een in de horeca veel voorkomende handeling is.

Met voordeel is het gestel voorzien van tweede haakmiddelen voor het vasthaken van op een op de draagvlakken geplaatste lading. Op deze wijze wordt het van de draagvlakken glijden van de lading vermeden.

Verder is het van voordeel dat het gestel zodanig is uitgevoerd dat de door de transportinrichting opgenomen en te transporteren lading aan de kantelas van het gestel grenst. Bij het gebruik van de transportinrichting wordt het gestel om de kantelas gekanteld teneinde de lading een kleine afstand boven de grond te brengen. Doordat het zwaartepunt van de lading nu zo dicht mogelijk bij de kantelas ligt, is het benodigde kantelmoment en dus de uit te oefenen kracht minimaal.

In zeer voordelige uitvoeringsvorm omvat de inrichting twee op een gemeenschappelijke aslijn gelegen loopwielen en omvat het gestel een zich tussen de loopwielen uitstrekkende dwarsas en een in het midden loodrecht op de dwarsas gerichte verbonden steel. In deze uitvoeringsvorm vormt de gemeenschappelijke aslijn van de loopwielen tevens de kantelas van het gestel. Deze uitvoeringsvorm is constructief uiterst eenvoudig en goedkoop te vervaardigen. Verder is de benodigde opslagruimte voor de transportinrichting dan minimaal.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand de tekening, waarin de enige figuur in perspectief een uitvoeringsvoorbeeld van de transportinrichting volgens de uitvinding toont.

De in de enige figuur in zijn geheel met 1 aangeduide transportinrichting volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor de in de horeca en aanverwante gebieden voorkomende transportbehoeften. De transportinrichting 1 heeft een gestel 2 dat aan zijn bodemzijde is voorzien van twee op een gemeenschappelijke aslijn gelegen loopwielen 3 met rubber banden. Het eenvoudig te vervaardigen gestel 2 omvat een dwarsas 4 en een in het midden aan de dwarsas 4 gelaste en omhoogstekende steel 5. Hierdoor vormt de aslijn van de loopwielen 3 in deze uitvoeringsvorm tevens de kantelas van het gestel 2. De dwarsas 4 en de steel 5 zijn vervaardigd uit metalen buismateriaal. Een deel van de steel 5 is omgebogen en dient als handgreep voor het kantelen en verplaatsen van de transportinrichting 1. Op het uiteinde van de steel 5 is een rubberen beschermdop 6 aangebracht.

Voor het transporteren van een vat, bijvoorbeeld een in de tekening met streeplijnen schematisch aangeduid biervat met een aan zijn bovenzijde uitstekende cilindrische kraagrand, is het gestel 2 voorzien van haakmiddelen 7. De haakmiddelen 7 omvatten in dit voorbeeld twee aan weerszijden van de steel 5, en dus aan weerszijden van het middenlangsvlak van het gestel 2, gelegen gekromde haakvingers 8, die kunnen zwenken om een gemeenschappelijke scharnierbout 9. De plaats van de haakmiddelen 7 op de steel 5 kan worden veranderd doordat de steel 5 is voorzien van een reeks gaten 10 waar de scharnierbout 9 doorheen kan worden gestoken. Aldus is een aanpassing van de haakmiddelen 7 aan de hoogte van het te transporteren vat mogelijk.

Voor het transporteren van een vat behoeft de transportinrichting 1 slechts tegen het vat aan te worden geplaatst, waarbij de haakvingers 8 over de bovenste kraagrand van het vat worden gebracht. Bij het kantelen van de in de figuur weergegeven inrichting 1 grijpen de geschikt gevormde haakvingers 8 dan achter de kraagrand van het vat, waardoor zij het vat dragen. Doordat de afstand van het handgreepgedeelte van de steel 5 tot de aslijn van de loopwielen, die tevens de kantelas van het gestel vormt, aanzienlijk groter is dan de afstand van het zwaartepunt van het vat tot die aslijn wordt een zeer gunstige hefboomwerking verkregen. Voor het kantelen en gekanteld houden ten behoeve van het transport van een vol vat is derhalve bij het gebruik van de inrichting volgens de uitvinding slechts een zeer kleine kracht vereist.

Voor het zijdelings steunen van het te transporteren vat is het gestel 2 voorzien van een paar bovenste steunmiddelen 11, in de vorm van een v-vormig gebogen metalen strip die in zijn midden aan de steel 5 is gelast. Nabij de bodemzijde van het gestel zijn twee in hoofdzaak U-vormige metalen dragers 12 aangebracht, die vanaf de dwarsas 4 naar beneden steken. De dragers 12 vormen ten eerste onderste steunmiddelen voor het te transporteren vat, doordat het vat gedeeltelijk tussen de twee dragers 12 in komt te liggen. Ten tweede kan de transportinrichting 1 nu ook op de wijze van een bekende steekwagen worden benut voor andere lading, die niet geschikt is om door haakmiddelen te worden gedragen tijdens het transport. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld vormen de onderste vlakken 13 van de dragers 12 elk een draagvlak in het bijzonder voor een stoelpoot, bijvoorbeeld van een terrasstoel. Om te verhinderen dat de stoelpoot van het bijbehorende draagvlak 13 af kan schuiven, is elk draagvlak 13 voorzien van een omhoogstaande rand 14. Een naar de dwarsas 4 omhooglopend deel van elke rand 14, zoals is voorzien in dit specifieke uitvoeringsvoorbeeld, voorkomt dat de op de dragers 12 geplaatste lading in contact kan komen met de loopwielen 3. Zoals blijkt uit de figuur bevinden de dragers 12 zich vrijwel volledig tussen de twee loopwielen 3 in en steken zij dus slechts over geringe afstand ten opzichte van het gestel 2 naarvoren. Voor het vervoeren van een of meer kratten met flessen is het gestel voorzien van tweede haakmiddelen 15, die in de tekening in weggezwenkte, niet-werkzame stand zijn getoond. De haakmiddelen 15 zijn bedoeld om te beletten dat de krat (ten), waarvan het zwaartepunt buiten de dragers 12 zal liggen, bij het kantelen van het gestel voorover vallen. De haakmiddelen 15 bestaan uit een langs de steel 5 glijdende bus 16, waaraan een grijpbeugel 17 is gelast. De grijpbeugel 17 kan met zijn U-vormige bek over de bovenrand van een krat vallen en zo de krat vasthouden. Om een volgend krat op het door de haakmiddelen 15 vastgehouden krat te kunnen stapelen is de grijpbeugel 17 dun uitgevoerd. Doordat de haakmiddelen 17 tevens om de steel 5 kunnen zwenken, hinderen zij niet bij het transport van een vat. De aan de voorzijde van de dragers 12 gelegen delen van de opstaande randen 14 kunnen ten behoeve van het in zijwaartse richting op zijn plaats houden van de krat elk zijn voorzien van een verhoogd deel (niet weergegeven), zodat de krat tussen de verhoogde delen is ingesloten.

Het hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeeld van de transportinrichting volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor toepassing in de horeca maar kan ook op andere gebieden worden toegepast. Het is duidelijk dat de hierboven in detail beschreven uitvoeringsvorm slechts een mogelijkheid weergeeft en andere uitvoeringsvormen mogelijk zijn. Zo kunnen in het bijzonder de haakmiddelen ook als ten opzichte van het gestel starre, dus niet beweegbare of zwenkbare haakmiddelen zijn uitgevoerd. Bijvoorbeeld zou een naar boven gerichte haak vast aan de steel kunnen zijn aanbracht, die dan door een in de kraagrand van een vat aanwezige handgreep-opening kan steken voor het dragen van het vat. In een niet weergegeven eenvoudige uitvoeringsvorm kunnen de steunmiddelen ontbreken, met name indien de te transporteren lading hun aanwezigheid niet vereist.

In een andere niet weergegeven uitvoeringsvorm kan de transportinrichting volgens de uitvinding zijn ingericht voor het transporteren van meerdere vaten tegelijk. Zo zou de inrichting volgens de uitvinding bijvoorbeeld twee of meer vaten naast elkaar kunnen opnemen. Ook is het eenvoudig mogelijk door geschikte uitvoering van de transportinrichting een aantal op elkaar gestapelde vaten te vervoeren, waarbij het onderste vat dan bijvoorbeeld wordt gedragen door haakmiddelen die door een opening in de kraagrand van het onderste vat steken. Voor het op hun plaats houden van daarop gestapelde vaten kunnen dan volgende haakmiddelen zijn voorzien.

Claims (10)

1. Transportinrichting omvattende een gestel, dat aan zijn bodemzijde is voorzien van een aantal loopwielen, waarbij het gestel kantelbaar is tussen een stand voor het opnemen resp. neerzetten van een lading en een gekantelde stand voor het transporteren van de lading, met het kenmerk, dat het gestel (2) is voorzien van haakmiddelen (7) voor het vasthaken en dragen van de lading.

2. Transportinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de haakmiddelen (7) zijn gelegen in het middenlangsvlak van het gestel (2) en het gestel tenminste een paar beneden de haakmiddelen (7) en elk aan weerszijden van het middenlangsvlak van het gestel gelegen steunmiddelen (11,12) voor de lading omvat.

3. Transportinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het gestel (2) een paar nabij de bodemzijde daarvan gelegen onderste steunmiddelen (12) en een paar nabij de haakmiddelen (7) gelegen bovenste steunmiddelen (11) omvat.

4. Transportinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de haakmiddelen (7) in hoogte verstelbaar (10) aan het gestel (2) zijn aangebracht.

5. Transportinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de haakmiddelen (7) een eerste haakorgaan omvatten, dat twee aan weerszijden van het middenlangsvlak van het gestel (2) gelegen haakvingers (8) heeft.

6. Transportinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gestel (2) is voorzien van een paar aan weerszijden van het middenlangsvlak en aan de bodemzijde van het gestel aangebrachte draagvlakken (12,13).

7. Transportinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de draagvlakken (13) elk zijn voorzien van een omhoogstaande rand (14).

8. Transportinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gestel (2) voorzien van tweede haakmiddelen (15) voor het vasthaken van op een op de draagvlakken (13) geplaatste lading.

9. Transportinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gestel (2) zodanig is uitgevoerd dat de door de transportinrichting opgenomen en te transporteren lading aan de kantelas van het gestel grenst.

10. Transportinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting twee op een gemeenschappelijke aslijn gelegen loopwielen (3) omvat, en dat het gestel (2) een zich tussen de loopwielen (3) uitstrekkende dwarsas (4) en een in het midden loodrecht op de dwarsas gerichte steel (5) omvat.