NL9301339A - Peroxyzuren of voorlopers daarvan voor de toepassing in het reinigen van textiel, alsmede werkwijzen en inrichtingen voor het reinigen van textiel met behulp van dergelijke peroxyzuren of voorlopers. - Google Patents

Description

Titel: Peroxyzuren of voorlopers daarvan voor de toepassing in het reinigen van textiel, alsmede werkwijzen en inrichtingen voor het reinigen van textiel met behulp van dergelijke peroxyzuren of voorlopers

De uitvinding heeft betrekking op het reinigen van textiel middels natwasprocessen.

Natwassen heeft ten doel vuil en vlekken te verwijderen en het wasgoed te ontdoen van micro-organismen en stoffen die het wasgoed een onaangename geur geven.

De soorten vuil die in textiel voorkomen zijn onder te verdelen in water oplosbaar vuil, water onoplosbaar vuil, en suspendeerbaar of emulgeerbaar vuil.

Water oplosbaar vuil omvat bijvoorbeeld suikers, zuren, zouten en ureum; water onoplosbaar vuil omvat bijvoorbeeld zand, klei, eiwitten, vetten, oliën, roet, kleurstoffen en micro-organi smen.

Colloidaal oplosbaar vuil omvat onder meer; eiwitten, zetmeel, voedingsmiddelen, vetten, oliën en bloedbestanddelen.

In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op natwasprocessen die uitgevoerd worden in een zogenaamde wasbuis. Een wasbuis is een (semi) continuwasmachine die een aantal achter elkaar geplaatste kamers omvat. In de verschillende kamers worden verschillende fasen van het wasproces uitgevoerd. De fasen (zie Fig. 1) van een dergelijk natwasproces omvatten meestal een weëkfase (waarbij het wasgoed in contact wordt gébracht met water en een detergent zodat het vuil kan opzwellen), één of meer sopfasen (waarbij gewassen wordt bij een temperatuur van ongeveer 85°C in aanwezigheid van wasmiddel) , een spoelfase (waarbij wasmiddel en losgemaakt vuil uitgespoeld worden), een bleekfase (waarbij bleekmiddel wordt toegevoegd om niet wasbare bevuilingen te oxyderen en/of te ontkleuren) en een neutralisatiefase (waar restanten wasmiddel en bleekmiddel worden geneutraliseerd en uitgespoeld).

Over het algemeen zijn' de verschillende fasen in het was-proces in een wasbuis ruimtelijk (kamers) gescheiden (zie Fig.l). In de figuur is een gebruikelijke wasbuis afgebeeld.

In de kamers 1 t/m 3 vindt het weken plaats. De sopfase wordt uitgevoerd in kamers 4 t/m 8. In deze fase is het op verschillende plaatsen toevoeren van stoom mogelijk om de soptempera-tuur te verhogen.

Er wordt in de sopfase deels gewerkt in tegenstroom. Het afgewerkte water wordt in kamer 4 afgevoerd.

Na de sopfase volgt de spoelfase die over het algemeen ook in tegenstroom wordt uitgevoerd.

Na de spoelfase volgt de bleekfase waar tot nog toe over het algemeen, vooral bij processen voor het reinigen van witgoed en was- en chloorecht bontgoed , hypochlorietoplossingen worden toegepast.

Als laatste fase volgt de neutralisatie waar alkalische wasmiddelresten en hypochloriet meestal met behulp van natri-umwaterstof sulfiet (bisulfiet) worden geneutraliseerd.

In een alternatief proces wordt in een tweede sopfase in plaats van hypochloriet peroxyde toegevoegd (waterstofperoxyde proces). In dat geval is er geen aparte bleekfase.

Aan de tot nog toe gebruikte bleekmiddelen en/of desinfec-tiemiddelen, vooral in combinatie met de gebruikelijke neutralisatie door middel van bisulfiet kleven een aantal nadelen.

Ten eerste zijn cellulosevezels slecht bestand tegen natriumhypochloriet en waterstofperoxyde, speciaal bij hoge temperaturen. Deze aantasting heeft tot gevolg dat de sterkte van de textiel terug loopt. Eiwithoudende vezels zijn ook slecht bestand tegen hypochloriet. Polyamide is bijvoorbeeld weer slecht bestand tegen perboraat en waterstofperoxyde.

Daarom zijn deze processen in hun toepassing eigenlijk beperkt tot katoen en witgoed.

Omdat bepaalde vuilsoorten niet of slecht met een wasmiddel te verwijderen zijn, is een bleekproces vaak toch noodzakelijk. Kleurstof vlekken en ingébrande eiwitvlekken zijn alleen met een bleekbehandeling of een behandeling met heet natronloog te verwijderen.

Over het algemeen kiest men voor een natriumhypochloriet-oplossing bij een PH van ongeveer 9.5 tot 11 en bij een temperatuur van 25°C. De werkzame chloorconcentratie bedraagt ongeveer 0.25 g/1 bij een bleekduur van ongeveer 10 minuten. Een hogere temperatuur geeft teveel chemische slijtage.

Voor het gébruik van perboraat en/of waterstofperoxyde is een hogere temperatuur nodig (>60°C) om een enigszins blekende werking te krijgen.

Tevens moet het milieu voor deze bleekmiddelen sterk basisch zijn. Daarom worden zij meestal in een tweede sopfase toegevoegd.

De boven beschreven bleekmiddelen hébben ook enige desinfecterende werking, hoewel de desinfecterende werking van per-oxyde niet groot is.

De procesvoeringen volgens de stand van de techniek kunnen echter niet voorkomen dat in de laatste fasen van het wassen het textiel herbesmet kan worden met micro-organismen, omdat het desinfectiemiddel volledig geneutraliseerd moet worden. Vooral in het geval van hypochloriet is volledige neutralisatie noodzakelijk, omdat sterke chemische slijtage optreedt in aanwezigheid van resten actief hypochloriet in het wasgoed of in het in het proces terug te voeren water.

In de industriële natwasbehandeling is het van groot belang dat er efficiënt met water en energie wordt omgesprongen om de kosten te beheersen en om de hoeveelheid afvalwater te verminderen.

Het waterverbruik van een wasbuis bedraagt zeker een 13 liter (inclusief stoom) per kilogram wasgoed.

In afvalwater van wasserijen komen o.a. detergentia, soda, silicaat, natriumsulfiet en vuil voor. Ook het beperken van de hoeveelheid afvalwater is voor wasserijen daarom van groot belang.

Een goede mogelijkheid om water en energie te besparen is het terugvoeren van (gezuiverd) proceswater in andere delen van het proces.

In het hypochlorietproces (zie Fig. 2) kan dit met water na de neutralisatiefase, dat opnieuw ingezet kan worden in de weekfase; en met water na de sopfase en/of spoelfase dat weer in de weekfase en/of sopfase ingezet kan worden. Bij het waterstof peroxydeproces (zie Fig. 3) kan water na de eerste sopfase opnieuw aan het begin van de eerste sopfase worden toegevoegd. Zonder de onderhavige uitvinding is dit het hoogst haalbare hergebruik van proceswater.

In processen waar hypochloriet of waterstofperoxyde wordt toegepast moet bovendien voorzichtigheid betracht worden met dat opnieuw invoeren van proceswater, omdat het bijvoorbeeld in het weekbad terug te voeren water warmer is dan gebruikelijk in de weekfase en dat bij aanwezigheid van resten waterstofperoxy-de fixatie optreedt van eiwitvlekken, terwijl in het geval van hypochloriet door de verhoogde temperatuur een sterke bleek-werking en daarmee chemische schade aan het textiel optreedt.

De onderhavige uitvinding voorziet in een werkwijze en een inrichting onder gebruik van een speciale peroxyde verbinding waarbij herbesmetting door microorganismen in de laatste wasfasen niet optreedt, waarbij een hoge mate van hergebruik van het proceswater mogelijk is en die toch voldoende blekende werking geeft.

De onderhavige uitvinding omvat een werkwijze voor het reinigen van textiel middels natwas in tenminste vijf fasen die onder te verdelen zijn in een weekfase, tenminste één sopfase, een spoelfase, een bleekfase en een neutralisatiefase, waarbij in een tweede sopfase of in de spoelfase een peroxy-zuur met tenminste 6 koolstofatomen, of een verbinding die in situ wordt omgezet in een dergelijk peroxyzuur wordt toegevoegd.

In een rapport van het Instituut voor Reinigingstechnieken TNO is een vergelijkbaar proces in zogenaamde open eind wasmachines summier beschreven [M332 CO] . De daarin beschreven wasprocessen voldeden volgens het rapport zelf al niet aan de hygiëne-eisen die aan wasprocessen gesteld moeten worden, zeker in de industriële natwasserij.

Het toevoegen van een veel korter peroxyzuur in de laatste fase van het wasproces is op zich bekend. In het Duitse Offenlegungsschrift no. 3929335 wordt perazijnzuur in combinatie met azijnzuur toegevoegd als desinfectans. Het wordt niet als bleekmiddel gebruikt en kan ook niet als langer werkend desinfectans worden toegepast, daar het zich niet goed aan het wasgoed hecht. Daarnaast heeft perazijnzuur zeer veel praktische nadelen. Het is corrosief, bijtend en wekt irritatie op aan huid, ogen en luchtwegen. Eigenlijk kan het alleen in volledig geautomatiseerde doseerinrichtingen veilig worden verwerkt.

Door de keuze van een peroxyzuur met een wat langere koolstofrest, of een verbinding die daarin wordt omgezet tijdens het wasproces, te kiezen, wordt een betere desinfectie bereikt, omdat tenminste een deel van het peroxyzuur zich aan de vezels van het textiel kan hechten zodat er peroxyzuur na het wassen in het wasgoed aanwezig blijft en dus de desinfecterende werking van dat peroxyzuur ook aanwezig blijft. Per-oxyzuren voor toepassing in de uitvinding zijn verbindingen die voldoen aan de formule R- (OO ) -00H waarbij R een koolstofketen of gesubstitueerde koolstofketen is met tenminste 5 koolstof atomen. Ook verbindingen die voldoen aan de formule HOO(OO) - (CH2)n~ (CO)OOH waarbij n groter of gelijk aan 4 is, kunnen voor de uitvinding worden gebruikt.

Een aantal in het wasproces toe te passen peroxyzuren staat bijvoorbeeld beschreven in Europese octrooiaanvrage no.0376360, maar ook andere peroxyzuren zoals beschreven in Europese aanvrage No. 0458327, bijvoorbeeld N-carbamoyl-li-aminoperoxi-undecaanzuur kunnen volgens de uitvinding worden toegepast. De voorkeur wordt echter gegeven aan diperoxydo-decaandizuur (DPDDA).

Over het algemeen zijn de peroxyzuren als boven genoemd goed biologisch afbreekbaar. Verder zijn werkwijzen bekend om genoemde peroxyzuren tot volstrekt veilige produkten te formuleren. Veilige produkten kunnen de vorm hebben van granules of waterige suspensies. Voor toepassing in natwasprocessen verdienen suspensies de voorkeur. Hoewel de hoeveelheid benodigd per kilogram wasgoed en/of per liter wasvloeistof van het peroxyzuur niet direct kritisch zijn en voornamelijk bepaald worden door de mate van verontreiniging van het wasgoed, zal de hoeveelheid peroxyzuur meestal liggen tussen 10 en 50 mmol per kilogram droog wasgoed, wat neer komt op 2 tot 10 mmol per liter wasvloeistof.

In plaats van de gebruikelijke neutralisatiestap met bi-sulfiet wordt voor de onderhavige uitvinding een neutralisatie met een zuur, bij voorkeur een organisch zuur en meer in het bijzonder azijn- of mierezuur toegepast.

Door deze neutralisatiestap te kiezen wordt de desinfecterende werking van het peroxyzuur nog versterkt, terwijl detergentia en andere wasmiddelbestanddelen wel goed geneutraliseerd worden.

Het zuur wordt bij voorkeur toegepast in een zodanige hoeveelheid, dat een pH van 7,5 tot 5 in het wasgoed wordt bereikt bij voorkeur tussen pH 7 en 6, wat voor mierezuur bijvoorbeeld neer komt op 1 gram per kilogram droog wasgoed.

In tegenstelling tot de wasprocessen volgens de stand van de techniek is een thermische desinfectie niet noodzakelijk, omdat de desinfectie van het peroxyzuur in combinatie met de activatie daarvan door het zuur voldoende is. Daarom kan bij een veel lagere temperatuur gewassen worden wat een forse energiebesparing oplevert en bovendien minder problemen geeft bij het terugvoeren van het proceswater in de weekfase. Bij voorkeur wordt het wasproces volgens de uitvinding dan ook uitgevoerd bij een temperatuur tussen 25 en 75°C, in het bijzonder bij een temperatuur tussen 45 en 65°C.

De werkwijzen volgens de uitvinding kunnen binnen ruime grenzen wat betreft PH worden uitgevoerd. In de neutralisatie-fase wordt met zuur gewerkt, vandaar dat de PH daar lager is, ook al om de peroxyzuren beter te kunnen activeren.

Een belangrijk voordeel van de uitvinding ten opzichte van de processen van de stand van de techniek is dat veel meer van het proceswater opnieuw in het wasproces kan worden ingezet. De temperatuur van het water uit de sopfase is lager en kan daarom makkelijker worden teruggevoerd in de weekfase waar de temperatuur niet te hoog mag zijn vanwege het mogelijke inbranden van vlekken. Bij de processen volgens de stand van de techniek kan de temperatuur van de sopfase niet omlaag, omdat die hoge temperatuur nodig is voor thermische desinfectie. In Figuur 4 is een wasproces volgens de uitvinding weergegeven waar op verschillende plaatsen proceswater wordt teruggevoerd in het wasproces.

Optioneel kan het terug te voeren proceswater voordat het wordt teruggevoerd in het proces, onderworpen worden aan een zuiveringsstap. in deze stap wordt het water zoveel mogelijk ontdaan van eventuele het wasproces verstorende factoren middels bijvoorbeeld een scheidingstechniek. Door de scheidingstechniek zodanig te kiezen dat zij in het proces ingeschakeld kan worden, kunnen warmteverliezen beperkt worden. Toepassing van deze methode resulteert in een efficientere energiehuishouding, verminderd water- en wasmiddelverbruik en levert de mogelijkheid tot een verminderde vervuilingsgraad van het te lozen afvalwater.

Dankzij de lagere wastemperatuur, die dankzij de betere chemische desinfectie van het wasgoed door de peroxyzuren volgens de uitvinding kan worden bereikt, is het nu mogelijk het water veel intensiever te hergebruiken.

De peroxyzuren voor toepassing in de uitvinding kunnen qp velerlei manieren worden toegevoegd in het wasproces, bijvoorbeeld in een oplossing met gebruikelijke oplosmiddelen, als een granulaat met de gebruikelijke vulmiddelen, of als suspensie, of als pasta. Ze kunnen ook tezamen met het wasmiddel worden toegevoegd in de (of de eerste of tweede ) sopfase.

De peroxyzuren volgens de uitvinding en de werkwijzen volgens de uitvinding kunnen gecombineerd worden met alle gebruikelijke verdere behandelingen van het wasgoed. Zij kunnen in processen met de gebruikelijke stappen en met de gebruikelijke middelen worden toegepast, met name in de zogenaamde industriële natwasprocessen, zoals die bijvoorbeeld in wasbuizen worden toegepast.

In de industriële natwas wordt een proces over het algemeen met de volgende middelen uitgevoerd.

Zeen en/of detercrentia

In de industriële natwas wordt nog regelmatig van zepen gebruikt gemaakt, vooral in combinatie met synthetische deter-gentia. Zepen zijn over het algemeen natrium- en/of kalium-zouten van vetzuren. De natriumzouten leveren over het algemeen harde zepen, terwijl de kaliumzouten de zachte zepen leveren.

Als synthetische detergentia, die qua structuur vaak op zepen lijken worden anionactieve, nonionische of kationactieve detergentia gébruikt. Tot de anionactieve wasmiddelen behoren onder andere: alkylarylsulfaten, alkylsulfonaten, alkylsul-faten, gesulfateerde alkyletheenoxyde condensaten, etc.

Nonionische wasmiddelen zijn onder andere: alkylpolygly-colethers, amine oxyden, polyalkylsacchariden,.etc.

Kation actieve verbindingen zijn over het algemeen quatemaire ammoniumverbindingen waarvan twee alkylgroepen uit 16 of meer koolstof atomen bestaan.

Een veel gébruikt additief aan wasmiddelen is bijvoorbeeld natriumcarboxymethylcellulose. Ook trinitriloazijnzuur wordt vaak toegepast. Daarnaast vaak optisch wit, wasalkaliën, soda, natriummetasilicaat, natriumhydroxyde, etc.

De bovengenoemde lijst is verre van compleet en kan dan ook niet als limitatief voor de onderhavige uitvinding worden geconstrueerd.

Beschrijving van de ficruren

Figuur 1 geeft een voorbeeld van een wasproces in vijf fasen. 1 is de weekfase; 2 is de sopfase, 3 is de spoelfase; 4 is de bleékfase en 5 stelt de neutralisatiefase voor.

Figuur 2 is een wasbuis geschikt voor het uitvoeren van het klassieke hypochloriet proces waarin de temperaturen van het proceswater in de verschillende fasen zijn weergegeven in graden Celsius; de ononderbroken pijlen de waterstromen voorstellen, de onderbroken pijlen het terug te voeren water aangeven en de getallen de hoeveelheid af te voeren water weergeven.

In figuur 3 wordt een waterstofperoxydeproces met bisul-fietneutralisatie gegeven, waarin de temperaturen van het proceswater in de verschillende fasen zijn weergegeven in graden Celsius; de ononderbroken pijlen de waterstromen voorstellen, de onderbroken pijlen het terug te voeren water aangeven en de getallen bij de pijlen de hoeveelheid af te voeren water weergeven in eenheden 1/kg wasgoed.

In figuur 4 wordt een uitvoeringsvorm van een wasbuis en een wasproces volgens de uitvinding gegeven waarin de temperaturen van het proceswater in de verschillende fasen zijn weergegeven in graden Celsius; de ononderbroken pijlen de waterstromen voorstellen, de onderbroken pijlen het terug te voeren water aangeven en de getallen de hoeveelheid af te voeren water weergeven.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de volgende voorbeelden.

Voorbeeld l.

In een wasbuis volgens de uitvinding wordt 1200 kg wasgoed (per uur) gebracht, tezamen met standaardlapjes met vuil (te verkrijgen bij EMPA (Zwitserland)). De weekfase omvat een 9 min durende behandeling met 220 ml wasmiddel bij een temperatuur van gemiddeld 40°C en een PH van gemiddeld 10,5.

Het wasgoed wordt daarna onderworpen aan een sopfase gedurende 12 min. De sopfase omvat 330 ml wasmiddel en wordt uitgevoerd bij gemiddeld 66°C en een PH van gemiddeld 10.

Daarna wordt het wasgoed onderworpen aan een tweede sopfase, die geen wasmiddel, maar wel DDPDA (32 g/kg wasgoed) omvat. Het wasgoed wordt daarna gedurende 6 min. gespoeld en geneutraliseerd met 2,5 g/kg wasgoed azijnzuur.

In de spoelfase wordt 80% van het water afgevoerd, gezuiverd en teruggevoerd in de weekfase. In de neutralisatiefase wordt 10% van het water afgevoerd en 90% teruggevoerd in de tweede sopfase en in de weekfase. Van het water dat vrijkomt bij neutralisatie en persen van het wasgoed, wordt alles teruggevoerd naar de weekfase.

Na neutralisatie wordt het testmateriaal boordeeld op lichtremissie. Hygiëne wordt getest door het nemen van bacte-riolgische monsters.

Voorbeeld 2.

In voorbeeld 2 wordt ter vergelijking een standaard hypo-chlorietproces beschreven.

In een wasbuis volgens de uitvinding wordt 1200 kg wasgoed (per uur) gebracht, tezamen met standaardlapjes met vuil ((VEKOPROP = vet, koolhydraten, proteien en organisch pigment), (KWIJOVE = kwarts, ijzeroxyde, vet), (SUNAK = zwarte bessensap) (BLOED = varkensbloed)). De weekfase omvat een 9 min durende behandeling met 60 ml wasmiddel bij een gemiddelde temperatuur van 39°C en een gemiddelde PH van 10,6.

Het wasgoed wordt daarna onderworpen aan een sopfase gedurende 12 min. De sopfase omvat.2,5 1.wasmiddel en wordt uitgevoerd bij gemiddeld 82°C en een PH van gemiddeld 11,5.

Daarna wordt het wasgoed onderworpen aan een bleekfase die hypochloriet(20 ml/kg wasgoed) omvat. Het wasgoed wordt daarna gedurende 6 min. gespoeld en geneutraliseerd met 2,5 g/kg wasgoed bisulfiet.

In de spoelfase wordt 67% van het toegevoerde water afgevoerd, gezuiverd en teruggevoerd in de sop- en weekfase. Van het water dat vrijkomt bij neutralisatie en persen van het wasgoed, wordt alles teruggevoerd naar de weekfase.

Na neutralisatie wordt het testmateriaal beoordeeld op lichtremissie. Hygiëne wordt getest door het nemen van bacteriologische monsters.

Claims (29)

1. Werkwijze voor het reinigen van textiel middels natwas in tenminste vijf fasen die onder te verdelen zijn in een week-fase, tenminste één sopfase, een spoelfase, een bleekfase en een neutralisatiefase, waarbij in een tweede sopfase of in de spoelfase een peroxyzuur met tenminste 6 koolstofatomen, of een verbinding die in situ wordt omgezet in een dergelijk peroxyzuur wordt toegevoegd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het peroxyzuur diperoxydodecaandizuur is.

3. Werkwijze volgens conclusie l of 2, waarbij het peroxyzuur aanwezig is in een hoeveelheid van 10-100 g/kg droog wasgoed.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij in de neutralisatiefase een zuur wordt toegevoegd.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij het zuur een organisch zuur is.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij het organisch zuur azijn- of mierezuur is.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij het azijn- of mierezuur aanwezig is in een zodanige hoeveelheid dat dit leidt tot een pH van 8 tot 4 in de neutralisatiefase.

8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies waarbij de wasvloeistof in de sopfase een temperatuur heeft tussen 25 en 75°C.

9. Werkwijze volgens conclusie 8 waarbij de wasvloeistof in de sopfase een temperatuur heeft tussen 45 en 65°C.

10. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies waarbij de PH van de wasvloeistof in de sopfase ligt tussen 12 en 5.

11. Werkwijze volgens conclusie 10 waarbij de PH van de wasvloeistof in de sopfase ligt tussen 10 en 7.

12. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies waarbij de PH van de wasvloeistof in de neutralisatiefase ligt tussen 4 en 8.

13. Werkwijze volgens conclusie 12 waarbij de PH van de was-vloeistof in de neutralisatiefase ligt tussen 3 en 7.

14. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies waarbij het water uit de bleekfase tenminste gedeeltelijk opnieuw wordt ingezet in het wasproces.

15. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies waarbij het water uit de sopfase tenminste gedeeltelijk opnieuw wordt ingezet in het wasproces.

16. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies waarbij het water uit de spoelfase tenminste gedeeltelijk opnieuw wordt ingezet in het wasproces.

17. Werkwijze volgens conclusie 14, 15 of 16, waarbij het opnieuw in te zetten water wordt onderworpen aan een zuive-ringsstap.

18. Werkwijze volgens conclusie 14, 15, 16 of 17 waarbij het water opnieuw wordt ingezet in de weekfase.

19. Werkwijze volgens conclusie 14, 15, 16, 17 of 18 waarbij het water opnieuw wordt ingezet in de sopfase.

20. Peroxyzuur met tenminste 6 koolstof atomen of een verbinding die in situ een peroxyzuur oplevert met tenminste 6 kool-stofatomen voor het gebruik in een wasproces voor het reinigen van textiel middels natwas in tenminste vijf fasen die onder te verdelen zijn in een weekfase, tenminste een sopfase, een spoelfase, een bleekfase en een neutralisatiefase.

21. Peroxyzuur met tenminste 6 koolstofatomen of een verbinding die in situ een peroxyzuur oplevert met tenminste 6 koolstof atomen voor het gebruik als desinfectiemiddel in een was-proces voor het reinigen van textiel middels natwas in tenminste vijf fasen die onder te verdelen zijn in een weekfase, tenminste een sopfase, een spoelfase, een bleekfase en een neutralisatiefase.

22. Peroxyzuur met tenminste 6 koolstof atomen of een verbinding die in situ een peroxyzuur oplevert met tenminste 6 kool-stofatomen voor het gébruik als bleekmiddel in een wasproces voor het reinigen van textiel middels natwas in tenminste vijf fasen die onder te verdelen zijn in een weekfase, tenminste een sopfase, een spoelfase, een bleekfase en een neutralisa-tiefase.

23. Peroxyzuur met tenminste 6 koolstof atomen of een verbinding die in situ een peroxyzuur oplevert met tenminste 6 kool-stofatomen voor het gebruik als desinfectie- en bleekmiddel in een wasproces voor het reinigen van textiel middels natwas in tenminste vijf fasen die onder te verdelen zijn in een week-fase, tenminste een sopfase, een spoelfase, een bleekfase en een neutralisatiefase.

24. Inrichting voor het uitvoeren van een werkwijze volgens een der conclusies 1-19.

25. Wasmiddel voor toepassing in een natwasproces, met het kenmerk dat zij naast de gebruikelijke bestanddelen een peroxyzuur met ten minste 6 koolstofatomen of een verbinding die in situ een peroxyzuur met tenminste 6 koolstofatomen oplevert , omvat.

26. Granulaat voor toepassing in een natwasproces volgens een der conclusies 1-19 dat een peroxyzuur met ten minste 6 koolstofatomen of een verbinding die in situ een peroxyzuur met tenminste 6 koolstofatomen en een gebruikelijk vulmiddel omvat.

27. Suspensie voor toepassing in een natwasproces volgens een der conclusies 1-19 dat een peroxyzuur met ten minste 6 koolstofatomen of een verbinding die in situ een peroxyzuur met tenminste 6 koolstofatomen en een gebruikelijk vulmiddel omvat.

28. Oplossing voor toepassing in een natwasproces volgens een der conclusies 1-19 dat een peroxyzuur met ten minste 6 koolstofatomen of een verbinding die in situ een peroxyzuur met tenminste 6 koolstofatomen en een gebruikelijk oplosmiddel omvat.

29. Oplossing, granulaat, wasmiddel of suspensie volgens de conclusies 25-28 die diperoxydodecaandizuur omvat.