NL9301246A

NL9301246A - Combined burner air supply and combustion gas discharge.

Info

Publication number: NL9301246A
Application number: NL9301246A
Authority: NL
Original assignee: Muelink & Grol Bv
Priority date: 1993-07-15
Filing date: 1993-07-15
Publication date: 1995-02-01
Also published as: EP0634610A1

Description

Titel: Gecombineerde branderluchttoevoer en verbrandingsgasafvoer.Title: Combined burner air supply and combustion gas discharge.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een gecombineerde branderluchttoevoer en verbrandingsgasafvoer omvattende een luchttoevoerbuis en een daarin opgenomen verbrandingsgasafvoerbuis die aan een einde van ten opzichte van elkaar afgesloten aansluitingen voor de verbinding met respectievelijk de luchttoevoer en de verbrandingsgasafvoer van een brander zijn voorzien en waarvan de tegenover liggende buiteneinden in de omgeving uitmonden en respectievelijk een luchtinlaatopening en een verbrandingsgasafvoeropening vormen, waarbij de verbrandingsgasafvoerbuis voorbij de luchttoevoerbuis loopt.The present invention relates to a combined burner air supply and flue gas discharge comprising an air supply tube and a flue gas discharge tube included therein, which are provided with a burner at one end of connections for connecting to the air supply and the flue gas discharge respectively, and of which the opposite outside ends and form an air inlet opening and a flue gas discharge opening, respectively, the flue gas discharge tube passing past the air supply tube.

Uit de Nederlandse Terinzagelegging 8700395 is een dergelijke combinatie bekend. Daarbij is bovenop het uiteinde van de verbrandingsgasafvoerbuis, welke voorbij de luchttoevoerbuis loopt, een kap geplaatst, waarmee de luchttoevoerbuis volgens een radiaal omlopende verbrandingsgasafvoeropening in de omgeving uitmondt. Voorts is de luchtinlaatopening gevormd door de ringvormige spleet, welke is gevormd tussen de verbrandingsgasafvoerbuis en het uiteinde van de luchttoevoerbuis.Such a combination is known from the Netherlands Laid-Open 8700395. In addition, a cap is placed on top of the end of the flue gas discharge pipe, which runs past the air supply pipe, with which the air supply pipe opens into the environment according to a radially circulating flue gas discharge opening. Furthermore, the air inlet opening is formed by the annular gap formed between the flue gas discharge tube and the end of the air supply tube.

Nadeel van een dergelijke combinatie is, dat de in alle richtingen op een hoger niveau uitgestoten verbrandingsgassen opnieuw kunnen worden aangezogen door de in het algemeen vrij dicht onder de verbrandingsgasafvoeropening aangebrachte luchttoevoeropeningen. Bij een niveauverschil van ongeveer twintig cm. is een recirculatie van ongeveer 23% gebruikelijk. Om deze recirculatie te voorkomen is het gebruikelijk, tussen de verbrandingsgasafvoeropening en de luchttoevoeropening een afscheidingselement te plaatsen, waarmee echter de mate van recirculatie slechts gering is te beperken.A drawback of such a combination is that the combustion gases emitted at a higher level in all directions can be sucked in again through the air supply openings which are generally arranged quite close to the combustion gas discharge opening. At a level difference of about twenty cm. recirculation of about 23% is common. In order to prevent this recirculation, it is customary to place a separating element between the combustion gas discharge opening and the air supply opening, with which, however, the degree of recirculation can only be limited to a limited extent.

De uitvinding beoogt, een combinatie te verschaffen, met een aanzienlijk geringere recirculatie. Dit wordt bereikt met een combinatie» waarbij de luchtinlaatopening en/of de verbrandingsgasafvoeropening uitsluitend aan een zijde van de combinatie radiaal aan de omtrek in de omgeving uitmondt, en rondom de langsas van de combinatie is te roteren voor oriëntatie ten opzichte van de heersende luchtstroming in de omgeving onder inwerking van windoriëntatiemiddelen.The object of the invention is to provide a combination with a considerably lower recirculation. This is achieved with a combination in which the air inlet opening and / or the flue gas discharge opening opens only radially to the circumference in the environment on one side of the combination, and can be rotated around the longitudinal axis of the combination for orientation relative to the prevailing air flow in the environment under the influence of wind orientation means.

Door de gedwongen oriëntatie van de uitblaasrichting en/of de aanzuigrichting is gebleken, dat de mate van recirculatie beduidend geringer is. Het grootste effect wordt bereikt bij het gecombineerd richten van de luchtinlaatopening en de verbrandingsgasafvoeropening.The forced orientation of the blowing direction and / or the suction direction has shown that the degree of recirculation is significantly less. The greatest effect is achieved when the air inlet opening and the combustion gas outlet opening are aligned in combination.

Gebleken is, dat in die situatie de recirculatie tot 5 % wordt beperkt, bij een niveauverschil van tien cm. tussen de luchtinlaatopening en de verbrandingsgasaf voeropening, wanneer ervoor wordt gezorgd, dat telkens de luchtinlaatopening aan de ene zijde, en de luchtuitlaatopening aan de andere zijde van de combinatie uitmondt.It has been found that in that situation recirculation is limited to 5%, with a level difference of ten cm. between the air inlet opening and the flue gas discharge opening, if it is ensured that the air inlet opening on one side and the air outlet opening on the other side of the combination are opened in each case.

Op zich is bekend een zgn."gek", welke wordt geplaatst op het boveneinde van een rookgasafvoerkanaal, en waarmee wordt beoogd, rookterugslag ten gevolge van de wind te voorkomen. Daartoe bestaat de "gek" uit een kapvormig deel, dat rondom een vertikale as zwaaibaar is, welke as in hoofdzaak concentrisch met het rookgasafvoerkanaal is gelegen. Dit kapvormig deel is te beschouwen als een gedeelte van een koepelvormig gewelf met hellende opstaande wanden, zich uitstrekkend over een booghoek van ongeveer 135°· Bij bevestiging op een rookgasafvoerkanaal wordt zorg gedragen, dat het kapvormig deel met de onderrand in hoofdzaak gelijk ligt met de wand van het rookgasafvoerkanaal. Met een op de "gek" geplaatste windvaan wordt deze met de van het rookgasafvoerkanaal afgekeerde zijde naar loefzijde gericht, waarmee een zekere afscherming tegen in het rookgasafvoerkanaal inslaande wind wordt verschaft. Met deze bekende "gek" wordt niet beoogd het richten van de rookgasafvoeropening van de verbrandingsgasafvoerbuis met het oogmerk de verbrandingsgassen gericht uit te stoten. Voorts wordt een dergelijke "gek" slechts gebruikt voor conventionele verbrandingsgasafvoerkanalen van houtkachels ed. Een dergelijke "gek" vindt geen toepassing in kanaalsystemen met geforceerde trek, zoals bij een gecombineerde branderluchttoevoer en verbrandingsgasafvoer.A so-called "madman" is known per se, which is placed on the top end of a flue gas discharge duct, and which is intended to prevent smoke recoil due to the wind. To this end, the "madman" consists of a hood-shaped part which is pivotable around a vertical axis, which axis is located substantially concentrically with the flue gas discharge channel. This hood-shaped part can be considered as a part of a dome-shaped vault with sloping upright walls, extending over an arc angle of approximately 135 °. When fastened to a flue pipe, care is taken that the hood-shaped part with the bottom edge is substantially flush with the wall of the flue gas outlet. With a "vane" placed on the wind vane, it is directed towards the windward side with the side remote from the flue gas discharge duct, thereby providing a certain protection against wind entering the flue gas discharge duct. This known "madman" does not intend to direct the flue gas discharge opening of the flue gas discharge pipe with the aim of emitting the flue gases in a targeted manner. Furthermore, such a "madman" is only used for conventional flue gas discharge ducts of wood-burning stoves, etc. Such a "madman" is not used in forced draft duct systems, such as in a combined burner air supply and flue gas outlet.

In het hiernavolgende wordt de uitvinding nader toegelicht aan de hand van twee niet-beperkende uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen. Hierbij toont:The invention is further elucidated hereinbelow on the basis of two non-limiting exemplary embodiments, with reference to the annexed drawings. Hereby shows:

Figuur 1 schematisch een zijaanzicht van een eerste uitvoering van een toe- en afvoercombinatie volgens de uitvinding, zoals toegepast bij een verbrandingsketel;Figure 1 schematically shows a side view of a first embodiment of a supply and discharge combination according to the invention, as used in a combustion boiler;

Figuur 2 een aanzicht volgens de lijn II-II in figuur 1;Figure 2 shows a view along the line II-II in figure 1;

Figuur 3 een aanzicht overeenkomstig figuur 1 van een tweede uitvoering;Figure 3 shows a view corresponding to figure 1 of a second embodiment;

Figuur 4 een aanzicht overeenkomstig fig. 1 van het bovenste deel van een derde uitvoering;Figure 4 shows a view corresponding to Figure 1 of the top part of a third embodiment;

Figuur 5 een aanzicht overeenkomstig fig. 1 van het bovenste deel van een vierde uitvoering;Figure 5 shows a view corresponding to Figure 1 of the top part of a fourth embodiment;

Figuur 6 een aanzicht in perspectief van het bovenste deel van de vierde, in figuur 5 getoonde uitvoering;Figure 6 is a perspective view of the upper part of the fourth embodiment shown in Figure 5;

Figuur 7 een aanzicht overeenkomstig figuur 1 van een vijfde uitvoering van de uitvinding; enFigure 7 shows a view according to figure 1 of a fifth embodiment of the invention; and

Figuur 8 een aanzicht volgens de lijn VIII-VIII in figuur 7·Figure 8 is a view taken on the line VIII-VIII in Figure 7

Figuur 1 toont schematisch een luchttoevoer- en verbrandingsgasafvoercombinatie 1, met een verbrandingsluchttoevoer 2 en een verbrandingsgasafvoer 3· In de tekening gezien aan de onderzijde is een C.V.-verbrandingsketel (niet weergegeven) aan te sluiten op de verbrandingsluchttoevoer 2 respectievelijk de verbrandingsgasafvoer 3. een en ander bijvoorbeeld zoals aangegeven in figuur 1 van EP-A-049l444.Figure 1 shows diagrammatically an air supply and flue gas discharge combination 1, with a combustion air supply 2 and a flue gas discharge 3. other, for example, as indicated in Figure 1 of EP-A-0491444.

Zoals gebruikelijk verlopen de kanalen 2, 3 vanaf een op zich bekend spruitstuk 4 concentrisch, met de verbrandingsgasafvoer 3 binnenin de verbrandingsluchttoevoer 2. Boven het dak, waarvan de plaats hier slechts schematisch is weergegeven met behulp van streep-stippel lijnen 5, monden de kanalen 2, 3 uit in de omgeving, waarbij, eveneens zoals gebruikelijk, de verbrandingsgasafvoer 3 op een hoger gelegen niveau uitmondt.As usual, the channels 2, 3 run from a manifold 4 known per se, concentrically, with the flue gas outlet 3 inside the combustion air supply 2. Above the roof, the location of which is only schematically shown here by dashed-dotted lines 5, the channels mouth 2, 3 in the environment, wherein, also as usual, the flue gas discharge 3 opens at a higher level.

Volgens de onderhavige uitvinding mondt de verbrandingsgasafvoer 3 daarbij uit in een kanaaldeel 6, dat is omgebogen, zodat daarmee de verticaal door de verbrandingsgasafvoer 3 opstijgende gassen worden omgebogen in een horizontale richting, zodanig dat de gassen de combinatie 1 slechts aan een zijde radiaal aan de omtrek verlaten. Dit gebogen kanaaldeel 6 is opgenomen in een kap 7. welke vrij roteerbaar is rond de langsas van de rookgasafvoer 3· Dit kanaaldeel 6 is naar de vrije monding toe vernauwd om de verbrandingsgassen te versnellen, waarmee de recirculatie nog verder wordt verminderd. Bovenop de kap 7 is een windvaan 8 bevestigd, welke op voor de vakman bekende wijze zodanig is gemonteerd aan de kap 7. dat het kanaaldeel 6 telkens aan lijzijde van de combinatie 1 in de atmosfeer uitmondt.According to the present invention, the flue gas discharge 3 opens into a channel part 6, which is bent, so that the gases ascending vertically through the flue gas discharge 3 are thereby bent in a horizontal direction, such that the gases only combine on one side radially to the leave outline. This curved duct part 6 is housed in a hood 7. which is freely rotatable around the longitudinal axis of the flue gas discharge 3. This duct part 6 is narrowed towards the free mouth to accelerate the combustion gases, whereby the recirculation is further reduced. On top of the hood 7, a wind vane 8 is mounted, which is mounted on the hood 7 in a manner known to the skilled person such that the channel part 6 always empties into the atmosphere on the lee side of the combination 1.

Voorts is volgens de onderhavige uitvinding boven het boveneinde van de verbrandingsluchttoevoer 2 rondom de verbrandingsgasafvoer 3 een schort 9 aangebracht, dat tot onder de monding van de verbrandingsluchttoevoer 2 loopt, en daar ruim omheen grijpt zoals is weergegeven. De bovenzijde van dit schort 9 is plat, waarmee eventueel neerdalende verbrandingsgassen in turbulentie worden gebracht, en daarmee recirculatie nog verder wordt beperkt. Zoals figuur 1 in doorsnede toont, bezit dit schort 9 aan de onderrand daarvan een naar binnen gerichte flens 11, welke met uitzondering van een omtreksdeel doorloopt tot de buitenwand van de verbrandingsluchttoevoer 2, en daar in hoofdzaak gasdicht op aansluit. Aldus is, zoals meer in detail getoond in de doorsnede volgens figuur 2, een spleet 12 gevormd tussen de onderzijde van het schort 9 en de buitenmantel 13 van de combinatie 1, via welke spleet 12 in hoofdzaak de luchttoestroming vanuit de omgeving naar de verbrandingsluchttoevoer 2 plaatsvindt. Volgens dit uitvoeringsvoorbeeld strekt deze spleet 12 zich over de halve omtrek uit. Vanzelfsprekend kan de spleet zich ook over een kortere afstand uitstrekken, of zijn opgedeeld in op elkaar aansluitende gedeelten met daartussen flensmateriaal.Furthermore, according to the present invention, above the top end of the combustion air supply 2, an apron 9 is arranged around the combustion gas discharge 3, which extends below the mouth of the combustion air supply 2, and grips around it as shown. The top of this apron 9 is flat, with which possibly descending combustion gases are brought into turbulence, thereby limiting recirculation even further. As Fig. 1 shows in cross section, this apron 9 has an inwardly directed flange 11 at the bottom edge thereof, which, with the exception of a peripheral part, extends to the outer wall of the combustion air supply 2, and connects to it substantially gastight. Thus, as shown in more detail in the cross-section according to Figure 2, a gap 12 is formed between the underside of the apron 9 and the outer jacket 13 of the combination 1, via which gap 12 substantially the air flow from the environment to the combustion air supply 2 takes place. According to this exemplary embodiment, this slit 12 extends over half the circumference. Of course, the slit may also extend over a shorter distance, or be divided into contiguous sections with flange material in between.

Ook dit schort 9 is vrij roteerbaar rond de langsas van de rookgasafvoer 3 gemonteerd, en wel zodanig, dat de spleet 12 zich telkens bevindt aan de loefzijde van de combinatie 1. Daartoe is het schort 9 gekoppeld met de vaan 8. Dientengevolge vindt telkens toevoer van verbrandingslucht plaats aan de loefzijde van de combinatie 1, terwijl de afvoer van rookgassen telkens plaatsvindt aan de lijzijde daarvan.This apron 9 is also freely rotatable mounted around the longitudinal axis of the flue gas discharge 3, such that the slit 12 is always located on the windward side of the combination 1. For this purpose, the apron 9 is coupled to the vane 8. Consequently, feed always takes place. of combustion air takes place on the windward side of the combination 1, while the discharge of flue gases always takes place on the leeward side thereof.

Daarmee wordt in hoge mate voorkomen, dat neerdwarrelende rookgassen via de verbrandingsluchttoevoer 2 opnieuw worden aangezogen. Tevens wordt met de flens 11, welke de spleet 12 begrenst, de verbrandingsluchttoevoer 2 betrouwbaar afgeschermd tegen de inwerking van windvlagen op de heersende druk binnenin de combinatie 1 en de daaraan gekoppelde (niet weergegeven) verbrandingsketel. Deze sussende werking wordt nog eens extra versterkt met een naar buiten uitstekende ringflens lkt welke op afstand onder het schort 9 rondom de buitenmantel 13 is aangebracht.In this way it is largely prevented that flue gases whirling down are sucked in again via the combustion air supply 2. Also, with the flange 11, which delimits the gap 12, the combustion air supply 2 is reliably shielded from the effects of gusts of wind on the prevailing pressure within the combination 1 and the combustion boiler (not shown) coupled thereto. This soothing effect is additionally reinforced with an outwardly protruding ring flange which is arranged at a distance below the apron 9 around the outer jacket 13.

Aldus worden de uitlaat van het kanaaldeel 6 en de spleet 12 altijd zodanig gericht op de heersende windrichting, dat zij diametraal tegenover elkaar zijn gelegen ten opzichte van de langsas van de verbrandingsgasafvoer 3. met de spleet 12 telkens gekeerd naar de loefzijde en de monding van het kanaaldeel 6 telkens gekeerd naar de lijzijde van de combinatie 1.Thus, the outlet of the duct part 6 and the slit 12 are always oriented in the prevailing wind direction, so that they are diametrically opposite each other with respect to the longitudinal axis of the flue gas discharge 3. with the slit 12 always facing the windward side and the mouth of the channel section 6 always faces the leeward side of the combination 1.

Figuur 3 toont tweede uitvoering van de onderhavige uitvinding, waarbij in hoofdzaak de vorm van het schort 9 is veranderd. Volgens figuur 3 grijpt dit schort 9 nu nauwsluitender rond de buitenmantel 13, terwijl dit globaal over de halve omtrek is voorzien van een reeks verticale sleuven 15 met een gelijkmatige onderlinge steek. Via deze sleuven 15 vindt vanuit de omgeving aanzuiging van verbrandingslucht naar de verbrandingsluchttoevoer 2 plaats. Ook nu weer zijn de kap 7 en het schort 9 vrij roteerbaar rond de langsas van de verbrandingsgasafvoer 3 uitgevoerd. En ook nu weer wordt met behulp van de vaan 8 telkens zorg gedragen voor het aan lijzijde uitmonden van het kanaaldeel 6 en het aan de loefzijde oriënteren van de sleuven 15. Daartoe zijn de vaan 8, de kap 7 met het daarin vast opgenomen kanaaldeel 6 aan het schort 9 onderling bevestigd via een pijpdeel 16, dat vrij roteerbaar grijpt rondom de verbrandingsgasafvoer 3·Figure 3 shows the second embodiment of the present invention, wherein substantially the shape of the apron 9 has been changed. According to figure 3, this apron 9 now engages more tightly around the outer jacket 13, while it is provided roughly over the half circumference with a series of vertical slots 15 with an even mutual pitch. Via these slots 15, combustion air is drawn in from the environment to the combustion air supply 2. Once again the hood 7 and the apron 9 are designed to be freely rotatable about the longitudinal axis of the flue gas discharge 3. Again, with the aid of the vane 8, care is taken every time for the channel side 6 to open out on the leeward side and for the windward side to orient the slots 15. For this purpose, the vane 8, the cap 7 with the channel portion 6 fixedly accommodated therein. attached to the skirt 9 via a pipe section 16, which engages freely rotatably around the flue gas discharge 3 ·

Aangezien in vergelijking met de uitvoering volgens figuur 1 de ringflens 14 hier geen werking heeft ter beperking van de invloed van windvlagen op de heersende druk in de combinatie 1, is deze in figuur 3 eveneens weggelaten.Since, in comparison with the embodiment according to Figure 1, the ring flange 14 has no effect here in limiting the influence of gusts on the prevailing pressure in the combination 1, it is also omitted in Figure 3.

Figuur 4 toont schematisch een andere uitvoering van de op het boveneinde van de verbrandingsgasafvoer 3 aan te sluiten kap 7· Binnen een nu als in hoofdzaak cilindrische behuizing uitgevoerde kap 7. welke vrij roteerbaar is rondom de langsas van het kanaal 3. loopt een kanaaldeel 6, dat opnieuw naar de vrije monding toe is vernauwd. Dit kanaaldeel 6 is nu over een hoek kleiner dan 90* omgebogen. Ook nu weer worden de vertikaal door het kanaal 3 omhoog stromende gassen door het kanaaldeel 6 versneld, en zodanig omgebogen, dat zij aan één zijde van de combinatie 1 radiaal wegstromen.Figure 4 shows diagrammatically another embodiment of the hood 7 to be connected to the top end of the flue gas discharge 3 · Within a hood 7 now designed as substantially cylindrical housing 7, which is freely rotatable around the longitudinal axis of the channel 3, a duct part 6 runs , which has again narrowed towards the free mouth. This channel part 6 is now bent over an angle smaller than 90 *. Again, the gases flowing vertically upwardly through the channel 3 are accelerated by the channel part 6, and bent in such a way that they flow radially away on one side of the combination 1.

Een derde variant van de uitvinding is getoond in figuur 5 en 6.A third variant of the invention is shown in Figures 5 and 6.

Bij die uitvoeringsvorm omgeeft de kap 7 het gebogen kanaaldeel 6 slechts gedeeltelijk. In de kap 7 zijn vertikale sleuven 17 aangebracht, zowel aan de zijde van de vrije uitmonding van het kanaaldeel 6, als diametraal daartegenover. Met deze spleten wordt een gedwongen luchtstroming rondom het boveneinde van het kanaaldeel 6 in stand gehouden in de richting van de in fig. 6 getoonde pijl, ter versterking van het naar lijzijde afvoeren van de verbrandingsgassen. In de vrije uitmonding zijn dwarsspijlen 18 geplaatst, zoals weergegeven. Daarmee wordt voorkomen, dat bijvoorbeeld vogels zich toegang tot de combinatie 1 kunnen verschaffen. Ook nu weer is het kanaaldeel 6 naar de vrije uitmonding toe vernauwd. Zoals weergegeven, sluit de onderzijde van het kanaaldeel 6 direct aan op het schort 9, en eindigt de kap 7 op ruime afstand boven de onderzijde van het kanaaldeel 6. Voor de duidelijkheid is in fig. 5 dit schort 9 aan de onderzijde weggebroken, zodat de zich daarbinnen bevindende onderdelen zichtbaar zijn. Zoals bij de uitvoeringsvariant volgens figuur 1 bevindt zich opnieuw aan de onderzijde van het schort 9 een binnenwaarts gekeerde flens 11, echter begrenst deze samen met de buitenmantel 13 (hier denkbeeldig weergegeven in fig. 5) een over de volledige omtrek van de combinatie rondom lopende spleet 12. Langs de halve omtrek van de combinatie 1 aan de zijde daarvan alwaar de verbrandingsgassen radiaal worden uitgestoten, loopt de spleet 12 door de naar onderen gekeerde zijde van een eveneens over de halve omtrek rondom de combinatie 1 lopend kanaal 20. Dit kanaal 20 is aan beide langseinden open, en mondt aldaar uit in de ruimte omsloten door het schort 9 en de flens 11, om in verbinding te staan met het hier verder niet weergegeven verbrandingsluchttoevoerkanaal 2 (zie fig. 1). Zoals is weergegeven in fig. 5 en 6, is dit kanaal 20 aan de binnenzijde begrensd door een plaat 19, welke tot onder de flens 11 reikt. Aan de bovenzijde daarvan bezit die plaat 19 een buitenwaarts gerichte kraag (niet zichtbaar), welke langs de volledige bovenrand van de plaat 19 loopt, en welke aansluit op het schort 9· Met dit kanaal 20 is de luchttoevoer vanaf de zijde van de combinatie 1 aan de uitmonding van het kanaaldeel 6 verregaand beperkt, terwijl desondanks vanaf die zijde aanstromende lucht, bijvoorbeeld van een onvoorziene windstoot, via het kanaal 20 naar de verbrandingsluchttoevoer 2 wordt geleid.In that embodiment, the hood 7 only partially surrounds the curved channel section 6. Vertical slots 17 are provided in the cap 7, both on the side of the free mouth of the channel part 6 and diametrically opposite thereto. With these slits, a forced air flow around the top end of the duct section 6 is maintained in the direction of the arrow shown in Fig. 6, to enhance the leeward discharge of the combustion gases. Transverse bars 18 are placed in the free outlet, as shown. This prevents birds, for example, from gaining access to the combination 1. Again the channel part 6 is narrowed towards the free outlet. As shown, the underside of the channel part 6 connects directly to the apron 9, and the hood 7 ends at a considerable distance above the underside of the channel part 6. For the sake of clarity, this apron 9 has been broken away at the bottom in Fig. 5, so that the parts inside are visible. As in the embodiment variant according to figure 1, an inwardly facing flange 11 is again located on the underside of the apron 9, however, together with the outer jacket 13 (shown here in fig. 5), it delimits a circumferential circumference of the combination slit 12. Along the half circumference of the combination 1 on the side thereof where the combustion gases are radially expelled, the slit 12 runs through the side facing downwards of a channel 20 also running halfway around the combination 1. This channel 20 is open at both longitudinal ends, and opens there into the space enclosed by the apron 9 and the flange 11, in order to communicate with the combustion air supply duct 2 (not shown here) (see fig. 1). As shown in Figs. 5 and 6, this channel 20 is bounded on the inside by a plate 19, which extends below the flange 11. At the top thereof, the plate 19 has an outwardly directed collar (not visible), which runs along the entire top edge of the plate 19, and which connects to the apron 9 · With this channel 20, the air supply from the side of the combination 1 at the mouth of the duct part 6 is largely limited, while nevertheless air flowing in from that side, for instance from an unforeseen wind gust, is led via the channel 20 to the combustion air supply 2.

Tenslotte is in figuur 7 en 8 een vierde uitvoering van de uitvinding weergegeven. Hierbij is geen gebruik gemaakt van een schort 9 voor het omgeven van de verbrandingsluchttoevoer 2. Aan de bovenzijde bezit de combinatie 1 een kap 7, waarin de verbrandingsgasafvoer 3 rechtstreeks uitmondt. Deze kap 7 is rond de langsas van het kanaal 3 vrij draaibaar. Voor het op de wind richten van deze kap 7, met in bovenaanzicht gezien symmetrische, ronde vorm, kan daarbovenop een windvaan zoals in figuur 1 zijn geplaatst. Zoals weergegeven, bezit de kap 7 een overigens gesloten, schijfvormige bovenplaat 21, en een eveneens schijfvormige benedenplaat 22 van overeenkomstige diameter.Finally, a fourth embodiment of the invention is shown in Figures 7 and 8. Use is not made here of an apron 9 for surrounding the combustion air supply 2. At the top, the combination 1 has a hood 7, into which the combustion gas discharge 3 opens directly. This cap 7 is freely rotatable around the longitudinal axis of the channel 3. A wind vane as shown in figure 1 can be placed on top of this hood 7 for directing this hood 7, with a symmetrical, round shape seen in top view. As shown, the cap 7 has an otherwise closed disc-shaped top plate 21, and a likewise disc-shaped bottom plate 22 of corresponding diameter.

Beide platen 21, 22 worden op afstand gehouden middels een viertal gelijkmatig verdeeld langs de omtrek aangebrachte, smalle strippen 23, waarvan er hier slechts twee zichtbaar zijn. Met deze strippen 23 is een cilindrisch gebogen plaat 24 verbonden, welke met zowel de boven- als de benedenplaat 21 resp. 22 een spleet 25 resp. 26 begrenst. Via die spleten 25, 26 staat het kanaal 3 in verbinding met de omgeving.Both plates 21, 22 are kept at a distance by four narrow strips 23 arranged evenly along the circumference, of which only two are visible here. Connected to these strips 23 is a cylindrically bent plate 24, which is connected to both the top and the bottom plate 21, respectively. 22 a slit 25 resp. 26 limits. Channel 3 communicates with the environment via these slits 25, 26.

Binnenin de kap 7 is voorts een bufferplaat 27 aangebracht, welke zoals uit fig. 8 blijkt rondom het kanaal 3 loopt en dit voor de helft omgeeft, om voorts radiaal ten opzichte van dit kanaal 3 buitenwaarts te lopen vanaf aan het kanaal 3 diametraal tegenover elkaar gelegen posities. Met deze bufferplaat 27 is aldus in zijaanzicht gezien de ene helft van de kap 7 gasdicht gescheiden van de andere helft. Aan de van het kanaal 3 afgekeerde zijde van de bufferplaat 27 bevindt zich in de benedenplaat 22 een spleet 12. Deze spleet 12 mondt, zoals getoond, uit in het verbrandingsluchttoevoerkanaal 2, dat in deze uitvoering met de mantel 13 daarvan gasdicht aansluit op de benedenplaat 22 van de kap 7·Inside the hood 7, a buffer plate 27 is further arranged, which, as can be seen from Fig. 8, runs around the channel 3 and surrounds it halfway, in order to further extend radially with respect to this channel 3 from the channel 3 diametrically opposite each other. located positions. With this buffer plate 27, seen in side view, one half of the hood 7 is separated gastight from the other half. On the side of the buffer plate 27 remote from the channel 3 there is a slit 12 in the bottom plate 22. This slit 12, as shown, opens into the combustion air supply channel 2, which in this embodiment connects gastight to the bottom plate with the jacket 13 thereof. 22 of the hood 7

De spleet 12 loopt slechts over een omtreksdeel van de mantel 13 daarbinnen. Dientengevolge fungeert de kap 7 hij deze uitvoeringsvariant voor zowel de luchttoevoer, als de verbrandingsgas afvoer, waarbij middels de bufferplaat 27 de toe- en afvoer in hoge mate gasdicht van elkaar gescheiden zijn. Ook met deze kap is het mogelijk, de toevoer naar loef- en de afvoer naar lijzijde te richten, zodat de luchtstroming plaatsvindt zoals met de pijlen weergegeven. Vanzelfsprekend kunnen bijvoorbeeld de spleet 12 en/of de bufferplaat 27 anders gevormd zijn, bijvoorbeeld kunnen deze zich verder dan wel minder ver langs de mantel 13 resp.het kanaal 3 uitstrekken. Van belang is hier, dat zich in de kap een bufferplaat bevindt als voortzetting van het afvoerkanaal 3 en/of het teovoerkanaal 2, ter weerszijden waarvan zich de toevoeropening 12 resp. de afvoeropening bevindt. Door de kap 7 richtbaar naar de windrichting uit te voeren, wordt de recirculatie nog verder beperkt. Desondanks kan de kap 7 ook vast zijn uitgevoerd.The slit 12 only extends over a peripheral part of the jacket 13 within it. As a result, the hood 7 functions in this embodiment variant for both the air supply and the combustion gas discharge, wherein the supply and discharge are separated from each other in a gastight manner by means of the buffer plate 27. With this hood it is also possible to direct the supply to the windward and the discharge to the leeward side, so that the air flow takes place as shown with the arrows. Naturally, for example, the slit 12 and / or the buffer plate 27 may be shaped differently, for example, they may extend further or less far along the jacket 13 or the channel 3. It is important here that there is a buffer plate in the hood as a continuation of the discharge channel 3 and / or the duct channel 2, on either side of which the supply opening 12 and 12 respectively. the drain opening is located. By making the hood 7 orientable in the direction of the wind, recirculation is further limited. Nevertheless, the cap 7 can also be of a fixed design.

Vanzelfsprekend behoren ook andere uitvoeringen, afwijkend van die volgens de bijgevoegde figuren, tot de onderhavige uitvinding. Zo is het ook mogelijk, de oriëntatie van het kanaaldeel 6 ten opzichte van de verbrandingsgasafvoer 3 van de uitvoeringen volgens figuur 1 en 3 draaivast uit te voeren. In dat geval kan slechts het schort 9t en daarbij de spleet 12 respectievelijk de sleuven 15, zich onder tussenkomst van de vaan 8 op de wind richten. Daarnaast is het ook mogelijk, het schort 9 draaivast ten opzichte van de verbrandingsgasafvoer 3 uit te voeren, waarmee het kanaaldeel 6 zich slechts in afhankelijkheid van de windrichting kan oriënteren middels de vaan 8. Ook kan in plaats van de vaan 8 gebruik gemaakt worden van andere middelen om het kanaaldeel 6 en/of de spleet 12 respectievelijk de sleuven 15 te oriënteren in afhankelijkheid van de windrichting.Of course, other embodiments, other than those according to the attached figures, are also included in the present invention. It is thus also possible to make the orientation of the duct part 6 relative to the flue gas discharge 3 of the embodiments according to Figures 1 and 3 rotatable. In that case, only the apron 9t and thereby the slit 12 or the slits 15, respectively, can face the wind with the aid of the vane 8. In addition, it is also possible to make the apron 9 rotatable relative to the flue gas discharge 3, with which the duct part 6 can orient itself only in dependence on the wind direction by means of the vane 8. Also, instead of the vane 8, use can be made of other means for orienting the channel section 6 and / or the slit 12 and the slits 15, respectively, depending on the wind direction.

Aldus wordt met de uitvinding beoogd, de monding van de verbrandingsluchttoevoer respectievelijk de verbrandingsgasafvoer zodanig te richten ten opzichte van de heersende luchtstroming in de omgeving, dat het opnieuw aanzuigen van verbrandingsgassen zo doelmatig mogelijk wordt beperkt.The object of the invention is thus to direct the mouth of the combustion air supply or the combustion gas discharge in such a manner relative to the prevailing air flow in the environment that the re-intake of combustion gases is limited as efficiently as possible.

Claims

Combined burner air supply and flue gas discharge (1) comprising an air supply tube (2) and a flue gas discharge tube (3) incorporated therein, provided with a burner at one end of connections connected to each other for connection to the air supply and the flue gas discharge respectively, and the opposite outer ends of which open into the surroundings and form an air inlet opening (12, 15) and a combustion gas discharge opening (6) respectively, the combustion gas discharge tube passing past the air supply tube, characterized in that the air inlet opening (12, 15) and / or the flue gas discharge opening (6) opens only radially on its periphery in the environment on one side of the combination (1), and can be rotated around the longitudinal axis of the combination (1) for orientation relative to the prevailing ambient air flow under influence of wind orientation means (8).

Combination (1) according to claim 1, in which a skirt (9) is arranged around the combustion gas discharge pipe (3) at a distance from the end of the air supply pipe (2) on the side of the air inlet opening (12, 15). extends and grips the direction of the air supply tube (2), which apron (9) has at most half its circumference an area with one or more air inlet openings (12, 15), while this apron (9) is rotatable about the longitudinal axis of the combination (1).

The combination (1) according to claim 2, wherein the skirt (9) engages broadly around the outer jacket (13) surrounding the burner air supply (2), while a flange (11) runs along the free lower edge of the skirt (9) in the direction of the outer jacket (13), which leaves an air inlet opening (12) in the intended area between itself and the outer jacket (13).

The combination (1) according to claim 2, wherein the skirt (9) engages snugly around the outer jacket (13), and in the area where the flue gas discharge pipe (3) extends beyond the burner air supply pipe (2) at the outer circumference thereof one or more openings (15) possession.

Combination according to one of the preceding claims, in which both the air inlet opening (12, 15) and the flue gas discharge opening (6) are rotatable around the longitudinal axis of the combination (1) and are coupled together to be rotatable.

Combination according to any one of the preceding claims, wherein the wind orientation means (8) comprise a wind vane.

Combination according to claim 1, in which these are at the top a bottom plate (22) and optionally a top plate (21) spaced therefrom and parallel thereto which are directed substantially transversely of the longitudinal direction of the flue gas discharge pipe ( 3), which tube (3) protrudes through the bottom plate (22), and ends at a distance from the possible top plate (21), and the burner air supply tube (2) runs against the bottom plate (22) and connects to it in a substantially gastight manner, with in the bottom plate (22) an opening (12) which opens into the tube (2), on the side of said opening (12) of which the tube (3) is at least partly surrounded by a buffer plate (27), which is consequently located between the outer wall of the pipe (3) and the opening (12), in accordance with figure 7

Combination according to claim 7, wherein the buffer plate (27) connects gastight to the top plate (21).

The combination of claim 7 or 8, wherein the buffer plate (27) extends radially outward from substantially diametrically opposed locations along the circumference of the tube (3), and between those locations parallel to the circumference of the tube (3) runs close to its outer circumference.

Combination according to any one of the preceding claims, wherein the flue gas discharge pipe (3) is constricted towards its free outlet (6).

Combination according to any one of the preceding claims, wherein the mouth of the flue gas discharge opening (6) is at an angle to the longitudinal direction of the flue gas discharge pipe (3)