NL9300951A - Werkwijze en inrichting voor het bereiden van een extract uit een te extraheren grondstof. - Google Patents

Description

Titel: Werkwijze en inrichting voor het bereiden van een extract uit een te extraheren grondstof.

Beschrijving;

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bereiden van een extract uit een te extraheren grondstof.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.

Een dergelijke werkwijze en inrichting voor het bereiden van een extract, in het bijzonder een werkwijze of inrichting voor het bereiden van bijvoorbeeld koffie, thee e.d., zijn van algemene bekendheid.

Bij de bekende werkwijze voor het met behulp van de bekende inrichting bereiden van koffie, thee, dan wel een ander extract, wordt onder invoed van druk, water door de te extraheren grondstof, welke bijvoorbeeld koffiemaalsel of theebladen omvat, geperst. Het in het algemeen in een bekertje opgevangen extract vormt vervolgens het bereide resultaat.

Veelal wordt ernaar gestreefd om binnen een, voor de in het bijzonder bij de koffieautomaat wachtende cliënt, acceptabele tijdsspanne, een kwalitatief goede kop koffie te zetten onder gebruikmaking van een zo klein mogelijke hoeveelheid koffiemaalsel, teneinde het eindprodukt te kunnen verschaffen tegen een zo laag mogelijke kostprijs.

De bekende werkwijze en inrichting voor het bereiden van een extract uit een te extraheren grondstof voldoen hieraan in onvoldoende mate.

Doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze en een compacte en op een eenvoudige wijze uiteen te nemen inrichting, waarmede op een zo economisch en snel mogelijke wijze een extract kan worden getrokken uit een te extraheren grondstof, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van het bereide extract.

Daartoe bezit de werkwijze overeenkomstig de uitvinding de stappen waarbij rondom een filter zijwanden worden opgericht voor het vormen van een bereidingskamer, waarin de te extraheren grondstof wordt gedeponeerd, waarna een dosis veelal water bevattende vloeistof aan de grondstof wordt toegevoegd en daarna het restant van de water bevattende vloeistof onder uitoefening van luchtdruk door de grondstof wordt geleid voor het vormen van het extract.

Het voordeel van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding is, dat na het toevoegen van de eerste dosis vloeistof aan de te extraheren grondstof de aldus ontstane substantie de kans kan krijgen om gedurende enige tijd te wellen, alvorens het restant aan vloeistof onder luchtdruk door de substantie wordt geleid.

Het is in de praktijk gebleken dat deze werkwijze leidt tot een verbeterde extractie, omdat daarmede naar verhouding meer vaste stof uit de te extraheren grondstof in het extract terecht komt.

In een werkwijze overeenkomstig de uitvinding wordt tussen de tijdsspannes van het toevoegen van de waterbevattende vloeistof in, lucht na het doorlopen van het filter tot de bereidingskamer toegelaten.

Van voordeel hierbij is dat het toelaten van lucht via het filter tot de bereidingskamer leidt tot een werveling van de genoemde zich veelal op het filter bevindende substantie.

Het gevolg hiervan is dat bij het daarna toevoegen van het restant aan vloeistof een zeer goede menging van deze vloeistof en de gevormde substantie plaatsvindt. Deze goede menging leidt uiteindelijk tot een zeer goede extractie.

Het verdient de voorkeur overeenkomstig een verdere uitvoering van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding, om na het bereiden de zijwanden neer te laten en vervolgens het filter op eenvoudige wijze te ontdoen van de resterende substantie, zodat significante schimmelvorming op de resterende substantie niet ertoe kan leiden dat een volgend extract hierdoor wordt besmet.

Overeenkomstig de uitvinding is de inrichting voor het bereiden van een extract uit een te extraheren grondstof opgebouwd uit tenminste een zuiger, een de zuiger omringende cilinder met een afdichtsectie, voorzien van tenminste een in een door de zuiger en cilinder gevormde bereidingskamer uitmondende sproeikop.

Ter verkrijging van een compacte en een uit een zo klein mogelijk aantal onderdelen op eenvoudige wijze op te bouwen inrichting overeenkomstig de uitvinding, verdient het de voorkeur om de zuiger vast ten opzichte van de cilinder op te stellen, waarbij het in het bijzonder de voorkeur verdient om de cilinder in langsrichting verplaatsbaar en zeer in het bijzonder verschuifbaar op te stellen t.o.v. de zuiger.

Aan de hand van de bijgaande tekening zullen de werkwijze en inrichting voor het bereiden van het extract, tezamen met verdere daarmede samenhangende voordelen nader worden toegelicht. De figuur toont een bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm van de betreffende inrichting.

De figuur toont een inrichting 1, welke deel uit kan maken van bijvoorbeeld een koffie-, thee-, soep- of cacaoautomaat, met behulp waarvan uit een te extraheren grondstof veelal een maalsel of bijv. en mengsel van kruiden bevattend, een extract wordt getrokken. De inrichting 1, welke in de getoonde configuratie dubbel is uitgevoerd, omvat een zuigerpaar 2-1, 2-2, welk zuigerpaar 2-1, 2-2, op een desgewenst in dwarsrichting verschuifbaar dragerdeel van een drager 3 is bevestigd. De zuigers 2-1, 2-2, zijn t.o.v. een in deze uitvoering verschuifbaar uitgevoerde cilinder(paar) 4-1, 4-2, beweegbaar aangebracht. Het cilinderpaar 4-1, 4-2, is d.m.v. zijdelings aan het cilinderpaar 4-1, 4-2, aangebrachte cilindergeleidemiddelen 5-1, 5-2, beweegbaar. De cilindergeleidemiddelen 5-1, 5-2, zijn in de getoonde uitvoering langs stangen 6 in langsrichting verschuifbaar. De stangen 6 zijn enerzijds bevestigd op de drager 3 en anderzijds bevestigd aan nog nader toe te lichten geleidemiddelen 7-1, 7-2. De feitelijke beweging van het cilinderblok 4-1, 4-2, langs de stangen 6, vindt plaats m.b.v. niet nader toegelichte middelen, welke bijvoorbeeld electrisch, pneumatisch of hydraulisch kunnen worden uitgevoerd. De inrichting 1 bevat voorts een afdichtsectie 8, welke in de getoonde uitvoering in dwarsrichting verschuifbaar is aangebracht tussen de geleidemiddelen 7-1, 7-2. In de afdichtsectie 8 bevindt zich een sproeikop(paar) 9-1, 9-2, welke sproeikoppen resp. uitmonden in een bereidingskamer 10-1, 10-2, welke is gevormd binnen de cilinders 4-1, 4-2. De zuigers 2-1, 2-2, zijn hol uitgevoerd en aan hun resp. bovenzijden voorzien van filters 11-1, 11-2.

De werking van de inrichting 1 is als volgt. Bij aanvang van de extractiecyclus, bevindt de zuiger 2-1, 2-2, zich geheel in de cilinder 4-1, 4-2 en bevindt de afdichtsectie zich in de niet getoonde naar achteren geschoven positie. Indien het bereidingsproces wordt gestart, wordt het cilinderpaar omhoog gebracht tot op zekere hoogte, vervolgens wordt in de daarmede ontstane bereidingskamer 10-1, 10-2, d.m.v. niet weergegeven middelen een te extraheren grondstof gebracht, en wordt de afdichtsectie 8 naar voren geschoven, waarna de cilinder 10-1, 10-2, nog iets verder naar boven schuift, als gevolg waarvan de sproeikop 9-1, 9-2, binnen de bereidingskamer 10-1, 10-2 valt. In die stand van de cilinder wordt een geringe dosis vloeistof, in het algemeen (warm)water, d.m.v. de sproeier 9-1, 9-2, in de bereidingskamer 10-1, 10-2, gesproeid. Vervolgens wordt de cilinder 4-1, 4-2, nog verder omhoog bewogen, zodat afdichtingen 12-1, 12-2, welke om resp. aan de afdichtsectie 8 aangebrachte uitlopen 13-1, 13-2, zijn aangebracht, de bereidingskamer 10-1, 10-2, volledig afsluiten. Daarna krijgt de substantie in de vorm van de te extraheren grondstof en de dosis vloeistof enige tijd de gelegenheid om te wellen, waarbij gedurende dit welproces buitenlucht de gelegenheid krijgt om na het filter te hebben doorlopen toe te treden tot de bereidingskamer 10-1, 10-2. Dit toetreden van lucht heeft een werveling in de zich in de breidingskamer 10-1, 10-2, en veelal op de zeef 11-1, 11-2, aanwezige substantie tot gevolg. Na afloop van het welproces wordt het restant vloeistof via de sproeier 9-1, 9-2, aan de gesloten bereidingskamer 10-1, 10-2, toegevoerd, waarna onder inwerking van luchtdruk de vloeistof door de substantie en het filter 11-1, 11-2, tot in de hol uigevoerde zuiger 2-1, 2-2, wordt geperst, naar niet nader getoonde afvoermiddelen, waaraan het bereide extract kan worden afgenomen. Desgewenst wordt resterende vochtige lucht in de bereidingskamer 10-1, 10-2 d.m.v. niet aangegeven luchtafzuigmiddelen die bijv. in de afdichtsectie 8 of in de cilinderwand zijn aangebracht, afgezogen, nadat de bereidingskamer 10-1, 10-2, is geopend. In de uitgangspositie gebracht wordt d.m.v. niet weergegeven wismiddelen ervoor gezorgd dat het filter ll-l, 11-2, wordt schoongeveegd.

Desgewenst kunnen in of bij de zuiger 2-1, 2-2, respectievelijk expansiemiddelen 14-1, 14-2, zijn aangebracht, om ervoor zorg te dragen dat het extract rustig en gelijkmatig uit de eerder genoemde afvoermiddelen stroomt. Desgewenst kan het filter 11-1, 11-2 dat uitwisselbaar is uitgevoerd, worden gecombineerd met niet getoonde afdichtingsmiddelen. In dat geval is het filter/de afdichtingsmiddelen als een geheel uitwisselbaar. Door ervoor zorg te dragen dat resp. zuigers en cilinders praktisch lucht- c.q. vloeistofdicht t.o.v. elkaar beweegbaar zijn, wordt de bereiding van goede espresso-koffie, waarvoor deze hogere drukken van belang zijn, ook met de onderhavige inrichting 1 haalbaar. De genoemde afdichtmiddelen fungeren bovendien als schraapvoorziening, teneinde de binnenwand van de cilinder 4-1, 4-2, schoon te houden.

Vanzelfsprekend zijn de verschillende hierboven genoemde onderdelen op eenvoudige wijze uitneembaar c.q. losneembaar, en goed bereikbaar teneinde in een korte tijdsspanne een noodzakelijk periodiek onderhoud te kunnen plegen.

Claims (17)

1. Werkwijze voor het bereiden van een extract uit een te extraheren grondstof, waarbij rondom het filter zijwanden worden opgericht voor het vormen van een bereidingskamer, waarin de grondstof wordt gedeponeerd, waarna een dosis veelal water bevattende vloeistof aan de grondstof wordt toegevoerd en daarna het restant van de waterbevattende vloeistof onder uitoefening van druk door de grondstof wordt geleid voor het vormen van het extract.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij tussen de tijdsspannes van het toevoegen van de water bevattende vloeistof in, lucht na het doorlopen van het filter tot de bereidingskamer wordt toegelaten.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij na het bereiden de lucht uit de bereidingskamer wordt gezogen.

4. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-3, waarbij na het bereiden de zijwanden worden neergelaten en het filter wordt ontdaan van de achtergebleven substantie.

5. Inrichting voor het bereiden van een extract uit een te extraheren grondstof opgebouwd uit tenminste een zuiger, een de zuiger omringende cilinder met een afdichtsectie, voorzien van tenminste een in de door de zuiger en de cilinder gevormde bereidingskamer uitmondende sproeikop.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de zuiger verplaatsbaar, is t.o.v. de cilinder.

7. Inrichting volgens conclusies 5 of 6, waarbij de cilinder in langsrichting verplaatsbaar is t.o.v. de zuiger.

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de cilinder in langsrichting verschuifbaar is t.o.v. de zuiger.

9. Inrichting volgens een van de conclusies 5-8, waarbij de zuiger op een in dwarsrichting verplaatsbare drager is bevestigd.

10. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, waarbij de afdichtsectie van een uitloop is voorzien, welke uitloop afdichtend losneembaar is bevestigd op de cilinderkop.

11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de afdichtsectie verplaatsbaar is t.o.v. de cilinder.

12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij de afdichtsectie verschuifbaar is t.o.v. de cilinder .

13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij de afdichtsectie verschuifbaar is in een richting loodrecht op de schuifrichting van de cilinder.

14. Inrichting volgens een van de conclusies 5-13, waarbij de zuiger hol is.

15. Inrichting volgens conclusie 14, waarbij de zuiger is voorzien van het filter.

16. Inrichting volgens conclusie 14 of 15, waarbij met de bereidingskamer in verbinding staande expansiemiddelen zich in de holle zuiger bevinden.

17. Inrichting volgens een van de conclusies 5-16, waarbij de inrichting meervoudig, zeer in het bijzonder dubbel, is uitgevoerd.