NL9300699A - Afdichtingselement. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Afdichtingselement

De uitvinding heeft betrekking op een afdichtingsele¬ment voor het vormen van een vloeistofdichte afdichtingtussen twee in hoofdzaak evenwijdig verlopende buisvormigeelementen, zoals een binnen- en buitenkolom van een wron-geldraineermachine, ten minste omvattende een met één vande buisvormige elementen samenwerkend eindloos lichaam uitbuigzaam materiaal, waarvan ten minste een deel van deomtrek onder invloed van een onder druk staand mediumzodanig verplaatst kan worden dat deze afdichtend gaataanliggen tegen het andere buisvormige element, terwijlgenoemd eindloos lichaam uit buigzaam materiaal is verbon¬den met aan eerstgenoemd buisvormig element bevestigdepositioneringsmiddelen.

Een dergelijk afdichtingselement is algemeen bekend.

Bij de bereiding van kaas wordt een wei/wrongelmassa,die ontstaat na het toevoegen van enzymen en een zuursel(bacteriecultuur) aan melk, door een draineermachine geleidvoor het af voeren van wei uit de massa. Een dergelijkemachine omvat één of meer vormbuizen, die samengesteld zijnuit een binnen- en een buitenkolom. De ruimte tussen dezekolommen wordt door tussenschotten verdeeld in meerdereruimten, die van elkaar afgesloten zijn met behulp vanafdichtingselementen. De zo gevormde ruimten, die tegen-drukruimten worden genoemd, zijn met stijgleidingen voorhet afvoeren van wei uit de wei/wrongelmassa verbonden.Deze tegendrukruimten in combinatie met de stijgleidingenregelen de afvoer van wei door een tegendruk op te bouwen.

Het bekende afdichtingselement bevindt zich op debinnenwand van de buitenkolom. De positioneringsmiddelenomvatten een flens, die aan zijn binnenste omtrek voorzienis van een sleuf. In de sleuf is een rubberen, opblaasbareband geplaatst. De band, die een speciaal profiel en eenspeciale vorm heeft, bevindt zich klemmend in de sleuf vande flens. De flens is van een toevoerleiding voor het onderdruk staand medium, in het bijzonder lucht, voorzien. Deze toevoerleiding staat in vaste verbinding met de rubberenband. Door het toevoeren van het medium via deze leidingkan de band opgepompt worden. Indien de band wordt opge¬pompt, zet deze uit en verplaatst zich enigszins buiten desleuf en komt in aanraking met een op de binnenkolom ge¬plaatste flens voor het vormen van een vloeistofdichteafdichting tussen de beide kolommen.

De band dient een speciaal profiel en een specialevorm te hebben, omdat tijdens het oppompen daarvan in feitealleen de binnenste omtrek van de band zich kan verplaat¬sen. De buitenste omtrek wordt op zijn plaats gehouden doorde sleuf van de flens.

Door de speciale vorm en het speciale profiel van deband is de fabricage daarvan duur. Daarnaast heeft dezeband het nadeel dat deze speciaal en zeer nauwkeurig moetworden vervaardigd en een lange levertijd heeft. Een andernadeel van deze band is dat de band niet gemakkelijk ver¬vangen kan worden. De kosten verbonden aan het gebruik vandit bekende afdichtingselement zijn derhalve hoog.

Een ander nadeel is dat lucht voor het onder drukstaand medium wordt gebruikt. Bij lekkage kan deze lucht inaanraking komen met de wei, wat uit het oogpunt van hygiëneen ook economisch gezien niet gewenst is, omdat de wei danzuur wordt en de marktwaarde van deze zure wei gering is.Bij lekkage kan ook lucht in de wrongelmassa terecht komen,hetgeen eveneens ongewenst is.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van eenafdichtingselement, dat eenvoudig en goedkoop te vervaardi¬gen is.

Een ander doel van de uitvinding is het verschaffenvan een afdichtingselement, waarbij geen gasvormig onderdruk staand medium wordt toegepast.

Weer een ander doel is het verschaffen van een afdich¬tingselement, dat gemakkelijk verwijderd en vervangen kanworden en waarbij geen hulpgereedschappen nodig zijn.

Het afdichtingselement volgens de uitvinding wordtdaardoor gekenmerkt dat de positioneringsmiddelen de vormbezitten van een aan het binnenste element van de buisvor¬ mige elementen bevestigde flens, die aan zijn omtrek voor¬zien is van een sleuf, waarin zich enigszins klemmend hetde sleuf afdichtend eindloos lichaam van buigzaam materiaalbevindt, en aan de binnenzijde van de sleuf één of meertoevoeropeningen voor een onder druk staand medium aanwezigzijn.

Het afdichtingselement volgens de uitvinding bevindtzich op de binnenkolom, die uitneembaar is, waardoor eeneenvoudig toegankelijke constructie wordt verkregen. Doorhet toevoeren van het onder druk staand medium zal dit deruimte in de sleuf achter het afdichtend eindloos lichaamvan buigzaam materiaal vullen en zich daar verspreiden.Omdat het lichaam precies in de sleuf past en deze afsluitzal het medium in de ruimte achter het lichaam een drukopbouwen, waardoor het lichaam zich naar buiten toe ver¬plaatst. Het lichaam wordt dan tegen de buitenkolom aangedrukt voor het vormen van een vloeistofdichte afdichtingtussen de binnen- en buitenkolom.

Het afdichtingselement volgens de uitvinding heeft hetvoordeel, dat het lichaam uit materialen die in de handelverkrijgbaar zijn, kan worden vervaardigd. Daarnaast is heteindloos lichaam eenvoudig te vervaardigen, bijvoorbeelddoor het op de gewenste lengte recht af te snijden en debeide uiteinden aan elkaar te bevestigen door lassen of opelke andere geschikte wijze. De fabricagekosten van ditlichaam zijn derhalve laag vergeleken met die van de beken¬de, opblaasbare band.

Ook het verwijderen en vervangen van het lichaam iszeer eenvoudig en kan zonder hulpgereedschappen wordenuitgevoerd.

Indien de buitenzijde van de sleuf en van de omtrekvan het lichaam, in afwezigheid van het onder druk staandmedium, op dezelfde plaats liggen kan de afdichting opvoordelige wijze plaatsvinden doordat de verplaatsing vanhet lichaam onder invloed van het onder druk staand mediumkleiner is dan de helft van de breedte van het lichaam.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het afdichtings¬element is het lichaam ringvormig uitgevoerd, waardoor de ruimte in de sleuf achter het lichaam, die gevuld wordt methet onder druk staand medium, overal gelijk is en zo eengelijkmatige druk door dit medium kan worden opgebouwd enuitgeoefend op het lichaam.

Bij voorkeur bestaat het lichaam uit rubber of eenelastische kunststof, omdat dan gemakkelijk het eindlooslichaam enigszins klemmend en de sleuf afdichtend kanworden bevestigd; een doelmatig materiaal is neopreenrub-ber.

Uit het oogpunt van hygiëne is het lichaam bij voor¬keur massief uitgevoerd.

In een volgende uitvoeringsvorm is de dwarsdoorsnedevan het onbelaste lichaam bij voorkeur rond, zodat hetlichaam de sleuf goed afsluit. Andere vormen zoals vierkantof rechthoekig zijn eveneens mogelijk, indien voldaan wordtaan de voorwaarde dat de sleuf goed wordt afgesloten.

In een andere mogelijke uitvoeringsvorm van het af-dichtingselement volgens de uitvinding staat het lichaamonder voorspanning in de sleuf, zodat het lichaam zich inafwezigheid van de invloed van het onder druk staand mediumgeheel in de sleuf bevindt. Op deze wijze kan het verwij¬deren van de binnenkolom uit de buitenkolom gemakkelijkplaatsvinden.

Met hetzelfde doel kan het afdichtingselement volgensde uitvinding ook zo uitgevoerd worden dat het lichaam inniet-afdichtende toestand onder invloed van het onder drukstaand medium, dat een onderdruk heeft, zich geheel in desleuf bevindt. Op deze wijze wordt door het medium eenzuigkracht op het lichaam uitgeoefend, zodat het lichaam inde sleuf wordt gezogen.

In een volgende uitvoeringsvorm zijn de toevoermidde-len voor het onder druk staand medium geschikt voor hettoevoeren van vloeibaar medium, bij voorkeur geschikt voorhet toevoeren van water. Bij eventuele lekkages brengtwater geen schade toe aan de produkten. Dit in tegenstel¬ling tot lucht, dat wel een schadelijk effect heeft op dewei en de wrongel.

Om de afdichting nog beter te verzekeren omvatten de positioneringsmiddelen bij voorkeur geen flens op hetbuitenste element van de buisvormige elementen. De binnen¬wand van het buitenste element van de buisvormige elementenis in dit geval vlak. Het lichaam zal door de aangelegdedruk door het onder druk staand medium in afdichtendetoestand enigszins vervormen, waardoor het contactoppervlakvan dit lichaam met het buitenste element wordt vergroot.Bij een vlakke binnenwand van het buitenste element van debuisvormige elementen kan het binnenste element op eenvou¬dige wijze in het buitenste element geplaatst worden, omdathet afdichtingselement op het binnenste element niet tenopzichte van een zich op het buitenste element bevindendeflens gepositioneerd moet worden, zoals bij het bekendeafdichtingselement plaats dient te vinden.

De positioneringsmiddelen kunnen eveneens afvoermidde-len voor het onder druk staand medium omvatten. Op dezewijze kan het onder druk staand medium gemakkelijk af ge¬voerd worden in niet-geactiveerde toestand van het afdich¬tingselement. Eveneens is het mogelijk op deze wijze reini-gingsvloeistof achter het lichaam te laten circuleren voorhet reinigen van het lichaam en de daarachter gelegenruimte. Het gemakkelijk verwijderbare lichaam maakt ook eenadekwate reiniging van buitenaf mogelijk.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrich¬ting voor het af voeren van wei uit een wei/wrongelmassa,voorzien van ten minste één vormbuis, bestaande uit eenbinnenkolom en een buitenkolom en een afdichtingselementtussen beide kolommen en is daardoor gekenmerkt dat deinrichting ten minste één afdichtingselement van het hier¬voor beschreven type volgens de uitvinding bevat. Door hetopnemen van afdichtingselementen volgens de uitvinding kande inrichting met grote bedrijfszekerheid worden bedreven.De eenvoudige constructie zorgt ervoor dat de afdichting teallen tijde functioneert.

Hoewel bij de bestaande constructie de afdichtingeenmalig op de vaste buitenkolom wordt aangebracht en bijde inrichting volgens de uitvinding de afdichting evenzove-le malen op de binnenkolom wordt aangebracht als er binnen- kolommen zijn, is de constructie van de afdichtingselemen-ten zoveel eenvoudiger en de onderdelen daarvan zoveelgoedkoper, dat bij een gemiddeld aantal binnenkolommen permachine (twee a drie stuks) de kostprijs per machine gehal¬veerd is. Per binnenkolom zijn drie tot vier afdichtings-elementen nodig.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand vande bijgevoegde tekeningen, waarbij

Fig. 1 een afdichtingselement volgens de stand van detechniek voorstelt;

Fig. 2 een afdichtingselement volgens de uitvindingis.

Fig. 1 is een schematische voorstelling van het af¬dichtingselement volgens de stand van de techniek. Ditafdichtingselement is aangebracht op de buitenkolom 1, enbestaat uit een flens 2. In de flens 2 bevindt zich eenholle opblaasbare band 3, die met middelen 7 voor hettoevoeren van lucht is verbonden. Indien via de middelen 7voor het toevoeren van lucht de holle band 3 wordt opge¬pompt, verplaatst zich de binnenomtrek van de band 3 naarbuiten en komt in aanraking met de flens 2' op de binnenko¬lom 11 voor het vormen van een afdichting tussen de beidekolommen 1 en 11. Deze fig. laat het speciale profiel en despeciale vorm van de band 3 duidelijk zien.

Fig. 2 is een schematische voorstelling van het af¬dichtingselement volgens de uitvinding, waarbij onderdelen,die gelijk zijn aan de onderdelen van de inrichting volgensfig. 1, met gelijke verwijzingsgetallen zijn aangeduid.

Het afdichtingselement bestaat uit een op de binnenko¬lom 11 aangebrachte flens 2, die aan zijn omtrek voorzienis van een sleuf 4. In de sleuf 4 bevindt zich het eindlooslichaam 3, dat enigszins klemmend en op afdichtende wijzein de sleuf 4 is aangebracht. De ruimte achter het eindlooslichaam 3 van de sleuf 4 staat in verbinding met de midde¬len 5, 6, 7 voor het toevoeren van een onder druk staandmedium 8. Door het toevoeren van het onder druk staandmedium 8 via de toevoermiddelen 5, 6, 7 daarvoor wordt deruimte achter het lichaam 3 van de sleuf 4 gevuld. Het lichaam 3 verplaatst zich onder invloed van het onder drukstaand medium 8 naar buiten toe en komt in aanraking metde vlakke wand van de buitenkolom 1. De plaats van hetlichaam 3, wanneer het zich in uitgeschoven positie bevindtonder invloed van het onder druk staand medium 8, is meteen stippellijn aangegeven in deze fig. Het lichaam 3 isenigszins vervormd op de plaats waar het in aanraking komtmet de vlakke binnenwand van de buitenkolom 1, waardoor hetcontactoppervlak wordt vergroot.

Claims (13)

1. Afdichtingselement voor het vormen van een vloeistof¬dichte afdichting tussen twee in hoofdzaak evenwijdigverlopende buisvormige elementen (1, 11) , zoals een binnen-en buitenkolom van een wrongeldraineermachine, ten minsteomvattende een met één van de buisvormige elementen (1, 11)samenwerkend eindloos lichaam (3) uit buigzaam materiaal,waarvan ten minste een deel van de omtrek onder invloed vaneen onder druk staand medium (8) zodanig verplaatst kanworden dat deze afdichtend gaat aanliggen tegen het anderebuisvormige element, terwijl genoemd eindloos lichaam (3)uit buigzaam materiaal is verbonden met aan eerstgenoemdbuisvormig element bevestigde positioneringsmiddelen, methet kenmerk, dat de positioneringsmiddelen de vorm bezittenvan een aan het binnenste element (11) van de buisvormigeelementen (1, 11) bevestigde flens (2), die aan zijn omtrekvoorzien is van een sleuf (4), waarin zich enigszins klem¬mend het de sleuf (4) afdichtend eindloos lichaam (3) vanbuigzaam materiaal bevindt, en aan de binnenzijde van desleuf (4) één of meer toevoeropeningen (5, 6, 7) voor eenonder druk staand medium (8) aanwezig zijn.

2. Afdichtingselement volgens conclusie 1, met het ken¬merk, dat de verplaatsing van het lichaam (3) onder invloedvan het onder druk staand medium (8) kleiner is dan dehelft van de breedte van het lichaam (3).

3. Afdichtingselement volgens conclusie 1 en/of 2, methet kenmerk, dat het lichaam (3) ringvormig is.

4. Afdichtingselement volgens één of meer van de conclu¬sies 1 tot en met 3, met het kenmerk, dat het lichaam (3)uit rubber of een elastische kunststof bestaat.

5. Afdichtingselement volgens één of meer van de conclu¬sies 1 tot en met 4, met het kenmerk, dat het lichaam (3) massief is.

6. Afdichtingselement volgens één of meer van de conclu¬sies 1 tot en met 5, met het kenmerk, dat de dwarsdoorsnedevan het onbelaste lichaam (3) rond is.

7. Afdichtingselement volgens één of meer van de conclu¬sies 1 tot en met 6, met het kenmerk, dat het lichaam (3)onder voorspanning in de sleuf (4) staat, zodat het lichaam(3) zich in afwezigheid van de invloed van het onder drukstaand medium (8) geheel in de sleuf (4) bevindt.

8. Afdichtingselement volgens één of meer van de conclu¬sies 1 tot en met 6, met het kenmerk, dat het lichaam (3)in niet-afdichtende toestand onder invloed van het onderdruk staand medium (8) , dat een onderdruk heeft, zichgeheel in de sleuf (4) bevindt.

9. Afdichtingselement volgens één of meer van de conclu¬sies 1 tot en met 8, met het kenmerk, dat de toevoermidde-len (5, 6, 7) voor het onder druk staand medium (8) ge¬schikt zijn voor het toevoeren van een vloeibaar medium.

10. Afdichtingselement volgens één of meer van de conclu¬sies 1 tot en met 9, met het kenmerk, dat de toevoermidde-len (5, 6, 7) geschikt zijn voor het toevoeren van water.

11. Afdichtingselement volgens één of meer van de conclu¬sies 1 tot en met 10, met het kenmerk, dat de positione-ringsmiddelen geen flens op het buitenste element (1) vande buisvormige elementen (1,11) omvatten.

12. Afdichtingselement volgens één of meer van de conclu¬sies 1 tot en met 12, met het kenmerk, dat de positione-ringsmiddelen eveneens afvoermiddelen voor het onder drukstaand medium (8) omvatten.

13. Inrichting voor het afvoeren van wei uit een wei/wron- gelmassa, voorzien van ten minste één vormbuis, bestaandeuit een binnenkolom en een buitenkolom en een afdichtings-element tussen beide kolommen, met het kenmerk, dat de in¬richting ten minste één afdichtingselement volgens één ofmeer van de conclusies 1 tot en met 13 bevat.