NL9220015A - Werkwijze en inrichting voor boogsnijden onder water. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor boogsnijden onder water. Download PDF

Info

Publication number
NL9220015A
NL9220015A NL9220015A NL9220015A NL9220015A NL 9220015 A NL9220015 A NL 9220015A NL 9220015 A NL9220015 A NL 9220015A NL 9220015 A NL9220015 A NL 9220015A NL 9220015 A NL9220015 A NL 9220015A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
electrode
arc
frame
arc cutting
movement
Prior art date
Application number
NL9220015A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Reijo Sakari Mustonen
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Reijo Sakari Mustonen filed Critical Reijo Sakari Mustonen
Publication of NL9220015A publication Critical patent/NL9220015A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23KSOLDERING OR UNSOLDERING; WELDING; CLADDING OR PLATING BY SOLDERING OR WELDING; CUTTING BY APPLYING HEAT LOCALLY, e.g. FLAME CUTTING; WORKING BY LASER BEAM
    • B23K35/00Rods, electrodes, materials, or media, for use in soldering, welding, or cutting
    • B23K35/02Rods, electrodes, materials, or media, for use in soldering, welding, or cutting characterised by mechanical features, e.g. shape
    • B23K35/0211Rods, electrodes, materials, or media, for use in soldering, welding, or cutting characterised by mechanical features, e.g. shape for use in cutting
    • B23K35/0216Rods, electrodes, wires
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23KSOLDERING OR UNSOLDERING; WELDING; CLADDING OR PLATING BY SOLDERING OR WELDING; CUTTING BY APPLYING HEAT LOCALLY, e.g. FLAME CUTTING; WORKING BY LASER BEAM
    • B23K9/00Arc welding or cutting
    • B23K9/013Arc cutting, gouging, scarfing or desurfacing
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23KSOLDERING OR UNSOLDERING; WELDING; CLADDING OR PLATING BY SOLDERING OR WELDING; CUTTING BY APPLYING HEAT LOCALLY, e.g. FLAME CUTTING; WORKING BY LASER BEAM
    • B23K9/00Arc welding or cutting
    • B23K9/06Arrangements or circuits for starting the arc, e.g. by generating ignition voltage, or for stabilising the arc
    • B23K9/067Starting the arc
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23KSOLDERING OR UNSOLDERING; WELDING; CLADDING OR PLATING BY SOLDERING OR WELDING; CUTTING BY APPLYING HEAT LOCALLY, e.g. FLAME CUTTING; WORKING BY LASER BEAM
    • B23K9/00Arc welding or cutting
    • B23K9/24Features related to electrodes
    • B23K9/28Supporting devices for electrodes
    • B23K9/30Vibrating holders for electrodes

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Plasma & Fusion (AREA)
  • Arc Welding In General (AREA)
  • Underground Or Underwater Handling Of Building Materials (AREA)
  • Surgical Instruments (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor boogsnijden onder water.
De uitvinding heeft betrekking op het boogsnijden van metalen objecten door middel van tussen een electrode en het metalen object tot stand gebrachte electrische boog. Nauwkeuriger gezegd betreft de uitvinding een werkwijze volgens de aanhef van conclusie 1 en een inrichting volgens de aanhef van conclusie 8 voor een inrichting voor boogsnijden onder water, speciaal voor het boogsnijden van metaalplaten en constructies door middel van een electrische boog. De te snijden objecten kunnen delen onder water zijn van schepen of dergelijke, vaste, onder water gelegen constructies zoals brugpijlers en speciaal onder water gelegen delen van buitengaats gelegen boorplatforms voor olie en gas.
De meest gebruikte werkwijze voor electrisch boogsnijden onder water is de zuurstofboogmethode, waarin de boog tot stand gebracht wordt tussen de electrode en het werkstuk. Tegelijk wordt een stroom zuurstofgas in de boog geblazen. Deze snijmethode is onnauwkeurig en leidt tot een ruw snijspoor. Zuurstofbellen verminderen het zicht van de bedienende persoon en verder verhoogt het gebruik van zuurstof veiligheidsrisico's. Verder is er reden om melding te maken van nadelen met betrekking tot bovengenoemde methode, dat gashouders en/of slangen moeten worden getransporteerd tot dicht bij het object dat dikwijls op een niet makkelijk toegankelijke en zelfs gevaarlijke plaats gelegen is. Verder doen een brander en zuurstof samen, naast een aanzienlijk brandrisico, ook een potentieel gevaar en waarschijnlijkheid van significante toename van ongelukken wanneer sandwichpla-ten worden gesneden waarbij een gevaar zal zijn de ontwikkeling van gaszakken en explosies.
US octrooischrift nr 4 842 154 beschrijft een electrische boogsnijinrichting waarin een draaiende schijfeenheid verplaatst wordt langs een werkstuk, dat zal smelten, en de draaibeweging van de schijf het gesmolten materiaal van het werkstuk zal verwijderen. Het hoofdprobleem met deze techniek hangt samen met de veiligheidsrisico's van de draaiende schijf en met het feit dat de ontwikkeling van thermische spanningen de neiging heeft het te snijden werkstuk te vervormen en de schijf de nèiging heeft om aan het werkstuk vast te blijven zitten, en dat het met de boogsnijmethode met de schijf niet mogelijk is gaten of dergelijke in het werkstuk te verkrijgen. Het snijden met de schijf is dus slechts bedoeld om rechte en korte sneden te maken en is hoofdzakelijk geschikt voor het afsnijden van smalle objecten zoals strips, kettingen, pijpen, enz.
Het doel van de uitvinding is een nieuwe boogsnijmetho-de en -inrichting te verschaffen, geschikt om onder water te werken, welke inrichting veilig is, gemakkelijk te gebruiken, nauwkeurig en waardoor het mogelijk is een zeer strakke snede van elke gewenste vorm te leveren. Een verder doel van de uitvinding is een boogsnij inrichting te verschaffen die, als hij op afstand van het object wordt gebracht, zichzelf automatisch in niet werkzame toestand brengt.
volgens de uitvinding worden bovenstaande doeleinden bereikt door de in de aanvang genoemde werkwijze en inrichting, waarbij de karakteristieke maatregelen ervan omschreven zijn in de bijgaande conclusies.
De uitvinding is dan ook gebaseerd op het nieuwe ingenieuze basisinzicht dat, bij de werkwijze volgens de uitvinding, een electrode die minstens draait om zijn lengteas, gebracht wordt tot op een boogontstekende afstand van een te snijden object, waarna de electrode zijdelings wordt verschoven onder een te kiezen oriëntatiehoek en diepte van boogsnijden langs een gewenste boogsnijlijn, en dat de inrichting volgens de uitvinding een met de hand of mechanisch manipuleerbaar boogsnijwerktuig is dat omvat: een frame; een langwerpige electrode die verbindbaar is met een stroombron via een contactmiddel; middelen binnen het frame om tijdens de boogsnijprocedure voor de electrode tenminste een draaibeweging te veroorzaken ten opzichte van de lengteas ervan, waardoor de electrode tot een boogontstekende contactafstand vanaf het te snijden object brengbaar is en in hoofdzaak zijdelings beweegbaar langs een gewenste boogsnij lijn, waarbij de electrode kan functioneren als boog- snijcomponent en de boog kan werken minstens binnen een sectie van een omtrek van de electrode.
Omtrent de meest significante voordelen van de uitvinding kan onder andere worden vermeld dat - Het snijproces beheerst wordt. Als gevolg van de techniek van het apparaat kan de duiker gemakkelijk werken zonder veiligheidsrisico's in vergelijking met het hedendaagse snijwerk en de techniek onder water. De snede is beheerst en beheersbaar. De snede is uitermate strak. Bovendien is het mogelijk precies de gewenste vorm van randen (afschuiningen) te verkrijgen, ofwel door gebruikmaking van een gevormde electrode, waarbij het gereedschap in een vaste stand kan worden verplaatst, of door het gereedschap onder de gewenste hoek schuin te plaatsen.
De inrichting kan worden gebruikt alleen voor het maken van gaten. In dit geval brengt de electrode door het te verwijderen of te perforeren materiaal en maakt het een gat van zijn eigen afmeting, of desgewenst van grotere afmeting.
- Het snijden kan in een willekeurig punt worden gestart, bijvoorbeeld in het midden van een te snijden plaat. De inrichting wordt op de plaat geplaatst. De electrode wordt door de plaat gedrukt en het wordt mogelijk om het snijden van de gewenste figuur te starten.
De inrichting is geschikt voor en maakt mechanisatie mogelijk van boogsnijden onder water, bijvoorbeeld bij een robot, zoals in omstandigheden boven water.
- De sneden zijn gemakkelijk in ale standen uit te voeren. Op basis van de draaiing van de electrode en snedevormen valt de af te voeren smelt uiteen in uitermate kleine "bolletjes" van ongeveer 0,3-2mm. Die kleine smeltdeeltjes veroorzaken geen gevaar voor de duiker, omdat de smelt snel afkoelt.
- Het is mogelijk om snel, strak en op veilige wijze een snede te maken die de vorm heeft van een cirkel of een vierhoek of elke andere vorm.
Omdat bij het snijproces geen gassen worden gebruikt, verschijnen er geen bellen of andere visuele hindernissen van deze soort. De duiker kan het snijproces steeds duidelijk zien, omdat het boogsnijproces wordt uitgevoerd in boven-water-omstandigheden. Evenmin bestaat er enig gevaar van gas- of drukexplosie, omdat er geen gassen worden gebruikt zoals bijvoorbeeld bij het zuurstofsnijden.
De inrichting wordt door water aangedreven. Omdat er geen oliehydraulica wordt gebruikt, is de inrichting goedkoop en ecologisch voordelig.
Koeling werkt door het aandrijfwater.
- De inrichting is zeer veilig in vergelijking met de nu in gebruik zijnde inrichtingen. Er worden geen risico's veroorzaakt van gasnadelen of draaiende grote schijven, die de slangen kunnen doorsnijden of in het pak kunnen snijden. De duiker kan de inrichting altijd zien omdat er geen visuele obstakels verschijnen, en evenmin is de kracht van de inrichting zo groot dat hij uit de handen van de duiker zou breken en schade zou veroorzaken.
Op basis van de techniek ervan, is de. inrichting klein van afmetingen en licht, gemakkelijk te gebruiken, gemakkelijk te hanteren, bevat hij weinig verbruikbare of breekbare onderdelen, is hij economisch te vervaardigen, handig voor verschillende soorten werk zonder aanmerkelijke wijzigingen.
De uitvinding wordt in het navolgende op meer gedetailleerde wijze beschreven door middel van bepaalde voorkeursuitvoeringen ervan, verwijzend naar de bijgaande tekeningen, waarin
Fig. la een fase van de werkwijze voor boogsnij den volgens de uitvinding illustreert, waarin de inrichting volgens de uitvinding dicht bij het object gebracht is en de boog op het punt staat te worden ontstoken,
Fig. lb illustreert een fase van de werkwijze voor boogsnijden volgens de uitvinding, waarin de electrode door de door te snijden metaalplaat gebracht is en de electrode opzij verplaatst is,
Fig. 2 is een gedeeltelijke doorsnede door de inrich- ting volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding,
Fig. 3 is een gedeeltelijke doorsnede van de inrichting volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvin-ding,
Fig. 4 illustreert een voorkeursconstructie voor de electrode, geschikt om te worden toegepast bij de inrichting volgens de uitvinding,
Fig. 5 illustreert een andere voorkeursconstructie voor de electrode, geschikt om te worden toegepast bij de inrichting volgens de uitvinding,
Fig. 6 is een doorsnede van een electrode die geschikt is om te worden toegepast bij de inrichting volgens de uitvinding,
Fig. 7 is een doorsnede van een tweede electrode die geschikt is om te worden toegepast bij de inrichting volgens de uitvinding,
Fig. 8 is een doorsnede door een derde electrode die geschikt is om te worden toegepast bij de inrichting volgens de uitvinding,
Fig. 9 is een doorsnede van een vierde electrode die geschikt is om te worden toegepast bij de inrichting volgens de uitvinding.
Verwezen wordt naar de figuren la en lb en de werkwijze volgens de uitvinding wordt beschreven, speciaal voor het door boogsnijden onder water doorsnijden van metalen platen en/of constructies door middel van een electrische boog. Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt een gedeelte naar keuze van een bij voorkeur langwerpige electrode l, die om zijn lengteas draait, axiaal heen en terug beweegt en/of oscilleert en verbonden is met een geschikte bron van electrische stroom, gebracht tot op een boogontstekende contact-afstand van een object 2 dat met de boog moet worden doorge-sneden, en voor het tot stand brengen van het boogsnijden wordt de electrode 1 in wezen zijdelings bewogen in een te kiezen hoekoriëntatie en boogsnijdiepte langs een gewenste boogsnijlijn, zodanig dat de boog, die smelten veroorzaakt, minstens significant werkt binnen een sectie van de elec-trode-omtrek 3.
Afhankelijk van een gewenst startpunt voor het boog-snijden wordt de electrode 1 in de te kiezen hoekoriëntatie tot een gewenste boogsnijdiepte gebracht, ofwel met het eindvlak 4 van de electrode of met de omtrek 3 van de electrode naar voren, waardoor het boogsnijden onmiddellijk over de gewenste diepte kan worden gestart door de electrode l zijdelings te verplaatsen. In het geval het de bedoeling is dat het boogsnij den begint vanaf een kant van een plaat wordt de electrode naar het object 2 gebracht met de omtrek 3 naar voren. In het geval het de bedoeling is dat het boogsnijden wordt gestart vanaf het midden van de plaat, bijvoorbeeld om een gat te maken, wordt de electrode 1 naar een gewenst punt met het eindvlak voorop en wordt hij met het eindvlak voorop tot een gewenste diepte gedrukt, waarna de electrode zijdelings wordt bewogen. In de in figuren la en lb weergegeven uitvoering wordt de electrode door de inrichting blootgelegd tegen de metaalplaat, waardoor het naar binnen te drukken mondstuk 9 de electrode 1 blootlegt.
Betreffende de hierboven genoemde keuze van de hoekoriëntatie, waardoor het mogelijk wordt om bijvoorbeeld vervaardiging van afschuiningen en schuine sneden en zelfs materiaaldesintegratie van een object te vergemakkelijken en te versnellen, is er reden om in dit verband te benadrukken dat het, voor het gebruik van snijden, meer de voorkeur heeft om voor de electrode 1 een meer rechtopstaande stand te kiezen, die bij voorkeur ligt tussen 545 en 90°, en dat voor gebruik bij desintegratie van materiaal van een object 2 het meer de voorkeur heeft voor de electrode 1 een meer horizontale stand te kiezen, die bij voorkeur ligt tussen 0 en 45°.
Door een werkwijze volgens een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt het boogsnijden gerealiseerd door gebruikmaking van een met de hand en/of mechanisch verplaatsbare boogsnij-inrichting, waarvan de electrode 1, in toestand van gereedheid, gelegen is binnen een frame 6 van manteltype, dat om een smeltfront te bereiken dat de boog-snijprocedure start, de electrode 1 naar buiten wordt gebracht door het frame 6, dat een onder veerwerking staand en hittebestendig mondstuk 7 omvat, aan te drukken tegen de metaalplaat 2 en de via het mondstuk 7 blootliggende electrode 1 gebracht wordt op een boogontstekende contactaf-stand vanaf de plaat 2, ofwel met het eindvlak 4 ervan naar voren op een afstand van een rand van de metaalplaat 2, of met de zijkant 3 ervan naar voren aan de rand van object 2, dat om het boogsnijden te verlengen en respectievelijk het door de boog bereikte smeltfront te vergroten over een gekozen boogsnijdiepte, bij voorkeur dwars over een hele dikte van de plaat 2, de electrode tot de te kiezen boogsnij diepte in de gewenste hoekoriëntatie wordt gebracht en de draaiing, de heen- en weergaande en/of oscillerende beweging wordt gehandhaafd door het frame 6 verder aan te drukken, en dat het gewenste boogsnijresultaat wordt bereikt door de electrode 1, die het smeltfront aan de kop ervan handhaaft door de electrische boog, langs de gewenste lijn wordt verplaatst en tegelijk, terwijl de gekozen boogsnij-diepte wordt gehandhaafd, zowel de hoekoriëntatie als de draaiende beweging.
Om een geforceerde verwijdering van gesmolten materiaal, bereikt door bewegingsenergie van de draaiing, heen en weer gaande en/of oscillerende beweging van de electrode, zeker te stellen en te verbeteren, kan aan het gebied van gesmolten materiaal een stroom van onder druk staand medium worden toegevoerd, bij voorkeur onder druk staand water en/of lucht. Volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt de draaiing, heen en weer gaande en/of oscillerende beweging van de electrode 1 bereikt door een aandrijf-inrichting 9, aangedreven door onder druk staand water en/of lucht, waaraan het onder druk staande medium wordt toegevoerd vanuit een (niet getekende) uitwendige bron van druk-medium via een in figuren 2 en 3 getoonde inlaat 28, en in welke inrichting het onder druk staande medium wordt afgevoerd via een in figuren 2 en 3 getoonde uit laat 29 binnen het frame 6. Een contactorgaan 15, gedragen binnen het frame en stroomgeleidend naar de electrode, is ofwel aangebracht door axiale boringen 30, getoond in figuren 2 en 3, als alternatief of bovendien is het buitenoppervlak van het contactorgaan 15 gegroefd of zodanig gedimensioneerd dat er tussen het buitenoppervlak van het contactorgaan 15 en het binnenoppervlak van het frame 6 een ruimte 13 of holte bestaat. De boringen, ruimten of holten van deze soort vormen een stroomlijn voor het onder druk staande medium langs het contactorgaan 15. Daardoor stroomt het onder druk staande medium, na aandrijving van de aandrijfinrichting 9, de aandrijfinrichting uit en wordt het door de stroomlijn gevoerd om de electrode 1 te koelen en tenslotte wordt het medium uit de inrichting afgevoerd via een mondingsopening 12 aan het einde van het frame 6. Het onder druk staande medium heeft verschillende functies. Eerst drijft het de aandrijfinrichting 9 aan. Op de tweede plaats reinigt en koelt het het contactorgaan 8. Op de derde plaats koelt het de electrode 7. Op de vierde plaats, wanneer het wordt af gevoerd uit de mondingsopening, verbetert het de verwijdering van de door de boog van het object 2 gevormde smelt.
Verwezen wordt naar figuren 2 en 3 die twee voorkeursuitvoeringen illustreren voor de inrichting voor onder water snijden, speciaal voor het boogsnijden van metaalplaten en/of constructies door een electrische boog. De inrichting is met de hand en/of mechanisch beweegbaar boogsnijden, welke omvat: een framehuis 6, bestaande uit electrisch niet-gelei-dend materiaal, zoals bijvoorbeeld plastic, een bij voorkeur langwerpige electrode 1 die uitsteekt, of minstens tijdens het boogsnijden uitsteekt buiten het frame 6, - een electrisch geleidend orgaan 8, d.w.z. een contactorgaan, dat bij voorkeur bestaat uit grafiet, en waardoor de electrode l kan worden verbonden met een (niet getekende) uitwendige stroombron, - middelen 9, 10, 11 binnen het frame 6 om aan de electrode 1, tenminste de boogsnijprocedure, een draaibeweging, heen- en weergaande axiale beweging, oscillerende beweging of combinatie van bewegingen van dezè soort te geven.
Om het boogsnijden te starten is het de bedoeling dat de electrode in die beweging wordt gebracht tot een boogont- stekende contactafstand van een metaalplaat 2, die met de boog doorgesneden moet worden en om een boogsnijresultaat te produceren is het de bedoeling dat de electrode 1 wordt bewogen volgens elke gewenste lijn in een te kiezen boogsnij diepte en hoekoriëntatie in relatie tot het oppervlak 5 van de plaat 2. Dan functioneert de electrode 1 als het boogsnijorgaan en werkt de boog die een smeltfront vormt, op de sectie van de omtrek van de electrode 1 overeenkomend met de boogsnijdiepte.
In de voorkeursuitvoering van de uitvinding zijn de electrisch geleidende middelen die binnen het frame 6 zijn aangebracht om gelijk- of wisselstroom naar de electrode te geleiden, samengesteld uit een contactorgaan 8 dat onver-draaibaar is vergrendeld en in direct contact staat met de electrode 1.
Zoals getoond in fig. 2 en 3, waarin doorsneden geïllustreerd zijn van de eerste en tweede voorkeursuitvoering van de uitvinding, is het frame 6 van het werktuig open naar de omgeving en aan het einde daarvan komt een mondstuk 7 naar buiten, dat bij voorkeur onder veerwerking staat naar een naar buiten gedrukte stand. Het mondstuk functioneert in de naar buiten gedrukte stand als beschermingsdeel voor de electrode 1 en voorkomt rechtstreeks contact met de electrode 1, waardoor er bij het duiken geen risico's zijn bij het hanteren van de inrichting. Door het mondstuk 7 naar binnen te drukken, komt de electrode 1 uit een mondingsopening 12 daarvan. Om beschadiging door hitte van de boog te voorkomen bestaat het mondstuk 7 uit warmtebestending materiaal, bij voorkeur uit keramisch materiaal of kunststof.
Zoals hierboven reeds vermeld en zoals getoond wordt in figuren 2 en 3, omvat de inrichting volgens de uitvinding een aandrijfinrichting 9 om de electrode te laten draaien om zijn lengteas. Deze aandrijfinrichting 9 is volgens de uitvinding aangebracht binnen het frame 7 en is een aandrijf inrichting die aangedreven wordt door onder druk staand water of onder druk staande lucht. De aandrijfinrichting kan ook electrisch aangedreven zijn, hydraulisch aangedreven of in het algemeen een inrichting met gesloten aandrijfketen.
In de in figuren 2 en 3 weergegeven uitvoeringsvormen is de aandrijfinrichting een draaiende inrichting met open keten voor het aandrijven van onder druk staand water, zuurstof verrijkt onder druk staand water en/of perslucht om de electrode te laten draaien met een toerental van 0-30000 omw/min. Bij voorkeur wordt het onder druk staande water en/of de perslucht die de draaiinrichting 9 van de electrode aandrijft zo getransporteerd dat het tenminste gedeeltelijk van de aandrijfinrichting bijvoorbeeld via de uitlaat 29 binnen het frame wegstroomt en verder afgevoerd wordt via de electrode of via de mondingsopening 12 in het mondstuk 7. Daardoor drijft het onder druk staande vloeistofmedium de aandrijfinrichting aan, stroomt door de inrichting minstens als koelmedium voor de electrode en als reinigingsmedium voor inwendige organen van de inrichting en verwijdert tenslotte het gesmolten metaal. De aandrijfinrichting 9 die de electrode in draaiing brengt is bij voorkeur gekozen uit een groep die bestaat uit een schoepen- of turbinewiel, aangedreven voor het onder druk staande medium, een tandwiel aangedreven door het onder druk staande medium, een paar ovale tandwielen aangedreven door het onder druk staande medium, hydraulisch of electromotor. De aandrijfinrichting 9, die volgens de meeste voorkeur bestaat uit electrisch niet geleidend materiaal, zoals bijvoorbeeld plastic, brengt een krachtuitvoeras 16 in draaiing, die rechtstreeks (zie fig. 3) of via een geschikt krachtoverbrengingsmechanisme 16, 17, 18, 19, 20 (zie fig. 2) verbonden is met het draag- orgaan 15 van de electrode 1, waarmee de electrode losneembaar verbonden is, bij de meeste voorkeur door een snelslui-ting, bijvoorbeeld draad, klem, wrijving, bajonetvergrendel-middelen of elk overeenkomstig snelvergrendelmiddel. In dit verband is er reden om te benadrukken dat volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding het draagorgaan 15 voor de electrode functioneert als geleider om electrische stroom naar de electrode te geleiden, waartoe de electrische ingang naar een draaiend contactorgaan wordt uitgevoerd als glijdend contact.
Verwijzend naar fig. 2 is beschreven dat het kracht- overbrengingsmechanisme omvat: een koppelmiddel 15, bevestigd op de krachtuitvoeras 16 van de aandrijfinrichting 9, het koppelmiddel geeft mee of glijdt wanneer een bepaald koppel wordt overschreven, gemonteerd vóór het draagorgaan 15 van de electrode 1, bij voorkeur op de koppelas 18 tussen het draagorgaan 15 en het koppelmiddel 17, middelen 10, 11 om een heen- en weergaande en/of oscillerende beweging voor de electrode 1 te bereiken.
In de in fig. 2 getoonde uitvoering omvatten de middelen voor het bereiken van een heen- en weergaande en/of oscillerende beweging voor de electrode 1 een eerste middel 10 dat draait met de door de aandrijf inrichting 9 teweeggebrachte draaibeweging, en een tweede middel ll dat niet-draaiend vergrendelt en geschikt om schuifbaar te zijn in axiale richting tussen tenminste een eerste stand, waarin het ligt tegen het eerste middel 10, en een tweede stand waarin het op afstand ligt van het eerste middel 10. Met de meeste voorkeur zijn de naar elkaar gekeerde oppervlakken 19, 20 van het eerste en tweede middel 10, 11 gevormde oppervlakken die, wanneer ze tegen elkaar aanliggen en wanneer ze ten opzichte van elkaar bewegen, de heen- en weergaande en/of oscillerende beweging overdragen naar de electrode 1.
In de in fig. 2 geïllustreerde uitvoering wordt het tweede middel gespannen door een veermiddel 21, minstens in de genoemde tweede stand, waardoor transmissie van de heen-en weergaande beweging wordt gewaarborgd, d.w.z. een zaagbe-weging, aan de draaiende electrode 1. Om de heen- en weergaande en/of oscillerende beweging te bereiken zijn de gevormde oppervlakken met elkaar corresponderende gegolfde of getande oppervlakken.
In de in fig. 2 weergegeven uitvoering, waarin de koppeling of koppelas 18 significant bewegingloos is in axiale richting, wordt een koppeloverdracht naar een axiaal beweegbare tussenas 24 tot stand gebracht, zodanig dat aan het einde van de koppelas permanent een doos 23 is bevestigd met een opening aan een einde ervan, waardoor de tussenas 24 binnen de doos 23 steekt. De tussenas 24 is in deze uitvoering een gegroefde as en de opening in de doos 23 voor de tussenas 24 is getand, zodat hij overeenkomt met en vergrendeld kan worden in de groeven van de tussenas 24. Daardoor wordt de draaiende beweging van de koppelas 18 door de doos overgebracht op tussenas 24 die in axiale richting verplaatsbaar is. Om de heen- en weergaande en/of oscillerende beweging in axiale richting te verkrijgen voor de tussenas 24, die aan een einde permanent het draag- of losneemorgaan 15 voor de electrode 1 draagt, is de genoemde eerste inrichting 10 permanent vergrendeld op de tussenas 24 en de tweede inrichting 11, waardoorheen de tussenas 24 loopt, zodanig dat een inwendige middellijn van de opening significant groter is dan de uitwendige middellijn van de tussenas 24, is onverdraaibaar ten opzichte van het frame 6 vastgezet door middel van radiale uitsteekelementen 27, die met de meeste voorkeur via openingen 26 in de wand van het frame buiten het frame 6 uitsteken. De openingen 26 verlopen zodanig dat de uitsteekelementen 27 axiaal bewogen kunnen worden in de richting van de tussenas en daardoor de eerste inrichting en de tweede inrichting instellen: tegen elkaar, waardoor de beweging een continue, hoofdzakelijk zagend heen- en weergaande beweging is; op afstand van elkaar, waardoor er geen heen. en weergaande beweging is; of naar een tussenstand, waardoor de beweging niet continu is, d.w.z. pulserende heen- en weergaande beweging. In de in fig. 2 getoonde voorkeursuitvoering worden de uitsteekelementen axiaal verplaatst door middel van de buiten het frame 6 bestaande plaatsinstellingsmof 25, die naast verplaatsing van de uitsteekelementen weglekken van het onder druk staande medium door de openingen 26 voorkomt. Om vergrendeling van de uitsteekelementen 27 mogelijk te maken tot verschillende standen, heeft het de voorkeur dat de plaatsinstellingsmof 25 kan worden verschoven of gewonden ten opzichte van het frame 6, hetzij in draad aan de buitenomtrek van het frame 6, waarbij het binnenoppervlak van de plaatsinstellingsmof voorzien is van een omtreksgroef om uitstekende koppen van de uitsteekelementen 27 op te nemen, of zodanig dat de uitstekende koppen van de uitsteekelementen 27 gedwongen kunnen worden opneemholten binnen te gaan die bestaan in de opening 26 door middel van de plaatsinstellings-mof 25.
Volgens een te kiezen uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan de tweede inrichting 11 functioneren als het draagorgaan of het contactorgaan voor de electrode of kan hij worden geïntegreerd zodat hij een deel vormt van het in figuur 2 geïllustreerde draagorgaan 15 of het in figuren 2 en 3 geïllustreerde contactorgaan 8.
Verder (zie fig. 2) omvat de inrichting volgens de uitvinding een pen, schroef of overeenkomstig middel 32, passend in een opening 33 in het frame 6. Het mondstuk 7 is voor de pen of het corresponderende middel 32 voorzien van een daar naartoe gekeerde uitsparing 34. Door de uitsparing 34 zo in te stellen dat hij ligt tegenover de pen of het corresponderende middel 32, en door de pen of het corresponderende middel 32 in te steken of vast te zetten in de daarnaar toe gekeerde uitsparing 34, kan het mondstuk 7 worden vergrendeld in een bovenste stand, dat wil zeggen een werkstand van de inrichting, waarin de electrode 1 continu bloot ligt.
Volgens de uitvinding heeft het de voorkeur dat het frame 6 een naar de omgeving open, hol orgaan is, dit maakt een lichtere frameconstructie mogelijk en garandeert dat de inrichting goed werkt, zelfs op aanzienlijke diepten beneden de oppervlakte zonder het gevaar van inklappen van het frame onder hydraulische druk. Het frame 6 van de inrichting kan in zijn geheel gevormd zijn als klok of onderverdeeld in afdelingen. Bij voorkeur omvat het frame: a) een kamer, waarbij alle organen van de inrichting om de electrode te verplaatsen en om stroom daarnaar toe te geleiden in dezelfde kamer geplaatst zijn; b) twee kamers, waarbij bijvoorbeeld de aandrijfinrichting 9 zich in een eerste kamer bevindt, die in stromingsverbin-ding staat met de bron van drukmedium via het inlaatkanaal 28, en de andere organen in een tweede kamer en de kamers met elkaar in stromingsverbinding staan via het uitlaatka- naai 29 voor het drukmedium, waardoor het mogelijk is om, naast het instellen van de draaisnelheid van de aandrijfinrichting door instelling van de voedingsdruk van het drukmedium, ook af voer van het medium naar het smeltgebied in te stellen, of c) drie kamers, waarbij de aandrijfinrichting 9 zich bevindt in een eerste kamer, die in stromingsverbinding staat met de bron van drukmedium via het inlaatkanaal 28, de koppelingsmiddelen 17, 18, zowel het draagorgaan 15 voor de electrode als de naar keuze aanwezige middelen 21, 23, 24, 10, 11 om de heen- en weergaande of oscillerende beweging teweeg te brengen zich bevinden in een tweede kamer, die in stromingsverbinding staat met de eerste kamer door een uitlaatkanaal 22 voor het drukmedium, en de electrode zich bevindt in een derde kamer die in stromingsverbinding staat met de tweede kamer door stroming die vloeit langs de omtrek van het contactorgaan 8 of via daar doorheen lopende boringen, en die open is naar de omgeving via de mondingsopening van het mondstuk 7, waarbij de mondingsopening ringvormig is wanneer de electrode 1 erdoorheen loopt. Door deze wijze van verdeling van het frame 6 in afdelingen wordt het mogelijk door dimensionering van tussenliggende verbindingslijnen zowel de draaisnelheid van de aandrijf inrichting te beïnvloeden als de vorm en het drukeffect van de mediumstroom die naar het smeltgebied moet worden afgevoerd.
Verwezen wordt naar figuren 4-9. De langwerpige electrode 1 gebruikt in de inrichting volgens de uitvinding, is volgens de uitvinding bedoeld om ofwel met het eindvlak 4 ervan naar voren te worden gedrukt of met de zijde 3 ervan naar voren te worden geplaatst onder een gewenste hoekoriëntatie en tot een gewenste diepte voor boogsnijden, en is bedoeld om zijdelings te worden bewogen, waarbij in wezen de hele boogsnijtijd de gekozen hoekoriëntatie en de boogsnijdiepte beide worden gehandhaafd, kan een verbruikbare, maar bij voorkeur een zogenaamde niet-verbruikbare electrode zijn. Geschikte niet-verbruikbare electrodematerialen zijn bijvoorbeeld op wolfram gebaseerde of daarmee gelegeerde materialen. De electrode kan verschillende dwarsdoorsnedevormen hebben, zoals bijvoorbeeld rond (fig. 6) , vierhoekig (niet getekend), zeshoekig (fig. 8) of elliptisch (fig. 7). Zoals blijkt uit figuren 4 en 5 kan de electrode ook voorzien zijn van spiraalvormige ribben 14 of groeven 15 ter bevordering van verwijdering van de door de bogen gevormde smelt. Een invloed van bevorderde verwijdering van de smelt kan ook worden bereikt door groeven, ruggen, zowel door lijnen van achtereenvolgende uitsparingen of verhogingen (niet getekend) die dwars of in lengterichting lopen ten opzichte van de lengteas van de electrode 1. De electrode kan ook hol zijn, waardoor het koelende vloei-stofmedium kan worden toegevoerd, via bijvoorbeeld het draagorgaan 15 van de electrode l, naar een kanaal 22 voor inwendige koeling van de electrode en verder ter bevordering van verwijdering van de smelt uit het smeltgebied.
De inrichting volgens de uitvinding kan worden gebruikt als kleine eenheid vain pentype, van het in figuur 2 weergegeven type. Het frame van de inrichting kan ook uitgerust worden met een handgreep 31 of dergelijke, zoals weergegeven in fig. 3. Verder kan de inrichting volgens de uitvinding deel uitmaken van een robot of gemechaniseerde boogsnijinrichting.
De functie van de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding werd toegelicht door snijproeven, die uitgevoerd werden in een watervijver voor platen van constructiestaal met dikten van 4mm en 8mm, voor aluminiumplaat met een dikte van 5 mm, en voor een roestvrijstalen plaat met een dikte van 3mm, d.w.z. zogenaamd superduplex staalplaat. Voor de proeven werd de draaibeweging van de electrode gerealiseerd door een electromotor (rmax = 500 omw/min) bevestigd aan het frame en de waterstraal in de richting van de electrode werd gerealiseerd door een drukspoelinrichting (proax = 15,7 Mpa). De electrode was een met thorium gelegeerde wolfraamstang en de middellijn ervan was 6,4 mm. De stroombron was een KEMPPI HILARC 450-lasstroombron en de electrode was verbonden met de minpool van de stroombron. De proefresultaten worden weergegeven in tabel 1.
TABEL 1
Figure NL9220015AD00171
Uit de proefresultaten is gebleken dat het snijresultaat in alle proeven van soortgelijk type was: de bovenranden van de gesneden scheur waren opmerkelijk recht, terwijl de onderranden ervan zich benedenwaarts verwijdden, waarbij de verbredingshoek tussen de onderranden bij aluminium ongeveer 45° was, bij 4mm staalplaat 40-50°, bij de 8mm staalplaat ongeveer 30° en bij super-duplex-staalplaat 40-50°. In het algemeen waren de snijscheuren kwalitatief schoon, gedeeltelijk zelfs metallisch schoon.
Er is reden om te benadrukken dat de uitvinding hierboven slechts door middel van bepaalde voorkeursuitvoeringen beschreven is. Natuurlijk is dit niet bedoeld om de uitvinding te beperken en, zoals duidelijk is aan elke vakman, zijn verschillende te kiezen opstellingen, constructies en variaties mogelijk binnen het kader van de uitvindingsge-dachte die omschreven is in de bijgaande conclusies. Zo wordt benadrukt dat binnen het frame 6 het tweede einde van de electrode 1 verbonden kan worden met de uitgangsas 16 van de aandrijving of met de koppelingsas 18 door het holle cilindrische draagorgaan 15, waardoor de door de as overgebrachte draaiende en/of heen- en weergaande beweging wordt overgebracht naar de electrode. Desgewenst zijn zowel de uitgangsas 16 van de aandrijving als de koppelingsas 18 beide de electrode 1 aangebracht binnen het draagorgaan 15 en worden ze op hun plaats gehouden door bijvoorbeeld af-dichtinasrinaen om de draaiende en/of heen- en weeraaande beweging van de as op de electrode 1 over te brengen. Om de heen- en weergaande en/of oscillerende beweging te bereiken kan men bijvoorbeeld een nokkeninrichting gebruiken, die draait met de door de draaiinrichting 9 veroorzaakte draai-beweging, en een tweede middel dat axiaal verschoven kan worden tussen tenminste de eerste stand, waarin het ligt tegen de nokinrichting, en een tweede stand waarin het op afstand van de nok ligt, waarbij het genoemde tweede middel wordt gevormd door een schuin oploopvlak voor de nok. Ook is het binnen de geest van de uitvinding mogelijk de heen- en weergaande of oscillerende beweging voor de electrode teweeg te brengen door gebruikmaking van een excentrisch mechanisme.

Claims (8)

1. Werkwijze voor electrisch boogsnijden onder water, speciaal voor het snijden van metaalplaten en/of constructies door middel van een electrische boog, met het kenmerk dat een te kiezen sectie van een electrode (1), die langwerpig gevormd is en een eerste vrije einde heeft met een eindvlak en een tweede einde dat verbonden met een geschikte electrische stroombron en die draait om zijn lengteas, axiaal heen- en weerbewegend en/of oscillerend, tot contact-afstand vanaf een door middel van de boog te snijden object (2) wordt gebracht om ontsteking van de electrische boog teweeg te brengen, en dat de electrode (1) in wezen zijdelings bewogen in een te kiezen hoekoriëntatie en boogsnij-diepte langs een gewenste boogsnijlijn, zodanig dat de boog, die smelten veroorzaakt, minstens significant werkt binnen een sectie van de electrode-omtrek (3).
1. Werkwijze voor electrisch boogsnijden onder water, speciaal voor het snijden van metaalplaten en/of constructies door middel van een electrische boog, met het kenmerk dat een te kiezen sectie van een electrode (1), die bij voorkeur langwerpig gevormd is en verbonden met een geschikte electrische stroombron en die draait om zijn lengteas, axiaal heen- en weerbewegende en/of oscillerend, tot con-tactafstand vanaf een door middel van de boog te snijden object (2) wordt gebracht om ontsteking van de electrische boog teweeg te brengen, en dat de electrode (1) in wezen zijdelings bewogen in een te kiezen hoekoriëntatie en boog-snijdiepte langs een gewenste boogsnijlijn, zodanig dat de boog, die smelten veroorzaakt, minstens significant werkt binnen een sectie van de electrode-omtrek (3).
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat afhankelijk van een gewenst startpunt voor het boogsnijden de electrode (1) in een te kiezen oriëntatiehoek wordt gebracht tot de gewenste diepte van het boogsnijden ofwel met in hoofdzaak het eindvlak (4) van de electrode, of met in hoofdzaak de omtrek (3) van de electrode naar voren.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de oriëntatiehoek voor de electrode 1 ten opzichte van een oppervlak van het object (2) dat booggesneden moet worden, gekozen wordt tussen 0 en 90°, en dat de gekozen oriëntatiehoek in hoofdzaak onveranderd wordt gehandhaafd tijdens de hele boogsnijprocedure.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk dat, om elk object (2) te kunnen boogsnijden, de oriëntatiehoek voor de electrode (1) met de meeste voorkeur gekozen wordt tussen 45 en 90°.
5. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk dat, om materiaal af te voeren van een met de boog te snijden object (2) , de oriëntatiehoek voor de electrode met de meeste voorkeur gekozen wordt tussen 0 en 45°.
6. Werkwijze volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk dat het boogsnijden · tot stand gebracht wordt door gebruikmaking van een met de hand en/of mechanisch verplaatsbare boogsnij-inrichting, waarvan de electrode (1), in toestand van gereedheid, gelegen is binnen een framehuis (6), dat om een smeltfront te bereiken dat de boogsnijproce-dure start, de electrode (1) naar buiten wordt gebracht door het frame (6), dat een onder veerwerking staand en hittebestendig mondstuk (7) omvat, aan te drukken tegen de metaalplaat (2) en de via het mondstuk (7) blootliggende electrode (1) gebracht wordt op een boogontstekende contactafstand vanaf de plaat (2), ofwel met het eindvlak (4) ervan naar voren op een afstand van een rand van de metaalplaat (2), of met de zijkant (3) ervan naar voren aan de rand van object (2) , dat om het boogsnijden te verlengen en respectievelijk het door de boog bereikte smeltfront te vergroten over een gekozen boogsnijdiepte, bij voorkeur dwars over een hele dikte van de plaat (2), de electrode tot de te kiezen boogsnij diepte in de gewenste hoekoriëntatie wordt gebracht en de draaiing, de heen- en weergaande en/of oscillerende beweging wordt gehandhaafd door het frame (6) verder aan te drukken, en dat het gewenste boogsnijresultaat wordt bereikt door de electrode (1), die het smeltfront aan de kop ervan handhaaft door de electrische boog, langs de gewenste lijn wordt verplaatst en tegelijk, terwijl de gekozen boogsnij-diepte wordt gehandhaafd, zowel de hoekoriëntatie als de draaiende beweging.
7. Werkwijze volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk dat de bewegingsenergie van de draaiende, heen- en weergaande en/of oscillerende beweging van de electrode in hoofdzaak wordt benut voor de verwijdering van in de boog gesmolten materiaal, en dat naar keuze, om verwijdering van gesmolten materiaal naar het gebied van gesmolten materiaal een stroom gevoerd wordt van een drukmedium, bij voorkeur onder druk staand water en/of lucht.
8. Inrichting voor electrisch boogsnijden onder water, speciaal voor het snijden van metaalplaten en/of constructies door middel van een electrische boog, met het kenmerk dat de inrichting een met de hand of mechanisch manipuleerbaar boogsnijwerktuig is en omvat: . een frame (6); een bij voorkeur langwerpige electrode (1) die uit het frame (6) steekt of buiten het frame uitsteekbaar is tenminste voor de boogsnijprocedure, welke electrode bestemd is om te worden verbonden met een uitwendige electrische stroombron via een electrisch geleidend middel (8) dat aangebracht is aan het frame; middelen (9, 10, 11) binnen het frame (6), om tenminste tijdens de boogsnijprocedure voor de electrode (1) een draaiende beweging te veroorzaken ten opzichte van een lengteas ervan, een heen- en weergaande axiale beweging en/of een oscillerende beweging; dat door handhaving van de beweging de electrode (1) bestemd is om op boogontstekende contactafstand te worden gebracht vanaf het te snijden object (2) en langs elke gewenste boogsnijlijn te worden verplaatst in relatie tot een oppervlak (5) van het te snijden object (2), onder een te kiezen oriëntatiehoek alsmede boogsnijdiepte, door middel van de genoemde beweging en de oriëntatiehöek de electrode (1) functioneert als boogsnijdende component en de boog een smeltfront veroorzaakt dat werkzaam is binnen een sectie van een omtrek (3) van de electrode (l) overeenkomend met de genoemde boogsnij-diepte.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de electrode (1) bestemd is om tot elke gewenste boogsnijdiepte en oriëntatiehoek te worden gedrukt met een eindvlak (4) ervan naar voren.
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk dat de oriëntatiehoek voor de electrode (1), die in hoofdzaak permanent wordt gehouden voor de boogsnijprocedure, in relatie tot het oppervlak (5) van het te snijden object (2) gekozen wordt tussen o en 90°.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk dat voor doorsnijden van het object (2) de oriëntatiehoek met de meeste voorkeur ligt tussen 45 en 90°.
12. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk dat voor het af voeren van materiaal van het object (2) de ori-entatiehoek met de meeste voorkeur ligt tussen 0 en 45°.
13. Inrichting volgens een der conclusies 8-12, met het kenmerk dat het frame (6) open is naar de omgeving, dat aan een einde van het frame (6) een mondstuk (7) bestaat, dat bij voorkeur onder veerwerking staat naar een naar buiten gedrukte stand, en dat in die naar buiten gedrukte stand functioneert als beschermingsdeel voor de electrode (1), waarbij rechtstreeks contact met de electrode (1) wordt voorkomen, en dat de electrode (1) door een mondingsopening (12) van het mondstuk steekt door naar binnen drukken van het mondstuk (7), dat het mondstuk (7) uit hittebestending materiaal bestaat, bij voorkeur uit keramisch materiaal of kunststof.
14. Inrichting volgens een der conclusies 8-13, met het kenmerk dat middelen (9, 10, 11) voor het teweegbrengen van de draaiende, heen- en weergaande en/of oscillerende beweging van de electrode (1) een aandrijfinrichting omvatten, die aangebracht is binnen het frame (6), en die electrisch wordt aangedreven of aangedreven door een drukmedium zoals onder druk staand water, perslucht of hydraulische olie.
15. Inrichting volgens conclusie 13 en/of 14, met het kenmerk dat de aandrijfinrichting een draaiend middel (9) omvat dat wordt aangedreven door onder druk staand water of lucht, en dat tenminste een deel van het onder druk staande water of de lucht waardoor het draaiende middel (9) aangedreven wordt, wordt afgevoerd buiten de inrichting door een mondingsopening (12) van het mondstuk (7).
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk dat het onder druk staande water en/of de lucht binnen het frame (6) tenminste de electrode (1) koelt.
17. Inrichting volgens een der conclusies 8-16, met het kenmerk dat de electrode met de meeste voorkeur bestaat uit zogenaamd niet verbruikbaar materiaal zoals op wolfraam gebaseerde en/of daarmee gelegeerde materialen en dergelijke.
18. Inrichting volgens een der conclusies 8-17, met het kenmerk dat een doorsnedeprofiel van de electrode (1) in hoofdzaak de vorm heeft van een gesloten omtrek, bij voorkeur een cirkel, ellips, veelhoek of dergelijke. 19.Inrichting volgens een der conclusies 8-18, met het kenmerk dat het buitenvlak van de electrode voorzien is van rechte of spiraalvormige groeven (13), ruggen (14) en/of lijnen van achtereenvolgende uitsparingen of verhogingen.
20. Inrichting volgens een der conclusies 8-19, met het kenmerk dat de electrode (l) losneembaar bevestigd is, bijvoorbeeld door middel van draad, klem, wrijving, bajonet-vergrendelmiddelen of elke overeenkomstige snelsluitinrich-ting, aan een draagorgaan (15) binnen he tframe (6) of aan de electrisch geleidende middelen (8).
21. Inrichting volgens een der conclusies 8-20, met het kenmerk dat de binnen het frame 6 aangebrachte en de electrode (1) aandrijvende aandrijfinrichting (9) gekozen is uit een groep die omvat een schoepen- of turbinewiel, aangedreven door een onder druk staand medium, een door het drukme-dium aangedreven tandwiel, een paar door het drukmedium aangedreven ovale tandwielen, een hydraulische of electri-sche motor, waarbij de aandrijfinrichting een aandrijvende uitgangsas (16) aandrijft die verbonden is met het draagorgaan (15) of de electrisch geleidende middelen (8) voor de electrode (1).
22. Inrichting volgens een der conclusies 8-21, met het kenmerk dat de uitgangsas (16) van de aandrijfinrichting (19) die de electrode aandrijft voorzien is van een koppeling of een koppelingsmiddel (17) dat meegeeft of glijdt wanneer een vastgesteld koppel wordt overschreven.
23. Inrichting volgens een der conclusies 8-22, met het kenmerk dat de inrichting (20) verder middelen 10, 11 omvat om aan de electrode (1) een heen- en weergaande en/of oscillerende beweging te geven vóór het draagorgaan (15) of het electrisch geleidende middel voor de electrode (1), bij voorkeur bevestigd op een koppelingsas (18) tussen het draagorgaan (15) en de koppelingsinrichting (17).
24. Inrichting volgens een der conclusies 8-23, met het kenmerk dat de electrisch geleidende middelen die aan het frame (6) zijn bevestigd om gelijk- of wisselstroom naar de electrode (1) te geleiden, samengesteld is uit een contactorgaan (8) dat onverdraaibaar binnen het frame (6) bevestigd is en de stroom rechtstreeks naar de electrode (1) geleidt.
25. Inrichting volgens conclusie 23, net het kenmerk dat het draagorgaan (15) voor de electrode functioneert als het electrisch geleidende middel om de stroom naar de electrode (1) te geleiden.
26. Inrichting volgens een der conclusies 8-25, met het kenmerk dat het middel om aan de electrode de heen-en weergaande en/of oscillerende beweging te leveren, een eerste inrichting (10) omvat, die draait met door de aandrijfinrichting (9) teweeggebrachte draaibeweging, en een tweede inrichting (11) die onverdraaibaar vastgezet is en axiaal beweegbaar bevestigd is tussen tenminste een eerste stand, waarin hij ligt tegen de eerste inrichting (10) en een tweede stand waarin hij op afstand ligt van de eerste inrichting (10), dat de naar elkaar gekeerde oppervlakken (19, 20) van de eerste en de tweede inrichting (10, 11) gevormde oppervlakken zijn, die tegen elkaar worden aangebracht en bewegen ten opzichte van elkaar, aan de electrode (1) de heen- en weergaande en/of oscillerende beweging overbrengen.
27. Inrichting volgens conclusie 26, met het kenmerk dat de gevormde oppervlakken (19, 20) gegolfde of getande oppervlakken zijn.
28. Inrichting volgens conclusie 26 of 27, met het kenmerk dat de eerste inrichting en/of de tweede inrichtjng (10, 11) onder invloed staat van een veer (21).
29. Inrichting volgens een der conclusies 8-26, met het kenmerk dat de middelen om aan de electrode de heen- en weergaande of oscillerende beweging te geven, een nok omvatten, draaiend met door de aandrijfinrichting teweeggebrachte draaibeweging, en een tweede inrichting die axiaal beweegbaar is tussen tenminste een eerste stand waarin hij aanligt tegen het nokorgaan en een tweede stand waarin hij op afstand ligt van het nokorgaan, welke tweede inrichting voorzien is van een schuin loopvlak voor het nokorgaan om de heen- en weergaande en/of oscillerende beweging tot stand te brengen.
30. Inrichting volgens een der conclusies 8-20, met het kenmerk dat de tweede inrichting (11) functioneert als het draagorgaan of het contactorgaan voor de electrode of ge- integreerd is om doel uit te maken van het draagorgaan (15) of het contactorgaan (8).
31. Inrichting volgens een der conclusies 8-25,methet kenmerk dat tenminste het frame (6) en de aandrijfinrichting (9) bestaan uit electrisch niet-geleidend materiaal, zoals plastic.
31. Inrichting volgens een der conclusies 8-26,met het kenmerk dat de de heen- en weergaande en/of oscillerende beweging voor de electrode bereikt wordt door middel van een nokmechanisme.
33. Inrichting volgens een der conclusies 8-32,met het kenmerk dat de inrichting een middel (32) omvat, bij voorkeur een pen, schroef of dergelijke, aangebrachtaan een opening (33) in het frame (6) endat het mondstuk (7) voor het genoemde middel (32) voorzien is van een daarnaar gekeerde uitsparing (34) en dat door het insteken van het middel (32) in de er naartoe gekeerde uitsparing (34) het mondstuk (7) kan worden vergrendeld in een bovenste stand, d.w.z. een functiestand, waardoor de electrode (1) continu bloot ligt.
34. Inrichting volgens een der conclusies 8-33,met het kenmerk dat in de inrichting de overbrenging van het koppel in axiale richting vanaf de in hoofdzaak bewegingloze kop-pelas (18), aan een einde voorzien van het draagorgaan (15) en/of het contactorgaan (8) voor de electrode, naar een axiaal verplaatsbare tussenas (24) zodanig wordt gerealiseerd dat aan het einde van de koppelas permanent een doos (23) bevestigd is met een opening aan de andere zijde, waarbij de tussenas (24) door de opening in de doos (23) steekt en de tussenas (24) staat onder invloed van een veermiddel (21) binnen de doos, dat de tussenas(24)een gegroefde as is, en de opening in de doos (23)voor de tussenas (24) getand is overeenkomend met de groeven van de tussenas (24) en ingericht is om axiaal langs de groeven te bewegen.
35. Inrichting volgens conclusie 34, met het kenmerk dat, om de de heen- en weergaande en/of oscillerende beweging in axiale richting te bereiken, de eerste inrichting (10) permanent vergrendeld is op de tussenas (24) en de tweede inrichting (21) waar de tussenas (24) doorheen loopt, zodat een inwendige middellijn van de opening in hoofdzaak groter is dan een uitwendige middellijn van de tussenas (24) onver-draaibaar vergrendeld is ten opzichte van het frame (6) door middel van radiale uitsteekelementen (27), die met de meeste voorkeur zich via openingen in de wand van het frame uitstrekken tot buiten het frame (6), waarbij de openingen (26) zo verlopen dat de uitsteekelementen (27) axiaal bewogen kunnen worden in de richting van de tussenas om de eerste inrichting (10) en de tweede inrichting (11) in te stellen: tegen elkaar, waardoor de beweging een continue, hoofdzakelijk zagende, heen- en weergaande beweging is; op onderlinge afstand, waardoor er geen heen- en weergaande beweging is; of naar een tussenstand waardoor de beweging een discontinue d.w.z. pulserende heen- en weergaande beweging is.
36. Inrichting volgens conclusie 35, met het kenmerk dat, om de uitsteekelementen (27) axiaal te bewegen, een plaats-instellingsmof (25) of dergelijke aangebracht is buiten het frame (6).
37. Inrichting volgens conclusie 36, met het kenmerk dat de plaatsinstellingsmof (25) kan worden verschoven en/of verdraaid ten opzichte van het frame 6 om het uitsteekelement (27) in te stellen. Herziene CONCLUSIES (ontvangen door het Internationale Bureau op 29 september 1992. Conclusies 1 en 8 herzien, overige conclusies ongewijzigd gehandhaafd.)
8. Inrichting voor electrisch boogsnijden onder water, speciaal voor het snijden van metaalplaten en/of constructies door middel van een electrische boog, met het kenmerk dat de inrichting een met de hand of mechanisch manipuleerbaar boogsnijwerktuig is en omvat: een frame (6) ; een langwerpige staafvormige electrode (1) met een vrij eerste einde of eindvlak, die uit het frame (6) steekt of buiten het frame uitsteekbaar is tenminste voor de boogsnijprocedure, en een tweede einde dat verbonden is met een uitwendige electrische stroombron via een electrisch geleidend middel (8) dat aangebracht is aan het frame; middelen (9, 10, 11) binnen het frame (6), om tenminste tijdens de boogsnijproce-dure voor de electrode (1) een draaiende beweging te veroorzaken ten opzichte van een lengteas ervan, een heen- en weergaande axiale beweging en/of een oscillerende beweging; dat door handhaving van de beweging de electrode (1) bestemd is om op boogontstekende contactafstand te worden gebracht vanaf het te snijden object (2) en langs elke gewenste boogsnijlijn te worden verplaatst in relatie tot een oppervlak (5) van het te snijden object (2), onder een te kiezen oriëntatiehoek alsmede boogsnijdiepte, door middel van de genoemde beweging en de oriëntatiehoek de electrode (1) functioneert als boogsnijdende component en de boog een smeltfront veroorzaakt dat werkzaam is binnen een sectie van een omtrek (3) van de electrode (i) overeenkomend met de genoemde boogsnijdiepte.
NL9220015A 1991-04-25 1992-04-27 Werkwijze en inrichting voor boogsnijden onder water. NL9220015A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FI911999 1991-04-25
FI911999A FI88467C (fi) 1991-04-25 1991-04-25 Anordning foer skaerbraenning under vattnet
FI9200123 1992-04-27
PCT/FI1992/000123 WO1992019411A1 (en) 1991-04-25 1992-04-27 Method and apparatus for underwater arc-cutting

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9220015A true NL9220015A (nl) 1994-02-01

Family

ID=8532385

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9220015A NL9220015A (nl) 1991-04-25 1992-04-27 Werkwijze en inrichting voor boogsnijden onder water.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US5262608A (nl)
JP (1) JP3159985B2 (nl)
AU (1) AU664177B2 (nl)
BR (1) BR9205922A (nl)
DE (2) DE4291341B4 (nl)
FI (1) FI88467C (nl)
GB (1) GB2271951B (nl)
NL (1) NL9220015A (nl)
NO (1) NO310397B1 (nl)
WO (1) WO1992019411A1 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19630518C2 (de) * 1996-07-29 2000-04-27 Horst D Klees Verfahren zum Herstellen einer Schraubverbindung, Vorrichtung zum Bearbeiten eines Werkstücks, insbesondere zum thermischen Lochstechen, Schraube sowie Verwendung einer Schraube
AUPR148400A0 (en) 2000-11-14 2000-12-07 Cochlear Limited Apparatus for delivery of pharmaceuticals to the cochlea
AUPR879201A0 (en) * 2001-11-09 2001-12-06 Cochlear Limited Subthreshold stimulation of a cochlea
WO2004067219A1 (en) * 2003-01-30 2004-08-12 David John Keats Welding method
US20050211676A1 (en) * 2004-03-25 2005-09-29 Arthur Metcalfe Underwater ceramic electrodes
US8164020B2 (en) * 2009-07-08 2012-04-24 Cammann, Inc. Electrode and its use in a metal disintegrator
US8617097B2 (en) 2010-05-24 2013-12-31 Cochlear Limited Drug-delivery accessory for an implantable medical device
CN110370027A (zh) * 2019-01-29 2019-10-25 姜建中 一种电焊机附加切割装置切割金属的方法

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2490302A (en) * 1944-04-07 1949-12-06 Curtiss Wright Corp Means for removing embedded material
US2852658A (en) * 1956-01-24 1958-09-16 Keiter Webster Franklin Electron-air-metal disintegrator
DE2315095A1 (de) * 1973-03-27 1974-10-10 Bals Hans G Dipl Ing Verfahren zum trennen und zuschneiden elektrisch leitender werkstoffe mittels lichtbogen und schnell in ihm bewegter elektrode
JPS5738346B2 (nl) * 1973-11-14 1982-08-14
CH608568A5 (nl) * 1976-03-05 1979-01-15 Battelle Memorial Institute
US4273982A (en) * 1976-05-19 1981-06-16 Arcair Company Underwater cutting and gouging method
US4259562A (en) * 1978-09-18 1981-03-31 Cammann Manufacturing Company, Inc. Portable disintegrator
FI71684C (fi) * 1984-09-18 1987-02-09 Gss General Sea Safety Ltd Oy Foerfarande och verktyg foer loesgoering av fastsittande stycken.
FI77795C (fi) * 1985-07-24 1989-05-10 Gss General Sea Safety Ltd Oy Anordning foer undervattensarbete.
JPH078437B2 (ja) * 1987-01-26 1995-02-01 日本鋼管株式会社 ア−ク溶接方法

Also Published As

Publication number Publication date
DE4291341T1 (de) 1994-07-21
NO310397B1 (no) 2001-07-02
US5262608A (en) 1993-11-16
FI88467C (fi) 1993-05-25
GB9320923D0 (en) 1994-01-26
GB2271951A (en) 1994-05-04
FI88467B (fi) 1993-02-15
GB2271951B (en) 1995-09-13
AU664177B2 (en) 1995-11-09
NO933794L (no) 1993-10-22
FI911999A0 (fi) 1991-04-25
DE4291341B4 (de) 2004-04-29
JPH06506635A (ja) 1994-07-28
JP3159985B2 (ja) 2001-04-23
WO1992019411A1 (en) 1992-11-12
BR9205922A (pt) 1994-05-17
FI911999A (fi) 1992-10-26
AU1655592A (en) 1992-12-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9220015A (nl) Werkwijze en inrichting voor boogsnijden onder water.
US5611724A (en) Grinding wheel having dead end grooves and method for grinding therewith
US4655108A (en) Tube-squaring tool and clamping mechanism
GB2306366A (en) Friction stir welding
GB2252933A (en) Method and apparatus for laser cutting a hollow metal workpiece.
EP1314509A3 (en) Friction stir welding
CA2207803A1 (fr) Procede de fraisage assiste par laser
US20030061920A1 (en) Apparatus and method for providing an enhanced metal cutting saw blade
NO333127B1 (no) Anordning og fremgangsmate for fjerning av grader fra innvendige flater i ror
US6499921B1 (en) Spot welder tip sharpening and dressing tool
US4273982A (en) Underwater cutting and gouging method
US5103684A (en) Material cutting tool
US4265282A (en) Tubular rotating cutter
US5454166A (en) Deburring tool
SU880777A1 (ru) Устройство дл удалени внутреннего грата со сварных швов термопластовых труб
JPS62166080A (ja) ノズル
JP2000301332A (ja) 手溶接の回し振り押し法
RU2074071C1 (ru) Способ дуговой сварки неплавящимся электродом с подачей присадочной проволоки и устройство для подачи присадочной проволоки
SU1140910A1 (ru) Способ дуговой сварки в среде защитных газов
ES2201448T3 (es) Antorcha para soldar mejorada y metodo de uso.
JPH0342183A (ja) 多電極溶接方法及び装置
JPS5835808B2 (ja) スケルプ・エツジ・シエイビング・バイト角度調整装置
SU614914A1 (ru) Горелка дл дуговой сварки в защитных газах
SU694313A1 (ru) Устройство дл дуговой сварки
SU880637A1 (ru) Инструмент дл расточки цилиндрических поверхностей

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed