NL9202065A - Werkwijze en inrichting voor het transporteren en snijden van agrarische producten. - Google Patents

Description

Titel: Werkwijze en inrichting voor het transporteren en snijden van agrarische producten.

Beschrijving:

De onderhavige uitvinding heeft allereerst betrekking op het transporteren van contact- en kwetsuregevoelige objecten, in het bijzonder agrarische producten, bijvoorbeeld groenten, fruit, bloemen, champignons e.d.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze, zoals bijvoorbeeld toegepast kan worden bij het na het oogsten, transporteren van de agrarische producten.

Bij wijze van voorbeeld wordt uitgegaan van de teelt van champignons, welke veelal plaatsvindt in speciaal daartoe ingerichte ruimten, waarin de klimatologische omstandigheden nauwkeurig zijn in te stellen, en waarin de champignons op meerdere stellingen boven elkaar, welke stellingen meestal enkele tientallen meters lang zijn, worden geteeld. De oogst van de champignon vindt op bekende wijze handmatig plaats, waarbij op het volledig bedekte kweekbed met champignons, die champignons worden geselecteerd, die oogstbaar zijn. Deze champignons worden vervolgens met behulp van een mesje afgesneden, en in een container gelegd. De champignons in de omgeving van de geoogste champignon kunnen zich daarbij verder ontwikkelen teneinde deze op termijn te kunnen oogsten.

• Allereerst is het bezwaar van deze werkwijze, dat het werk in de betreffende klimatologisch geregelde ruimten, grote lichamelijke inspanningen vergt van de betreffende arbeidskrachten. Voorts wordt bij het oogsten d.m.v. het terplaatse afsnijden van de te oogsten champignons ook de omringende champignons nog wel eens beschadigd, waarbij de kans op misvormingen, ziekten en groeiachterstand sterk toeneemt, en dientengevolge de opbrengst afneemt.

Bovendien noodzaakt de bekende arbeidsgang en verwerkingswijze van het geoogste product ertoe, dat dit na het oogsten door verdere arbeidskrachten moet worden nagesneden, teneinde een zodanig eindproduct te verkrijgen, dat het er voldoende kooplustopwekkend uit ziet. Daartoe worden in een volgende arbeidsstap, met name de onderste delen van de champignons, waarin de wortels zich bevinden, afgesneden. Dit vergt naast de inzet van arbeidskrachten een beslag op een ruimte, waarin deze bewerking kan plaatsvinden. Tenslotte leidt deze bewerking ertoe dat opnieuw het betreffende contactgevoelig product moet worden aangepakt met als gevolg dat de kans toeneemt, dat zich ter plaatse van het contactvlak van de vingers van de arbeidskrachten met de gevoelige objecten bruine afdrukken vormen, hetgeen het kooplustopwekkend vermogen van het eindprodukt negatief beïnvloedt.

De onderhavige uitvinding beoogt het verschaffen van een werkwijze en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze, waarin het kwetsbare object na het oogsten ervan zodanig kan worden verwerkt, dat een verminderde inzet van arbeidskrachten noodzakelijk is, en bovendien het product voor wat betreft champignons in het bijzonder een steel zal bezitten, die een zodanige lengte heeft, dat een grotere uniformiteit van het eindproduct daarvan het gevolg is.

Daartoe bezit de werkwijze overeenkomstig de uitvinding het kenmerk, dat het object in een opening tussen tegen elkaar in wijzende op een eindloze voortbewegende band aangebrachte uitsteeksels wordt geplaatst.

Het voordeel van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding is, dat bij het oogsten geen gebruik behoeft te worden gemaakt van hulpmiddelen in de vorm van bijvoorbeeld een mesje, omdat de betreffende te oogsten champignons eenvoudigweg uit de voedingsbodem kunnen worden getrokken en vervolgens op de betreffende band in de opening kunnen worden geplaatst. De kans is daarmede verminderd dat de producten in de omgeving van het te oogsten product op het kweekbed worden beschadigd. Doordat de champignon met zijn kop naar boven op de band wordt geplaatst en de steel zich tussen de betreffende uitsteeksels bevindt tijdens het transport, vindt slechts aanraking van de band met de verminderd zichbare onderkant plaats, zodat als al beschadiging hiervan zou optreden, hetgeen overigens zeer weinig waarschijnlijk is, omdat de champignon eenvoudig wordt onderworpen aan de zwaartekracht die voortkomt uit zijn eigen gewicht, deze beschadiging verminderd zichtbaar zal zijn.

In een verfijning van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding, ondergaat tijdens het transport van het object een uit de opening stekend gedeelte van het object, een snijbewerking, zodat dus na de oogst en het transport het betreffende kwetsbare product niet opnieuw behoeft te worden vastgepakt, teneinde het te transporteren naar de snijplaats, dan wel teneinde het te snijden. De snijbewerking is daarmede volledige geautomatiseerd, zodat ook hier de inzet van extra arbeidskrachten niet langer nodig is.

Bij voorkeur wordt in een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding het uitstekende gedeelte van het object door een in hoofdzaak kegelvormig snijvlak geleid.

Het voordeel hiervan is, dat tijdens de snijactie, het betreffende product recht wordt afgesneden doch op de band wordt gedrukt en niet de neiging zal hebben naar boven te springen. Een eventueel voor toepassing van de betreffende werkwijze eerder noodzakelijke drukband voor het vasthouden van het te snijden object op het moment dat de snijbewerking plaats vindt, kan daarmede komen te vervallen.

Met een beperkte inzet van mens en materieel kan het product zodoende snel worden geoogst en in een zeer beperkt aantal handelingen worden verder verwerkt, teneinde het na het snijden te verpakken. Door het bovendien in sterk verminderde mate blootstellen van het kwetsbare'product aan mechanische spanningen wordt de hoeveelheid afval sterk verminderd. Bijzonder toepassing kan de onderhavige werkwijze overeenkomstig de uitvinding bieden m.b.t. tot de verwerking van onder meer bloemen.

Overeenkomstig de uitvinding bezit de inrichting het kenmerk, dat deze van om een of meer loopwielen geslagen, van tegen elkaar in wijzende en op afstand van elkaar geplaatste uitsteeksels voorziene, banden heeft en voorts direct of indirect met de band gekoppelde bandvoortbewegingsmiddelen heeft.

Bij voorkeur zijn de uitsteeksels uit een voldoende elastisch materiaal vervaardigd, zodat de door de uitsteeksels op het kwetsbare product uitgeoefende locale klachten zo klein mogelijk zijn. In geval de steel geheel tussen de uitsteeksels in de opening ligt, rust de champignon met name op de onderzijde van zijn kop, zodat in dat geval de door de elastische uitsteeksels op de steel uit te oefenen krachten zelfs nul kan zijn.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting overeenkomstig de uitvinding, zijn de snijmiddelen zodanig schuin gepositioneerd, dat deze een scherpe hoek maken met de voortbewegingsrichting van de band.

In dat geval is het feitelijke snijvlak, dat bepaald wordt door de positie en de beweging die de snijmiddelen uitvoeren, zodanig dat tijdens het snijden het product op de band gedrukt, zodat het tijdens deze snijactie niet wegspringt.

Bij voorkeur zijn de snijmiddelen gekoppeld met instelmiddelen voor het beïnvloeden van de positie van de snijmiddelen, zodat naast bijvoorbeeld champignons of bloemen, ook andere producten, zoals bijvoorbeeld komkommers, augurken e.d. kunnen worden gesneden. Desgewenst kan de vorm van de uitsteeksels aan het product worden aangepast, door deze bijvoorbeeld kanteelvormig, tenminste gedeeltelijk taps toelopend, dan wel afgerond van vorm te laten zijn.

- De uitvinding en de daarmede samenhangende verdere voordelen zullen nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarbij soortgelijke onderdelen in de verschillende figuren d.m.v. dezelfde verwijzingscijfers zijn aangegeven. Daarbij toont:

Figuur 1, een weergave van een relevant gedeelte van een inrichting overeenkomstig de uitvinding voor het transporteren en snijden van kwetsbare objecten, zoals bijvoorbeeld champignons;

Figuur 2, een relevant gedeelte van de inrichting van figuur 1 in een linker zijaanzicht daarvan;

Figuur 3, een mogelijke uitvoeringsvorm van de band voor toepassing in de inrichting overeenkomstig de uitvinding;

Figuur 4, een drietal mogelijke uitvoeringsvormen van de uitsteeksels voor toepassing in de in figuur 3 weergegeven band;

Figuur 5, een weergave onder een andere hoek van de snij inrichting voor toepassing in de inrichting overeenkomstig de uitvinding.

Figuur 1, toont een vooraanzicht en figuur 2 een enigszins gedetailleerdere gecombineerde weergave van een inrichting 1, welke wordt benut voor het transporteren van in het algemeen contact- en kwetsure gevoelige objecten, in het bijzonder bloemen of champignons. Qua afmeting toegespitst op het transporteren van champignons is de inrichting 1 uitgevoerd met een voor dat geval platte eindloze band 2, die om aangedreven loopwielen 3 en 4 is geslagen. De middelen voor het aandrijven van de loopwielen 3 en 4 zijn niet weergegeven. De al dan niet uit meerdere delen opgebouwde band 2, bezit een in figuur 3 nader getoonde configuratie, waarvan de langsopening 5 bepalend is voor het opnemen van het kwetsbare object. Aan weerszijden van de opening 5, bevinden zich naar elkaar toe wijzende uitsteeksels 6, welke bijvoorbeeld de in figuur 4 getoonde vorm kunnen hebben. De uitsteeksels zijn bijvoorbeedl kanteelvormig (a), zij kunnen tenminste gedeeltelijk taps toelopen en een trapezium vorm (b) bezitten, of zij kunnen afgerond (c) van vorm zijn. Vanzelfsprekend komen afhankelijk van het specifieke vorm van het object ook andere of mengvormen van de hiervoor genoemde uitvoeringen voor toepassing in aanmerking.

De champignons worden in de opening 5 van de in het algemeen uit een elastisch materiaal, zoals bijvoorbeeld rubber, vervaardigde band 2 gelegd, waarbij de kop op de band rust en de steel zich gedeeltelijk bevindt tussen de uitsteeksels 6 en voor een verder gedeelte onder de band 2 uitsteekt. Onder de band 2 bevinden zich snijmiddelen, in het bijzonder mechanische snijmiddelen 7. Zeer in het bijzonder zijn de snijmiddelen uitgevoerd als roteerbare snijmiddelen, in welk geval de snijmiddelen 7 zijn gekoppeld met een roteerbare as 8, die d.m.v. een aandrijfmechanisme 9 in verbinding staat met een motor 10.

Bij het in de richting van de pijl van figuur l voortbewegen van de band 2, wordt gedurende het transport van het object het uit de opening 5 stekende gedeelte ervan afgesneden met behulp van de snijmiddelen 7.

Figuur 5 toont dat de snijmiddelen afhangende messen 7 bezitten, waardoor tijdens rotatie van de snijmiddelen 7 het gesneden gedeelte van de champignon naar beneden wordt getrokken. Het effect hiervan is, dat bij een dergelijke uitvoering van de snijmiddelen 7, de kans op het opgetild worden van de naar verhouding lichte champignons, wordt verkleind, waarmede voorkomen wordt dat tijdens de snijactie het object uit de opening 5 springt. In deze uitvoering zijn de snijmiddelen 7 zodanig gepositioneerd, dat deze in het aanzicht van figuur 5 in wigvorm zijn opgesteld, waarbij de snijmessen een scherpe hoek α maken met de voortbewegingsrichting van de band 2. De lijn waarlangs de snijkanten van de messen bewegen is d.m.v. een stippellijn aangegeven.

Figuur 2 toont een detail van een uitvoering, waarin de snijmiddelen 7 zijn gekoppeld met instelmiddelen 11, teneinde in het bijzonder de positie ten opzichte van de opening 5 van de snijmiddelen 7 in te stellen, in afhankelijkheid van de gemiddelde afmeting van het te transporteren en te snijden object. Het moge op basis van de hiervoor gegeven toelichting duidelijk zijn dat naar wens bijvoorbeeld de dikte van de band 2, de breedte van de opening 5, de specifieke uitvoering van de uitsteeksels 6, de afstand van de band 2 tot de snijmiddelen 7 en bijvoorbeeld de omwentelingssnelheid en de hoek α , zullen worden bepaald in afhankelijkheid van in het bijzonder de vorm van het betreffende object.

Onder omstandigheden kan het gewenst zijn om de inrichting 1 verrijdbaar te maken of zodanig uit te voeren, dat deze koppelbaar is met de stellingen waarin de teelt van bijvoorbeeld de champignons plaatsvindt.

Claims (14)

1. Werkwijze voor het transporteren van contact- en kwetsure gevoelige objecten, bijvoorbeeld groenten, fruit, bloemen, champignons, e.d., met het kenmerk, dat het object in een opening tussen, tegen elkaar in wijzende op een eindloze voortbewegende band aangebrachte, uitsteeksels wordt geplaatst.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij tijdens het transport van het object een uit de opening stekend gedeelte van het object een snijbewerking ondergaat.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij het uitstekend gedeelte van het object door een in hoofdzaak kegelvormig snijvlak wordt geleid.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij het aan de onderzijde van de band uitstekend gedeelte van het object, door een de top nabij de onderzijde van de band gelegen hebbend kegelvormige snijvlak wordt geleid.

5. Inrichting voor het uitvoeren van althans een van de werkwijzen overeenkomstig de conclusies 1-4, met het kenmerk dat de inrichting een of meer om loopwielen geslagen banden voorzien van naar elkaar wijzende een opening latende uitsteeksels bevat, en direct of indirect gekoppelde band voortbewegingsmiddelen bevat.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij althans de uitsteeksels uit een elastisch materiaal zijn vervaardigd.

7. Inrichting volgens een van de conclusies 5 of 6, waarbij de band uit rubber is vervaardigd.

8. Inrichting volgens een van de conclusies 5-7, waarbij nabij de opening snijmiddelen zijn aangebracht.

9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de snijmiddelen zijn gekoppeld met instelmiddelen voor het beïnvloeden van de positie van de snijmiddelen.

10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, waarbij de snijmiddelen zodanig zijn gepositioneerd of uitgevoerd, dat deze een snijvlak bepalen, dat een scherpe hoek maakt met de voortbewegingsrichting van de band.

11. Inrichting volgens een van de conclusies 8-10, waarbij de snijmiddelen als mechanische snijmiddelen zijn uitgevoerd.

12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij de mechanische snijmiddelen een of meer bewegende messen bezitten.

13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, waarbij de snijmiddelen een roterend mes bezitten.

14. Inrichting volgens een van de conclusies 5-13, waarbij de uitsteeksels kanteelvormig of tenminste gedeeltelijk taps toelopend of afgerond zijn gevormd.