NL9201905A - Houderafsluiter. - Google Patents
Houderafsluiter. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9201905A NL9201905A NL9201905A NL9201905A NL9201905A NL 9201905 A NL9201905 A NL 9201905A NL 9201905 A NL9201905 A NL 9201905A NL 9201905 A NL9201905 A NL 9201905A NL 9201905 A NL9201905 A NL 9201905A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- wall
- fin
- edge
- container
- valve according
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D51/00—Closures not otherwise provided for
- B65D51/24—Closures not otherwise provided for combined or co-operating with auxiliary devices for non-closing purposes
- B65D51/242—Closures not otherwise provided for combined or co-operating with auxiliary devices for non-closing purposes provided with means for facilitating lifting or suspending of the container
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D47/00—Closures with filling and discharging, or with discharging, devices
- B65D47/04—Closures with discharging devices other than pumps
- B65D47/06—Closures with discharging devices other than pumps with pouring spouts or tubes; with discharge nozzles or passages
- B65D47/12—Closures with discharging devices other than pumps with pouring spouts or tubes; with discharge nozzles or passages having removable closures
- B65D47/14—Closures with discharging devices other than pumps with pouring spouts or tubes; with discharge nozzles or passages having removable closures and closure-retaining means
- B65D47/147—Closures with discharging devices other than pumps with pouring spouts or tubes; with discharge nozzles or passages having removable closures and closure-retaining means for snap-on caps
- B65D47/148—Closures with discharging devices other than pumps with pouring spouts or tubes; with discharge nozzles or passages having removable closures and closure-retaining means for snap-on caps with internal parts
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D47/00—Closures with filling and discharging, or with discharging, devices
- B65D47/42—Closures with filling and discharging, or with discharging, devices with pads or like contents-applying means
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Closures For Containers (AREA)
Description
Korte aanduiding: Houderafsluiter.
De uitvinding heeft betrekking op een houderafsluiter uit kunststof met een op een houdermond bevestigbaar afsluit-lichaam, waarvanaf een hol, zich verjongend uitsteeksel uitsteekt, in het een opbrengpunt vormende vrije einde waarvan een de puntsgewijze opbrenging van de houdervulling mogelijk makende, door een afsluitkap afsluitbare uittree-opening aanwezig is, en die bovendien voor het vlak uitstrijken van de uit de uittree-opening afgegeven houdervulling dienende middelen heeft.
Er is een houder van dit type bekend (DE-PS-32 02 072), die voor vloeibare lijm of dergelijke stoffen bevattende houders is bedoeld. Het zich conisch verjongde vrije einde van het uitsteeksel, waarin de uittree-opening uitmondt, dient als lijmopbrengpunt voor het puntgewijs opbrengen, terwijl voor het over een groot oppervlak opbrengen en uitstrijken van de in een geschikte hoeveelheid uit de uittree-opening komende lijm een opbrengplaat dient. Bij de bekende afsluiter is de opbrengplaat via twee zich aan beide zijden van het holle uitsteeksel uitstrekkende hefboomarmen zodanig zwenkbaar aan het afsluitlichaam bevestigd, dat deze naar keuze in een boven de uittree-opening gezwenkte stand en een zijwaarts weggeklapte stand kan worden gezwenkt. In de boven de uittree-opening in het holle uitsteeksel gezwenkte stand ligt een doorgangsopening in de opbrengplaat in lijn met de uittree-opening, zodat de lijm uit de houder, door het holle uitsteeksel en de doorgangsopening bij de buitenzijde van de opbrengplaat kan komen en dan kan worden uitgestreken. Om een indrogen van de lijm en verstoppingen van de uittree- en doorgangsopening door daar achterblijvende lijmresten te verhinderen, heeft de bekende houderafsluiter een langgerekte, over het gehele holle uitsteeksel met inbegrip van de omhoog gezwenkte opbrengplaat heen grijpende afsluitkap, waarbij vanaf het binnenvlak van de kopwand daarvan een passend in de doorgangsopening en de uittree-opening grijpende afsluittap uitsteekt. -Deze afsluittap dicht de openingen waar hij doorheen steekt dus af en houdt deze gelijktijdig vrij van uitgeharde lijmresten.
De bekende opbrengafsluiter wordt in de praktijk in grote aantallen vervaardigd en heeft zich bewezen, waarbij aan het buitenvlak van de kopwand van de afsluitkap additioneel nog een haakachtig ophangoog is gespoten, dat het mogelijk maakt, dat van de afsluiter voorziene houders op voor de zelfbediening geschikte wijze aan de armen van ophangwanden kunnen worden aangeboden. De houderafsluiter is echter uit drie verschillende, uit kunststof gespoten delen vervaardigd, die telkens afzonderlijk moeten worden gemonteerd en veroorzaakt daardoor relatief hoge vervaardigingskosten.
Daarentegen ligt aan de uitvinding het doel ten grondslag een houderafsluiter te verschaffen, die eveneens een puntnauwkeurige opbrenging van de houdervulling enerzijds en een uitstrijken over een groot oppervlak anderzijds mogelijk maakt, daarbij echter aanzienlijk eenvoudiger is opgebouwd en goedkoper is te vervaardigen.
Uitgaande van een afsluiter van de in de aanhef genoemde soort wordt dit doel volgens de uitvinding bereikt, doordat aan de buitenzijde van het conische uitsteeksel integraal een radiaal uitstekende vinachtige wand is gespoten, waarvan een bovenste rechtlijnige begrenzingsrand als uitstrijkrand voor het vlak uitstrijken van de houder- « vulling is uitgevoerd. Door de aan de aangespoten vinachtige wand aangebrachte uitstrijkrand voor de eerder uit de opbrengpunt uitgebrachte vulling, bijvoorbeeld een lijm, wordt dus een integrale eenheid verschaft, en vervalt de afzonderlijke montage van een opbrengplaat aan de afsluiter.
Daarbij is het doelmatig, wanneer de uitstrijkrand vanaf zijn nabij het uitsteeksel gelegen einde onder een hoek schuin naar beneden ten opzichte van de middenlangsas van het holle uitsteeksel loopt, aangezien bij het vlak uitstrijken van de uitgebrachte houdervulling de van de houderafsluiter voorziene fles dan op ergonomisch voordelige wijze schuin kan worden gehouden.
Verder is het voordelig, wanneer de vinachtige wand langs zijn -de uitstrijkrand vormende bovenste randgebied een in vergelijking tot de overige wanddikte verdikte verdikking heeft, die bij voorkeur in het gebied van de uitstrijkrand een boogvormige dwarsdoorsnede heeft. De uitstrijkrand vormt dan geen scherpe braam, maar een gekromd vlak, waardoor enerzijds het gevaar van beschadiging van het document door de scherpe rand wordt vermeden en anderzijds een schuinstellen van de vinachtige wand in het gebied van de uitstrijkrand ten opzichte van het document mogelijk is.
De uitstrijkrand is doelmatig over een zijwaartse afstand ten opzichte van de opbrengpunt verschoven en steekt nog enigszins buiten het vrije einde van de opbrengpunt uit, zodat bij het vlak uitstrijken de opbrengpunt op een afstand boven het document staat. Omgekeerd is desondanks een puntsgewijs opbrengen door middel van de opbrengpunt zonder hinder van het de uitstrijkrand dragende uitstekende deel van de vinachtige wand mogelijk, aangezien de vinachtige wand van het document kan worden gedraaid en de opbrengpunt dan op de gewenste plaats tegen het document kan worden geplaatst.
In een voordelige verdere uitvoering van de uitvinding kan de uitvoering zo zijn uitgevoerd, dat in de vinachtige wand op een afstand onder de uitstrijkrand en in hoofdzaak evenwijdig daaraan een filmscharnier is aangebracht, dat een zwenken van het tussen het filmscharnier en de uitstrijkrand liggende, een opbrengplaat vormend deel van de vinachtige wand over ongeveer 90° in één richting mogelijk maakt. Een vlak uitstrijken van opgebrachte houdervulling is dan dus naar keuze met de uitstrijkrand of met de vlakke zijde van de om 90° gezwenkte opbrengplaat mogelijk.
Daarbij is het doelmatig wanneer de door het film-scharnier verbonden onderste rand van de in hoofdzaak rechthoekige opbrengplaat en de bovenste rand van het resterende deel van de vinachtige wand zodanig onder een hoek ten opzichte van de middenlangsas van het holle uitsteeksel lopen, dat het filmscharnier vanaf het nabij het uitsteeksel gelegen einde van de begrenzingsranden schuin naar beneden loopt. De uitstrijkplaat staat dan bij zijn werking schuin en zijwaarts verplaatst-ten opzichte van de opbrengpunt, wat zijn hantering bij het uitstrijken van het op te brengen materiaal vergemakkelijkt.
Het filmscharnier wordt daarbij doelmatig in lijn met één van de vlakke zijden van de vinachtige wand en de opbrengplaat uitgevoerd, zodat dan de aan het filmscharnier aansluitende, tegenover elkaar gelegen kopvlakken van de vinachtige wand en de opbrengplaat als in de eerste zwenk-stand complementair tegen elkaar aanliggende aanslagvlakken kunnen worden uitgevoerd- Via de tegen elkaar aanliggende aanslagvlakken kan dan de via de met de hand vast gegrepen houder uitgeoefende uitstrijkdruk door de vinachtige wand op de opbrengplaat worden overgebracht.
De als aanslagvlakken uitgevoerde begrenzingsranden van de vinachtige wand en de opbrengplaat zijn doelmatig in doorsnede zodanig complementair gevormd, dat de opbrengplaat in de eerste omhoog gezwenkte zwenkstand is vergrendeld. Dan kan de tegenover het filmscharnier liggende begrenzingsrand van de opbrengplaat in de omhoog gezwenkte stand weer als uitstrijkrand worden gebruikt.
De afsluitkap is in een voordelige verdere uitvoering van de uitvinding via een als één deel aan het uitsteeksel enerzijds en de afsluitkap anderzijds gespoten elastisch lijf als integraal deel van de afsluiter uitgevoerd, zodat dus ook de afzonderlijke vervaardiging en montage van de afsluitkap vervalt. De slechts op de opbrengpunt te plaatsen en daardoor relatief kleine afsluitkap is ook eveneens een integraal deel van de houderafsluiter, waardoor een verdere vereenvoudiging en prijsverlaging worden bereikt.
Om de afsluiter in de gebruikstand zo te fixeren, dat deze een opbrengproces niet stoort, is in een voordelige verdere uitvoering van de uitvinding aan het holle uitsteeksel op een afstand van het vrije einde daarvan een radiaal uitstekend aanzetstuk gespoten, dat wat vorm en afmeting betreft met het in de sluitstand van de afsluitkap overdekte vrije eindgebied van het holle uitsteeksel, dat wil zeggen de opbrengpunt, overeenkomt. Bij het opbrengen van -bijvoorbeeld-lijm wordt de afsluitkap dan op dit aanzetstuk gedrukt en zo gefixeerd. -
Om spuitgiettechnische resp. vormtechnische redenen is het aan te bevelen het aanzetstuk met een onder een rechte hoek ten opzichte van de middenlangsas van het holle uitsteeksel en onder een rechte hoek ten opzichte van de vinachtige wand lopende as vanaf het holle uitsteeksel uitstekend aan te brengen.
De vinachtige wand kan additioneel onder de uitstrijk-rand resp. de opbrengplaat een in de van het uitsteeksel afgekeerde rand open uitmondende, als ophangoog dienende uitsparing hebben. Daarmee is dan ook de aan staafvormige dragers hangende opslag of aanbieding voor de zelfbediening mogelijk.
De uitvinding is in de volgende beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld onder verwijzing naar de tekening nader toegelicht, en daarbij toont: fig. 1 een zijaanzicht van een op de wijze volgens de uitvinding uitgevoerde houderafsluiter; fig. 2 een met het zijaanzicht van de houderafsluiter volgens fig. 1 overeenkomend aanzicht, waarbij de opbrengplaat echter in een andere zwenkstand staat; fig. 3 een bovenaanzicht op de afsluiter, gezien in de richting van de pijl 3 in fig. 1, fig. 4 een doorsnede door de houderafsluiter, gezien in de richting van de pijl 4-4 in fig. 1, fig. 5 een bovenaanzicht op de afsluiter, gezien in de richting van de pijl 5 in fig. 4, fig. 6 een zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een op de wijze volgens de uitvinding uitgevoerde houderafsluiter; fig. 7 een bovenaanzicht op de afsluiter, gezien in de richting van de pijl 7 in fig. 6, en fig. 8 een doorsnede door de houderafsluiter, gezien in de richting van de pijl 8-8 in fig. 6.
De in de figuren getoonde, in zijn geheel met 10 aangeduide houderafsluiter is in het speciale geval als een op een, bijvoorbeeld in een blaasproces uit kunststof vervaardigde (niet getoonde) fles bevestigbare schroefafsluiter uit gevoerd, waarvoor hij een in het weergegeven geval als schroefkap uitgevoerden op een tegendraad op de flessehals opschroefbaar hol afsluitlichaam 14 heeft, aan de kopse zijde waarvan als één deel een langgerekt, zich conisch verjongend en in een punt uitlopend hol uitsteeksel 16 is gevormd. In het de punt van het uitsteeksel 16 begrenzende vlak 20 mondt een uittree-opening 22 uit, waardoorheen een in de fles gevulde lijm naar buiten kan komen en door het opzetten van de punt op een met lijm te voorzien werkstuk puntvormig kan worden opgebracht. Aan de buitenzijde van het conische uitsteeksel 16 is een radiaal uitstekende vinachtige wand 18 integraal gespoten, die zich vanaf het kopvlak van het afsluitlichaam 14 tot ongeveer onder het vrije, de opbreng-punt vormende einde van het holle uitsteeksel 16 uitstrekt. Aan zijn bovenste einde is de vinachtige wand 18 door een vanaf het uitsteeksel schuin naar beneden naar buiten lopende begrenzingsrand begrensd, waaraan via een film-scharnier 24 als één deel een opbrengplaat 26 met een in hoofdzaak rechthoekige begrenzing is gespoten, die in de figuren 1 en 3 in een onder een rechte hoek ten opzichte van de vinachtige wand omgeklapte en in de figuren 2 en 5 in een vertikale in lijn met de vinachtige wand 18 geplaatste stand is weergegeven.
Opdat een dergelijk omzwenken van de opbrengplaat 26 tussen de genoemde eindstanden mogelijk is, is het film-scharnier 24 aan de in de figuren 1 en 2 rechter vlakzijde van de vinachtige wand en de opbrengplaat aangebracht, zodat dus een zwenken van de in fig. 2 omhoog gezette opbrengplaat 26 slechts in de richting van de klok mogelijk is, terwijl bij een poging tot een zwenken in een richting tegen de klok in de kopvlakken van de vinachtige wand en de opbrengplaat complementair tegen elkaar aan komen te liggen en zo een omzwenken verhinderen. Door een complementaire profilering van deze kopvlakken op de in de figuren 2 en 5 getoonde wijze worden enerzijds de tegen elkaar aanliggende vlakken vergroot en bovendien wordt een vergrendeling van de opbrengplaat 26 in de vertikaal omhoog gezwenkte stand verkregen. In deze omhoog gezwenkte stand steekt de vrije begrenzingsrand van de opbrengplaat 26 buiten het als opbrengpunt dienende bovenste einde van het holle uitsteeksel 16 uit en zijn tegenover het filmscharnier liggende vrije begrenzingsrand kan als uitstrijkrand 27 voor het vlak uitstrijken van van tevoren op een documentvlak opgebrachte houdervulling, dat wil zeggen in het speciale geval lijm, dienen.
In de naar beneden gezwenkte stand (fig. 1 en 3) ligt de opbrengplaat 26 daarentegen onder de opbrengpunt en geeft deze voor een puntnauwkeurige opbreng vrij.
Onder de opbrengplaat 26 is in de vinachtige wand 18 een in de vanaf het holle uitsteeksel 16 gekeerde rand open uitmondende, als ophangoog dienende uitsparing 28 aangebracht, die het mogelijk maakt de houderafsluiter met de bijbehorende houder aan een staafvormige drager op te hangen en zo voor de zelfbedieningsverkoop aan te bieden.
Bij niet gebruik wordt de opbrengopening 22 in het bovenste einde van het holle uitsteeksel 16 door een afsluit-kap 30 afgesloten, die via een elastisch lijf 32 eveneens als één deel aan het holle uitsteeksel 16 is gespoten. De afsluitkap 30 grijpt over de opbrengpunt heen en is bovendien van een korte, in de uittree-opening 22 grijpende afsluit-tap 34 voorzien, die de uittree-opening 22 vrijhoudt van uithardende lijmresten.
Als houder voor de bij het gebruik van de afsluiter van de opbrengpunt afgenomen afsluitkap 30 is aan het holle uitsteeksel 16 als één deel een radiaal uitstekend aanzetstuk 36 gespoten, dat wat vorm en afmetingen betreft overeenkomt met de opbrengpunt en waarop de afsluitkap 30 dus kan worden gedrukt en dan bij het opbrengen van lijm niet meer kan storen. Het aanzetstuk 36 springt iets onder de (in de naar beneden gezwenkte stand omgeklapte) opbrengplaat 26 onder een rechte hoek ten opzichte van de middenlangsas van het holle uitsteeksel 16 en de vinachtige wand 18 naar voren.
In de figuren 6 tot 8 is een tweede uitvoeringsvoor-beeld van een op de wijze volgens de uitvinding uitgevoerde houderafsluiter 110 getoond, die wat zijn principele opbouw betreft overeenkomt met de eerder in verband met de figuren 1 tot 5 beschreven houderafsluiter 10, zodat het voldoende is hierna slechts de aanwezige verschillen te beschrijven, terwijl voor de overeenstemmende uitvoeringen naar de voorgaande beschrijving kan worden verwezen, te meer daar dezelfde delen van beide afsluiters 10 resp. 110 van dezelfde verwijzingscijfers zijn voorzien, waarbij erin het geval van de houderafsluiter 110 slechts een additionele "1" ervoor is geplaatst.
Het belangrijke verschil van de houderafsluiter 110 ten opzichte van de houderafsluiter 10 bestaat eruit, dat het filmscharnier 26 vervalt, zodat dus het bij de houder-afsluiter 10 de zwenkbare opbrengplaat 26 vormende bovenste deel van een vinachtige wand 118 bij de houderafsluiter 110 niet zwenkbaar, maar star is. Dientengevolge is een vlak uitstrijken van opgebracht, in de houder gevuld materiaal, bijvoorbeeld lijm, slechts door middel van de bovenste vrije begrenzingsrand van de vinachtige wand 118 mogelijk, welke voor dit doel als een uitstrijkrand 127 is uitgevoerd, doordat de vinachtige wand 118 in het bovenste randgebied tot een rand 129 is verdikt, die in het gebied van de eigenlijke uitstrijkrand 127 in doorsnede convex boogvormig is begrensd. De zogenaamde uitstrijkrand 127 is dus eigenlijk helemaal geen scherpe begrenzingsrand, maar een langgerekt en dwars op zijn langs uitstrekking convex afgerond uitstrijkvlak. Bovendien is de aanduiding uitstrijkrand terecht, aangezien tijdens het uitstrijken van -bijvoorbeeld- lijm op een documentvlak steeds slechts één mantellijn van het uitstrijkvlak op het documentvlak is gedrukt. De telkens werkzame mantellijn, dat wil zeggen de uitstrijkrand 127, verandert daarbij zijn stand op het uitstrijkvlak in afhankelijkheid van de schuinstelling, waarmee de de lijm uitstrijkende persoon de van de afsluiter 110 voorziene houder bij de uitstrijkhandeling beweegt.
Het is duidelijk dat in het kader van de uitvindings-gedachte veranderingen en verdere uitvoeringen van de beschreven houderafsluiter 10 resp. 110 mogelijk zijn, die bijvoorbeeld betrekking kunnen hebben op de aanpassing van het afsluitlichaam 14 resp. 114 aan een speciaal uitgevoerde houderopening. De uitstrijkrand 127 resp. de vrije begren- zingsrand 27 van de opbrengplaat 26 kan ook tanden hebben, zodat deze op de wijze van een getande spatel kan worden toegepast. Wezenlijk is, dat de gehele houderafsluiter met inbegrip van alle, het puntnauwkeurig resp. vlak opbrengen mogelijk makende functiedelen een integraal kunststof spuitgietdeel is.
Claims (14)
1. Houderafsluiter uit kunststof met een op een houdermond bevestigbaar afsluitlichaam, waarvanaf een hol, zich verjongend uitsteeksel uitsteekt, in het een opbreng-punt vormende vrije einde waarvan een de puntsgewijze opbrenging van de houdervulling mogelijk makende, door een afsluitkap afsluitbare uittree-opening aanwezig is, en die bovendien voor het vlak uitstrijken van de uit de uittree-opening afgegeven houdervulling dienende middelen heeft, met het kenmerk, dat aan de buitenzijde van het conische uitsteeksel (16; 116) integraal een radiaal uitstekende vinachtige wand (18; 118) is gespoten, waarvan een bovenste rechtlijnige begrenzingsrand als uitstrijkrand (27; 127) voor het vlak uitstrijken van de houdervulling is uitgevoerd.
2. Houderafsluiter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitstrijkrand (27; 127) vanaf zijn nabij het uitsteeksel gelegen einde onder een hoek schuin naar beneden ten opzichte van de middenlangsas van het holle uitsteeksel (16; 116) loopt.
3. Houderafsluiter volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de vinachtige wand (18; 118) langs zijn de uitstrijkrand (27; 127) vormende bovenste randgebied een in vergelijking tot de overige wanddikte verdikte verdikking (129) heeft.
4. Houderafsluiter volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de verdikking (129) in het gebied van de uitstrijkrand (127) een boogvormige dwarsdoorsnede heeft.
5. Houderafsluiter volgens één van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de uitstrijkrand (27; 127) over een zijwaartse afstand ten opzichte van de opbrengpunt is verschoven en nog enigzins buiten het vrije einde van de opbrengpunt uitsteekt.
6. Houderafsluiter volgens conclusie 1 en 5, met het kenmerk, dat in de vinachtige wand (18) op een afstand onder de uitstrijkrand (27) en in hoofdzaak evenwijdig daaraan een filmscharnier (24) is aangebracht, dat een zwenken van het tussen het filmscharnier (24) en de uitstrijkrand (27) liggende, een opbrengplaat (26) vormend deel van de vinachtige wand (18) over ongeveer 90° in één richting mogelijk maakt.
7. Houderafsluiter volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de door het filmscharnier (24) verbonden onderste rand van de in hoofdzaak rechthoekige opbrengplaat (26) en de bovenste rand van het resterende deel van de vinachtige wand (18) zodanig onder een hoek ten opzichte van de middenlangsas van het holle uitsteeksel (16) lopen, dat het filmscharnier (24) vanaf het nabij het uitsteeksel gelegen einde van de begrenzingsranden schuin naar beneden loopt.
8. Houderafsluiter volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het filmscharnier (24) in lijn met één van de vlakke zijden van de vinachtige wand (18) en de opbrengplaat (26) is uitgevoerd, en dat de op het filmscharnier (24) aansluitende, tegenover elkaar gelegen kopvlakken van de vinachtige 'wand (18) en de opbrengplaat (26) als in de eerste zwenkstand complementair tegen elkaar aanliggende aanslag-vlakken zijn uitgevoerd.
9. Houderafsluiter volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de als aanslagvlakken uitgevoerde begrenzingsranden van de vinachtige wand (18) en de opbrengplaat (26) in doorsnede zodanig complementair zijn gevormd, dat de opbrengplaat (26) in de eerste omhoog gezwenkte zwenkstand is vergrendeld.
10. Houderaf.sluiter volgens één van de conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de afsluitkap (30; 130) via een als één deel aan het uitsteeksel (16; 116) enerzijds en aan de afsluitkap (30; 130) anderzijds gespoten elastisch lijf (32; 132) als integraal deel van de afsluiter is uitgevoerd.
11. Houderafsluiter volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat aan het holle uitsteeksel (16; 116) een radiaal uitstekend aanzetstuk (36; 136) is géspoten, dat wat vorm ën afmetingen betreft met het in dè‘ sluitstand van de afsluitkap (30; .130) overdekte vrije eindgebied van het holle uitsteeksel (16; 116) overeenkomt.
12. Houderafsluiter volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het aanzetstuk (36; 136) met een onder een rechte hoek-ten opzichte van de middenlangsas van het holle uitsteeksel (16; 116) en onder een rechte hoek ten opzichte van de vinachtige wand (18; 118) lopende as vanaf het holle uitsteeksel (16; 116) uitsteekt.
13. Houderafsluiter volgens één van de conclusies 1-12, met het kenmerk, dat in de vinachtige wand (18; 118) een als ophangoog dienende uitsparing (28; 128) is aangebracht.
14. Houderafsluiter volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de uitsparing (28; .128) in hoofdzaak cirkelboogvormig begrensd is en een doorbreking naar de van het uitsteeksel afgekeerde rand van de vinachtige wand (18; 118) heeft.
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE4136116 | 1991-11-02 | ||
DE4136116 | 1991-11-02 | ||
DE4205095 | 1992-02-20 | ||
DE19924205095 DE4205095A1 (de) | 1991-11-02 | 1992-02-20 | Behaelter-verschluss |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9201905A true NL9201905A (nl) | 1993-06-01 |
Family
ID=25908748
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9201905A NL9201905A (nl) | 1991-11-02 | 1992-11-02 | Houderafsluiter. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE4205095A1 (nl) |
NL (1) | NL9201905A (nl) |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US396357A (en) * | 1889-01-15 | finnegan | ||
FR2345224A1 (fr) * | 1976-03-24 | 1977-10-21 | Onfroy | Embout muni d'une double spatule |
DE3202072A1 (de) * | 1982-01-23 | 1983-08-04 | Beiersdorf Ag, 2000 Hamburg | Behaelter-verschluss |
DE3217152A1 (de) * | 1982-05-07 | 1983-11-10 | Henkel KGaA, 4000 Düsseldorf | Vorrichtung zum auftragen von pastenfoermigen produkten und verfahren zum betrieb der vorrichtung |
US5046877A (en) * | 1987-11-16 | 1991-09-10 | Longo William J | Coating dispensing cartridge and spout therefor |
DE3825625C1 (nl) * | 1988-07-28 | 1989-08-24 | Henkel Kgaa, 4000 Duesseldorf, De | |
DE9101961U1 (nl) * | 1991-02-20 | 1991-05-08 | Pressol Schmiergeraete Gmbh, 8500 Nuernberg, De |
-
1992
- 1992-02-20 DE DE19924205095 patent/DE4205095A1/de not_active Withdrawn
- 1992-11-02 NL NL9201905A patent/NL9201905A/nl not_active Application Discontinuation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE4205095A1 (de) | 1993-05-06 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5358130A (en) | One-piece container closure with lid held open for dispensing | |
US5284264A (en) | Toggle-action dispensing closure with slide lock | |
EP0589114B1 (en) | Toggle-action dispensing closure with rotatable locking ring | |
US8016507B2 (en) | Directional dispensing valve | |
US3342379A (en) | Squeeze bottle and support cap | |
RU2199256C2 (ru) | Выдачной контейнер | |
CA2021856C (fr) | Ensemble de distribution d'au moins un produit fluide, notamment cosmetique ou pharmaceutique | |
US3945381A (en) | Eye drop dispenser and cup | |
US3087654A (en) | Crack filling dispenser | |
EP0386475B1 (en) | Cap with a dispenser for liquids | |
JPH0369786B2 (nl) | ||
US5261575A (en) | Dispenser for pulverulent or granular materials | |
PL204261B1 (pl) | Wychylna pokrywa dozująca do wylotu pojemnika | |
CA1330322C (en) | Dispensing container closure | |
CA2178140A1 (en) | Container cap with a measuring spout | |
KR100314367B1 (ko) | 양념 분배기 | |
NL9201905A (nl) | Houderafsluiter. | |
US6053374A (en) | Dosing cap for dispensing liquids | |
US5370277A (en) | Pour spout container | |
US6095374A (en) | Closure for supporting a container of viscous liquid | |
EP1491110A1 (fr) | Dispositif de conditionnement et de distribution | |
US5865352A (en) | Bottle with rotational dispenser | |
US20110277882A1 (en) | Refilling device and method of filling | |
AU712979B2 (en) | Container | |
US4664163A (en) | Metering dispensing system |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed | ||
BV | The patent application has lapsed |