NL9201788A - Inrichting voor het ophangen van een in hoofdzaak vertikaal lopende leiding aan een wand. - Google Patents

Inrichting voor het ophangen van een in hoofdzaak vertikaal lopende leiding aan een wand. Download PDF

Info

Publication number
NL9201788A
NL9201788A NL9201788A NL9201788A NL9201788A NL 9201788 A NL9201788 A NL 9201788A NL 9201788 A NL9201788 A NL 9201788A NL 9201788 A NL9201788 A NL 9201788A NL 9201788 A NL9201788 A NL 9201788A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
flange
wall
flanges
edges
support part
Prior art date
Application number
NL9201788A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194345C (nl
NL194345B (nl
Original Assignee
Walraven J Van Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Walraven J Van Bv filed Critical Walraven J Van Bv
Priority to NL9201788A priority Critical patent/NL194345C/nl
Publication of NL9201788A publication Critical patent/NL9201788A/nl
Publication of NL194345B publication Critical patent/NL194345B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194345C publication Critical patent/NL194345C/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L3/00Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets
    • F16L3/22Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets specially adapted for supporting a number of parallel pipes at intervals
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L3/00Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets
    • F16L3/08Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing
    • F16L3/12Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing comprising a member substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing
    • F16L3/127Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing comprising a member substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing and extending away from the attachment surface

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Supports For Pipes And Cables (AREA)

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het ophangen van een in hoofdzaak vertikaal lopende leiding aan een wand.
De uitvinding heeft betrekking cp een inrichting voor het ophangen van een in hoofdzaak vertikaal lopende leiding aan een wand, voorzien van een tegen de wand te bevestigen, in hoofdzaak loodrecht daarvan uitstekend strookvormig steundeel en een de leiding omvattend ringvormig beugellichaam, waarvan de naar de wand toegekeerde einden zijn gevormd tot flenzen, die zijn ingericht cm - aan weerszijden tegen het strookvormige steundeel aanliggend - te worden samengeklemd met behulp van een door gaten in de flenzen en een daarmede strokend (sleuf) gat in het steundeel heen reikende bevestigingsschroef.
Dergelijke inrichtingen zijn bekend en worden op grote schaal toegepast voor het aan een vertikale draagwand bevestigen van centrale-verwarmingsbuizen. Het gaat daarbij in de regel cm het bevestigen van twee op korte afstand evenwijdig aan elkaar lopende, respectievelijk als toevoer- en afvoerleiding dienende leidingen. Er is dan sprake van twee steundelen, die deel uitmaken van een tegen de betreffende wand te bevestigen, in hoofdzaak U-vormige draagsteun. Het beugellichaam bestaat bij de tot nu toe bekende inrichtingen uit twee afzonderlijke, uit metaal bestaande en derhalve nagenoeg vormvaste helften, waarvan de van de flenzen af gekeerde einden met getande eindranden in elkaar grijpen en waarvan de flenzen met behulp van een horizontaal en evenwijdig aan het vlak van de draagwand gerichte bevestigingsschroeven cp het betreffende steundeel worden vastgeklemd.
Een in de praktijk ondervonden nadeel van de bekende inrichtingen is, dat de bevestigingsschroeven en de bijbehorende moeren dikwijls moeilijk zijn vast te draaien, doordat zij vaak moeilijk toegankelijk zijn voor een schroevedraaier c.g. schroef sleutel. Dit nadeel geldt in het bijzonder, wanneer de bevestiging in een hoek, derhalve in de onmiddellijke nabijheid van een zich loodrecht (¾) de draagwand uitstrekkende wand moet plaatsvinden. Bovendien is het bij het monteren lastig de beide helften van het beugellichaam tezamen met de te bevestigen leiding en het steundeel in de juiste onderlinge stand voor het insteken van de bevestigingsschroef te plaatsen en te houden.
De uitvinding nu beoogt aan dit nadeel tegemoet te komen.
Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt, doordat de beide op zich nagenoeg vormvaste delen van het ringvormige beugellichaam tot één geheel zijn verenigd en wel zodanig, dat de beide delen aan de van de flenzen afgekeerde zijde ten opzichte van elkaar kunnen scharnieren rond een door een plaatselijke wanddiktevermindering geformeerde schamieras, waarbij een der beide flenzen is ingericht om met omgezette zijranden in vóórgemonteerde toestand op het steun-deel te worden geschoven en het gat in die flens is ingericht voor samenwerking met het einde van een bevestigingsschroef van het zelf-tappende type.
Met de inrichting volgens de uitvinding kan het reeds met één flens op het van de dragende wand uitstekende steundeel geschoven zittende beugellichaam eenvoudig rond de op te hangen leiding worden gesloten en vervolgens rond de buis en op het uitstekende steundeel worden vastgeklemd door het aandraaien van de zelf-tappende schroef, die daarbij slechts vanaf de kopzijde toegankelijk behoeft te zijn.
In een voorkeursuitvoering is het beugellichaam van kunststof vervaardigd en is de tweede flens aan zijn van de eerste flens afgekeerde zijde voorzien van een kolomvormige verdikking, waarin een schuin naar de wand toe gerichte boring voor het opnemen van de bevestigingsschroef is aangebracht.
Deze uitvoering in kunststof leent zich in het bijzonder voor toepassing van de zelf-tappende schroef, welke bovendien door de schuin naar de dragende wand toe gerichte opneerriboring onder alle omstandigheden, en wel met name ook in die omstandigheid/ waarin aan de bedieningszijde een tweede steundeel van de dragende wand uitsteekt, optimaal toegankelijk is.
Volgens een verder kenmerk van de uitvinding maken de ongebogen zijranden, die de eerste flens in voorgemonteerde toestand op het steundeel vasthouden, deel uit van de eerste flens, waarbij deze zijranden zijn voorzien van otm de zijranden van het steundeel grijpende nokjes, terwijl van de buitenzijde van de eerste flens een buigzame borglip uitsteekt, die bij het opschuiven van de eerste flens op het steundeel in het sleuf gat van het steundeel snapt. Deze uitvoeringsvorm biedt de mogelijkheid steundeel, beugellichaam en bevestigingsschroef als vóórgemonteerde eenheid in voorraad te houden en op de gebruiksplaats als voorgemonteerde eenheid aan de betreffende wand te bevestigen, waarbij de eerste flens van het beugellichaam - door de in de sleuf van het steundeel snappende buigzame borglip - verschuifbaar op het steundeel geborgd zit. Het eigenlijke ophangen c.q. bevestigen van de leiding is dan nog slechts een zeer eenvoudige handeling.
Een bijzondere uitvoering van de bevestigingsinrichting volgens de uitvinding is daardoor gekenmerkt, dat de eerste flens is gelegen in een aan het beugellichaam rakend vlak, waarbij de ongebogen rand-delen van deze flens vanaf een op enige afstand van de flenseindrand gelegen punt evenredig in hoogte toeneemt onder vorming van in hoofdzaak driehoekige zijvleugels, waarvan de schuin oplopende randen - aan de andere zijde van de schamierlijn - eveneens raken aan het beugellichaam en waarvan de derde zijden overeenkomstig een gedeelte van de cirkelvormige ligplaats voor de betreffende leiding zijn geprofileerd, terwijl de tweede flens, vanaf het beugellichaam, eerst over een afstand volgens laatstgenoemde raaklijnen tussen de schuine randen van de zijvleugels van de eerste flens verloopt en vervolgens aan de voet van de zijvleugels caiibuigt in een richting evenwijdig aan de eerste flens, waarbij de kolomvormige verdikking in de tweevlakshoek tussen het schuin verlopende deel en het evenwijdig aan de eerste flens verlopende deel van de tweede flens is gevormd.
Deze uitvoeringsvorm biedt de mogelijkheid het van de draagwand uitstékende steundeel vrijwel in een hoek, d.w.z. qp een zeer geringe afstand van een zich loodrecht van de draagwand uitstrekkende wand aan te brengen. De afstand tot laatstgenoemde wand behoeft slechts zo groot te zijn, dat opschuiven van de eerste flens van het beugellichaam op het steundeel mogelijk is.
De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.
Fig. 1 is een bovenaanzicht van een dubbel uitgevoerde bevesti-gingsinrichting volgens de uitvinding, ingericht voor het ophangen van twee vertikale leidingen aan een wand; fig. 2 toont een doorsnede van een opengeklapte pijpbeugel volgens de uitvinding, volgens een vlak loodrecht op de as van de te omklemmen leiding; fig. 3 is een onderaanzicht van de pijpbeugel volgens fig. 2 en fig. 4 is een dwarsdoorsnede volgens de lijnen IV-IV in fig. 3. In de tekening is 1 een op zichzelf bekende U-vormige draag-steun, die met zijn lijf Ib tegen een vertikale wand 2 kan worden bevestigd bij het ophangen van twee op korte afstand evenwijdig aan elkaar lopende c^trale-verwarmingsleidingen. De benen la van de draagsteun 1 zijn daarbij op bekende wijze vóórzien van langssleuven, om de afstand tussen de draagwand en de op te hangen leidingen op de gewenste maat te kunnen instellen.
De op te hangen leidingen worden elk aan een been la van de draagsteun 1 bevestigd met behulp van een pijpbeugel 4. Deze pijp-beugel is gevormd uit een geschikte kunststof en bestaat uit twee beugeldelen 4a, 4b, die door een door plaatselijke wanddikte-verminderingen geformeerde dubbele scharnierlijn 5 tot één geheel met elkaar zijn verbonden (zie fig. 2). In de gesloten stand (fig. 1) vormen de beide beugeldelen 4a, 4b tezamen een cirkel vormige ligplaats voor de op te hangen buis, welke ligplaats voor een deel wordt begrensd door het (send-) ringvormige beugellichaam en voor een deel door de hieronder nog nader te beschrijven zijvleugels 13.
Aan het deel 4a van de bijbeugel zit een eerste flens 6, die in hoofdzaak tangentiaal op het (send-) ringvormige beugellichaam aansluit en twee haaks omgezette zijranden 7 heeft, waarvan de onderlinge (inwendig gemeten) afstand overeenkomt met de breedte van een been la van de draagsteun 1. De omgezette zijranden 7 zijn aan de binnenzijde voorzien van nokjes 8, waarvan de functie hieronder nog nader zal blijken.
De flens 6 is voorts aan de buitenzijde voorzien van een centrale langsrug 9, waarvan de hoogte naar de vrije eindrand van de flens 6 toe geleidelijk toeneemt (zie in het bijzonder fig. 2). Aan de binnenzijde van de flens 6 bevindt zich een met de rug 9 corresponderende, op een afstand van de flenseindrand eindigende verdieping 10. Vanaf de bodem van deze verdieping reikt een lipvormig uitsteeksel 11 tot in de ruimte tussen de omgezette flenszijranden 7.
Met de aldus uitgevoerde eerste flens 6 wordt de pijpbeugel 4 op een been la van de draagsteun 1 geschoven. Daarbij borgen de nokjes 8 de flens in een richting loodrecht op het betreffende been la, terwijl het lipvormige uitsteeksel 11, dat bij het opschuiven in de genoemde langssleuf van het been la snapt, de flens borgt in het vlak van het been la en wel in een richting loodrecht op het lijf Ib van de draagsteun.
Een verdere uitvoering van de pijpbeugel 4 is als volgt:
Zoals uit fig. 2 is te zien is de hoogte van de omgezette rand 7 van de flens 6, gerekend vanaf de flenseindrand tot de met x aangegeven plaats constant en neemt de hoogte vanaf laatstgenoemde plaats proportioneel toe onder vorming van twee in hoofdzaak driehoekige zijvleugels 12, waarvan de schuine randen 12a bij gesloten beugel (fig. 1) tangentiaal aan het (semi-) ringvormige deel van het beugellichaam verlopen en waarvan de derde zijden 12b overeenkomstig een gedeelte van de cirkelvormige ligplaats zijn geprofileerd.
Aan het deel 4b van de pijpbeugel zit een tweede flens 13, die tangentiaal ten opzichte van het (semi-) ringvormige deel 4b van de pijpbeugel verloopt (zie fig. 2) en nabij zijn vrije einde cmbuigt tot een flensdeel 13a. De flens 13 heeft driehoekige zijdelen 14, welke corresponderen roet de driehoekige zijvleugels 12 van de eerste flens 6 en waarvan de onderlinge, uitwendig gemeten afstand overeenkomt met de inwendige afstand tussen de zijvleugels 12.
Bij het sluiten van de pijpbeugel vanuit zijn opengeklapte stand volgens fig. 2, door een onderlinge scharnierbeweging van de beide beugeldelen 4a, 4b rond de dubbele schamieras 5 worden vanaf een bepaalde onderlinge hoekstand de zijdelen 14 van de tweede flens 13 geleid in de ruimte tussen de zijvleugels 12 van de eerste flens 6. In de gesloten stand (fig. 1) liggen de zijdelen 14 geheel tussen de zijvleugels 12 opgesloten en is het tangentiaal verlopende deel van de flens 13 in één vlak roet de schuine randen 12a van de zijvleugels 12 van de eerste flens 6 komen te liggen. Het flensdeel 13a van de tweede flens valt voorts tussen de omgezette zijranden 7 aan het einde van de eerste flens 6. De pijpbeugel wordt voorts in de gesloten stand geborgd met behulp van nokjes 15, die van de binnenzijde van de omgezette zijranden 7 uitsteken en bij het sluiten snappen in corresponderende, zich over een gedeelte van de dikte van het flensdeel 13a in de randen van dat flensdeel aangebrachte snapuitsparingen 16 (zie fig. 3).
In de stompe tweevlakshoek tussen het tangentiaal verlopende flensdeel 13 en het flensdeel 13a is een kolarnvormige verdikking 16 aangebracht, voorzien van een boring 17 voor het opnemen van een niet nader weergegeven bevestigingsschroef van het zelf-tappende type. De boring 17 is aan zijn in het vlak van het flensdeel 13a uitmondende einde 17a versmald. Een vooraf in de boring 17 geplaatste zelf-tappende schroef kan zich daardoor roet zijn punt in het versmalde boringeinde 17a vastklemmen en wordt aldus tegen uitvallen geborgd. Het versmalde boringeinde 17a ligt bij gesloten pijpbeugel op één lijn met een in de verdikking 9 voorgevormd gat 18 van beperkte diameter.
Zoals uit de tekening is te zien is de as van de boring 17 bij gesloten beugel schuin ten opzichte van de dragende wand 2 gericht. Een in de boring 17 geplaatste bevestigingsschroef is daardoor gemakkelijk voor een schroevedraaier toegankelijk. Met name wordt de toegankelijkheid van de in de boring 17 van de onderste pijpbeugel in fig. 1 te steken bevestigingsschroef op geen enkele wijze beperkt door de aanwezigheid van de bovenste pijpbeugel in fig. 1. Door het aandraaien van de bevestigingsschroef, waarvan de punt als een hout-schroef in het voorgevormde gat 18 van de rug 9 dringt, komt de betreffende pijpbeugel 4 en daarmede de leiding op het betreffende been la van de draagsteun 1 vast te zitten.
Om een optimale greep van de pijpbeugel rond de leiding te bevorderen zijn de randen van de cirkelvormige ligplaats een weinig gekarteld respectievelijk geribd uitgevoerd.
De uitvinding biedt de mogelijkheid bij het bevestigen van centrale-verwarmingsleidingen eerst een reeks draagsteunen met daarop vóórgemonteerde pijpbeugels op een afstand boven elkaar tegen de draagwand te bevestigen en vervolgens de leidingen in hun ligplaatsen te drukken en de beugels daarna eenvoudig rond de leidingen dicht te "klikken". De leidingen zitten daarmede "voorlopig" vast. Men heeft dan beide handen vrij om de pijpbeugel vast te zetten en door verschuiven op de gewenste afstand van de draagwand in te stellen en voor het aandraaien van de bevestigingsschroeven.

Claims (7)

1. Inrichting voor het ophangen van een in hoofdzaak vertikaal lopende leiding aan een wand, voorzien van een tegen de wand te bevestigen, in hoofdzaak loodrecht daarvan uitstekend strookvormig steundeel en een de leiding omvattend ringvormig beugellichaam, waarvan de naar de wand toegekeerde einden zijn gevormd tot flenzen, die zijn ingericht cm - aan weerszijden tegen het strookvormige steundeel aanliggend - te worden samengéklemd met behulp van een door gaten in de flenzen en een daarmede strokend (sleuf) gat in het steundeel heen reikende bevestigingsschroef, met het kenmerk, dat de beide op zich nagenoeg vormvaste delen van het ringvormige beugellichaam tot één geheel zijn verenigd en wel zodanig, dat de beide delen aan de van de flenzen afgekeerde zijde ten opzichte van elkaar kunnen scharnieren rond een door een plaatselijke wanddikteveminde-ring geformeerde schamieras, waarbij een der beide flenzen is ingericht om met omgezette zijranden in vóórgemonteerde toestand op het steundeel te worden geschoven en het gat in die flens is ingericht voor samenwerking met het einde van een bevestigingsschroef van het zelf-tappende type.
2. Inrichting volgens conclusie l, met het kenmerk, dat het beugellichaam van kunststof is vervaardigd en dat de tweede flens aan zijn van de eerste flens afgekeerde zijde is voorzien van een kolcmvormige verdikking, waarin een schuin naar de wand toe gerichte boring voor het opnemen van de bevestigingsschroef is aangebracht.
3. Inrichting volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de omgebogen zijranden, die de eerste flens in voorgemonteerde toestand op het steundeel vasthouden, deel uitmaken van de eerste flens, waarbij deze zijranden zijn voorzien van can de zijranden van het steundeel grijpende nokjes, terwijl van de buitenzijde van de eerste flens een buigzame borglip uitsteekt, die bij het opschuiven van de eerste flens op het steundeel in het sleuf gat van het steundeel snapt.
4. Inrichting volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de eerste flens is gelegen in een aan het beugellichaam rakend vlak, waarbij de ongebogen randdelen van deze flens vanaf een op enige afstand van de flenseindrand gelegen punt evenredig in hoogte toeneemt onder vorming van in hoofdzaak driehoekige zijvleugels, waarvan de schuin oplopende randen - aan de andere zijde van de scharnier 1 ijn-eveneens raken aan het beugellichaam en waarvan de derde zijden overeenkomstig een gedeelte van de cirkelvormige ligplaats voor de betreffende leiding zijn geprofileerd, terwijl de tweede flens, vanaf het beugellichaam, eerst over een afstand volgens laatstgenoemde raaklijnen tussen de schuine randen van de zijvleugels van de eerste flens verloopt en vervolgens aan de voet van de zijvleugels cmbuigt in een richting evenwijdig aan de eerste flens, waarbij de kolcanvormige verdikking in de tweevlakshoek tussen het schuin verlopende deel en het evenwijdig aan de eerste flens verlopende deel van de tweede flens is gevormd.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het schuin verlopende deel van de tweede flens is voorzien van zijdelen, die bij het sluiten van het beugellichaam in de ruimte tussen de zijvleugels van de eerste flens worden geleid.
6. Inrichting volgens conclusies 4-5, met het kenmerk, dat het eindgedeelte van de tweede flens in de gesloten beugelstand tussen de omgezette randen aan het einde van de eerste flens valt en van een of meer randuitsparingen is voorzien die samenwerken met de omgezette randen van van de eerste flens uitstekende corresponderende snap-nokjes.
7. Inrichting volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de eerste flens aan de buitenzijde is voorzien van een vanaf het ringvormige beugellichaam naar de vrije flenseindrand in hoogte toenemende rugvormige verdikking, waarin het voorgevormde bevestigingsgat voor de zelf-tappende bevestigingsschroef is aangebracht.
NL9201788A 1992-10-14 1992-10-14 Inrichting voor het verticaal ophangen van een leiding aan een wand. NL194345C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9201788A NL194345C (nl) 1992-10-14 1992-10-14 Inrichting voor het verticaal ophangen van een leiding aan een wand.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9201788A NL194345C (nl) 1992-10-14 1992-10-14 Inrichting voor het verticaal ophangen van een leiding aan een wand.
NL9201788 1992-10-14

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9201788A true NL9201788A (nl) 1994-05-02
NL194345B NL194345B (nl) 2001-09-03
NL194345C NL194345C (nl) 2002-01-04

Family

ID=19861381

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9201788A NL194345C (nl) 1992-10-14 1992-10-14 Inrichting voor het verticaal ophangen van een leiding aan een wand.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL194345C (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1052285A (nl) *
FR1369129A (fr) * 1963-09-09 1964-08-07 United Carr Fastener Corp Pince pour connexions
DE3511265A1 (de) * 1985-03-28 1986-10-09 Mannesmann AG, 4000 Düsseldorf Schelle, insbesondere fuer kabel-, rohr-, schlauch-straenge u.dgl.
FR2631417A1 (fr) * 1988-05-16 1989-11-17 Kessler Martial Collier pour suspendre un cable porte a un cable porteur

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1052285A (nl) *
FR1369129A (fr) * 1963-09-09 1964-08-07 United Carr Fastener Corp Pince pour connexions
DE3511265A1 (de) * 1985-03-28 1986-10-09 Mannesmann AG, 4000 Düsseldorf Schelle, insbesondere fuer kabel-, rohr-, schlauch-straenge u.dgl.
FR2631417A1 (fr) * 1988-05-16 1989-11-17 Kessler Martial Collier pour suspendre un cable porte a un cable porteur

Also Published As

Publication number Publication date
NL194345C (nl) 2002-01-04
NL194345B (nl) 2001-09-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8702047B2 (en) Electrical box mounting bracket
NL1033138C2 (nl) Pijpbeugel.
US7472875B2 (en) Bracket for mounting an electrical device
US9022326B2 (en) Pipe holder and support
US2809002A (en) Adjustable bar hanger for electrical fixtures
CA2514404C (en) Pipe clamp
CA2631960C (en) Clamp for circular objects
US7766285B2 (en) Line hanger
US11236858B1 (en) Strut channel mounting bracket
US20100213334A1 (en) Shelf mounting system
US6216992B1 (en) Mounting device for securing a sink to a countertop and method of using same
US6352224B1 (en) Stationary clamping device for flexible conduit
US20080272076A1 (en) Shelf mounting system
US5755416A (en) L-shaped shelf bracket with a frictionally engaging strut member
HU215981B (hu) Csőbilincs
US20040104324A1 (en) Symmetrically designed snap-on shelf
US6286918B1 (en) Frameless cabinet hinge system
NL9201788A (nl) Inrichting voor het ophangen van een in hoofdzaak vertikaal lopende leiding aan een wand.
US5525002A (en) Connecting fitting
CA3119125A1 (en) Bracket mountable electrical box
NL1009276C2 (nl) Pijpbeugel.
NL1033884C2 (nl) Beugel voor het ophangen van een buis.
NL9402048A (nl) Bevestigingsbeugel.
US5373416A (en) Ballast holder
US10731829B2 (en) Retention devices for recessed luminaires

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20050501