NL9201277A - Werkwijze voor het vervaardigen van een polymeersamenstelling. - Google Patents

Werkwijze voor het vervaardigen van een polymeersamenstelling. Download PDF

Info

Publication number
NL9201277A
NL9201277A NL9201277A NL9201277A NL9201277A NL 9201277 A NL9201277 A NL 9201277A NL 9201277 A NL9201277 A NL 9201277A NL 9201277 A NL9201277 A NL 9201277A NL 9201277 A NL9201277 A NL 9201277A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
polymer composition
polymer
electrically conductive
hydrogen
process according
Prior art date
Application number
NL9201277A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Dsm Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dsm Nv filed Critical Dsm Nv
Priority to NL9201277A priority Critical patent/NL9201277A/nl
Priority to PCT/NL1993/000129 priority patent/WO1994002532A1/en
Priority to JP6503955A priority patent/JPH06511283A/ja
Priority to EP93916281A priority patent/EP0603381A1/en
Priority to AU45885/93A priority patent/AU4588593A/en
Priority to US08/091,366 priority patent/US5430073A/en
Publication of NL9201277A publication Critical patent/NL9201277A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01BCABLES; CONDUCTORS; INSULATORS; SELECTION OF MATERIALS FOR THEIR CONDUCTIVE, INSULATING OR DIELECTRIC PROPERTIES
    • H01B1/00Conductors or conductive bodies characterised by the conductive materials; Selection of materials as conductors
    • H01B1/06Conductors or conductive bodies characterised by the conductive materials; Selection of materials as conductors mainly consisting of other non-metallic substances
    • H01B1/12Conductors or conductive bodies characterised by the conductive materials; Selection of materials as conductors mainly consisting of other non-metallic substances organic substances
    • H01B1/124Intrinsically conductive polymers
    • H01B1/127Intrinsically conductive polymers comprising five-membered aromatic rings in the main chain, e.g. polypyrroles, polythiophenes
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08GMACROMOLECULAR COMPOUNDS OBTAINED OTHERWISE THAN BY REACTIONS ONLY INVOLVING UNSATURATED CARBON-TO-CARBON BONDS
    • C08G61/00Macromolecular compounds obtained by reactions forming a carbon-to-carbon link in the main chain of the macromolecule
    • C08G61/12Macromolecular compounds containing atoms other than carbon in the main chain of the macromolecule
    • C08G61/122Macromolecular compounds containing atoms other than carbon in the main chain of the macromolecule derived from five- or six-membered heterocyclic compounds, other than imides

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Spectroscopy & Molecular Physics (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Polyoxymethylene Polymers And Polymers With Carbon-To-Carbon Bonds (AREA)

Description

WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN EEN POLYMEERSAMENSTELLING
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een polymeersamenstelling, die een electrisch geleidend polymeer bevat, waarbij polymerisatie optreedt van polymeriseerbare monomeereenheden tot een electrisch geleidend polymeer in een reaktiemengsel, dat een pH-buffer bevat.
Een dergelijke werkwijze is beschreven door S. Rapi et al. in Synthetic Metals, Z4 (1988), pag. 217-221. Volgens de beschreven werkwijze worden pyrroolmonoraeren in aanwezigheid van een katalysator gepolymeriseerd tot het electrisch geleidende polymeer polypyrrool. Tijdens de polymerisatie wordt door het vrijkomen van protonen een hoeveelheid 2,5-bis-(2-pyrrolyl)pyrrolidine (BPP) in het polypyrrool ingebouwd. Hierdoor treedt een significante reductie van de electrisch geleidende eigenschappen op. Teneinde de niet gewenste inbouw van de verontreiniging BPP in polypyrrool grotendeels te vermijden dient te worden gepolymeriseerd in een reaktiemengsel, dat pH-gebufferd is, en wel zodanig, dat de pH groter is dan 1, en kleiner dan 7. Hiertoe wordt aan het reaktiemengsel een buffer toegevoegd. De electrisch geleidende eigenschappen van het verkregen electrisch geleidende polymeer verbeteren hierdoor significant.
Hoewel de door S. Rapi et al. beschreven werkwijze geschikt is voor de bereiding van een electrisch geleidend polymeer met goede electrisch geleidende eigenschappen, heeft toepassing van deze werkwijze een groot nadeel. In aanwezigheid van een katalysator wordt de polymerisatie-reaktie van de monomeereenheden onmiddelijk geïnitieerd. Hierdoor wordt direkt een electrisch geleidend polymeer verkregen, dat in het reaktiemengsel neerslaat als een poeder. Het aldus gevormde precipitaat is niet meer thermoplastisch verwerkbaar, en kan slechts worden verwerkt als een poeder. Het aldus gevormde poeder is vervolgens niet of nauwelijks meer vorm te geven tot een coherente vormmassa.
Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het vervaardigen van een polymeersamenstelling, die een electrisch geleidend polymeer bevat, waarbij het bovengenoemde nadeel niet optreedt.
Dit wordt met de werkwijze volgens de uitvinding bereikt doordat de polymeriseerbare monomeereenheden worden verkregen door in situ aktivering van precursormonomeren.
Met de werkwijze volgens de uitvinding is het mogelijk om met eenvoudige verwerkingsstappen vormmassa's vorm te geven en produkten te vervaardigen, die electrisch geleidende polymeren bevatten. Een vroegtijdige polymerisatie wordt voorkomen; deze vindt plaats op een zelf te bepalen tijdstip.
Bij de werkwijze volgens de uitvinding worden de precursormonomeren in de gewenste vorm gebracht, waarna zij op elk gewenst moment in situ kunnen worden geaktiveerd tot polymeriseerbare monomere eenheden. De geaktiveerde polymeriseerbare monomere eenheden polymeriseren vervolgens tot een electrisch geleidend polymeer.
Volgens de uitvinding wordt met een precursor-monomeer een molekuul bedoeld, dat als zodanig niet kan polymeriseren bij de heersende procesomstandigheden, zelfs wanneer een katalysator aanwezig is. Na een eenvoudige omvormingsstap wordt dit molekuul echter omgezet in een polymeriseerbare monomere eenheid. Deze omvormingsstap kan behelzen, dat een blokkerende groep, die een of meerdere reaktieve plaatsen afschermt, wordt verwijderd. Het is tevens mogelijk, dat een elektronenzuigende groep, die de oxidatiepotentiaal van het molekuul verhoogt, waardoor polymerisatie wordt voorkomen, wordt verwijderd. In een andere uitvoeringsvorm vindt een intramolekulaire reaktie plaats, zoals bijvoorbeeld een retro-Diels-Alder reaktie, om een precursormonomeer om te vormen tot een polymeriseerbare monomere eenheid.
Met de werkwijze volgens de uitvinding is elk precursormonomeer, dat na aktivering een polymeriseerbare monomere eenheid wordt, waaruit een electrisch geleidend polymeer kan worden gevormd, geschikt om te worden toegepast.
Geschikte precursormonomeren zijn bijvoorbeeld molekulen, die een struktuur hebben volgens formule (I), waarin X is
Figure NL9201277AD00041
R1 waterstof, -C(0)0H, -C(0)C(0)0H, -C(0)H, -S03H, -I of -Br is; R2 waterstof, een alkyl-groep (met 1-10 koolstofatomen), -C(0)0H, of een halogeen is; R3 waterstof, een alkyl-groep (met 1-10 koolstofatomen), -C(0)0H, of een halogeen is; R4 waterstof, -C(0)0H, -C(0)C(0)0H, -C(0)H, -S03H, -I of -Br is; met dien verstande, dat R1-R4 niet tegelijkertijd allemaal waterstof zijn, en dat R2 en R3 beiden deel kunnen uitmaken van een gesloten ringstruktuur.
Voor formule (I) wordt verwezen naar het formuleblad.
Bij voorkeur wordt pyrrool-2-carbonzuur gebruikt. De synthese van dit precursormonomeer is beschreven in J.Am.Pharm.Assoc. 45, 509 (1956).
Alle combinaties van X, Rl, R2, R3 en R4 zijn mogelijk. De groepen Rl en R4 kunnen thermisch of fotochemisch worden geëlimineerd onder vorming van een al dan niet op de R2 en/of R3-positie gesubstitueerd pyrrool, thiofeen of furaan monomeer. Dit precursor-monomeer wordt zodoende gedeblokkeerd en kan vervolgens vrij polymeriseren via de Rl en R4 positie. De groepen R2 en R3 kunnen dezelfde zijn, of verschillend.
Andere geschikte precursormonomeren, waarmee een electrisch geleidend polymeer kan worden bereid, zijn precursormonomeren, die een struktuur hebben volgens formule (II), waarin
Figure NL9201277AD00051
XI en X2 gelijk of verschillend zijn en zijn;
Rl en R2 gelijk of verschillend zijn en waterstof of een alkylgroep met 1-10 koolstofatomen zijn; R4 waterstof, of een alkyl-, aryl- of alkoxy-groep is.
De precursormonomeren volgens formule (II) kunnen bijvoorbeeld worden gesynthetiseerd zoals beschreven in J.Chem.Soc. Perkin Trans. I (1985), p.1277-1284. Een ander geschikt precursormonomeer is 4-aminobenzoëzuur (zie P. Ruelle, 7.Chem. Soc.Perkin trans. II, 1953 (1986).
De werkwijze volgens de uitvinding is niet beperkt tot het gelijktijdig gebruik van precursormonomeren van één soort. Combinaties van alle soorten precursormonomeren zijn mogelijk. Eventueel kunnen ook precursoroligomeren worden toegepast. De precursormonomeren kunnen bijvoorbeeld worden geaktiveerd door een thermische of een fotochemische behandeling. In de werkwijze volgens de uitvinding kan elk precursormonomeer worden toegepast.
Nadat de precursormonomeren zijn geaktiveerd tot polymeriseerbare monomere eenheden kan polymerisatie plaatsvinden. De polymerisatie geschiedt meestal in aanwezigheid van een geschikte katalysator. Katalysatoren, die in de werkwijze volgens de uitvinding aan het reaktiemengsel kunnen worden toegevoegd zijn algemeen bekend en kunnen bijvoorbeeld worden gekozen uit de groep van anorganische zuren, zoals bijvoorbeeld zoutzuur, zwavelzuur, chloorsulfonzuur en salpeterzuur, Lewis zuren, zoals bijvoorbeeld verbindingen, die positieve ionen van ijzer, aluminium, tin, titanium, zirkomium, chroom, mangaan, cobalt, koper, molybdeen, wolfraam, ruthenium, nikkel, palladium en/of platinum bevatten, en een halogeen, een sulfaat, een nitraat, een sulfonaat en/of een acetyl-acetonaat. Andere geschikte katalysatoren zijn bijvoorbeeld ozon, diazonium zouten, organische katalysatoren, zoals bijvoorbeeld benzoquinon, en persulfaten, zoals natriumpersul-faat, ammoniumpersulfaat en kaliumpersulfaat. in bepaalde polymerisatiereakties zijn Ziegler-Natta katalysatoren en K2Cr207 goed werkzaam. Goed werkzame oxidatoren zijn bijvoorbeeld FeCl3, FeBr3, FeCl3.6H20, Fe(N03)3.9H20,
CuCl2.2H20, K3Fe(CN)s, Fe(C104)3.9H20, Fe2(S04)3.5H20,
CuS04, Cu(N03)2 en (C5H5)2Fe+FeCl4-. Desgewenst wordt een mengsel van verschillende katalysatoren toegepast. Bijzonder goed werkzame katalysatoren zijn ijzer(III)chloride en koper (II)chloride.
De katalysator wordt meestal toegevoegd in een molaire verhouding tot het precursormonomeer, die ligt tussen 1:10 en 10:1. Bij voorkeur is deze verhouding tussen 1:3 en 3:1. Met meer voorkeur is deze verhouding tussen 2:1 en 3:1.
Desgewenst bevat de polymeersamenstelling, die wordt vervaardigd met de werkwijze volgens de uitvinding, een matrixpolymeer. Wanneer de polymeersamenstelling dit matrixpolymeer bevat is zij uitermate geschikt voor het vervaardigen van vormdelen, zoals bijvoorbeeld vezels, films en voorwerpen. Het matrixpolymeer kan binnen zeer brede grenzen worden gekozen. Afhankelijk van de gestelde eisen aan de polymeersamenstelling, bijvoorbeeld wat betreft de mechanische eigenschappen, kan in principe elk polymeer worden gekozen. Gezien de verwerkbaarheid genieten thermoplastische polymeren de voorkeur, maar ook thermohardende polymeren, zoals harsen en bindmiddelen, zijn voor bepaalde toepassingen uitermate geschikt als matrixpolymeer.
Geschikte matrixpolymeren zijn bijvoorbeeld polyvinylchloride of copolymeren van vinylchloride en andere vinylmonomeren, polyvinylideen fluoride of copolymeren van vinylideenfluoride en andere vinylmonomeren, polystyreen of copolymeren van styreen en andere monomeren, zoals bijvoorbeeld maleïnezuuranhydride en maleïmide/ poly-acrylaten of copolymeren van een acrylaat met andere mono-meren, polyvinylcarbazool/ polyolefinen, zoals bijvoorbeeld polyetheen, ultra hoog moleculair polyetheen (UHMWPE) en polypropeen, polyvinylacetaat, polyvinylalcohol, polyesters, zoals bijvoorbeeld polyethyleentereftalaat en polybutyleen-tereftalaat, polycarbonaten, polytetrafluoroethyleen, polyetherimides, polyimides, polyamides, polyamide-imides, polyethyleenoxide, polybutadieenrubbers, en dergelijke. Desgewenst kan een mengsel van meerdere polymeren worden toegepast als matrixpolymeer.
De gewenste gewichtsverhouding tussen de hoeveelheid matrixpolymeer en de hoeveelheid electrisch geleidend polymeer in de polymeersamenstelling, die is vervaardigd met de werkwijze volgens de uitvinding, is een resultante van de optimalisatie tussen de verschillende gewenste eigenschappen, zoals bijvoorbeeld de gewenste geleidende eigenschappen enerzijds en de gewenste mechanische eigenschappen anderzijds. Hoge concentraties matrixpolymeer hebben een nadelig effect op de geleidbaarheid in de uiteindelijke polymeersamenstelling, terwijl lage concentraties matrixpolymeer een nadelig effect kunnen hebben op de gewenste mechanische eigenschappen. De gewichtsverhouding tussen de hoeveelheid matrixpolymeer en de hoeveelheid electrisch geleidend polymeer in de polymeersamenstelling volgens de uitvinding kan variëren binnen brede grenzen. Meestal ligt deze verhouding tussen 1:99 en 99:1, bij voorkeur tussen 1:15 en 15:1.
Het reaktiemengsel bevindt zich vaak in een geschikt verdeelmiddel. Het verdeelmiddel wordt vaak gekozen uit de groep water, aromatische verbindingen, zoals bijvoorbeeld benzeen, tolueen en xyleen, alkoholen, zoals bijvoorbeeld methanol en ethanol, koolwaterstoffen, zoals bijvoorbeeld pentaan en hexaan, ethers, zoals bijvoorbeeld dioxaan, diethylether, ethylmethylether en tetrahydrofuran, ketonen, zoals bijvoorbeeld aceton, diethylketon en methylethylketon, gehalogeneerde verbindingen, zoals bijvoorbeeld CHC13, CH2C12 en koolstoftetrachloride, esters, zoals bijvoorbeeld ethylformiaat en ethylacetaat, en verbindingen als acetonitril, nitroraethaan, dimethylsulfoxide, dimethylformamide, triethylfosfaat, dimethylacetamide en pyridine. Tevens kan een mengsel van meerdere verdeel-middelen worden toegepast.
In de werkwijze volgens de uitvinding bevat het reaktiemengsel een pH-buffer, en wel zodanig, dat de pH van het mengsel, dat precursormonomeer, katalysator en pH-buffer bevat, bij benadering ligt tussen 1 en 7. Een geschikte pH-buffer is bijvoorbeeld de geconjugeerde base van een zwak zuur in de vorm van een carboxylaat, zoals bijvoorbeeld een carbonaat, een bicarbonaat, een oxalaat, een acetaat, een formiaat en een ftalaat; een fenolaat, dat een electronen-zuigende groep bevat, zoals bijvoorbeeld 3-nitrofenolaat, 3-chlorofenolaat en 3,5-dinitrofenolaat; of een fosfaat. Tevens kan bijvoorbeeld een amide worden toegepast, zoals bijvoorbeeld ureum, formamide, acetamide en N-acetylbenz-amide. Ook tertiare amines kunnen worden toegepast als pH-buffer. Voorbeelden van dergelijke tertiare amines zijn triethylamine, l,4-diazabicyclo[2.2.2]octaan en aromatische amines, zoals bijvoorbeeld pyridine, imidazool, pyrazine en pyrimidine. Desgewenst wordt een mengsel van verschillende buffers toegepast. Bij voorkeur bevat de buffer ureum. De buffer wordt tenminste in een zodanige hoeveelheid aan het reaktiemengsel toegevoegd, dat alle, tijdens de polymerisatie vrijkomende, protonen worden opgevangen, waarbij bij voorkeur de pH in het reaktiemengsel niet groter wordt dan 7.
In een geschikte uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt bijvoorbeeld een oplossing gemaakt van precursormonomeer, katalysator en buffer in een geschikt verdeelmiddel. Vervolgens wordt desgewenst aan het verkregen mengsel het matrixpolymeer toegevoegd. Hiertoe kan bijvoorbeeld een poreus vormdeel van het matrixpolymeer met het mengsel van precursormonomeer, katalysator en buffer worden geïmpregneerd. Ook is het mogelijk, dat het matrix- polymeer oplost in het mengsel. De polymeersamenstelling kan op een zelf te bepalen tijdstip worden verhit of bestraald met een stralingsbron, waardoor deblokkering van de precursormonomeren plaatsvindt. De deblokkering kan bijvoorbeeld plaatsvinden direkt na vormgeving van de polymeersamenstelling, maar hiermee kan ook worden gewacht tot een later tijdstip. In het algemeen zal dit tijdstip gekozen worden na definitieve vormgeving. Na de polymerisa-tiereaktie kunnen eventuele katalysator-resten en andere laag-molekulaire komponenten worden verwijderd door middel van extractie en/of verdamping. Deze methoden zijn algemeen bekend.
De electrisch geleidende eigenschappen van het verkregen electrisch geleidende polymeer kunnen worden verbeterd door middel van een (oxidatieve of reductieve) doperingsstap, waarbij gebruik kan worden gemaakt van de bekende doperingstechnieken en -reagentia. Deze zijn bijvoorbeeld genoemd in het 'Handbook of conducting polymers' (T.A. Skotheim, Marcel Dekker Ine., New York, USA (1986)).
De geleidende eigenschappen kunnen bijvoorbeeld worden gemeten volgens de zogenaamde vierpuntsmethode. Deze methode staat beknopt beschreven in EP-A-314311. Een meer uitgebreide beschrijving is te vinden in H.H. wieder, Laboratory Notes on Electrical and Galvanomagnetic Measurements, Elsevier, New York, 1979. Met behulp van deze methode wordt de specifieke geleidbaarheid gemeten: σ = (L/A) * (1/R), waarin σ = specifieke geleidbaarheid [S/cm], L = afstand tussen de twee binnenste electroden [cm], R = weerstand [Ohm], A = dwarsoppervlak [cm2].
De polymeersamenstelling, die wordt vervaardigd met de werkwijze volgens de uitvinding bevat eventueel nog tot 60 gewichtsprocent vulmiddelen en/of antioxydanten.
Voorbeelden van vulmiddelen zijn talk, vezels, pigmenten, kaolin, wollastoniet en glas.
Produkten verkregen met de werkwijze volgens de uitvinding kunnen worden toegepast in de meest uiteenlopende gebieden. Exponenten hiervan zijn de gebieden van coatings en EMI-shielding attributen. Andere geschikte toepassingen zijn bijvoorbeeld geleidende films en folies.
De uitvinding wordt verduidelijkt met de volgende voorbeelden zonder daartoe te worden beperkt.
Voorbeeld I
In 12 ml tetrahydrofuran werd 6,80 gram FeCl3 opgelost bij een temperatuur van 20°C. Vervolgens werd 2,00 gram pyrrool-2-carbonzuur en 1,09 gram ureum opgelost in 20 ml methanol bij een temperatuur van 20°C. Beide oplossingen werden samengevoegd. Met de verkregen oplossing werd een 47/i/m dikke, poreuze polyetheen film (5,0 * 6,0 cm2, porositeit 86%) gedurende 60 seconden geïmpregneerd.
De verkregen film werd vervolgens gedurende 5 minuten in een oven bij een temperatuur van 110°C verwarmd. De kleur van de film veranderde geleidelijk van rood-bruin naar zwart.
De zwarte film werd vervolgens met aceton geëxtraheerd en gedroogd aan de lucht. De gemeten specifieke geleidbaarheid van de film was 2,5 S/cm.
Voorbeeld II
In 5 ml oplosmiddel (85 vol% methanol en 15 vol% water) werd 500 mg pyrrool-2-carbonzuur en 270 mg ureum opgelost bij een temperatuur van 20°C. Tevens werd 1,68 gram FeCl3 opgelost in 5 ml oplossing (85 gew% methanol en 15 gew% water) bij een temperatuur van 20°C. Beide oplossingen werden samengevoegd, waarna met de verkregen oplossing een 47pm dikke, poreuze polyetheen film (5,0 * 6,0 cm2, porositeit 86%) gedurende 60 seconden werd geïmpregneerd.
Nadat de film aan de lucht was gedroogd, werd deze tussen twee glasplaten gelegd, en vervolgens werd het geheel gedurende 5 minuten bij een temperatuur van 110°C in een oven verwarmd.
De verkregen zwarte film werd vervolgens geëxtraheerd met aceton en aan de lucht gedroogd. De gemeten specifieke geleidbaarheid van de film was 11,2 s/cm.
Voorbeeld III
In 5 ml diethylether werd 1,00 gram 3-methylthiofeen-2-carbonzuur en 0,42 gram ureum opgelost bij een temperatuur van 20°C. Tevens werd 2,28 gram FeCl3 opgelost in 5 ml diethylether bij een temperatuur van 20°C. Beide oplossingen werden samengevoegd, waarna met de verkregen oplossing een 47pm dikke, poreuze polyetheen film (5,0 * 6,0 cm2, porositeit 86%) gedurende 60 seconden werd geïmpregneerd.
De geïmpregneerde film werd vervolgens gedurende 15 minuten in een oven verwarmd bij een temperatuur van 120°C. Na extractie werd de diep-rode film gedopeerd met NOSbF6 (0,50 gram in 30 ml CH3CN) totdat de kleur van de film (na circa 10 seconden) omsloeg naar blauw-grijs.
De verkregen film werd vervolgens geëxtraheerd met aceton en aan de lucht gedroogd. Vervolgens werd de gehele cyclus van impregneren, verwarmen, doperen, extraheren en drogen nogmaals herhaald, waarna een dikke, blauw-zwarte film was verkregen. De gemeten specifieke geleidbaarheid van de film was 20,0 S/cm.
Voorbeeld IV
In 5 ml oplosmiddel (6 volumedelen methanol, 1 volumedeel water en 3 volumedelen diethylether) werd 1,00 gram 3-methylthiofeen-2-carbonzuur en 0,42 gram ureum opgelost bij een temperatuur van 20°C. Tevens werd 2,28 gram FeCl3 opgelost in 5 ml van dit ternaire mengsel bij een temperatuur van 20°c. Nadat beide oplossingen waren samengevoegd werd een 47pm dikke, poreuze polyetheen film (5,0 * 6,0 cm2, porositeit 86%) gedurende 60 seconden met de verkregen oplossing geïmpregneerd, en vervolgens gedurende 10 minuten in een oven verwarmd bij een temperatuur van 120°C.
De verkregen film werd geëxtraheerd met aceton en gedopeerd op een wijze analoog aan voorbeeld III. Nadat de verkregen film vervolgens was geëxtraheerd met aceton en aan de lucht gedroogd, werd de specifieke geleidbaarheid van de film gemeten; deze was 28,0 S/cm.
Vergelijkend experiment A
In 1,5 ml tetrahydrofuran werd 0,25 gram pyrrool-2-carbonzuur opgelost bij een temperatuur van 20°C. Vervolgens werd 0,70 gram FeCl3 opgelost in 2,5 ml methanol bij een temperatuur van 20°C. Beide oplossingen werden samengevoegd. Met de verkregen oplossing werd een 47pm dikke, poreuze polyetheen film (5,0 * 6,0 cm2, porositeit 86%) gedurende 60 seconden geïmpregneerd.
De verkregen film werd vervolgens gedurende 5 minuten in een oven bij een temperatuur van 110°C verwarmd. De kleur van de film veranderde geleidelijk van rood-bruin naar zwart.
De film werd vervolgens met aceton geëxtraheerd en gedroogd aan de lucht. De gemeten specifieke geleidbaarheid van de film was 0,5 S/cm.
Vergelijkend experiment B
In 8 ml oplosmiddel (85 volumedelen methanol, 15 volumedelen water) werd 0,50 gram pyrrool en 0,45 gram ureum opgelost bij een temperatuur van 20°C. Daarnaast werd in 8 ml van hetzelfde oplosmiddel 2,78 gram FeCl3 opgelost bij een temperatuur van 20°C. Beide oplossingen werden samengevoegd, waarbij momentaan een zwarte neerslag ontstond.
Een 47pm dikke, poreuze polyetheen film (5,0 * 6,0 cm2, porositeit 86%) werd gedurende 60 seconden met het verkregen mengsel geïmpregneerd en vervolgens gedroogd aan de lucht. Vervolgens werd de film gedurende 15 minuten in een oven verwarmd bij een temperatuur van 110°C.
De grijze, inhomogene film werd vervolgens met aceton geëxtraheerd en gedroogd aan de lucht. De gemeten specifieke geleidbaarheid van de film was 1,0 S/cm.

Claims (10)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een polymeersamen-stelling, die een electrisch geleidend polymeer bevat, waarbij polymerisatie optreedt van polymeriseerbare monomeereenheden tot een electrisch geleidend polymeer in een reaktiemengsel, dat een pH-buffer bevat, met het kenmerk, dat de polymeriseerbare monomere eenheden worden verkregen door in situ aktivering van precursormonomeren.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het precursormonomeer een struktuur heeft volgens formule (I), waarin
Figure NL9201277AC00131
R1 waterstof, -C(0)0H, -C(0)C(0)0H, -C(0)H, -S03H, -I of -Br is; R2 waterstof, een alkyl-groep (met 1-10 koolstofatomen), -C(0)0H, of een halogeen is; R3 waterstof, een alkyl-groep (met 1-10 koolstofatomen), -C(O)OH, of een halogeen is; R4 waterstof, -C(0)0H, -C(0)C(0)0H, -C(0)H, -S03H, -I of -Br is; met dien verstande, dat R1-R4 niet tegelijkertijd allemaal waterstof zijn, en dat R2 en R3 beiden deel kunnen uitmaken van een gesloten ringstruktuur.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het precursormonomeer pyrrool-2-carbonzuur is.
4. Werkwijze volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het reaktiemengsel tevens als katalysator ijzer(III)chloride en/of koper(II)chloride bevat.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de molaire verhouding tussen de hoeveelheid katalysator en de hoeveelheid precursormonomeer ligt tussen 1:3 en 3:1.
6. Werkwijze volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de pH-buffer ureum bevat.
7. Werkwijze volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat aan de polymeersamenstelling tevens een matrixpolymeer is toegevoegd.
8. werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de molaire verhouding tussen de hoeveelheid matrixpolymeer in de polymeersamenstelling en de hoeveelheid electrisch geleidend polymeer in de polymeersamenstelling ligt tussen 1:15 en 15:1.
9. Werkwijze zoals in hoofdzaak is beschreven en toegelicht aan de hand van de voorbeelden.
10. Polymeersamenstelling, verkregen met de werkwijze volgens een der conclusies 1-9.
NL9201277A 1991-01-17 1992-07-15 Werkwijze voor het vervaardigen van een polymeersamenstelling. NL9201277A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9201277A NL9201277A (nl) 1992-07-15 1992-07-15 Werkwijze voor het vervaardigen van een polymeersamenstelling.
PCT/NL1993/000129 WO1994002532A1 (en) 1992-07-15 1993-06-11 Process for the preparation of a polymer composition
JP6503955A JPH06511283A (ja) 1992-07-15 1993-06-11 ポリマー組成物の製造方法
EP93916281A EP0603381A1 (en) 1992-07-15 1993-06-11 Process for the preparation of a polymer composition
AU45885/93A AU4588593A (en) 1992-07-15 1993-06-11 Process for the preparation of a polymer composition
US08/091,366 US5430073A (en) 1991-01-17 1993-07-15 Process for preparing polymers and mouling compounds based thereon

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9201277A NL9201277A (nl) 1992-07-15 1992-07-15 Werkwijze voor het vervaardigen van een polymeersamenstelling.
NL9201277 1992-07-15

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9201277A true NL9201277A (nl) 1994-02-01

Family

ID=19861068

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9201277A NL9201277A (nl) 1991-01-17 1992-07-15 Werkwijze voor het vervaardigen van een polymeersamenstelling.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP0603381A1 (nl)
JP (1) JPH06511283A (nl)
AU (1) AU4588593A (nl)
NL (1) NL9201277A (nl)
WO (1) WO1994002532A1 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SG117386A1 (en) * 2000-04-13 2005-12-29 Agency Science Tech & Res Process for blackening a plastic or rubber material
JP4813158B2 (ja) * 2005-03-08 2011-11-09 信越ポリマー株式会社 コンデンサ及びその製造方法
JP5241997B2 (ja) * 2005-03-08 2013-07-17 信越ポリマー株式会社 導電性高分子溶液および導電性塗膜
JP5202806B2 (ja) * 2006-01-04 2013-06-05 信越ポリマー株式会社 固体電解コンデンサの製造方法
JP2007184318A (ja) * 2006-01-04 2007-07-19 Shin Etsu Polymer Co Ltd 固体電解コンデンサの製造方法
JP2010212212A (ja) * 2009-03-12 2010-09-24 Sanyo Electric Co Ltd 導電性高分子膜、導電性高分子材料、及び電子デバイス

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3928832C2 (de) * 1989-08-31 1995-04-20 Blasberg Oberflaechentech Verfahren zur Herstellung von durchkontaktierten Leiterplatten und Leiterplatten-Halbzeug

Also Published As

Publication number Publication date
AU4588593A (en) 1994-02-14
JPH06511283A (ja) 1994-12-15
WO1994002532A1 (en) 1994-02-03
EP0603381A1 (en) 1994-06-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Chen et al. Polyalkylthiophenes with the smallest bandgap and the highest intrinsic conductivity
DE3855678T2 (de) Intrinsisch leitfähiges polymer in form eines dispergierbaren körpers, seine herstellung und seine anwendung
Liu et al. Postintercalative polymerization of aniline and its derivatives in layered metal phosphates
Ballav et al. A conducting nanocomposite via intercalative polymerisation of thiophene in montmorillonite clay
CN108892759B (zh) 一种共轭微孔聚合物及其制备方法
Hawkins et al. A study of the effects of acid on the polymerisation of pyrrole, on the oxidative polymerisation of pyrrole and on polypyrrole
NL9201277A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een polymeersamenstelling.
Stanke et al. Oxidative polymerization of poly (2-(N-pyrrolyl) ethyl methacrylate) with iron chloride
DE3419788C2 (nl)
Chen et al. Anionic copolymerization of [60] fullerene with styrene initiated by sodium naphthalene
DE69032420T2 (de) Syndiotaktische Polymere von arylcyclobutenfunktionalen Monomeren, Verfahren zur Herstellung und daraus hergestellte vernetzte Derivate
NL9100086A (nl) Werkwijze voor het bereiden van polymeren en vormmassa's op basis daarvan.
Mandal et al. Dispersion polymerization of pyrrole using ethylhydroxy‐ethylcellulose as a stabilizer
NL9201275A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een electrisch geleidend polymeer.
US3749700A (en) Poly(phenylenecarbides)
US20110064944A1 (en) Ferromagnetic block polymers and related methods
Lahouel et al. Green Synthesis Method of Poly [(2, 5-diyl pyrrole)(4-hydroxy-3-methoxy benzylidene)] Semiconductor Polymer Using an Ecologic Catalyst
Gutanu et al. Ionic polymers. III. Sorption of Fe (III) ions on new crosslinked ionic polymers based on 4‐vinylpyridine: Divinylbenzene copolymers
US5430073A (en) Process for preparing polymers and mouling compounds based thereon
Gil et al. Preparation of metal-ion containing polymers: Synthesis and characterization of methacryliccopolymers containing copper ion
Kherroub et al. Synthesis and characterization of novel conductive copolymer poly [(phenylazepane-2-one)-co-(pyrrole)] with improved solubility and conductivity properties
DE3829753A1 (de) Elektrisch leitende polymermischungen
Gal et al. Synthesis and Properties of Poly (2-ethynyl-N-propargylpyridinium bromide)
Gal Synthesis of a poly acetylene derivative carrying a highly bulky substituent: Polymerization of propargyltriphenylphosphonium-tetraphenyl borate by transition metal catalysts
CN116789875B (zh) 一种分子量可控的窄分布的聚甲基丙烯酸甲酯的制备方法

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed