NL9200766A - Transportinrichting. - Google Patents

Description

Korte aanduiding : Transportinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een transportinrichting voorzien van langs een gewenste baan verplaatsbare draagorganen, welke ieder zijn voorzien van een steunvlak, dat bestemd is voor het opnemen van een met het draagorgaan langs althans een deel van de baan te verplaatsen voorwerp, waarbij het draagorgaan zodanig is uitgevoerd, dat op een gewenste plaats een zich op het steunvlak van het draagorgaan bevindend voorwerp dwars op de verplaatsingsrichting van het draagorgaan langs de gewenste baan van het steunvlak af te voeren is.

Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bekend uit de publicatie WO 90/09944. In deze publicatie is een transportinrichting beschreven, waarbij de draagorganen steunvlakken vormende schotels omvatten, die op een gewenste plaats ten opzichte van het overige deel van het draagorgaan te kantelen zijn zodat een zich op een schotel bevindend voorwerp op een gewenste plaats wordt afgeworpen. Het kantelen wordt daarbij bewerkstelligd met behulp van een met het steunvlak verbonden arm aan het uiteinde waarvan een rol is aangebracht, die wordt geleid langs een bepaald spoor met behulp waarvan een verplaatsing van de rol in een richting geschikt voor het bewerkstelligen van een kantelen van het steunvlak kan worden bewerkstelligd.

Een andere uitvoeringsvorm van een dergelijke inrichting is weergegeven in het Franse octrooi schrift 2.475.015. Bij deze bekende inrichting wordt het steunvlak gevormd door een zich dwars op de beoogde verplaatsingsrichting van het draagorgaan uitstrekkende transportband, die voor het afgeven van een op het steunvlak liggend voorwerp op een bepaalde plaats in beweging kan worden gebracht om het desbetreffende voorwerp met behulp van de het steunvlak vormende transportband dwars op de verplaatsingsrichting van de draagorganen te verplaatsen zodanig dat het desbetreffende voorwerp nabij een uiteinde van de transportband van de transportband afvalt.

De snelheid waarmede draagorganen langs de gewenste baan kunnen worden verplaatst wordt beperkt door de maximale snelheid waarmede met behulp van de transportinrichting te verplaatsen voorwerpen met voldoende nauwkeurigheid op de steunvlakken van de draagorganen kunnen worden opgebracht, de maximale snelheid waarmede op de steunvlakken aanwezige voorwerpen op de gewenste plaats(en) met voldoende nauwkeurigheid kunnen worden afgegeven vanaf het steunvlak, en ook de maximale snelheid waarmede in de gewenste baan aanwezige bochten kunnen worden doorlopen.

Bij transportinrichtingen zoals bekend uit de hierboven eerstgenoemde publicatie stelt de mechanische overbrenging voor het bewerkstelligen van het kantelen van het steunvlak beperkingen aan de toelaatbare snelheid in het bijzonder ter plaatse van het afgiftestation. Een verder nadeel van deze bekende inrichting is dat hij sterk aan slijtage onderhevig is en tijdens bedrijf ook in het algemeen veel geluid veroorzaakt.

Bij de inrichting van het type zoals bekend uit de tweede hierboven genoemde publicatie ligt het het steunvlak vormende bovenpart van de transportband in het algemeen horizontaal, hetgeen geen optimale stand is voor het op het steunvlak opbrengen van een voorwerp resp. voor het afvoeren van een voorwerp, zodat ook bij een dergelijke inrichting in het algemeen beperkingen zijn gesteld aan de toelaatbare snelheid van de transportinrichting.

Met de uitvinding wordt beoogd een inrichting van bovengenoemde soort te verkrijgen, met behulp waarvan aan de hierboven beschreven, aan de bekende inrichtingen klevende nadelen kan worden tegemoet gekomen.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt, doordat het draag-orgaan is voorzien van een tussen het steunvlak en het overige deel van het draagorgaan aangebrachte electrisch geregeld aandrijforgaan met behulp waarvan het steunvlak ten opzichte van het overige deel van het draagorgaan over een gewenste hoek verzwenkbaar is om een zich althans in hoofdzaak in de verplaatsingsrichting van het draagorgaan uitstrekkende zwenkas.

Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan het electrisch geregelde aandrijforgaan, dat bijvoorbeeld met behulp van electronische, optische, akoestische of magnetische signalen of dergelijke in werking kan worden gesteld, op iedere gewenste plaats langs de baan waarlangs de draagorganen worden verplaatst, in werking worden gesteld. Daarbij kan het steunvlak niet alleen bij stations voor het laden en/of lossen van met de transportinrichting te verplaatsen voorwerpen met een geeigende snelheid in een voor het laden resp. lossen optimale stand worden verzwenkt, eventueel ook in afhankelijkheid van gewicht en/of afmetingen van de desbetreffende voorwerpen, maar kunnen bijvoorbeeld in bochten van de baan waarlangs de draagorganen worden verplaatst, de steunvlakken onder een gewenste hoek worden opgesteld om een afschuiven van de voorwerpen van de steunvlakken bij het doorlopen van de desbetreffende bochten tegen te gaan. Het zal duidelijk zijn, dat deze maatregelen een gunstig effect zullen hebben op de snelheid waarmede de draagorganen langs de gewenste baan kunnen worden verplaatst en daarmede op de snelheid waarmede voorwerpen kunnen worden getransporteerd en/of gesorteerd.

Verder zal het aan vaklui duidelijk zijn, dat de constructie volgens de uitvinding zowel bruikbaar is bij transportinrichtingen, waarbij de draagorganen in een gesloten lusvormige baan worden verplaatst als bij transportinrichtingen, waarbij de draagorganen tijdens bedrijf niet langs een gesloten baan worden verplaatst maar als losse draagorganen of combinaties van draagorganen langs een een soort rail circuit vormende baan kunnen worden verplaatst.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van schematisch in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsmogelijkheden van de constructie volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont schematisch een deel van een mogelijke uitvoeringsvorm van een transportinrichting volgens de uitvinding.

Figuren 2-6 tonen verschillende uitvoeringsmogelijkheden van het tussen het steunvlak en het overige deel van het draagorgaan aangebrachte aandrijfmechani sme.

De in figuur 1 weergegeven transportinrichting is in principe van het type zoals weergegeven in bovengenoemde publicatie WO 90/09944. Daarbij is de inrichting voorzien van rails 1, die een baan bepalen, waarlangs een aantal draagorganen 2 tijdens bedrijf verplaatsbaar zijn. Ieder van de draagorganen 2 omvat een steunvlak of schotel 3, dat om een zich in de lengterichting van de door de rails 1 bepaalde baan naar links kan worden verzwenkt in de in figuur 1 met gestippelde lijnen weergegeven stand 3' en/of naar rechts kan worden verzwenkt naar de in figuur 1 met gestippelde lijnen weergegeven stand 3M.

Zoals algemeen bekend kunnen bij gebruikmaking van een dergelijke inrichting op een of meer stations voorwerpen op de steunvlakken 3 worden geplaatst om met behulp van de transportinrichting te worden verplaatst en om vervolgens op een van eventueel meerdere bepaalde stations, bijvoorbeeld op schematisch in figuur 1 weergegeven glijgoten 4 te worden afgegeven.

Volgens de uitvinding is nu tussen het steunvlak 3 en het overige deel van het draagorgaan 2 een electrisch te regelen aandrijforgaan aangebracht met behulp waarvan het steunvlak 3 om de kipas ten opzichte van het overige deel van het draagorgaan 2 verstelbaar is. Een eerste uitvoeringsvorm van een dergelijke uitvoering is schematisch weergegeven in figuur 2.

Zoals in deze figuur schematisch is weergegeven is het steunvlak 3 om een scharnieras 4 ten opzichte van het overige deel van het draagorgaan 2 verzwenkbaar. Daarbij is met het steunvlak 3 een arm 5 verbonden, welke een moervormig orgaan 6 draaibaar ondersteunt. In het moervormige orgaan 6 is een van schroefdraad voorziene spil 7 geschroefd, die in twee richtingen aan te drijven is met behulp van een electromotor 8, welke met het steunorgaan 2 is verbonden.

Tijdens de verplaatsing van het van het steunvlak 3 voorziene, de motor 8 ondersteunende draagorgaan 2 kan de motor 8 op gewenste plaatsen langs de baan, waarlangs het desbetreffende draagorgaan beweegt, op op zichzelf bekende wijze worden geactiveerd met behulp van electronische, optische, akoestische en/of magnetische signalen en dergelijke zodat op iedere gewenste plaats langs de baan waarlangs het desbetreffende draagorgaan wordt verplaatst het steunvlak vanuit de in figuur 2 met getrokken lijnen weergegeven stand om de zwenkas 4 in de richting volgens de wijzers van de klok en/of tegengesteld aan de richting van de wijzers van de klok over een gewenste hoek kan worden verdraaid. Hiermede is het mogelijk om zowel in een station waar een voorwerp op het steunvlak moet worden geplaatst en in een station, waar het desbetreffende voorwerp van het steunvlak moet worden verwijderd het steunvlak tijdig in een geschikte vanuit de in figuur 2 met getrokken lijnen weergegeven verzwenkte stand op te stellen om het plaatsen van een voorwerp op resp. het verwijderen van een voorwerp van het steunvlak zo doelmatig en snel mogelijk te kunnen uitvoeren, eventueel afhankelijk van het gewicht en/of de afmetingen van het desbetreffende voorwerp. Tevens is het, zoals hierboven reeds vermeld, mogelijk om bij het doorlopen van bochten het steunvlak zodanig te kantelen, dat een afschuiven van een voorwerp van het steunvlak in een desbetreffende bocht wordt tegengewerkt.

Uiteraard zijn er binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding een groot aantal variaties op de in figuur 2 schematisch weerge- geven uitvoeringsvorm denkbaar, waarbij enige van deze mogelijke variaties zijn afgebeeld in de figuren 3-6.

Bij de in figuur 3 weergegeven uitvoeringsvorm is tussen een met het draagorgaan verbonden aandrijfmotor 9 en het steunvlak 3 een soort krukdrijfstangmechanisme 10 aangebracht.

Bij de in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm is op het draag-gestel een motor 11 aangebracht met behulp waarvan een een gewenst profiel bezittende nok 12 in de ene en/of de andere richting kan worden verdraaid. Met de nok 12 werkt een volgrol 13 samen, die draaibaar wordt ondersteund door een aan het steunvlak 3 bevestigde arm 14.

Bij de in figuur 5 weergegeven uitvoeringsvorm is een op het draagorgaan 2 aangebrachte motor 15 via een ketting en kettingwielover-brenging 16 verbonden met het steunvlak 3, zodat het steunvlak 3 in de ene en/of de andere richting kan worden verzwenkt met behulp van de electro-motor 15 via de ketting en kettingwieloverbrenging 16.

Bij de in figuur 6 weergegeven uitvoeringsvorm is als aandrijf orgaan gebruik gemaakt van een als motor werkende hefmagneet 17, waarvan een drijfstang 18 is verbonden met een aan het steunvlak 3 bevestigde arm 19.

Het zal duidelijk zijn, dat zo vele variaties denkbaar zijn voor een op het draagorgaan 2 aan te brengen, op afstand in werking te stellen aandrijforgaan met behulp waarvan het steunvlak 3 ten opzichte van het draagorgaan verzwenkbaar is.

Verder zal het voor de vakman duidelijk zijn, dat in plaats van het in de figuren van de aanvrage weergegeven schotel vormige steunvlak 3 ook een steunvlak kan worden gebruikt in de vorm van een transportband, zoals geopenbaard in het Franse octrooi 2.475.015, waarbij dan dit door een eindloze transportband gevormde steunvlak op soortgelijke wijze als het schotel vormige steunvlak 3 ten opzichte van het de eindloze transportband ondersteunende draagorgaan kan worden verzwenkt.

De energievoorziening van het aandrijforgaan kan worden bewerkstelligd via een stroomgeleidersysteem, via een systeem met met de draag-organen meebewegende generatoren, of via op de draagorganen opgestelde accu's en dergelijke.

Claims (5)

1. 2. Transportinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het steunvlak wordt gevormd door een schotel.
2. 3. Transportinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het steunvlak wordt gevormd door een zich dwars op de gewenste baan uitstrekkende eindloze transportband.
3. 4. Transportinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aandrijforgaan een op afstand bedienbare electromotor omvat.
4. 5. Transportinrichting volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het aandrijforgaan een op afstand bedienbare hefmagneet omvat.
5. 6. Transportinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat met de draagorganen meebewegende generatoren zijn aangebracht voor het opwekken van de voor het aandrijforgaan benodigde energie.